HBS, Oud-Gymnasium en Mulo waren BONscholen

“BON beoogt een antwoord te bieden op de vraag waar het herstel van ons onderwijs werkelijk om vraagt” staat geschreven in het slotkapitttel “De oprichting en doelstelling van Beter Onderwijs Nederland” van haar Δ-plan voor het Onderwijs. Dat kan veel korter gezegd worden dan in de heldere uiteenzetting van het echtpaar Verbrugge-Breeuwsma aangegeven wordt. Namelijk “terug naar de tijd van vóór de grote onderwijsveranderingen; terug naar de HBS en de het Gymnasium van vóór de Mammoetwet”. Er van uitgaande dat de universiteiten er geen bezwaar tegen zullen hebben dat gediplomeerden van een school met een HBS-programma of een oud Gymnasiumprogramma op de universiteiten worden toegelaten zie ik geen steekhoudende bezwaren tegen en nieuwe start vanuit een groots onderwijsverleden. Een pas opgerichte HBS, Gymnasium of Lyceum hoeft net als vroeger niet de financiële en andere lasten van een grote overhead per school en een enorme beleidsmatige ‘bureaucratische’ schil om het onderwijs heen, bestaande uit ambtenaren, onderwijskundigen, managers, onderwijsadvies- en reclamebureaus, consultants enzovoorts, die “nodig” waren om alle hervormingen te propageren, faciliteren, implementeren en te controleren te dragen. De verantwoordelijkheid voor goed onderwijs komt dan weer bij de individuele hoogopgeleide leraar terecht, die er alleen maar voor moet zorgen dat zo veel mogelijk leerlingen na 5 of 6 jaar voor hun eindexamen kunnen slagen. Die scholen moeten dan wel gereserveerd blijven voor leerwilligen want anders zal dat de leraren niet lukken. Op de gereanimeerde schooltypen zal wat meer aan Engels moeten worden gedaan maar voor de rest kunnen de scholen onverwijld met het oude programma van die scholen aan de slag.
We hebben in Nederland drie partijen zonder politici die hun vingers vuil gemaakt hebben aan onderwijsvernieuwingen: de PVV, D66 en de SP. Waarom zou BON die partijen niet kunnen vragen om met een gezamenlijk initiatiefvoorstel te komen waarin zij de kamer verzoeken parallelonderwijs in de vorm van een HBS, een ouderwets Gymnasium en niet te vergeten de MULO die met kop en schouders boven de huidige MAVO uitstak toe te staan?
Seger Weehuizen

14 Reacties

  1. Een mooi voorstel…
    …maar zelfs BON heeft altijd beweerd niet terug te willen naar de situatie van voor de Mammoetwet. Inhoudelijk hebben ze dat nooit onderbouwd, maar het is natuurlijk niet bon ton terug te willen naar het verleden.
    Wat mij betreft mag dat best, vooral wanneer je het kind met het badwater hebt weggegooid.

    • Vragen naar het waarom
      Wat waren dan de argumenten van BON om niet terug te willen naar de tijd van vóór de Mammoetwet? Het voormammoetse onderwijs voldoet immers aan bijna alle eisen die BON stelt. BON laat geregeld zien dat zij een hekel heeft aan de mooie praatjes die bon ton zijn in het educapolitieke complex. Ik kan me moeilijk voorstellen dat BON om strategische, tactische of wervings-reden haar BON toon vals zou willen laten klinken. Als jij het antwoord ook niet weet, laten we er dan bij het BONbestuur naar vragen.
      Seger Weehuizen

        • BON net zo erg als de rest?
          Dat zou betekenen dat BON imago belangrijker vindt dan inhoud en de abjecte werkwijze van de onderwijsvernieuwlers navolgt. Dat wil ik niet geloven.
          Seger Weehuizen

