70 Studeren in Frankrijk: Marktwerking met pervers resultaat

12 december 2011
€ 13.712,00 (1). Dit is het collegegeld van dochterlief voor het academische jaar 2011/2012 van haar handelshogeschool (ESSEC in Parijs). Na een één-jarige bachelor’s (€ 9.500) volgt een mastercyclus van twee betaaljaren, maar die 3½ à 4 jaar in beslag nemen vanwege de stages en buitenlandervaring. Dit is haar tweede jaar. Vorig jaar was dat € 12.000. Volgend jaar wordt het € 17.000. Ter herinnering: In het Franse veredelingscircuit volgen na de middelbare school 2 jaren van voorbereiding voor de technische en economische richting en ook, zij het anders, de litteraire filière. Het zijn de ‘classes préparatoires’ (in principe gratis) met het accent op taalbeheersing, wiskunde en ‘culture générale’. En met een veeleisende intellectuele discipline. Gezamenlijk representeren de ‘classes préparatoires’ zo’n 6 à 7% van het universiteitsbestand, het is al jaren min of meer stabiel (2). Daarna vindt een zifting plaats (concours = afvalexamens) waarbij de leerlingen een plaats vinden op een hoge school die correspondeert met hun rangschikking. De beste instellingen zijn altijd in de hoofdstad. De universitaire filières zoals rechten en medicijnen zijn ook uitermate selectief. Met de massificatie van het eindexamen (baccalauréat), waarbij er naar gestreefd wordt dat 80% van een leeftijdsklasse dat examen haalt (71,6% in 2011), is de intellectuele waarde van dat examen behoorlijk ingezakt, met het gevolg dat 1) men hoge cijfers moet hebben om tot bepaalde instellingen toegelaten te worden en 2) de ‘classes préparatoires’ die ooit 1 jaar duurden, nu altijd 2 jaar in beslag nemen. Het is een duaal systeem, want voor wat de ‘classes préparatoires’ en de ‘grandes écoles’ te bieden hebben, kan men ook – zonder selectie en vrijwel gratis – op de universiteit terecht. Maar dan wel met veel minder studeerdiscipline en minder goede professoren… Het dubbele systeem heeft zich ook in andere niches ontwikkeld, waarbij de zwaar selecterende en soms dure instellingen een algemene voorkeur genieten of het nu voor kinesitherapeuten (€ 8.500/jr), psychologen (€ 4.400/jr) of Les Gobelins (€ 6.000/jr) enz. zijn. De laatste instelling heeft nu een wel verdiende wereldreputatie voor alles wat met video’s, tekenfilms en andere creatieve vormen van uitbeelding te maken heeft. Daar tegenover staat dat de aller-aller beste opleidingen, de Ecole Polytechnique, de Ecoles Normales Supérieures (er zijn er meerdere) en de Ecole Nationale d’Administration niet alleen gratis zijn, maar de student krijgt daar ook een salaris (en pensioenpunten…). Het idee is dat de afgestudeerden het minstens 10 jaar in staatsdienst volhouden. Zo niet, dan worden ze geacht de studiekosten terug te betalen. Het systeem gaat terug tot Napoléon I.

In de wriemelende massa, waar iedereen op de sorteerband tracht het langste uit te houden, moet men niet alleen goed zijn, maar ook beter zijn dan de concurrentie… Wat velen ervaren als een euphoriserende uitdaging onder gelijken, is voor een minderheid een vermoeiende kwelling. Hoeveel schade wordt daarbij niet geleden aan de ziel, voor hen is het geen warm nest… Naarmate de instellingen van laag tot hoogst selectiever worden, hebben zich daarom heen allerlei lucratieve bijstandsinstellingen ontwikkeld om de ‘klant’ gaar te stomen voor het ‘concours’. Neem de medische richting. Voor de 54.000 eerste jaars (2011) is er een numerus clausus van 12.000 (7.400 voor artsen, 1.154 tandartsen enz.). vanaf het tweede jaar. ‘Mijn zoon/dochter zal dokter worden’ heeft binnen de families hier nog een transcenderende klank, die het in mijn ogen in de maatschappij allang niet meer heeft. Een verruiming van de numerus clausus leidt altijd tot een meer dan proportionele toeloop… Men moet rekenen op € 6.500 à 8.500 voor professionele begeleiding van het eerste jaar (gratis voor beursstudenten) om de a.s. jonge dokter, waarvan 2/3 meisjes, zegevierend door het concours te sleuren. Universiteiten organiseren soms zelf repetitoren die gratis zijn. Anderen gebruiken sluipwegen zoals het omzwaaien na een jaar ‘math sup’ (eerste jaar van de technische richting, een goede inwijdingsdiscipline). Velen profiteren van de cassatie van de numerus clausus in Wallonië die het aantal buitenlanders in 6 medische filières fixeerde op 30% maximum. Die sluiproute is een plaag voor Wallonië, de regio heeft er niets aan, te meer daar de studie gratis is. Het gros gaat zo snel mogelijk terug naar Frankrijk, maar dan wel met een diploma op zak. (3)

De ongelijke verdeling van de kosten van de universitaire (voor) opleidingen die de overheid op zich neemt, is een bron van heftige emoties, overigens niet noodzakelijkerwijs langs links/rechts-lijnen. Zo kost een leerling van een ‘école préparatoire’ de staat € 14.850/jaar ; van een hogere technische opleiding € 13.730/jaar en van de universiteit € 10.200/jaar. Nog afgezien van de vraagtekens hoe dit soort statistieken tot stand komen, zou het verloop van 40% bij de universiteiten moeten worden meegewogen, terwijl het bij de ‘écoles préparatoires’ bij de 10% ligt. De burger die er van uitgaat dat op een ‘école préparatoire’ de leerlingen minstens 2x zo hard moeten werken, komt tot de conclusie dat een eenheid kennisoverdracht daar veel goedkoper is dan op de universiteit…

