AOB pleit voor Competentie Gericht. Protest nodig!

Als fervent tegenstander van het competentiegericht onderwijs lees ik tot mijn afgrijzen op de aob-website het onderstaande verzoeklijstje vanuit mijn vakbond naar de tweedekamercommissie Onderwijs. Hieruit blijkt duidelijk dat mijn AOB kennelijk overtuigd is van het nut van deze (volstrekt niet evidence based) didactiek. Vooral de laatste zin dat het uitstel niet mag leiden tot afstel is schokkend. Het lijkt me uiterst belangrijk dat BON en BON-leden hiertegen een klemmend protest insturen naar de AOB:

Citaat website AOB: Brief gestuurd namens AOB aan tweedekamer commissie Onderwijs ter voorbereiding van een debat. Daarin staan de volgende eisen:

” De ontwikkeling van competentiegericht onderwijs voortzetten, maar wel een stevige kennisbasis in de kwalificatiestructuur verankeren;
2.Laat de vormgeving van competentiegericht onderwijs over aan teams van professionals;
3.Waarborg niet alleen de kwantitatieve, maar zeker ook de kwalitatieve invulling van onderwijstijd, door te eisen dat bekwame leraren verantwoordelijk zijn voor de onderwijstijd;
4.Invoering van competentiegericht onderwijs vereist herziening van werkprocessen, procedures, examinering en onderwijsmaterialen. Deze wijzigingen dienen niet top-down te worden opgelegd en vereisen voor de uitvoering op de werkvloer goede condities voor de medewerkers, waaronder tijd voor professionalisering en tijd voor ontwikkeling. Hiervoor is aanvullende bekostiging noodzakelijk.

Tijdens het overleg in de kamer toonden alle partijen zich zeer verontrust over de signalen van studenten, docenten en inspectie over de wijze waarop cgo wordt ingevoerd. Er was daarom unanieme steun voor het uitstel van de wettelijke invoering tot 1 augustus 2010. Dat is dan wel een harde datum, het uitstel mag niet leiden tot afstel.”

31 Reacties

  1. Goed lezen Hinke
    Het orginele bericht staat hier. Wat daar staat is een verslag van het kamerdebat. Dat uitstel niet mag leiden tot afstel is een uitspraak van de kamer, niet van de Aob. Helemaal onderaan de gelinkte pagina staat de brief van de Aob. Die is meer in de BON richting. Zo wordt er onder andere gepleit voor centrale examens in het MBO.

    • toch wel
      Aan het einde van de brief staat:
      Aanbevelingen:
      1. De ontwikkeling van competentiegericht onderwijs voortzetten, maar wel een stevige kennisbasis in de kwalificatiestructuur verankeren;
      2. Laat de vormgeving van competentiegericht onderwijs over aan teams van professionals;
      3. Waarborg niet alleen de kwantitatieve, maar zeker ook de kwalitatieve invulling van onderwijstijd, door te eisen dat bekwame leraren verantwoordelijk zijn voor de onderwijstijd;
      4. Invoering van competentiegericht onderwijs vereist herziening van werkprocessen, procedures, examinering en onderwijsmaterialen. Deze wijzigingen dienen niet top-down te worden opgelegd en vereisen voor de uitvoering op de werkvloer goede condities voor de medewerkers, waaronder tijd voor professionalisering en tijd voor ontwikkeling. Hiervoor is aanvullende bekostiging noodzakelijk.

      Dus wel degelijk de principiele keuze voor CGO

      • Dit is nu zaken uit zijn verband trekken
        Want Dresscher schrijft ook het volgende:

        Wij zijn voorstander van beroepsonderwijs dat zich meer richt naar leerlingen – cursisten en een betere aansluiting biedt bij de beroepspraktijk. Evenwicht tussen overdracht van kennis, het aanleren van vaardigheden en het ontwikkelen van een beroepshouding moet echter centraal staan. Door de formulering van de eindtermen in termen van competenties, dreigt de kenniscomponent een ondergeschikte rol te krijgen. Ook competentiegericht onderwijs vereist een gedegen basis: aan elke beroepsvaardigheid ligt kennis ten grondslag. Anders word je nooit een competente vakman/vakvrouw.