  2. vergeet de onderbouw niet
    Wie weer uitziet naar LBO, ULO, MULO, HBS, GYMNASIUM, moet natuurlijk niet de lagere school vergeten. MULO kon bestaan omdat de lagere school een behoorlijke hoeveelheid kennis had bijgebracht. De huidige situatie met veel spielerei, zelfexpressie, praatsessies en ‘op eigen niveau’ werken, zal weinig kinderen opleveren die zo’n degelijke MULO van ooit nog kunnen behappen.
    Want vernieuwers mogen dan graag wijzen op de alternatieve talenten die tot bloei zouden komen bij het vernieuwde onderwijs, intussen merken we erg weinig van zulke alternatieve talenten die tot bloei komen.
    We bemerken vooral afbraak en incompetentie die echter hoog beloond wordt met fraaie diploma’s.

  3. Nostalgie
    Terug naar de scholen vóór de mammoet?

    In 1969 heb ik examen gymnasium bèta gedaan. Ik heb de examenopgaven van de moderne talen en van wiskunde nog. Van de andere vakken hadden we of helemaal geen centraal examen (scheikunde was ‘uitgeloot’) of alleen mondeling.
    De examens Frans, Duits en Engels bestonden uit een A-5 blaadje, half bedrukt met een korte tekst die in goed Nederlands vertaald moest worden. Erg simpel, als ik nu naar die teksten kijk.
    En denk maar niet dat ik me in Frankrijk verstaanbaar kon maken.
    Verder heb ik helemaal niet van die hoogdravende herinneringen over CULTUUR en zo.
    Dat kan natuurlijk aan mij liggen, maar ik vond de meeste leraren totaal niet inspirerend.
    De exacte vakken, en de bijbehorende leraren spraken me meer aan, maar ook van hen kan ik me niet veel humor herinneren.

    De HBS had wel een schriftelijk examen. Daarvan heb ik uit die tijd enkele scheikunde-examens. Deze hebben echt niet meer diepgang dan de huidige VWO examens.

    In de mammoetperiode hadden veel vakken echt meer inhoud dan daarvoor. Met de vernieuwde tweede fase (1999) zijn nogal wat moeilijke onderdelen geschrapt. Helaas.
    Maar voor scheikunde geldt dat het huidige examen zeker moeilijker is dan het HBS examen in 1969.

    Terug naar de scholen vóór de Mammoet? Liever niet!

    • Niet terug maar vooruit
      H2S04,
      Ik ben het met je eens dat we met die nostalgische verhalen over de oude HBS en MULO niets opschieten en dat de mooie herinneringen daaraan vaak aardig gekleurd zijn. Op zich is naar mijn gevoel met de huidige schooltypen weinig mis; het gaat om de invulling. Neem nu bij voorbeeld het element “vorming”. Die dreigt volgens de onderwijsraad in het gedrang te komen. Maar ik mis bij de onderwijsraad een duidelijke operationele omschrijving van wat vorming is en hoe vorming weer een duidelijk gezicht in het curriculum zou kunnen krijgen. Hebben we het over kennis of allerlei vaardigheden; maatschappelijke thema’s of “hoogdravende” cultuur? Wat verstaan we onder morele vorming en in hoeverre moet dat expliciet een plaats krijgen binnen het onderwijs? ( Ik denk hier ook aan de, niet toevallig in deze meidagen, geuite kritiek op het zo geheten “holocaustonderwijs”, zie o.a. de Groene van vorige week).
      Waar de een praat over maatschappelijke stage als “vormend”, denkt de ander misschien aan oude literatuur, geschiedenis e.d. Als je het ruim ziet zijn rekenen ( wiskunde) en taal natuurlijk ook vormend en een voorwaarde voor het realiseren van de meeste andere vormingsidealen. Ik denk dat er meer duidelijkheid moet komen en aangezien in het onderwijs niet alles tegelijk kan, je moet streven naar een stevig kernprogramma, gebaseerd op een heldere (BON?)- visie .