Deze zomer hing in de ontvangsthal van ESSEC een enorm spandoek ‘Ensemble investissons dans la création de valeurs’ (laten we gezamenlijk investeren in het scheppen van waarde). Afgezien van het lelijke taalgebruik en twijfelachtige betekenis van ‘waarde’ (4), ook in het Nederlands, is er nog net een verankering (= ensemble) met de gemeenschap. In Rotterdam hebben ze allang afstand genomen van dergelijke ‘onzin’. ‘Ikke, ikke, de rest kan stikke’ is daar het devies als je hun agitprop mag/kunt geloven begeleid door internationale ketel muziek (blog 51). Je investeert toch in jezelf? Als er iets giftig is dan is het wel de notie dat je investeert in jezelf en daarom voor de gemeenschap niets hoeft terug te doen. Afgezien van het feit dat het niet strookt met onze Christelijke habitus à la Bourdieu, leidt dit tot een wel zeer materialistische visie van een opleiding, zo van: met bankleningen je toekomstige ‘earning power’ op vijzelen. Competentie versus intellectuele terughoudendheid. Het is de triomf van de afkeer van de ‘pensée non rentable’. Kleine vakken gebaseerd op eruditie? Intellectuele uitstraling? Weg er mee! Als nu al de burgemeester van Amsterdam de Heer Asscher verzucht: ‘We leven in een tijd van de ideologie van het eigenbelang. Als iedereen zijn eigen marktbehoeftes kan stillen, dan wordt het vanzelf een mooie wereld. Helaas [zo] werkt [dat] niet’, wat zal het dan zijn als de Nederlandse ‘kennisafnemers’ (‘apprenant’ in de Franse terminologie) de marktkosten van hun studies zelf moeten betalen? Hoe afgrijselijk dat kan aflopen kan iedereen constateren bij de getuigenissen van ‘We are the one percent’ in de Verenigde Staten (5).

Het is duidelijk dat vroeger de gemeenschap die € 13.712 grotendeels betaalde. Alleen een zeer kleine minderheid kan zoiets nog opbrengen. Maar net zoals het bloed dat zich een uitweg baant waar het niet gaan kan, hebben zich allerlei (kronkel)paden ontwikkeld, waardoor de studiekosten toch uiteindelijk grotendeels, U raadt het….. bij die gemeenschap terecht komen. Zo zijn er de beursstudenten (25 à 30%) wier collegegeld (deels) wordt kwijtgescholden, te meer omdat een beurs meestal een klein bedrag is. Men kan ook tot € 80.000 een banklening aangaan tegen een zeer laag tarief, zelfs ‘0’ voor leerlingen van een ‘grande école’, maar de ouders moeten wel garant staan met een voldoende eigen vermogen, waardoor velen worden uitgesloten. Bovendien zijn er allerlei soorten steunfondsen, stichtingen en territoriale vetpot(jes) die men kan aanschrijven. Het klapstuk is de ‘alternance’ waarbij men tijdens de 2 masterjaren uitgesmeerd over 4 jaar, een minimaal betaalde deeltijdbaan heeft bij een bedrijf dat het collegegeld voor zijn rekening neemt. Per leeftijdsjaar doen 30 à 35% ESSEC-studenten daar aan mee. De fiscale afwenteling is even ingewikkeld als Gallisch ingenieus. Men moet weten dat sinds 1925 de grotere Franse bedrijven een ‘taxe d’apprentissage’ moeten betalen van 0,5% van de bruto salarismassa om de helpende hand te bieden bij invoeging van de nieuwe generatie op alle niveaus. De bedrijven kunnen die 0,5% gebruiken om het collegegeld te betalen. Bovendien krijgen ze een ontheffing van de sociale lasten, die hier 40% van het brutosalaris bedragen en door de werkgevers worden ingehouden. En ook nog een éénmalige premie van € 1.600. Dit systeem werkt op alle niveaus van 16 tot 26 jaar. Het is mij niet helemaal duidelijk wat een bedrijf beweegt om een zwaar iemand op die manier tegemoet te komen, tenzij het een vorm van recrutering is, waar ‘tijdelijk’ wordt omgezet in ‘permanent’. Landelijk zitten 800.000 jongeren in dit uitstekende systeem, waarvan ¾ ambachtelijk bezig is. Een ‘Volontariat International en Entreprise’ (blog 28) is au fond van de zelfde snit en uit het zelfde laken gesneden, het is bescheiden maar wel heel goed.

Men kan zich afvragen wat voor duistere krachten aan het werk zijn dat de hele middenklasse zich zo inspant om in zo’n mierenhoop naar de top te klauteren. Bisnis is helemaal niet zo moeilijk dat je er 6 à 7 jaar voor moet leren en daardoor te laat op de arbeidsmarkt opgaat. En echt leiderschap en echt ondernemerschap qua karakter, vakbekwaamheid en algemene kennis, kan je volgens mij, nauwelijks leren, ondanks de talloze management boeken en sites die er aan gewijd worden. Gelukkig maar…. Er speelt nog iets anders mee: is een universitaire instelling goed, omdat de kennisoverdracht door goede professoren optimaal wordt uitgevoerd, of zijn het de studenten die gezalfd uit het selectieproces te voorschijn zijn gekomen, die met hun motivatie, ambitie, curiositeit enz. de stuwende kracht zijn? Ik nijg naar het laatste…

