
Werkblog: Wat hebben rekenonderwijs, rekenproblemen en dyscalculie met elkaar? [14]
Werkblog: Wat hebben rekenonderwijs, rekenproblemen en dyscalculie met elkaar? [14]
Werkblog: Wat hebben rekenonderwijs, rekenproblemen en dyscalculie met elkaar? [14]
En? Staat onderwijs op de Nationale Wetenschapsagenda van de KNAW? De grootste begrotingspost, de ruggegraat van samenleving en economie? Met een research-budget van enkele promillen, een adviseurs-circus van meerdere procenten, en een overheid van teveel tientallen procenten. Doen we er iets aan, Robert Dijkgraaf? Investeren in wetenschap van onderwijs?
De knappe koppen van de KNAW kijken over het vanzelfsprekende heen: onderwijs staat NIET op de agenda.
Ha, wel de rekenmachine: #28 “Kunnen machines ons helpen kennis te creëren uit bergen informatie?”
In de serie blogs nav. en over het rapport van de commissie-Veerman, de derde blog. Excuus voor het lange uitstel: er zijn rekenproblemen die toch net iets urgenter zijn.
Op zichzelf genomen is het natuurlijk wel waar. Leraren moeten goed in hun leervak zijn geschoold. En leraren opsporen die er niets van bakken is beslist ook niet slecht voor het onderwijs. Aan beide gaat nu gewerkt worden. Maar het zal niet veel helpen. Het zijn maatregelen die plaats vinden binnen een structuur waarin ze niet passen. De politici hebben door een halfslachtige privatisering van het gesubsidieerd onderwijs een bedrijfachtige structuur in het onderwijs laten ontstaan waarbij de leraren hun handelings- en beoordelings-vrijheid verloren en naar de werkvloer onderaan de de functiepiramide verhuisden. In zo’n situatie worden goed opgeleide leraren niet goed gebruikt en willen ze ook niet terecht komen.
Is het realistisch rekenen theoretisch gefundeerd?
De Volkskrant heeftvanmorgen een onthullend artikel HBO-keuring is ‘dure poppenkast’.
Hoe duur? Ik meende dat een accreditatie € 6000 kostte, maar dat moet heel lang geleden zijn: € 20 tot 30 duizend nu, voor de accreditatie zelf; met de voorbereiding etc. in huis erbij tegen de € 100.000. Iedere vijf of zes jaar weer. Per afzonderlijke opleiding.
Maar dat hadden we vanaf het allereerste begin kunnen weten. Wanneer was dat eigenlijk? Het rapport van de commissie-Franssen? Het optuigen van het visitatiecircus voor opleidingen in het wo?
Het is eindelijk zo ver. Op de in internationaal verband opererende universiteiten na is er geen schooltype meer waarin een zich kritisch opstellende geïnteresseerde burger nog gelooft. Afgezien natuurlijk van de mensen die bij de ontstane toestand in onderwijsland persoonlijk belang hebben. Mensen die hoog genoeg in de hiërarchie staan om van de knellende banden van de CAO bevrijd te zijn. Mensen die in een gezond onderwijssysteem overbodig werk zouden doen. En mensen met een te lage kwalificatie voor hun taak die eigenlijk ontslagen zouden moeten worden. Afgezien van oude politici met pakken boter op hun hoofd en nieuwe politici van oude partijen die zich nog laten disciplineren en niet weten hoe het onderwijs vroeger was.
In de Volkskrant (17 mei) pleit Harm Beertema voor het invoeren van landelijke examens in het hbo. De kop van artikel, waar niet Harm maar de redactie van de Volkskrant voor verantwoordelijk zal zijn: ‘Disciplineer het hbo met objectief landelijk examen’. Zo eenvoudig zal het natuurlijk niet gaan. De grote lijn van zijn betoog (moet ik dat samenvatten binnen 220 woorden?) is dat de enorme schaalvergroting in het hbo (en niet alleen daar) tot verval van kwaliteit heeft geleid, en wel een stuk erger dan in het vo waar aan het eind van de rit de landelijke eindexamens voor een zekere kwaliteitsborging zorgen.
In TROUW van vandaag klaagt de docent Jaap Versluis erover dat het niveau van het HBO wordt opgehangen aan de papieren versie van kwaliteit en dat de onderwijsinspectie nooit bij InHolland nooit in de les kwam. Een merkwaardig verwijt.
“BON beoogt een antwoord te bieden op de vraag waar het herstel van ons onderwijs werkelijk om vraagt” staat geschreven in het slotkapitttel “De oprichting en doelstelling van Beter Onderwijs Nederland” van haar Δ-plan voor het Onderwijs. Dat kan veel korter gezegd worden dan in de heldere uiteenzetting van het echtpaar Verbrugge-Breeuwsma aangegeven wordt. Namelijk “terug naar de tijd van vóór de grote onderwijsveranderingen; terug naar de HBS en de het Gymnasium van vóór de Mammoetwet”.
Copyright & kopiëren; 2025|WordPress thema door MH Themes