      • Vorming in vele opzichten…
        …vooral als ik terugdenk aan een programma over het brein van gisterenavond op TV, waarin drie specialisten aan het woord kwamen, met als belangrijkste conclusie, dat jongeren zich dikwijls mal gedragen, omdat hun hersenen nog niet volgroeid zijn. Dat duurt tot en met het zeventwintigste jaar. Hun oordelingsvermogen, geweten en empathie schieten tot dat tijdstip schromelijk te kort.
        Vorming dus, d.w.z. culturele vorming, gedragsvorming, gewetensvorming en nog veel meer.
        Als dat zo is, denk ik dan, hoe is het dan zo misgelopen in het middelbaar beroepsonderwijs.

      • Senatu deliberante Saguntum periit.
        Ik weet niet wat H2SO4 bedoelt met “weinig mis zijn met de huidige schooltypen”. Over de gebreken van de huidige curricula is al heel veel geschreven. Maar bij het idee van terugkeren naar de HBS en het oude Gymnasium gaat het ook om een beter gebruik van de schaarse financiële middelen. Het geld dat een school krijgt moet gebruikt worden om t.a.v. het onderwijstype hoog in zijn leervak opgeleide leraren die een grote vrijheid van handelen hebben en kunnen dragen te betalen. Die zouden dan werkzaam moeten zijn voor al dan niet intrinsiek gemotiveerde, dwz leerwillige, leerlingen in een school met minimale overhead. Een school zonder fratsen waar de leerlingen en leraren bijna al hun tijd efficiënt kunnen gebruiken om de leerstof onder de knie te krijgen. Leerlingen en leraren worden er beoordeeld op vergaarde EXAMINEERBARE kennis en inzicht van de leerlingen. Leerlingen die het onredresseerbaar voor hun medeleerlingen verkloten moeten eenvoudig maar natuurlijk wel rechtvaardig van school verwijderd kunnen worden.
        Als de overheid zulke scholen zou willen toestaan moet het niet zo zijn dat die scholen wegens onenigheid over de leerstof er niet snel komen. Ik denk dat er genoeg ouders zijn die hun kind naar een HBS of een Gymnasium van het oude type zouden willen sturen dus laten we om te beginnen er voor strijden dat de HBS-en en Gymnasia van het oude type (en MULO’s etc) weer toegelaten en gesubsidieerd worden.
        Seger Weehuizen

        • BON-scholen?
          De zinsnede “weinig mis zijn met de huidige schooltypen” kwam van b. verkroost, niet van mij. Overigens ben ik dat wel met hem eens.
          Het gaat om de invulling van die schooltypen, om welk onderwijs op dat schooltype wordt geven, om de inhoud van de vakken, om de kwaliteit van de docenten.

          Mijn punt was dat het oude gymnasium beslist niet het ideale BON-onderwijs had. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk ook goede kanten aan zaten. Wat mij betreft is dat vooral het ontbreken van keuzevakken. Wij hadden nooit tussenuren, en dus ook niet de lamlendigheid die daar nu het gevolg van is.
          Maar de intellectuele diepgang liet op mijn school te wensen over.

          BON moet concrete zaken aandragen, en daardoor serieus genomen worden door de buitenwacht. Dat gebeurt overigens met grote regelmaat.
          Het is niet productief om het oude gymnasium als ideaalbeeld te gebruiken voor de gewenste toekomst, want die vlag dekt de lading niet.