        EN

        Echte professionaliteit is echter om zeep geholpen door ondermaatse eisen in de WEB. Er mag geen uitvoeringspraktijk ontstaan waar de leraar er niet meer toe doet en waar de leerlingen vooral praktisch bezig zijn, onder leiding van instructeurs, assistenten, etc. Kwaliteit dient leidend te zijn. Voor onderwijs moeten leraren worden ingezet.

        EN

        De AOb maakt zich zorgen over de bewaking van het niveau van de examens in het mbo.

        EN TOT SLOT OOK

        de vraag blijft, zeker nu competentie-gestuurd onderwijs ingevoerd gaat worden of een standaardisering van het niveau niet gewenst is. Dat zou voor 80% van de leerlingen het uitgangspunt moeten zijn.
        Toch is deze discussie niet simpel: het cgo kent ook veel voorstanders van assessments die alleen vastleggen tot welk niveau de leerling gekomen is in een dossierdiploma. Misschien zou voor de onderste 20% van de cursisten het opbouwen van een portfolio, afgesloten met een assessment het centrale eindexamen kunnen vervangen. Maar zeker niet voor de grote groep van cursisten van niveau 3 en 4 opleidingen. Ons mbo onderwijs is dubbel kwalificerend, n.l. eindonderwijs en doorstroom naar hbo. En dat is in toenemende mate van belang.

        En dat plaatst die vier laatste punten in het juiste daglicht. En dat is GEEN principiële keus voor CGO.

        • Niveau niet belangrijk voor de laagste niveaus?
          Natuurlijk met niveau 1 en 2 kun je wel wat rommelen met portfolio’s. Het échte werk gebeurt in de hogere niveaus. Hou ze lekker dom, eis niet teveel van ze. We moeten immers ook productiekrachten hebben. Wat een schande dat de onderste 20% dan wel met een portfolio en een assessment afgescheept wordt.
          Overigens geeft ook een diploma van niveau 2 recht op doorstroming naar 3, 4 en hoger. Ik heb aardig wat collega’s die het op die manier tot een (supergoeie) leraar in het beroepsonderwijs hebben geschopt.

  2. mail verstuurd
    Ik heb net onderstaande mail verstuurd:

    L.S.

    Ik ben ronduit verbijsterd over de brief die u, ook namen mij, heeft gestuurd naar de vaste kamercommissie van onderwijs.

    Hierin pleit u voor invoering van competentiegericht onderwijs. Ik vind het geen taak van een bond om voorkeur voor een bepaalde didactiek of onderwijs vorm uit te spreken. En als u al een voorkeur zou uitspreken, dan is deze keuze wel de slechtst denkbare. Competentie gericht onderwijs is op geen enkele manier bewezen beter en heeft tot nu toe enkel voor problemen gezorgd.
    Naast grote inhoudelijke bezwaren tegen dit type “onderwijs” heeft het ook een verandering van de functie van de docent tot gevolg waar veel docenten grote moeite mee hebben. U bent ongetwijfeld op de hoogte van de discussies hierover.

    Tenslotte kijk ik even op de stand van zaken bij de stelling van de week. Deze keer over sympathie voor BON versus sympsthie voor ZON. Bijna 75% van de deelnemers spreekt zijn/haar voorkeur uit voor BON en ik mag daaruit concluderen dat dat mensen zijn die net als ik grote bezwaren hebben tegen CGO.

    Ik verwacht van u dat u dat u deze brief rectificeert. Hij is niet geschreven namens de meerderheid van de achterban en nogmaals, een bond dient zich niet voor een bepaalde onderwijsvisie uit te spreken.

    Hoogachtend,

  3. @Hinke,
    Inderdaad zeer merkwaardig dat de Aob nu ineens wel uitspraken doet over een (omstreden) didactisch concept. Toen ditzelfde onderwerp ter sprake kwam bij onze felle discussies over het nieuwe HBO functiewaarderingssysteem, gaf hun vertegenwoordiger aan dat de AOb zich absoluut niet bemoeit met onderwijsinhoud en -uitvoering. Hun bemoeienis met de overige discussiepunten heeft trouwens ook niets opgeleverd. Je weet hoe ik over jouw club denk, mijn suggestie voor een protest kun je wel raden.
    Groeten,
    Toro

  4. Oorlogstijd
    Ik denk dat het advies: ” De ontwikkeling van competentiegericht onderwijs voortzetten…” niet zozeer een principiële voorkeur van de AOb is, maar meer een manifestatie van de machteloze en laffe burgemeester-in-oorlogstijd-mentaliteit die de bond de afgelopen tientallen jaren ook tentoon heeft gespreid bij de CAO-onderhandelingen (overigens wens ik de bond op dit punt van harte beterschap).
    Op de overige adviezen daarentegen valt weinig aan te merken.
    Gevaar is alleen, dat het ministerie alleen de eerste regel van het advies opvolgt en dan zegt: “Wij hebben toch naar jullie advies geluisterd?”

