Sander Dekker kan niet lezen

Staatssecretaris Sander Dekker heeft gereageerd op het BON-rapport "Een bodemloze put?" Uit zijn reactie blijkt dat hij het rapport niet begrepen heeft. Hij beweert dat we alleen hebben gekeken naar nieuwe aanstellingen en geen rekening hielden met krimp of groei. Dat hebben we nu juist wel gedaan.

Na de VO-raad en de PO-raad heeft dus ook Sander Dekker geen inhoudelijk verweer tegen de cijfers van BON. Sterker nog: in het overleg van de commissie OCW van woensdagmorgen 2 maart wordt ruiterlijk toegegeven dat van het extra geld eind 2014 nog bijna een half miljard op de bank van de schoolbesturen staat. Alleen de SP vraagt concrete maatregelen om ervoor te zorgen dat dit geld ook werkelijk in de klas terecht komt. De staatssecretaris hoopt dat het nog goed komt. Groen Links vraagt zich af hoe het toch komt dat scholen geld oppotten. Voor ons is het antwoord al jaren duidelijk: schoolbesturen ondervinden geen enkele prikkel om hun eigen vermogen in te zetten voor bv extra docenten. Je kan het namelijk maar een keer uitgeven. Daarom moeten er andere maatregelen genomen worden om de overtollige eigen vermogens richting onderwijs te sluizen. BON doet daar concrete voorstellen voor, maar daar komt Sander Dekker later op terug.

We zijn benieuwd.

10 Reacties

  1.  Fact free politics lijkt

     Fact free politics lijkt steeds gewoner te worden. Volgens de Groningse filosoof Hans Harbers is dat niet zo erg. In een betoog uit 2011 zegt hij, met een beroep op Max Weber, dat de politieke verbeeldingskracht niet te veel gehinderd mag worden door wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk vastgestelde feiten. Daar is wel iets voor te zeggen, omdat regelmatig  blijkt dat allerlei onderzoek lang geen uitsluitsel kan geven voor de oplossing van  maatschappelijke problemen. Ook zien we nogal eens gebruik van slecht uitgevoerd onderzoek en/of het alleen winkelen bij onderzoeksresultaten, die toevallig goed uitkomen. Het lijkt me niet de bedoeling, dat in een in zekere mate positief waarderen van fact free politics  het negeren van heel degelijke aangeleverde cijfers past, omdat ze Sander's poltieke verbeelding in de weg staan. Hier kan de staatssecretaris echt niet omheen. Ik ben ook benieuwd naar de reactie van andere kritische kamerleden dan Jasper van Dijk.

  2. Ik vraag me ook af waarom

    Ik vraag me ook af waarom scholen geld oppotten. Dat ze het niet aan leraren uitgeven kan ik begrijpen: een mooi gebouw met de naam van de voorzitter van het college van bestuur op een gouden plaquette of een (extra) secretaresse voor de voorzitter van het college van bestuur is natuurlijk veel interessanter. Maar geld op de bank hebben staan lijkt me niet het meest interessante voor een schoolbestuurder. Is dit het Calvinisme van de Nederlandse schoolbestuurder?

  3. Voor een deel is het
    Voor een deel is het begrijpelijk. Opvangen van tegenvallers, reserveren voor investeringen etc. Hoe terecht dat is kan ik lastig beoordelen, maar het was allemaal niet nodig geweest als leraarsalarissen gewoon gedeclareerd zouden kunnen worden. Het kleinere risico zou dan bij OCW liggen ipv bij relatief kleine werkgevers. Er zou geen reden meer zijn voor de huidige schaalgrootte en er was geen financieel belang bij onderbevoegden.

    Veel onderwijsellende blijkt keer op keer voor een belangrijk deel het gevolg van new public management en lumpsum.

  4. “Daar (dat de politieke

    "Daar (dat de politieke verbeeldingskracht niet te veel gehinderd mag worden door wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk vastgestelde feiten) is wel iets voor te zeggen, omdat regelmatig  blijkt dat allerlei onderzoek lang geen uitsluitsel kan geven voor de oplossing van  maatschappelijke problemen" (Harbers&Verkroost).Als het over onderwijs gaat moet men vaststellen dat de politieke verbeelding in Onderwijsland zich aan vastgestelde feiten weinig gelegen laat en dat de politici wat  wetenschappelijk" onderzoek betreft selectief winkelen en uitkiezen wat in hun uitkramen te pas komt. Sanders staat in een langjarige traditie van destructieve verbeelding.

  5. Geweldig dat BON zelf zo

    Geweldig dat BON zelf zo degelijk rapporteert en kritische vragen stelt. Maar zoals u merkt, wandelt de bewindspersoon daar glimlachend aan voorbij – in de wetenschap dat Kamer (en Vaste Kamercommissie) het hem niet moeilijk gaat maken – en gaat over tot de orde van de dag. Een tienjarige vereniging BON als quantité négligable. 

    Was het niet zo dat OCW de Onderwijscoöperatie (OC) had uitverkoren als 'vaste gesprekspartner' als het gaat om de vertegenwoordiging van leraren? En dat BON vast lid is van die OC?

    Kan BON dan niet die OC bewegen zich eens wat kritischer op te stellen, en om helderheid te vragen m.b.t. de inmiddels dik verdubbelde inkomsten van schoolbesturen sinds de invoering van de lumpsum? Welke proportie van de uitgaven gaat naar het primaire proces (lesgeven), sinds invoering lumpsum (1997) en vandaag de dag? Ook een leuke: welke oorzaak verklaart het aanhoudend, groeiend tekort aan bevoegde leraren, en hoe kan die oorzaak effectief worden aangepakt?

