Geen afbeelding

Reactie als in het Forum HBO-kwaliteit bedoeld

25 oktober 2006 janwin 1

Wat zijn we toch eenzijdig bezig. Ik geef een voorbeeld van een collega, die vindt dat een HEAO-student de stelling van Piet Agoras moet kunnen afleiden, en gelijk krijg ik alle wiskundigen over me heen met sarcastische en andere kritieken. Tjonge wat kinderachtig. In ieder geval zijn al DIE mensen niet in staat om een voorbeeld uit de praktijk als een pars pro toto te zien, maar voelen ze zich gelijk aangesproken. ( waarschijlijk omdat ik gelijk heb, en de waarheid is af-en-toe heel hard!)

Ik zou wel meer voorbeelden kunnen bedenken: waarom moet een student HEAO zeven afschrijvingstechnieken kennen, terwijl er in de praktijk hooguit drie gebruikt worden. Waarom moet een econoom Y=C+I uitleggen, terwijl dat zo’n verregaande abstractie van de werkelijkheid is. Waarom moet een talendocent brieven met die arme kinderen gaan schrijven die elk normaal mens nooit uit zijn pen laat vloeien, waarom staan er in idioom-boeken voorbeeldzinnen die een student nimmer aanspreken.

Geen afbeelding

…vervolg…

25 oktober 2006 janwin 0

Bij Economie en Duits zijn wij nu begonnen met video’s van actuele TV-uitzendingen. Een enquête wees uit dat 100% van de studenten dit super vindt. Maar er zit natuurlijk weer een collega bij (en in het land zal ik ook wel weer vele mensen tegen de schenen schoppen) die video’s maar nieuwerwetse fratsen vindt: laat ze maar Duitse woordjes leren en laat ze maar studeren op het Heckscher-Ohlin theorema (ja sorry hoor: ik kan toevallig nog meer dan ICT), daar leren ze tenminste wat van.
Wat leren ze dan? Hoe zometeen hun bedrijf werkt??? Kom nou, HBO is geen Universiteit, waar je lekker kunt theoretiseren en er nog voor betaald wordt ook. HBO is BEROEPSONDERWIJS, terwijl wij er vaak een “uitgeklede universiteit” van willen maken voor (zoals die bedoelde collega wiskunde eens zei) “onze academische bevrediging”. Hoe durft hij dat uit zijn mond te krijgen….

Geen afbeelding

Inrichting Hoger Onderwijs

24 oktober 2006 Hans Besseling 1

Ervaringen met de inrichting van Hoger Onderwijs

Na in 1951 in een zomercursus een indruk te hebben verworven van het onderwijs en onderzoek op het MIT in Boston ging ik in juli 1957 met een ‘first preference’ als emigrant naar Stanford. MIT en Stanford zijn beide particuliere universiteiten. Er was een groot verschil in inspanning, die de studenten zich daar willen getroosten in hun studie, vergeleken met de inspanning, die de gemiddelde Nederlandse student kan opbrengen, toen, en nu nog meer dan toen. Maar mijn ervaringen zijn wel beperkt tot die twee instellingen, die aan de poort streng selecteren, terwijl bij onvoldoende prestaties de student ook weer moet vertrekken.

Geen afbeelding

Arrogantie van de macht

24 oktober 2006 corgi 1

Voorheen zat de belasting verwerkt in de inzetnormen. Zeven weken lang 1 uur klassikaal lesgeven + 2 tentamens, kwam overeen met 15 klokuren. Per blok van 10 weken stond je dan maximaal 27 lesuren gedurende 7 weken voor het bord. Dat was dan 2 dagen van 6 lesuren en 3 van 5 lesuren. Er was dan “genoeg” oplaad tijd in een dag, week en blok, zeker omdat er achter of in de blokken vaak een vakantie volgde. Dit is, in het Hbo, allemaal goeddeels verdwenen. Je staat zomaar 10 uren op een dag les te geven aan groepen van 50 a 60 mensen, vakanties verdwijnen als sneeuw voor de zon en er zijn allerlei nieuwe taken waarvan de inzetnorm meer een resultaat zijn van de ruimte die ervoor vrijgemaakt wordt in het budget dan dat er arbeidskundige studies onder zitten.. Spreiding van de belasting wordt zonder enige beperking uitgemiddeld. Deze periode werk je dan misschien 60 uur per week maar de volgende periode maar 30. Als hier sprake is van overmacht dan is er nog iets voor te zeggen maar ze plannen het gewoon in ofwel de 40 urigen werkweek is schijnbaar een randvoorwaarde waar je geen rekening mee hoeft of kunt houden. Vakantieregelingen zijn compleet zoek. Eerst het systeem opbouwen met vakantie als restpost i.p.v. de vakantieregeling als randvoorwaarde is de redenering.