    • Wat staat er precies?
      “1.De ontwikkeling van competentiegericht onderwijs voortzetten, maar wel een stevige kennisbasis in de kwalificatiestructuur verankeren;” staat in de brief. Er staat dat de AOB wil dat competentiegericht onderwijs verder ontwikkeld wordt. Er staat feitelijk niet dat de AOB het competentiegericht onderwijs propageert. Er staat ook niet dat het ingevoerd moet worden. Door die voorwaarde erbij te zetten, dwing je nog een beslismoment af.
      Verder staan er veel goede dingen in de brief maar met anderen ben ik het eens, dat dit citaat zo eenvoudig anders opgevat kan worden, dat het wellicht anders bedoeld is.

      • Een Vlaams perspectief…
        Ik lees dat jullie in Nederland Competentiegericht onderwijs als een specifieke didactiek beschouwen. Bij mijn weten is dat nochtans niet het geval. CGO houdt toch enkel in 1) dat je goed vastlegt wat leerlingen/studenten uiteindelijk moeten kennen en kunnen en welke houding je van hen verwacht wanneer ze aan de slag gaan bij het in de praktijk brengen van die “competenties” (liefst in betekenisvolle gehelen en niet opgesplitst in allemaal kleine stukjes), en 2) dat je leerlingen/studenten daarover goed inlicht vanaf het begin van een traject (best door middel van gedragsindicatoren die duidelijk maken wat ze uiteindelijk moeten kunnen tonen). CGO zegt helemaal niets over hoe je leerlingen/studenten in de praktijk zover moet krijgen dat ze die competenties ook werkelijk halen.
        Zelf ben ik docent in het HBO en coördinator van AanKnoping, een organisatie die leerkrachten in Vlaanderen ondersteunt bij het ontwikkelen van degelijke onderwijsstrategieën die enerzijds kwaliteitsvolle resultaten opleveren en anderzijds ook oog hebben voor het meenemen van zwakkere leerlingen/studenten (we noemen dat “effectief onderwijs”), en voor ons is competentiegerichtheid daarvoor een noodzaak. Het probleem met de praktische invulling is vaak dat er te veel van uitgegaan wordt dat het gebruiken van bepaalde werkvormen wel zal leiden tot goede resultaten, en dat is haast nooit het geval (eigenlijk enkel maar per ongeluk). Eén van de voorwaarden om effectief onderwijs te creëren is dat er duidelijke leerlijnen afgesproken worden doorheen opleidingen binnen vakwerkgroepen en leerkrachtenteams en dat gebeurt veel te weinig. Uiteraard is de rol van een schooldirectie daarbij cruciaal: die moet zien wat voor competenties en noden er aanwezig is bij de eigen leerkrachten…

        • Een bekend discussiepunt
          Wat u aanhaalt is een discussie die vaker is gevoerd. Ik probeer kort een aantal opmerkingen hierover te maken.
          1) Inderdaad is beschrijven van wat er geleerd moet worden in principe onafhankelijk van beschrijven hoe er geleerd moet worden.
          2) In de NL praktijk gaat CGO echter (bijna) altijd gekoppeld aan zaken als: leerling stuurt het eigen leerproces; leerling staat centraal; objectieve kennis bestaat niet, maar is een sociaal en subjectief geconstrueerd construct; kennisoverdracht is niet belangrijk, maar coachen is dat wel; etc
          3) De verwoording van de competenties munt vaak uit in loze vaagheden die niet toetsbaar zijn.

          Bij mijn ervaringen zijn competenties dan ook (heel bewust) gekomen in plaats van leerlijnen. Die interpretaie van CGO is waar ik tegen vecht. Hoe men dat al dan niet wil noemen is me om het even. Wat mij betreft zijn er vele vormen van goed onderwijs mogelijk. Voorwaarde is wel steeds dat er vakkundige docenten zijn die voldoende faciliteiten krijgen om hun kennis, vaardigheid en attitude over te brengen. Een kenmerk in NL is het vervangen van vakdocenten door algemene “coaches”. Men noemt dat hier CGO of Het Nieuwe Leren, of natuurlijk leren of PGO of…. En dat is dus anti-onderwijs.