Als men als buitenstaander naar het onderwijs kijkt, een milieu waarbij men a priori er van uitgaat dat daar wordt nagedacht, vraagt men zich af hoe het komt dat de perceptie van de realiteit zo afhankelijk is van ongesubstantiviseerde aannames (5), noem het maar geloofsartikelen en dat men daarbij blind is voor allerlei perverse prikkels en bizarre gevolgen. De verengelsing van het hoger onderwijs is zoiets, nergens op gebaseerd, de verschraling willen onze middelmatige academici gewoon niet zien. En ook de opgegeven vinger die men in vrijwel in artikelen terugvindt dat ‘wij’ zo goed zijn in wetenschappelijke publicaties. 8% van het Wereldtotaal! De economische faculteit van Tilburg (oh! pardon, Faculty of Economics and Business Administration) op een ereplaats en een lijst van 66 salonfähige tijdschriften, alle Engelstalig, waar jonge wetenschappers een eindeloze stroom van artikelen op mogen af vuren in de hoop gepubliceerd te worden. CV’s van wetenschappers van 20 pagina’s e.d. In Nederland heerst een omerta, waardoor weinigen zich realiseren hoe pervers dat allemaal functioneert en hoe bloedarm het allemaal wordt voor de universitaire wereld die zich met artikelen voedt en niet met boeken. De andere centrale pijler van het universitaire gebeuren, een hoog niveau en waardering van de kennisoverdracht komt daarbij in het gedrang. Het is juist die transmissiefunctie die men in ‘rankings’ nooit terug vindt… contretemps.eu/interventions/petits-conseils-enseignants-chercheurs-qui-voudront-reussir-leur-evaluation

De 50% doelstelling van hoger opgeleiden per leeftijdsklasse (op zichzelf misschien goed maar dan wel met een nog breder spectrum) is ook zoiets. In Duitsland is het in de praktijk 30%, maar moffen hebben er uiteraard niets van begrepen… Aangeprezen als een verzekering tegen werkeloosheid, drukt het in feite de onderste echelons uit de vleespotten. Als ondernemer merk ik dat 2 manieren: 1) de maatschappelijke pressie om passende banen te creëren. ‘In Nederland danken zoveel mensen hun baan aan het zoeken naar oplossingen’ las ik ergens, in Frankrijk is dat ook zo. Voor de kleine ondernemingen zonder afwentelingmogelijkheden van opgedrongen dienstenverlening, neemt dat vorm aan van een verkapte belastingverhoging en 2) het schaars worden van goede ambachtslieden. In mijn geval de ‘menuisiers métalliques’ timmerlieden die (gelakte) aluminium deur- en raaamkozijnen grootschalig moeten renoveren, waarbij alles zeer precies maatwerk, handwerk en kunde is. En daarvoor heel goed betaald worden. Inter alia zegt dat ook iets over de duurzaamheid van de moderne bouwmaterialen. Tenslotte moet wel blind zijn om niet te merken dat die nadruk à l’américaine op de ‘winners’, de relatieve achterblijvers zich meer en meer gaan voelen als de ‘losers’, ook al zijn ze lang niet allen zielepoten. Het is een moeilijk te definiëren gevoel van ‘qu’elle fait marche en arrière, parceque l’autre fait marche en avant’ (vrij vertaald: men gaat er op achteruit omdat de ander voorrang krijgt). De overheid is daarvan bewust en probeert de ‘sinking feeling’ van de middenklasse wat tegen te gaan. Zo is na jarenlange uitholling nu het beginsalaris van een aankomende en gediplomeerde leraar voor het eerst meer dan € 2.000/maand. Ik heb lagere getallen gezien, maar misschien was dat voor niet-gekwalificeerde leraren.

Het allerengst zijn mijn ogen de ‘rankings’, de metingen, de werkverschaffende Cito’s hier en Pisa’s daar die maken dat men beslissingen gaat nemen op oncomplete signalen en voorbij gaat aan individuele imponderabilia en waarbij men bovendien te maken krijgt met allerlei vormen van manipulaties/interpretaties van de variabelen, nog afgezien van het feit dat bij het te meten op den duur het object zich daarbij aanpast (une finalité qui oriente le comportement des acteurs). Vergelijkingen zijn weliswaar interessant en belangrijk om bij te sturen, maar moeilijk te interpreteren en niet lang houdbaar. Wat was het ook weer? ‘In Nederland danken zoveel mensen hun baan aan het zoeken naar oplossingen’. Juist ja, of zoals de onderwijzeres van onze kinderen dat laatst uitdrukte: ‘Als er vroeger een jochie was dat niet goed mee kon, dan nam ik hem apart of besteedde er anderszins wat meer aandacht aan. Nu moet ik het melden bij het schoolbestuur die allerlei zware maatregelen gaat nemen, waarbij ik niets te zeggen heb’.

De FT-Rankings van business schools zijn uiterst bizar. Die zijn voor 70% gebaseerd op het beginsalaris na de studie en de toename van dat salaris gedurende de eerste 3 jaar. Van het cohort van iedere school worden degenen die bij de staat of NGO’s terecht komen niet meegeteld. Tot vorig jaar was ‘enrolment’ een niet-meetellende variabele. ‘Enrolment’ is nu helemaal verdwenen. Ik denk (heel speculatief) dat Rotterdam daar intens voor gelobbyd heeft, want ze staken mager af met hun veredelingsklasje van 60, die ze niet vol konden krijgen ondanks een tarief dat een kwart was van het Franse tarief… rankings.ft.com/businessschoolrankings/european-business-school-rankings-2011

Is er een conclusie? Ik laat dat aan U over. Hoger onderwijs is niet alles. De maatschappij vult aan en corrigeert veel, heel veel. Het lijkt mij dat men de marktwerking niet mag los laten op het onderwijs, of het althans zeer binnen de perken moet houden. En zich zeker niet moet identificeren met de Amerikaanse methoden. Nu is het zo dat ik teksten lees waarvan ik denk dat als het Amerikaanse referentieschema er plotseling niet meer zou zijn, de schrijvers van hun wereldbol af zouden vallen om als ‘born again’ provincialen wakker te worden in een filialenland. Er zou ook een betere intellectuele en afstandelijke benadering moeten zijn over zingeving (overwaardering van competentie en het ‘nu’ ten koste van transmissie van de gecumuleerde wijsheid en van het erfgoed) en niet vertrouwen op meningen van ‘experts’ die nooit neutraal zijn en zich ook niet neerleggen bij wat onvermijdelijk lijkt te zijn (7). Of zoals Sartre dat ooit zei: ‘Le coefficient d’adversité des choses ne saurait être un argument contre notre liberté, car c’est par nous, c’est-à-dire par la position préalable d’une fin (= doelstelling), que surgit ce coefficient d’adversité’. Het is de primatuur van de politiek van dat als wij het [democratisch] willen, dan moet de ‘expert’ zich daarbij neerleggen. Het is heel ingewikkeld. Om de hele decembermaand op te kauwen en te herkauwen…

