Het electronische schoolbord.
Deze week wandelde er een marktkramer uit mijn jeugd door mijn geheugen. Scherp zag ik het beeld van de marktstal voor mijn geestesoog. Te midden van de houten planken die een tafel moesten voorstellen had hij een blauwe glimmende velourse doek uitgespreid en daarop lag in slagorde zijn waar, glassnijders. Tegen de rode bakstenen muur van het huis waar het kraampje een beetje tegen aan geleund stond, een houten staketsel onderverdeeld in acht vierkanten. In elk vierkant een juweeltje van glas-in-lood. Naast de velourse doek lagen de verkooptrucjes van de marktkramer. De meest olijke en kleurrijke vormpjes in glas. Een eendje, een vogel, een boom, een hondje, huisjes, hij sneed het op een kunstige manier uit grote stukken glas onderwijl zijn waar aanprijzend. Hij hoefde niet te roepen ‘wie maakt mij los’, mensen stonden met het geld in de hand te wachten tot hij klaar was met het huisje, boompje of beestje snijden. De koopwaar ging als zoete broodjes over de toonbank, en telkens hij er eentje verkocht knikte hij vriendelijk en liet het kleinood pas los als hij had gezegd “En als hij niet goed is, volgende week sta ik hier weer en mag u hem terugbrengen. U krijgt onmiddellijk uw geld terug.