          • Terminologie (vervolg wegens max 2000 karakters overschreden)
            [Tekst verwijderd. Tekenbeperking bestaat niet voor niets. Krachtig en kort formuleren. In uw persoonlijke blog kunt u berichten van onbeperkte lengte kwijt :: Ralph]

            Zie dus mijn blog

        • Vlamingen
          Beste Alex,
          Kun jij me dan uitleggen in hoeverre het CGO bij jullie anders is dan het normale onderwijs? Juist daar wordt goed vastgelegd wat aan het eind verwacht wordt en hopelijk wordt dit ook aan leerlingen duidelijk gemaakt. Daar is niks CGL-igs aan. Of vind je het feit dat er naast kennis ook aandacht is voor vaardigheden en houdingen al zo revolutionair dat het onder CGL valt?

          Ik ben een fervent tegenstander van CGO om een heleboel redenen (zie mijn blog). Een belangrijke reden is de waardeloosheid van doelstellingen als: ‘de leerling is een goed werknemer’, ‘kan omgaan met klanten’ en meer van dat soort vaags.

          Goed onderwijs wordt gekenmerkt door het in waarneembaar gedrag formuleren van wat een leerling moet vertonen aan kennis, vaardigheden en houding (met een nadruk op de eerste twee, omdat ‘gewenste houdingen’ uiterst subjectief zijn). Deze kennis, vaardigheden en houding moeten duidelijk aangeleerd kunnen worden en apart getoetst. Want een ander knagend probleem bij CGO is het feit dat men (bij ons) meestal geen onderscheid maakt tussen het leerproces en het toetsingsmoment.

          Wat jij ‘betekenisvolle gehelen’ noemt vind ik juist verwarrend en onoverzichtelijk. Je ziet dan ook nooit aan welke k.v. of h. het ontbreekt. Wat is er in vredesnaam tegen het opsplitsen in stukjes? Dat is de manier waarop de meeste mensen (jongens, allochtonen, mensen met een laag taalniveau) het beste leren.

          • CGO anders
            Hinke
            Bij ons bestaat CGO als systeem niet. In het hoger onderwijs wordt de term wel veel gebruikt, maar de praktische uitwerking ervan is erg heterogeen. Waar wij met AanKnoping naartoe werken is bv. dat docenten een goed zicht krijgen op de mogelijkheden die o.a. competentiegericht werken kan bieden om op basis daarvan een goede onderwijsstrategie voor hun vak of hun opleiding te ontwikkelen. We gaan ervan uit dat er niet één goede strategie bestaat voor alle vakken en opleidingen, maar dat het de taak is van de docent om te kijken wat effectief (doeltreffend) is voor zijn/haar vak/opleiding, zijn/haar studenten en zijn/haar eigen competenties (de term “effectief” heb ik in mijn vorige bericht al omschreven).
            Het onderscheid tussen CGO (als onderwijsstrategie die aangevuld dient te worden met andere krachtige strategieën) en “gewoon onderwijs” in Vlaanderen is dat men in het gewone onderwijs al te vaak voor leerlingen NIET formuleert waar bepaalde leeractiviteiten (woordenschat opbouwen, teksten gestructureerd lezen, een argumentatie opbouwen in een mondelinge presentatie) hen naartoe moeten leiden en dus ook niet de criteria meegeeft waarop ze getoetst zullen worden. Eén oorzaak is dat leerkrachten daarover zelf niet voldoende nadenken (zelfs al zijn ze daartoe competent) en dus de competenties voor zichzelf niet duidelijk krijgen. Het resultaat is een onderwijs waarin leerlingen weinig gemotiveerd worden (in je blog schrijf je daar ook over) omdat ze veelal met “stof” geconfronteerd worden die ze onder de knie moeten krijgen maar die weinig samenhang en richting vertoont. Die stof is uiteraard wel belangrijk, maar enkel als je er ook iets op een correcte manier mee kan doen (= competentie). “Goede” leerkrachten denken daarover uiteraard wel na, maar zij werken dan ook net wel vanuit een competentiegerichte visie. Uit je bericht blijkt dat jij dat eigenlijk ook doet… (“Goed onderwijs wordt gekenmerkt door…”)

