Het electronische schoolbord.

Het electronische schoolbord.

Deze week wandelde er een marktkramer uit mijn jeugd door mijn geheugen. Scherp zag ik het beeld van de marktstal voor mijn geestesoog. Te midden van de houten planken die een tafel moesten voorstellen had hij een blauwe glimmende velourse doek uitgespreid en daarop lag in slagorde zijn waar, glassnijders. Tegen de rode bakstenen muur van het huis waar het kraampje een beetje tegen aan geleund stond, een houten staketsel onderverdeeld in acht vierkanten. In elk vierkant een juweeltje van glas-in-lood. Naast de velourse doek lagen de verkooptrucjes van de marktkramer. De meest olijke en kleurrijke vormpjes in glas. Een eendje, een vogel, een boom, een hondje, huisjes, hij sneed het op een kunstige manier uit grote stukken glas onderwijl zijn waar aanprijzend. Hij hoefde niet te roepen ‘wie maakt mij los’, mensen stonden met het geld in de hand te wachten tot hij klaar was met het huisje, boompje of beestje snijden. De koopwaar ging als zoete broodjes over de toonbank, en telkens hij er eentje verkocht knikte hij vriendelijk en liet het kleinood pas los als hij had gezegd “En als hij niet goed is, volgende week sta ik hier weer en mag u hem terugbrengen. U krijgt onmiddellijk uw geld terug.

Het kwam door een juf van groep zes van een basisschool die ik deze week bezocht. Het was na vieren en de kinderen waren al naar huis. Juf hing de nog natte vingergeverfde, of is het gevingerverfde, konterfeitsel van haar klas aan het smalle prikbord dat als een rode draad de vier muren van het lokaal omspande. De ontvangst was allerhartelijkst. Gezellig zaten we te keuvelen over de komende veranderingen in het basisonderwijs toen mij het grote groene schoolbord opviel. Een beetje verbaasd vroeg ik of de school armlastig was. Vraagtekens in haar ogen. Ik wees haar op het oude vertrouwde bord en krijtje. “O, dat.” Antwoordde ze. Zonder een woord stond ze op, liep naar het schoolbord en duwde het omhoog tot het plafond. Achter het bord hing het splinternieuwe spierwitte electronische schoolbord.

“Eind vorig schooljaar geïnstalleerd.” Zei ze en nam weer plaats op haar stoel. “Begin dit schooljaar hebben we met zijn allen, administratief personeel incluis, drie dagen cursus gehad in gebruik van het electronisch schoolbord. Het is fenomenaal wat je er allemaal mee kan.” Ik knikte. “En ook wat je er niet mee kan.” Voegde ze er aan toe. “Kijk Jesse, alles wat je op de computer kan, kan je met dit schoolbord ook. Google, internet, filmpjes, uitzending gemist, schooltv, rekenprogramma’s, taalprogramma’s, remediale programma’s, name it, it’s possible zei de verkoper en dat is ook zo.”

Op mijn opmerking dat het toch een hele vooruitgang was omdat je dan niet meer apart een TV voor de schooltelevisie nodig had en er meer gevarieerd gewerkt kon worden bij de oefeningen voor taal en rekenen, en nog wat andere voordeeltjes zoals tijd besparen en zo antwoordde ze dat ik wel heel erg op de verkoper begon te lijken. Ze schudde het hoofd. “Het is ten eerste onpersoonlijk. Als er vroeger een kind jarig was, maakte ik op het linkerdeel van het schoolbord een tekening en dat bleef de hele dag op het bord staan. Dat vonden de kinderen leuk en het was een echte tekening van hun juf. Op dit bord projecteer je een afbeelding, keuze genoeg, het ene al mooier dan het andere maar het is niet van de juf en trouwens na een half uurtje verdwijnt het want dan moeten we aan de rekenoefening en er is nou eenmaal geen plaats voor het plaatje én de oefening.”

“Ten tweede heeft de school bij de aankoop een abonnement genomen op ‘updates’ en er gaat geen dag voorbij of iemand op de administratie download een update en gooit dat op de server. Daardoor is er binnen de kortste tijd een wirwar en doolhof ontstaan van oefeningen, instructielessen, nieuwsbrieven, uitgebreide mogelijkheden, name it, it’s here. Na zes maanden was ik het gezoek en gedoe zo zat dat ik nu weer gewoon oefeningen rekenen en taal opzoek in de oude schoolboekjes.” Ze wees naar de grote kast met de grote bruine schuifdeuren aan de andere kant van het klaslokaal. “En ten derde, het is volstrekt ongeschikt om te gebruiken bij het huidige onderwijs waar iedere leerling in zijn eigen tempo zijn eigen leervraag moet stellen.” Ze knipoogde.

“Maar waarom hebben jullie dat dan aangeschaft.” Was de vraag die op mijn lippen brandde en die de juf beantwoordde zonder dat ik ze gesteld had. “ Één flitsende presentatie was genoeg om mijn directeur helemaal te overtuigen. “Dit moeten we hebben.” Had hij gezegd “Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. En denk aan de voordelen. Geen aparte computers meer voor de kinderen, geen storende Televisietoestelverhuizingen, geen volle boekenkasten, een enorme tijdsbesparing, en zo ging hij nog een tijdje door en eindigde met en ook geen krijtstof meer.” Er was geen lievemoederen meer aan. De snelle handbewegingen en tikken tegen het bord die in de kortste keren de wereldbol, de hongersnood in Afrika, de slag bij Waterloo, de stijging van de zeespiegel, Jip en Janneke, het europees parlement en zo veel meer op het blinkende bord had getoverd, hadden de directeur betoverd. En het bord kwam er.

“Dan brengt u hem volgende week maar weer terug.” Had die ene mevrouw goed onthouden en ze stond helemaal vooraan in de rij, haar glassnijder in de hand. “En u mevrouw?” vroeg de marktkoopman. “Ik breng hem terug, hij is niet goed en u zei vorige week….” Met een handgebaar onderbrak de koopman de mevrouw nam haar glassnijder glimlachend aan, legde een rood stuk glas naast het blauwe velourse kleed en sneed met een zwierig handgebaar een eendje uit het glas. “Ja maar, dat kan ik er niet mee hoor meneer, protesteerde de mevrouw.” De koopman glimlachte vriendelijk en antwoordde even vriendelijk: “Mevrouw, ik kan u wel deze glassnijder verkopen, maar niet mijn vak.”

J. Jeronimoon

4 Reacties

      • Paar minuten
        Inderdaad Hendrikush. Ik hield het maar een paar minuten uit…. Als zijn praatje nou enige inhoud had gehad…

  1. Unimediaal
    Die meneer van Dongen van het KPC heeft een blog vol met tenenkrommende spelfouten. Bij hem gaan vorm en inhoud goed samen.
    Hier een slaapverwekkend praatje waar je 12 minuten lang maar wacht of er nog iets gezegd wordt, en dat levert alleen maar gegaap op. Hij heeft het over een prachtig multimediaal programma, maar daarover of daarvan zie je natuurlijk niets. Wat overblijft is unimediaal gezwets.
    Als dat de bestaansreden voor het KPC is, weet ik wel hoe we kunnen bezuinigen in het onderwijs.

Reacties zijn gesloten.