xxxxxxxxxx

(1) Meer weten? www.lesechos.fr/entreprises-secteurs/innovation-competences/formation/0201761341013-ecoles-de-gestion-pourquoi-les-tarifs-s-envolent-255337.php
(2) In het nieuwe academische 2011/12 jaar volgen in totaal 2.359.000 jongelui een voortgezette opleiding, waarvan 1.397.000 op universitair niveau. 79.000 zijn ingeschreven in de ‘classes préparatoires’. In Duitsland volgen 2.380.000 een voortgezette opleiding, maar daar zijn ze dan ook minder geobsedeerd om ‘50% van een leeftijdsklasse’ door het hoger onderwijs te jagen… Overigens lijkt die 7% verdacht veel op de nieuwste vaderlandse uitvinding ‘dat het percentage studenten dat speciale excellentieprogramma’s volgt, in 2015 zal zijn gestegen van 3,5 naar 7’. (NRC 9 december 2011)
(3) Iets soortgelijks met medische studente n doet zich voor in Wenen met Duitsers. Is het wat dat betreft verstandig dat men in Nederlanden drommen (19.000+) Duitsers die meest in het eigen land niet aan de bak komen met open armen ontvangt voor ’s lands ‘international classroom function’? Maar dan niet in de medicijnen, zoals 40 jaar geleden de Noren Groningen, maar voor een bachelors niveau en meest in flut richtingen als ‘behavior and Society’ ?
(4) Waarde/valeur. Als men in Frankrijk over waarden spreekt dan zijn de ijkpunten meestal de fundamentele waarden van de Republiek: Liberté, Egalité, Fraternité, onweegbare noties die niet gecreëerd kunnen worden, omdat ze al bestaan. Zoals de slagzin hier staat, betekent dat zoiets als ‘met behulp van anderen mijn marktwaarde opvijzelen’ en als zodanig is dat niet in contradictie met ‘valueless leadership is allowed to flourish’. Maar het kan ook betekenen dat ESSEC een serie nieuwe (transcenderende) waarden wil uitvinden en uitdragen…
(5) het is navrant het marktmechanisme los te laten op het onderwijssysteem en jonge mensen laat worstelen met een praktijk die ze niet gekozen hebben maar ondergaan. In de VS is men daarbij helemaal doorgeslagen. Le Monde schrijft op 27 oktober 2011 dat er $ 1 biljoen aan studentenleningen uitstaat. Bij een persoonlijk failliet, blijft de studielening overeind… Leest U ook dit artikel: ‘Why Students Shouldn’t Take Unpaid Internships’ waarvan men de tendens in Frankrijk ziet aankomen. www.thedailybeast.com/newsweek/2011/11/20/why-students-shouldn-t-take-unpaid-internships.html
(6) ‘Reality exists independent of human minds, but our understanding of it depends on the beliefs we hold at any given time… Belief comes first; explanations for beliefs follow’. (geciteerd uit The believing Brain/Michael Shermer, www.sceptic.com)
(7) J’ai demandé un Rapport/ Mattias Roux/ September 2011/ 116 bldz. Een dissertatie over het conflict tussen de ‘democratie’ en de ‘experts’. Moeilijk te lezen, past niet zo goed in de Angelsaksische denkwereld.

19 Reacties

  1. Beste Wilmont
    Dank voor alweer een boeiend betoog.
    Toch begon mijn hoofd heen en weer te schudden toen ik helemaal aan het eind het Sartre-citaat las. De afschuw van de herkenning. Hoe kan het toch dat iemand die dit formuleert, en zo, in Frankrijk zo’n onaantastbare status verkreeg en nog heeft? In mensentaal zegt ie: Het is niet goed dat het in de wereld vaak anders gaat dan we willen, want wij bepalen zelf de doelen.
    Een open deur, die niet goed sluit bovendien.
    “Le coefficient d’adversité des choses”…. en de dialectiek van “la position préalable d´une fin” … ik krijg het maar niet door m’n strot.
    Ik ga deze decembermaand op heel wat smakelijkers kauwen dan op Sartre en ik wens u hetzelfde toe. Ik heb al een pot onbekrompen vette eendenrillettes in huis, uit Frankrijk. Mmmmmm, wat zeezout erop, daar gaan we.
    Prettige feestdagen gewenst,

    Willem Smit

    • oh! Sartre….
      Ja, ik herken het : het doel heiligt de middelen, het is de boulevard van alle tirannieën. Maar het citaat heb ik uit het boekje ‘J’ai demandé un rapport’. Daar ging om het feit dat de ‘experts’ teveel macht krijgen toegeschoven, waardoor de ‘politiek’ ignorant ses propres intérêts, de greep kwijtraakt.. De ‘experts’ profiteren van: ‘… l’objectivité associée au savoir relègue tout ce qui n’en relève pas, valeurs et principes, du côté de la subjectivité, donc la relativité, de la croyance, de l’opinion etc. …’ Wat Sartre (die hier ook zwaar op z’n retour is) zegt is dat men zich niet altijd moet neerleggen bij het onvermijdelijke à la Thatcher ‘there is no alternative’, maar dat men zich daar tegen moet kunnen verzetten. Het boekje legt uit dat er geen ‘invisible hand’ is en dat ‘free markets’ uiteindelijk een menselijke affaire is en dat er dus geen objectieve reden is om zich daarbij neer te leggen als men een beter idee heeft. Let wel: verzet/résistance is geen democratisch begrip. Om iets van onderwerp te veranderen, Christopher Caldwell, één van de weinige scherpzinnige Engelse intellectuelen en zeer eigenzinnige columnist in de Financial Times, heeft dat begrip verzet/résistance geanalyseerd in zijn recente boek ‘Reflections on the Revolution in Europe’ met betrekking tot ‘Tariq Ramadan and double language’. De Heer Ramadans notie van ‘resistance’ is exact hetzelfde van wat wij/Fransen er onder verstonden tijdens WOII. Verzet is een prachtig viriel woord. Oppassen is geblazen als het tegen ons gebruikt wordt. Wat dat betreft is het Nederlandse discours helemaal verkeerd. Enfin, ik dwaal af, het boekje kost € 8 en is moeilijk leesbaar. Jammer dat NL intellectueel geen rol meer speelt. Overigens moeten wij blij zijn dat de Franse gastronomie nog niet door abusieve regelgeving is afgedaald tot het niveau van ‘fish & chips’…Ik wens U een gelukkige en welverzadigde Kerst toe….