  5. Aob bericht CGL
    Het virus van het CGL woekert maar door. Net vandaag ontving ik op de mail via mijn leidinggevende het volgende:

    Geachte mijnheer/mevrouw,

    Zoals u weet wordt in 2010 het Competentie Gericht Onderwijs (CGO)
    ingevoerd. Om ervaring op te doen met CGO zijn er momenteel ruim 2700
    experimentele opleidingen actief die al op een CGO wijze werken. Deze
    opleidingen worden door het Gemeenschappelijk Proces Management -het
    GPM-(www.herontwerpmbo.nl) ondersteund. De experimentele opleidingen
    worden uiteraard gemonitord zodat de hele onderwijssector er zoveel
    mogelijk van kan leren. Om op een aantal punten een vergelijking te
    kunnen maken tussen experimentele en niet-experimentele opleidingen vragen
    wij uw medewerking door de vragenlijst in te vullen (via de link te
    bereiken) en twee links door te sturen naar leerkrachten en leerlingen

    Docentenvragenlijst: elion.springsite.nl/cinop-docenten
    Deelnemervragenlijst: elion.springsite.nl/cinop-deelnemers

    Daarbij worden prijzen van 2300,- rerspectievelijk 50,- euri uitgeloofd.

    Hartelijke groeten,
    Cinop Expertisecentrum

    Hoe (on)verdacht is dit expertise centrum? De geldprijzen ruiken naar enquete-resultaten gebonden financiering. We kregen nog net geen advies over hoe om te gaan met de enquete.
    Maar steevast wordt geponeerd dat het CGO in 2010 wordt ingevoerd. We hebben dus nog 3 jaar om het spel goed te spelen.

    • Over CINOP op deze site:
      klik hier. Er zijn nog meer threads waar cinop in besproken wordt. Gewoon cinop intikken in het zoekvenster rechtsboven. Succes.

    • Welkom ik hier
      En dank voor je bijdrage.

      Ik weet niet of de vraag retorisch was, maar het cinop is een van de grote commerciele clubs die enkel bestaansrecht hebben als er continu onderwijs hervormd wordt.
      Van de site het volgende typische staaltje van onderwijsvernieuwers/managements jargon. Ik begrijp het niet, maar het zal ongetwijfeld geld aantrekken (dat van die expliciete taakstelling betekent volgens het bargoens woordenboek dat ze een bepaald deel van de onderwijsbegroting moeten binnenhalen).


      CINOP Expertisecentrum in de kennisinfrastructuur

      Sinds 1 januari 2006 vormt CINOP Expertisecentrum een zelfstandige organisatorische en personele eenheid binnen CINOP. Het Expertisecentrum (EC) heeft een publieke taakstelling op het gebied van kennisontwikkeling voor de bve. Een belangrijk bestanddeel van deze publieke taak is de uitvoering van het jaarlijks programma van activiteiten in het kader van de Wet SLOA. Dat programma komt tot stand op basis van samenwerking en overleg met relevante stakeholders, zoals MBO Raad, Colo, het Ministerie van OCW en landelijke agentschappen. In de toekomst zal het EC zich verder ontwikkelen als expertisecentrum binnen de kennisinfrastructuur bve. In dat kader wordt samenwerking gezocht met het Max Goote Kenniscentrum.

      Het CINOP Expertisecentrum is hét landelijke expertisecentrum voor de beroepskolom – met het zwaartepunt in het middelbaar beroepsonderwijs – en voor de volwasseneneducatie. Het CINOP Expertisecentrum (EC) is per 1 januari 2006 een zelfstandige unit binnen CINOP met een expliciete taakstelling voor het publieke domein. Het zet zich vooral in voor instellingsoverstijgende kennis voor en over de sector en het stelsel. Het richt zich evenzeer op beleidsmakers en onderzoekers als op het werkveld zelf.

      Trefwoorden voor de expertisefunctie zijn: onafhankelijkheid, kritische reflectie en kwaliteit.