Geen afbeelding

de mening van de betrokkenen

23 oktober 2006 cornelis verhage 19

De mening van de betrokkenen

De Algemene Onderwijsbond heeft jarenlang geheuld met de vijand, dat wil zeggen met het ministerie van Onderwijs en met de adviseurs daarvan. Het beleid van het bestuur van deze grootste onderwijsbond en van de redactie van het Onderwijsblad was meer een beleid van niets dan van actief en zelfstandig stelling nemen. Meegaand zijn en beleefd, hopen dat de autoriteiten niet boos worden, onze leden kunnen wel een stootje velen. En zo konden zowel de invasies van Deetman als die van Wallage en Netelenbos zonder noemenswaard verzet plaats vinden en ook mevr van der Hoeven werd niets in de weg gelegd.

Geen afbeelding

Maikel

21 oktober 2006 Hinke Douma 6

Eigenlijk is Maikel nog een kind, als hij begint aan de technische beroepsopleiding voor niveau 2. Op grond van zijn VMBO diploma (LeerWegOndersteund) moet hij toegelaten worden, maar de intaketests wijzen erop dat hij zéér zwak is. Weinig basiskennis, ADHD en dyslexie.
Hij is erg klein van stuk (heeft zijn groeispurt nog niet gehad) en gedraagt zich kinderlijk. Hij is erg impulsief, kan nooit zijn mond houden en heeft moeite om op zijn plaats te blijven zitten. Altijd uit op een gebbetje. Hij blijft proberen om zich door middel van grappen ten koste van anderen (of de leraar) populair te maken in de klas. Dat lukte op zijn vorige school, maar hier reageren zijn klasgenoten met gêne.

Geen afbeelding

Hoog opgeleide docenten

20 oktober 2006 Hans Besseling 7

De vraag welke opleiding een docent moet hebben gehad om voor een bepaalde vorm van onderwijs les te kunnen geven is in eerste instantie eenvoudig te beantwoorden met vast te stellen dat de kennis van de docent van de te behandelen onderwerpen superieur moet zijn aan de kennis van de leerlingen.

In het basisonderwijs zullen de docenten spelenderwijs om moeten kunnen gaan met vaardigheden als rekenen, taalgebruik, aardrijkskundige plaatsbepalingen, het op juiste wijze plaatsen van de belangrijkste feiten in de loop van de geschiedenis. In mijn lagere schooltijd (1934-1940) was dat het geval. Ook moest de docent oog hebben voor de moeilijkheden van leerlingen met een achterstand door hun afkomst. In de ‘volksschool’ in de textielarbeidersstad, die ik heb bezocht, was ook dit het geval.

Geen afbeelding

ik ben overbodig… hoera!

19 oktober 2006 Gerard Verhoef 3

Een wervende tekst van een student op de website van een pabo:


“Een paar weken geleden deden 6 kinderen samen een spel (bingo). Het ontstond spontaan en verliep geruime tijd heel leuk. We waren even overbodig! Dat was echt een moment waarop ik heel trots op ze was en het gevoel had: Hier doe ik het voor! ”

Je bent leraar om overbodig te wezen als kinderen samen een spelletje spelen

Geen afbeelding

column: lege briefjes

18 oktober 2006 cornelis verhage 47

Lege briefjes

Alweer worden we opgeschrikt door een alarmerend bericht over de rekenvaardigheid van PABO -studenten. De situatie blijkt nog ernstiger te zijn dan al werd gevreesd: de vaardigheid van veel van deze “studenten” (iedereen die de basisschool verlaten heeft is ‘student’) is in veel gevallen lager dan het eindniveau van groep 8. Tijdens het bezorgde commentaar van de televisie voorlees -moeder werd een beeld getoond van zwoegende PABO -leerlingen op een rij achter de computer met moeilijke sommetjes.
De juffen (mannen zijn er nauwelijks meer te vinden in het basisonderwijs) zijn dus op rekengebied kennelijk dommer dan veel van hun leerlingen.

Geen afbeelding

Hoe pakken we het aan

18 oktober 2006 Hans Besseling 1

Wat de vereniging BON zich ten doel heeft gesteld zal slechts met heel veel doorzettingsvermogen en incasseringsvermogen bereikt kunnen worden. Daarbij dreigen er een reeks gevaren, die het hele initiatief om zeep zouden kunnen brengen.
In de eerste plaats dreigt er altijd het gevaar van verdeeldheid bij het bepalen hoe het bereiken van het doel het beste wordt gediend. Men moet zich realiseren dat BON tenslotte een soort revolutie in onderwijsland preekt, hoognodig volgens ons, maar dwaas en onverantwoord in de ogen van hen, die thans het onderwijs besturen. Zij zullen ook blijven aandringen op verbeteringen, maar dan wel in de lijn van eigen opvattingen. Tussen die opvattingen en de visie van BON ligt een heel veld van nuances, die bij ongeduld ten aanzien van door BON te bereiken veranderingen gemakkelijk kunnen leiden tot afsplitsingen, waarbij men sneller te bereiken resultaten gaat nastreven. BON zal attent moeten zijn op dit gevaar en zal bereid moeten zijn om neiging tot dissidentie van leden met wijsheid tegemoet te treden.