          • De zwakte van toen
            Wat mij werkelijk zeer stoort aan het onderwijs van vóór de Mammoetwet en van het onderwijs in de klassieke talen in het bijzonder is de hypokrisie m.b.t. de sexualiteit en in het bijzonder de homoseksualiteit. De gelezen teksten werden er op geselecteerd en zinnen werden aangepast. Jammer want er zijn in de klassieke talen kostelijke verhalen overgeleverd over seksuele schandalen waaronder ruzies en processen over vrouwen van lichte zeden en schandknapen.
            Seger Weehuizen

    • Het grootste probleem is
      Het grootste probleem is toch dat er geen enkele niveauvastheid is in ons onderwijs? Op papier hebben wij best een mooi stelsel wanneer je tal van slechte politieke besluiten (outputfinanciering, veel te grote scholen en slechte schoolbesturen bijv.) buiten beschouwing laat: grofweg 4 verschillende niveaus van secundair onderwijs (VMBO-praktijk, VMBO-theorie, HAVO en VWO), horizontale doorstroming in het secundaire onderwijs, drie niveaus van tertiaire onderwijs. Wat heb je echter aan al die verschillende niveaus wanneer het hoogste niveau niet blijft afgestemd op de slimste leerlingen en het op een na hoogste niveau niet is afgestemd op de slimmere leerlingen?
      Het HBO is tegenwoordig afgestemd op de gemiddeld intelligente Nederlander, niet op de slimmere Nederlanders, het MBO wat eigenlijk op de gemiddeld intelligente Nederlanders zou moeten zijn afgestemd is afgestemd op de minst intelligente Nederlanders. Gemakkelijke WO-opleidingen richten zich misschien op de kwart slimste Nederlanders, zo niet meer, moeilijkere WO-opleidingen richten zich misschien op de 5% slimste Nederlanders.
      Vroeger richtte het WO zich gemiddeld op de 5%-10% slimste Nederlanders terwijl het HBO zich richtte op de 20% slimste Nederlanders en het VWO zich richtte op de 10%-15% slimste Nederlanders.

      We zouden eens met zijn allen moeten afspreken wat de doelen zijn van de verschillende niveaus van onderwijs, op welke doelgroep wij welk onderwijs afstemmen en op de een of andere manier dit niveau moeten ijken zodat het niet in de loop van de tijd daalt. Enkel de beste vakspecialisten, dus bijv. wiskundigen voor wiskunde (geen -ogen of andere -kundigen), zouden hier een stem in moeten krijgen.
      Met name voor het universitaire onderwijs zou er eens een discussie gevoerd moeten worden wat het voornaamste doel is: academische vorming of beroepsvorming. Ik weet wel wat het antwoord van de meesten hier op deze vraag zou zijn maar helaas denken vele anderen hier anders over.

    • Ik hoor het veel om mij
      Ik hoor het veel om mij heen: jongeren die van mening zijn dat niet de academische vorming voorop moet staan. Ook steeds meer mensen die promoveren of gepromoveerd zijn in tal van vakgebieden (inclusief de exacte wetenschappen) denken hier zo over.
      Gisteren las ik een uitspraak van dezelfde strekking in een artikel:
      www.spiked-online.com/index.php/site/article/10439
      De laatste zin van de huidige voorzitter van de National Union of Students (NUS) is pijnlijk: “‘I think we should be honest about our priorities’, he said. ‘At the end of the day, the point of the university has changed. If you look at when only five per cent of the population went, that was about knowledge, discovery, pushing boundaries, people talked about the crème de la crème. [Now], it is about social mobility and people changing their lives. The reality is you need that bit of paper [a degree] to get into better jobs with greater earning potential and influence. So we want as many people to get one as possible, at the expense of quality if necessary.’”

      Hoe we de verschillende scholen ook noemen, het niveau is onvoldoende. Zoveel kunnen we vaststellen.
      Klik (nog) eens op deze link, met dank aan JL en adios news.bbc.co.uk/2/hi/uk_news/education/6589301.stm/pdf/Wiskundetest.pdf
      Hier kan je zien welk niveau van meetkunde van de Chinezen wordt verwacht wanneer ze aan een studie wiskunde willen beginnen. Dat niveau haalt het VWO bijlange na niet, niet voor meetkunde en niet voor eender welk ander onderdeel van wiskunde.

Reacties zijn gesloten.