      • re Oh Sartre
        Expertise als uitkomst van een onophoudelijke specialisatie is vaak geassocieerd met vervreemding van de massa. Men herinnert zich misschien een bestseller uit het interbellum: die Untergang des Abendlandes, van Spengler, en die was lang niet de eerste en enige. Even afdwalen: het begon eigenlijk op een iets ander spoor, tijdens de Verlichting, toen de eerste gevolgen van de industrialisering zichtbaar werden. Sindsdien is de vervreemding van de mens van zijn Ware Natuur niet meer weg geweest. Denk aan Goethe, Rousseau, de Nieuwe Pedagogen, Marx en kornuiten, Sartre; hoe dan ook: c’est la faute à Voltaire, inderdaad.
        De scherpe kantjes zijn er intussen af, maar wat kennelijk blijft is de kwalijke rol van de expert. Ik zie iets anders: politici en opiniemakers die de experts misbruiken. Niet geinteresseerd zijn in gelijk hebben maar in gelijk krijgen, in het eigenbelang, die van o.a. de hebberigheid dus. Hebberigheid? Dat is toch de invisible hand van de private vices, public benefits van Bernard Mandeville?
        For better, or worse, hebberigheid is de motor van de economie. Dat als brandstof iets anders nodig is wordt ontkend door al die lieden die niet langer in het ware en goede zijn geinteresseerd. Normen en Waarden? Wormen en Maden, zul je bedoelen; en wees blij dat het leven geen zin heeft.

        Naar mijn mening kunnen experts juist niet worden gemist in de strijd tegen het geexplodeerde marktdenken. Ze zijn de enigen die weerwerk kunnen bieden aan nihilisten en verkopers van gebakken lucht met een vette bankrekening. Er is nog veel te doen. Niet vergeten, beide groepen zijn de vijand en overlappen elkaar.
        Nog een keer afdwalen: Ramadan heeft inderdaad een gespleten tong. Aanbevolen leeswaar: Ronald Commers, Mondiale Islam: de globale heruitgave van de opstand der massa’s? José Ortega y Gasset versus Tariq Ramadan. In: S. van Rooy e.a. (red.) De Islam, kritische essays over een politieke religie (2010).

        Willem Smit

  2. Interessante tekst
    Ik heb een paar vraagjes.

    1. Worden die studenten niet wat gemakszuchtig zogauw ze die grandes écoles zijn binnen geraakt. Ik heb dit van meerdere Fransen begrepen.

    2. Wat is het lot van de afvallers van deze ratrace? Vallen die ver omlaag zonder ooit nog de kans te krijgen om terug op die ladder te klimmen (voordat ze gaan werken) of zijn er nog allerlei zijwegen en herkansingen?
    3. Is het onderwijsstelsel voldoende toegankelijk? Het is prachtig dat die classes préparatoires zo goed als ´gratis` zijn maar daarna wordt het een erg dure grap. Wat wanneer je ouders net te welvarend zijn om voor een beurs in aanmerking te komen maar ze je niet of nauwelijks financieel kunnen ondersteunen?
    Is die “alternance” dan voor iedereen een optie? Onafhankelijk van de regio, de werkervaring enz.
    Niet dat Nederland nog het recht heeft om moraliserend zijn wijsvinger omhoog te houden, gezien alle maatregelen die de Nederlandse overheid heeft genomen, al voordat de Zijlstraboete werd ingevoerd.

    Verder sluit ik me graag aan bij uw kritische kanttekeningen omtrent de verengelsing (prachtige daal, daar niet van) van de Nederlandse universiteiten, de hype m.b.t. al die ranglijsten en de overwaardering van kortetermijn-resultaten (met name economische kortetermijn-resultaten).

    • het valt wel mee
      1. U heeft gelijk met die gemakzucht, ik heb het er vorige week met een ex-docent daarover gehad. In zijn (verplichte) college had hij van 10%, altijd dezelfden, enige weerklank en een critische opstelling. Vergeet de binding met het ‘ancien régime’ niet, de zucht naar privileges, ook de linkse verheiliging van de ‘droits acquis’. Hier is binnenkomen vééél moeilijker dan binnen zijn. De jongelui krijgen toch wel hun diploma. Het sluit aan bij mijn opmerking: is de school goed omdat de leerlingen intelligent zijn of omdat de leraren goed zijn? Zonder die goede scholing waren ze waarschijnlijk ook goed terecht gekomen. Maar dat is misschien ketterij…