      • Dìt is de onderwijsmaffia
        en ik kots bij het lezen van die zinnen.
        Ik ben naar de website gegaan en heb me eens in hun taalvaardigheidsgebied begeven. Je broek zakt ervan af. Allerlei implementatietrajecten, waarvan de kosten ongetwijfeld de pan uitrijzen. Ik heb nog een mailtje gestuurd, maar dat kreeg ik ongelezen retour. Ik heb daarin gevraagd hoe deze adviseurs denken dat laaggeletterden ook maar iets opschieten met deze organisatieadviezen. Kijk zelf maar eens: www.cinop.nl/advies/algemeen/websites/images/Folder%20Strategisch%20taalbeleid.pdf
        Geen spoor te bekennen van de strijd die de docent in de klas samen met zijn analfabeten moet voeren om hen verder te helpen. Een beetje onfatsoenlijk uitgedrukt en in een variatie op wijlen oud-wethouder van Volkshuisvesting in Amsterdam, Schaeffer: “Van
        organisatiegelul leer je geen lezen en schrijven!”
        Echt, onvoorstelbaar dat zoiets in deze tijd nog kan bestaan….

        • Re: onderwijsmaffia

          Echt, onvoorstelbaar dat zoiets in deze tijd nog kan bestaan….

          Dit is nu de moderne tijd Jacques, juist in deze tijd bestaat dit. Lezen en schrijven leren, dat is zo jaren 50. Organisatieadvies (in de toekomst met pictogrammen, want lezen en schrijven kan dan niemand meer), dat is het.

        • Deze folder past heel goed in de lulkoek bingo
          Je hebt werkelijk een prachtig exemplaar van halvabetentaal voor ons opgevist. Naast de taal – lulkoek is vooral het schema met pijlen, stippellijntjes en bullets vol kreten (“hefboom” prachtig toch. Komt twee keer voor, Wow!) geweldig.

          Bij presentaties is het een uitermate aardig gezelschapspel om daar eens serieus over door te vragen. Suggesties voor opmerkingen waar je elke presentator mee onder zijl krijgt:
          “Vindt u ook niet dat de pijl van …. naar ….. eigenlijk een tweerichtingen pijl zou moeten zijn (in de ideale situatie dan natuurlijk). Dat past beter bij het transparante concept dat we onderschrijven”
          Of
          “Kan die stippellijn ook geimplementeerd worden door peer to peer feedback of heeft u daar een quickscan voor beschikbaar”

          Kortom: Lachuuuu (als het niet zo verdrietig was)

          • Ik heb CINOP toch maar een nieuwe mail gestuurd:
            Geachte mevrouw/heer,

            Als Neerlandicus was ik nieuwsgierig naar uw benadering van laaggeletterdheid en ik stuitte op de volgende webpagina: www.cinop.nl/advies/algemeen/websites/images/Folder%20Strategisch%20taalbeleid.pdf

            Kunt u mij ook enigszins op weg helpen met de vraag hoe de daar gepresenteerde schema’s leiden tot beter onderwijs aan laaggeletterden of hoe docenten met deze ingewikkelde structuur uit de voeten moeten? Hebben zowel laaggeletterden als docenten niet meer baat bij een heldere analyse van het probleem en dito oplossingen? De ouderwetse onderwijskundige structuur (wat is de beginsituatie? wat is mijn daarop geënte doelstelling? welke onderwijsleermiddelen heb ik daarbij nodig? en hoe evalueer ik of de gestelde doelen gehaald zijn?) was toch altijd de geëigende weg? Ik heb deze vraag ook gesteld via het mailadres op de betreffende pagina, maar kreeg de mail onbestelbaar retour.

            Ik hoop op een spoedig en duidelijk antwoord.

            Hoogachtend,

            drs. xxxxxx
            coördinator Laaggeletterdheid
            rsg xxxxxxxxxxxxxxx

    • Vragenlijst
      Ik heb even gekeken naar de vragen voor docenten. Die zijn op zich niet slecht. De enquete is wel erg lang…

      Een kleine selectie van de vragen:

      De invoering van CGO heeft voor mij een:
      zeer lage prioriteit
      lage prioriteit
      neutraal
      hoge prioriteit
      zeer hoge prioriteit

      CGO is in mijn opleiding ingevoerd en ik ben daarover:
      zeer negatief
      negatief
      neutraal
      positief
      heel positief

      Ik vind dat aan CGO nog te veel bezwaren kleven om het nu instellingsbreed in te voeren
      helemaal oneens
      oneens
      neutraal
      eens
      helemaal eens