    • het valt wel mee…vervolg
      2. Uit ‘rat race’ blijkt dat u ook al Amerikaans denkt, een materialistische visie. Oude cultuur met een groot respect voor (cerebrale) intelligentie. Het zou ook NL sieren. Het is ook een groot liberaal land waar letterlijk nog de ruimte is voor ondernemerschap al is dat minder ingebakerd dan in NL. Alle ‘grandes ecoles’ (economische richting) accepteren 1/3 zij-instromers in 2e jaar, meestal na 4 jaar universitaire studie, daar zitten (vee)artsen, litterairen, historici e.d. tussen die behoorlijk hun best moeten doen. De alternance is inderdaad voor iedereen toegankelijk, zoals gezegd ¾ op ambachtelijk niveau, ook in kleinere steden. Dat het een dure grap is, merk ik aan den lijve en het verbaasd mij dat ik daar niet over hoor klagen. Misschien dat ik een verkeerd soort mensen frequenteer. En vergeet U niet: Ingewikkeldheid schept opportuniteiten. Insiders, met name de leraren, weten die weg goed te begaan. Is het toeval dat naar schatting 30% van de leerlingen van de ‘grandes écoles’ minstens één ouder hebben in het onderwijs? Die zijn ook op de hoogte van afwentelingmogelijkheden. En wat het ‘lot’ betreft, denkt U dat het goed is om voortdurend te hameren op ‘80% haalt eindexamen’, ‘50% moet hoger opgeleid zijn’, werkverschaffende Cito zus en Pisa zo. Geen plaats voor laatbloeiers e.d. Als je er buiten valt is het afgelopen met je, ook in NL. Laten we het wat meer overlaten aan de Voorzienigheid, om het ouderwets te zeggen. Il nous faut tout pour faire un Monde

      • “En wat het ‘lot’
        “En wat het ‘lot’ betreft, denkt U dat het goed is om voortdurend te hameren op ‘80% haalt eindexamen’, ‘50% moet hoger opgeleid zijn’, werkverschaffende Cito zus en Pisa zo. Geen plaats voor laatbloeiers e.d. Als je er buiten valt is het afgelopen met je, ook in NL. Laten we het wat meer overlaten aan de Voorzienigheid, om het ouderwets te zeggen. Il nous faut tout pour faire un Monde”

        Nee, ik denk niet dat dat goed is. Ik ben een voorstander van sterk selectief onderwijs, veel selectiever dan wat wij nu hebben. Ik vind het gruwelijk dat het niveau aantoonbaar is verlaagd om maar voldoende studenten/leerlingen aan te trekken en over de eindstreep te krijgen. Dit is ook bij de technische opleidingen aan de TU’s het geval en dan spreek ik niet over een studierichting als technische bedrijfskunde, dan spreek ik over studierichtingen als L&R aan de TU Delft (eigennaam, geen typfout) en elektrotechniek aan de TU/e waar stof die een paar jaar geleden verplicht was nu als extra stof wordt ondervraagd voor een ereprogramma of dat nog niet eens.
        Wat mij betreft mogen de universiteiten zich op de top 2,5-10% van de populatie richten, al naargelang de studierichting en steeds selectiever worden naarmate de studenten verder vorderen. Dat wil uiteraard niet zeggen dat je niet in een later stadium alsnog moet kunnen aanhaken wanneer je dan beter geprepareerd bent voor dat onderwijs!
        Ik ben ervan overtuigd dat ook selectief onderwijs op een sociale manier kan worden ingericht.

  3. En Wilmont…
    Hoe zit het met de Bologna-verklaring uit ’99, die er hier voor gezorgd heeft dat alle hogescholen en universiteiten hetzelfde zijn en het competentiegericht onderwijs en studiepuntensysteem werd ingevoerd?

    Zie hier

        • Verklaring
          Beste Hals,

          Ook ik verneem graag Wilmont’s reactie op de vraag.

          Hiernaast: in hoeverre onderscheidt Nederland (dan wel Frankrijk) zich in het tempo waarin de ‘vrijwillige’ EU-harmonisering in het nationale onderwijs wordt doorgevoerd?

          De Bolognaverklaring betreft een ‘vrijblijvende’ intentieverklaring tussen een aantal partijen en is geen Europese richtlijn. De verstrekkende werking maakt het interessant (‘democratie’). Ook omdat onderwijs formeel onder de nationale soevereiniteit van EU-lidstaten valt. Zie hier en hier. Voor het overige verwijs ik naar mijn vorige post, waarin hier.

          • Dank, Sympathisant. Ik citeer maar even….voor de luie lezer…
            Duidelijk is dat het HO elke controle over de inhoud van onderwijs en onderzoek verliest. De volgende stap is dat kwaliteit de overheidsbijdrage bepaalt. “External evaluation (…) should affect public funding” luidde het op Forum 2000, een conferentie te Brussel waar de academische top brainstormde over de toekomst van de universiteit . De OESO werpt zich al sinds 1987 op als een verdediger van zo’n financiering . Het probleem is dat een financiering die afstapt van de gelijkheid van instellingen voorlopig nog strijdig is met de grondwet. Enkel in Groot-Brittannië bestaat er al een relatie tussen kwaliteitsevaluaties en de overheidsfinanciering van HO. Maar het is niet ondenkbaar dat de rest van Europa binnenkort volgt. Het idee leeft immers zeer sterk bij de beleidsvoerders . Naast een hiërarchie in het curriculum worden we dus door een ongelijke financiering ook vergast op een hiërarchie van de instellingen van HO met een handvol elite-universiteiten die nauw samenwerken met de industrie aan de top van de ladder.

            Do you speak English?
            Tot slot wil Bologna een “Europese dimensie” inbouwen in het onderwijs. Naast een eenvormige diplomastructuur, Europese kwaliteitsorganen en het kredietpuntenstelsel verstaan ze daaronder het toenemend gebruik van de Engelse taal, vooral in de masterstudies.

            (Vooral je eerste is een prima link. Aanbevolen.)

        • Verklaring (2)
          Het verdrag spreekt over ‘met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de Lid-Staten voor de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel en van hun culturele en taalkundige verscheidenheid’ / ‘voor de inhoud en de opzet van de beroepsopleiding’. Ook wordt er gesproken over samenwerking, aanvulling e.d. tussen Lid-Staten, waar snel een uitweg richting harmonisatie kan worden gevonden (‘met volledige eerbiediging …’ ;-). Zie hier.

          Met een beroep op de totstandkoming van de interne markt – één van de pijlers van de EU – is de weg uit de nationale soevereiniteit snel gevonden. Hoger onderwijs en beroepsonderwijs (‘innovatie’; ‘kenniseconomie’; ‘competitiveness’; ‘vrij verkeer van professionals’; ‘vrij verkeer van diensten’) zijn gevoeliger voor de uitbreiding van EU-bevoegdheden.

          • Niet teveel in schema’s denken 1
            Ik heb de bindingslijnen aangeklikt en vluchtig doorgenomen. Het is ‘insider’ taal van regelambtenaren die er van leven en die er belang bij hebben allerlei metingen te verrichten en daaruit conclusies te trekken die niet echt overtuigend zijn en nog minder implementeerbaar. Cultuur is honkvast. Goede universitaire opleidingen zijn intens cultureel geïntegreerd. Het lijkt me al veel te moeilijk ‘competenties’ te meten. Trouwens zonder overbruggende algemene kennis is competentie zeer beperkend. Ik las ergens dat de goede Amerikaanse Medical Schools die teveel met hun gezondheidstechnikers (=meetbare competentie) waren doorgeschoten nu weer meer aandacht willen schenken aan algemene kennis. Zoiets stond ook in ‘Differentiëren in Drievoud’. Mijn Franse huisarts schrijft veel te veel medicijnen voor, een orgie in Nederlandse ogen. Is daarom de medische opleiding hier slechter dan in Nl? Een paar jaar geleden gingen veel NL urologen naar Frankrijk voor een laperescopische prostaatverwijdering. Hoe ga je dit soort zaken meten? Als ik de keus heb tussen een Palestijnse arts en een Fransman, ben ik dan een racist als ik de Fransman kies of zegt dat iets over mijn vooroordeel over opleidingen? In de praktijk reageert men vooral met vooroordelen: Snel beslist, niet bureaucratisch, goedkoop, grote kans dat het de juiste keuze is, er is altijd een element van, laten we zeggen, coöptatie. Kijk om U heen: Op de universiteiten beschouwt men de Amerikaanse methodes als een universeel referentiekader. Zo werkt dat niet goed, methodes worden altijd cultureel omgebogen. Zelfs in Wallstreet. WASP (groot)burgers, die soms ook boeven waren, wisten daar collectief de maat te houden à la Albert Camus, nu zijn het de Levantijnen, Hindoe’s enz. en andere gelovigen van ‘The War for Talent’ die het voor het zeggen hebben. Een andere mentaliteit is aan de macht. Dat de methodes niet meer op dezelfde manier worden uitgevoerd heeft de hele wereld ondervonden.

          • Niet teveel in schema’s denken 2
            Erasmus is een nuttig reisbureau en ik gun de jongelui hun 15 ECTS voor wat het moge zijn (een ‘Saufgelage an einer Edel-Uni’ misschien?) zonder gewichtig te doen wat die ECTS echt waard zijn. Het is toch al bij de beesten af dat NL dat zijn mond vol heeft over mondialisering minder studenten uitstuurt (41.500) dan dat het ontvangt (76.500). Het is ook illusoir ondanks de culturele verschillen per sè de kwaliteit te willen meten. Men zou meer vertrouwen moeten hebben in een geleidelijke 3+2 convergentie door inter-universitaire overleg met behoud van een enorme diversiteit. In ieder land weet men wel ongeveer waar Abraham de mosterd haalt, en heeft het weinig zin te weten dat de filosofische faculteit van Zagreb zoveel beter is dan die van Leiden. In mijn ogen is het grootste manco van Erasmus de beperkende eentaligheid. Buitenlandse studenten blijven onder elkaar en steken weinig van de locale cultuur op. In Nl ziet men Engelstaligheid als een vis à vis tussen een Hollander en een Amerikaan die de gebrekkige uitdrukkingsvaardigheid (= van de Hollander) als het ware automatisch mentaal corrigeert. De communicatie en wederzijds begrip wordt beduidend moeilijker als diezelfde Hollander in discussie moet gaan met een Engels sprekende Fransman. Dat weet ik uit ervaring. Gelukkig is de zakenwereld flexibel wat taalvaardigheid betreft. En laat ‘near native speakers’ (daar val ikzelf ook onder) maar eens opstel schrijven in het ENGELS over : Is het absurd te verlangen naar het onmogelijke? I4k zou er de allergrootste moeite mee hebben…want als het er echt op aan komt, trekken taalbeheersing en uitdrukkingsvaardigheid samen op en is 90 à 95% die een ‘near native speaker’ tot zijn beschikking heeft om te communiceren niet voldoende om abstracte waarden aan elkaar te koppelen om nog maar te zwijgen van ‘la beauté de la phrase, l’ambition intellectuelle, le supplément d’âme’. Als je het hoogste niet ambieert dan wordt de middelmaat de maat.

        • Harmonisatie
          Moet het absoluut rijmen zijn, mag het niet convergeren zijn? Onze dochter deed in 3 jaar haar bachelors (waarvan 2 jaar ‘classes préparatoires’) en doet 2 (betalende) jaren over haar masters, maar die over 3,5 à 4 jaar worden uitgesmeerd vanwege de stages en buitenlandervaring. Ik heb de indruk de masters in NL meestal één jaar duren. It would make me feel cheap… Hoe rijmt men dat met de 3+2 structuur? Ook leraren hebben hier 2 masterjaren.