      Aan het diploma dat de deelnemers aan de huidige opleiding straks halen kan iedereen zien wat ze kunnen

      De deelnemers aan de huidige opleiding hebben straks meer geleerd dan waar het diploma voor staat

      helemaal oneens
      oneens
      neutraal
      eens
      helemaal eens

      • vragenlijst
        Het is eenvoudig. Alleen de vraag: “Bent u docent binnen één opleiding of voor meerdere? “, beantwoorden en je bent binnen.
        Een snelle blik leerde mij dat er ook irrelevante vragen worden gesteld. Het lijkt een populariteits poll CGO te moeten voorstellen. Deelnemers deel nog niet gecheckt, want het leven bestaat ook uit andere zaken.
        Succes en waarschijnlijk horen we hier nooit meer iets van want het brin en crebo gedoe zal de meesten wel weerhouden van invullen. Per toeval bleek dat niet nodig te zijn.
        Dat zijn niet de getallen die mij erg bezighouden.
        Mijn mail was al ingekort vanwege teveel woorden en dat geldt uiteraard helemaal voor de enquete.
        Dank van “Ik Hier?”

      • Parallel met EU
        Dit lijkt verdacht veel op het gedoe rond de EU. Steeds wordt gevraagd hoe we de EU willen hebben. Nooit is gevraagd OF we hem willen hebben.

    • extra zakcentje
      Jammer nou de vragenlijsten zijn niet langer beschikbaar. Wil ik eindelijk eens proberen een extra zakcentje te verdienen wordt me dat ook nog weer afgenomen.

      • Profetische gaven?
        Oh schrik, happy day. De lijsten zijn wel erg snel verdwenen. Voor zover ik kon traceren is het verzoek om ze in te vullen pas op 14-6-2007 bij ons instituut binnen gekomen. We zouden ze ook nog onder de aandacht van de deelnemers moeten brengen. Daar ben ik in elk geval niet aan toe gekomen . Maar zoals ik al eerder opmerkte, we zullen er wel niks meer van horen, weliswaar toen om andere redenen.
        Wat nu de reden is? Misschien dit draadje?

        • zo gaat dat altijd met enquêtes
          Bij ons op school worden zo af en toe tevredenheidsonderzoeken onder de docenten gehouden.
          Ten eerste kost het heel veel moeite om alle docenten zover te krijgen dat ze de enquete invullen, want iedereen is bang dat hij/zij herkend zal worden.
          Ten tweede horen we nooit het resultaat van de enquête (mijn conclusie: niemand is tevreden of te weinig mensen hebben hem ingevuld om een conclusie te kunnen trekken).

        • Snel verdwenen
          Zal wel komen omdat het mogelijk was om een kritisch geluid over CGO te laten horen in deze enquete. Dat was natuurlijk niet de bedoeling van de Moloch. Een lakei van de Moloch zal waarschijnlijk op zijn kop hebben gekregen dat hij een enquete in elkaar heeft durven te zetten waarvan de uitslag door de vraagstelling niet van te voren vastligt.

          • Vliegenthart ? Ze schrijft….
            … in NRC Handelsblad van donderdag 28 juni 2007: “Rekenen beter op nieuwe MBO”
            “….Een opleidingsstructuur met 700 verschillende kwalificaties en tot achter de komma omschreven eindtermen die scholen geen enkele ruimte bieden in te spelen op de eisen van het bedrijfsleven.
            Bedrijven die dus klagen over het mbo dat de dynamiek van de arbeidsmarkt niet kan volgen.
            Dat was destijds voor toenmalig minister Hermans van Onderwijs de reden om het beroepsonderwijs op de schop te nemen. Met minder opleidingen én een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
            Door naast vakbekwaamheid en kennis ook ruimte in te bouwen voor algemene competenties.
            Aan de noodzaak het mbo op nieuwe leest te schoeien lijkt niemand te twijfelen, behalve de auteur van het hoofdcommentaar ‘De generatie-Einstein’ (22 juni).
            Die heeft nog steeds niet door dat de invoering van nieuwe competentiegerichte opleidingen iets anders is dan de ideologie van het nieuwe leren…..”

            Italics en vet van mij, hoor je het eens van een ander (-:

    • verdacht grote sample
      Is 2700 niet een beetje veel voor een steekproef-sample en ook niet te veel om financieel verantwoord goed te monitoren?

Reacties zijn gesloten.