      • Niet te veel in schema’s denken… vervolg
        In mijn ogen is Erasmus een nuttig reisbureau en ik gun de jongelui hun 15 ECTS voor wat het ook is (een ‘Saufgelage an einer Edel-Uni’ misschien?) zonder gewichtig te doen wat die ECTS echt waard zijn. Het is toch al bij de beesten af dat een NL dat zijn mond vol heeft over mondialisering minder studenten uitstuurt (41.500) dan dat het ontvangt (76.500). Men zou meer vertrouwen moeten hebben in een geleidelijke 3+2 convergentie door inter-universitaire overleg met behoud van diversiteit. In ieder land weet men wel ongeveer waar Abraham de mosterd haalt, en heeft het weinig zin te weten dat de filosofische faculteit van Zagreb zoveel beter is dan die van Leiden. In mijn ogen is het grootste manco van Erasmus de zeer beperkende eentaligheid. Buitenlandse studenten blijven onder elkaar en steken weinig van de locale cultuur op. In Nl ziet men Engelstaligheid als een vis à vis tussen een Hollander en een Amerikaan die de gebrekkige uitdrukkingsvaardigheid (= van de Hollander) als het ware automatisch mentaal corrigeert. De communicatie en a fortiori wederzijds begrip wordt beduidend moeilijker als diezelfde Hollander in discussie moet gaan met een Engels sprekende Fransman. Dat weet ik uit ervaring. Gelukkig is de zakenwereld flexibel en niet zoveel eisend wat taalvaardigheid betreft. En laat die pralende ‘near native speakers’ (daar val ikzelf ook onder) maar eens een taaloefening doen in de vorm van een opstel in het ENGELS over : Is het absurd te verlangen naar het onmogelijke? Eerlijk zijn: ik zou er de allergrootste moeite mee hebben…want als het er echt op aan komt, trekken taalbeheersing en uitdrukkingsvaardigheid samen op en is 90 à 95% die een ‘near native speaker’ tot zijn beschikking heeft om te communiceren niet voldoende om abstracte waarden aan elkaar te koppelen om nog maar te zwijgen van ‘la beauté de la phrase, l’ambition intellectuelle, le supplément d’âme’. Als je het hoogste niet ambieert dan wordt de middelmaat de maat.

        • “Het is toch al bij de
          “Het is toch al bij de beesten af dat een NL dat zijn mond vol heeft over mondialisering minder studenten uitstuurt (41.500) dan dat het ontvangt (76.500).”

          Ik denk dat dit zeer gemakkelijk te verklaren is: i1184.photobucket.com/albums/z325/brammie1/z.jpg
          Het zal vast en zeker geen toeval zijn dat juist sinds eind vorig jaar het recruteren van buitenlandse studenten zo is geïntensiveerd (UM bijv.) terwijl net een paar maanden eerder het financieringsmodel was gewijzigd?
          Ik had toendertijd hier geklaagd over het feit dat:
          – de omvang van de perverse prikkels is vergroot van 60% naar 80%
          – het sterker belonen naar aantal studenten eveneens tot ongewenste effecten zou leiden, net als de beloning voor het drukken van diploma’s.

          Ik had als ongewenst effect een niveauverlaging verwacht, die verwacht ik nog steeds en ik heb concrete aanwijzingen dat ze nu nog intensiever dan eerder bezig zijn met de programma’s zo aan te passen dat ze meer studenten aantrekken en houden. Dat de jacht op buitenlandse studenten zo snel zo sterk zou worden geïntensiveerd had ik niet durven te vrezen.
          Buitenlandse talenten zijn welkom maar het lijkt me duidelijk dat we in een andere vijver vissen en dat er slechts toevallig eens een talent tussen zit.
          Werk gewoon met een vaste financiering per opleiding die jaarlijks wordt aangepast aan de inflatie en de krimp/groei. Bij een veranderd aantal studenten moet worden gekeken ofdat dit consequenties heeft voor het aantal FTE’s wat voor het onderwijs moet worden ingezet en in functie daarvan moet de financiering worden aangepast.
          Concreet voorbeeld: als 40 het maximum aantal studenten is voor een werkcollege dan moet je niet de financiering aanpassen als het aantal studenten daalt van 40 naar 36 of stijgt van 36 naar 40 maar wel als het stijgt van 36 naar 50.

      • Niet te veel in schema’s denken… 1
        Ik heb de bindingslijnen aangeklikt en vluchtig doorgenomen. Het is ‘insider’ taal van regelambtenaren die er van leven en die er belang bij hebben allerlei metingen te verrichten en daaruit conclusies te trekken die niet echt overtuigend zijn en nog minder implementeerbaar. Cultuur is honkvast. Goede universitaire opleidingen zijn intens cultureel geïntegreerd. Het lijkt me al veel te moeilijk ‘competenties’ te meten. Trouwens zonder overbruggende algemene kennis is competentie zeer beperkend. Ik las ergens dat de goede Amerikaanse Medical Schools die teveel met hun gezondheidstechnikers (=meetbare competentie) waren doorgeschoten nu weer meer aandacht willen schenken aan algemene kennis. Zoiets stond ook in ‘Differentiëren in Drievoud’. Mijn Franse huisarts schrijft veel te veel medicijnen voor, een orgie in Nederlandse ogen. Is daarom de medische opleiding hier slechter dan in Nl? Een paar jaar geleden gingen veel NL urologen naar Frankrijk voor een laperescopische prostaatverwijdering. Hoe ga je dit soort zaken meten? Als ik de keus heb tussen een Palestijnse arts en een Fransman, ben ik dan een racist als ik de Fransman kies of zegt dat iets over mijn vooroordeel over opleidingen? In de praktijk reageert men vooral met vooroordelen: Snel beslist, niet bureaucratisch, goedkoop, grote kans dat het de juiste keuze is, er is altijd een element van, laten we zeggen, coöptatie. Kijk om U heen: Op de universiteiten beschouwt men de Amerikaanse methodes als een universeel referentiekader. Zo werkt dat niet goed, methodes worden altijd cultureel omgebogen. Zelfs in Wallstreet. WASP (groot)burgers, die soms ook boeven waren, wisten daar collectief de maat te houden à la Albert Camus, nu zijn het de Levantijnen, Hindoe’s enz. en andere gelovigen van ‘The War for Talent’ die het voor het zeggen hebben. Een andere mentaliteit is aan de macht. Dat de methodes niet meer op dezelfde manier worden uitgevoerd heeft de hele wereld ondervonden.

Reacties zijn gesloten.