    Zulke vragen zag ik de OC graag stellen. Maar wie gaat er eigenlijk over het beleid van de OC? En kunnen leraren zelf al lid worden van die club die hun belangen behartigen moet? Of helpt BON ten eeuwigen dage een raar 'getrapt' systeem in stand te houden, dat nog geen deuk in een pakje boter slaat?

     

  6. Je moet naar de

    Je moet naar de jaarvergadering van BON komen, Couzijn, en daar deze vragen stellen.
    Ik denk overigens dat de Onderwijscooperatie dezelfde kluitjes mee krijgt naar de eeuwige rietvelden als ze die vragen stelt.
    Een probleem is overigens dat de OC een coalitie is, waarin de vijf deelnemers met één mond spreken. Dan zouden dan vijf lijven moeten zijn die als siamese vijfling maar een mond hebben. Maar zo is het niet. 
    Op allerlei punten heeft BON goed werk kunnen doen door de vier andere zover te krijgen dat er effectieve eisen worden gesteld. Maar de aanpak van de lumpsump die nodig is om dit opspaargedrag te beëindigen wordt waarschijnlijk niet gedeeld door andere partners, althans ik heb daar geen tekenen van gezien. 
    Op den duur moet de OC een Beroepsvereniging van Leraren worden waar docenten rechtstreeks lid van kunnen worden. Op de weg daar naar toe kan de LerarenAdviesRaad een steeds groter gewicht krijgen.
    Overigens, de lumpsump heeft ervoor gezorgd dat scholen een soort zelfstandige ondernemingen werden die vanwege allerlei risico's kapitaal achter de hand houden. Dat is funest. Ik was drie keer drie jaar lid van een schoolbestuur van twee scholen. Die gingen zorgvuldig met hun geld om. Maar ze werden financieel gecontroleerd en bijgestuurd door bekwame deskundige mensen in het bestuur die in het bedrijfsleven financiën regelden. Die vergeleken de reserves met scholen in de wijde omgeving en kwamen steeds tot de conclusie dat een bepaalde reserve usance was en dus moest worden aangehouden. De andere bestuursleden, ik ook, vertrouwden die mensen en accepteerden die uitleg, zonder te weten wat nu werkelijk een gezonde reserve was. Dat werd ook gevoed door het besef dat het welwillende bestuursleden waren die de scholen steeds wisten te behoeden voor onverantwoorde uitgaven door de conrectoren financiën.

  7. Ik ben penningmeester geweest

    Ik ben penningmeester geweest bij twee (beide relatief kleine) scholen, de een VO, de ander HBO. Altijd onbetaalde functies voor alle bestuurders, uit principe. We hadden in beide gevallen één (parttime) administrateur, de VO-school bovendien een concierge,verder nergens betaalde functies, en meerdere vrijwilligers (de laatste nooit in betaalde functies).

    De VO-school haalde ooit de top tien van Trouw. We waren zuinig met de reserves, ook over jaarwisselingen heen  –  wat in de meeste scholen geen usance is, vanwege de regels van OCW.

    Minimale bestuurlijke beloning kan heel goed samengaan met excellent onderwijs  –  kwestie van mentaliteit, uitgangspunten, zelf-beslissende leraren. De inspectie moest er erg aan wennen, het ging soms hard tegen hard. Maar het kan heel g0ed.

     

    Uiteraard is een strikte scheiding van de financiele middelen het principe   –  [1] onderwijs en onderwijs-taken, [2] aansturing daarvan, plus ondersteunende middelen, [3] investering en onderhoud. Deze drie componenten nooit met elkaar vermengen, of delen ervan aanwenden in andere categorien.

    Het is wel realistisch om er bij te zeggen  :  dat zijn geen usances bij financiering door de overheid, zeker niet in onderwijs. Het onderwijsveld is nog ver verwijderd van deze soort principes. Maar er is niets mis met het strikte afgrenzen van de financiele doelen  –  in tegendeel.

     

    Er is ook niets mis met het idee dat scholen hun eigen gebouwen in bezit hebben  –  alweer : mits het financiele deel daarvan strikt gescheiden is en blijft van de "operationele" kosten voor onderwijs.

     

    Om de kat niet op het spek te binden  :  elke school/school-organisatie (tot op lokatie-nivo) behoort drie afzonderlijke financieringsinstrumenten te hebben, in eigen beheer : met de financien van [1], [2] en [3] strikt (totaal) gescheiden. De problemen en discussies die dat oplevert (ik ken ze !) zijn juist de garantie dat het onderwijs-deel [1] krijgt wat het nodig heeft.    

  8. Gerard  @  3 maart, hierboven

    Gerard  @  3 maart, hierboven

    OCW wil zeker niet terug naar salaris-declaratie. Dat is ook niet nodig. Er is niets mis met lump sum financiering, mits voldaan wordt aan gezonde financiele principes.

    De lump sum moet in dit geval bestaan uit drie, strikt van elkaar gescheiden delen :

    [1] de eigenlijke onderwijstaken ;

    [2] uitgaven gerelateerd aan die onderwijstaken  –  middelen, ondersteuning, materieel ;

    [3] investering en onderhoud  –  daarin de gebouwen en faciliteiten, eigendom van de school c.q. school-organisatie. Onderhoud, instandhouding, vernieuwing, nieuwbouw, allemaal taken voor de school-organsiatie.

     

    Wat er fout gaat : de lump sum methode onderkent de verschillen tussen [1], [2], [3] niet  –  de financien worden zo een onontwarbare kluwen, wie aan het kortste eind trekt krijgt dan het minst, zo eenvoudig is het eigenlijk  –  de docenten dus.

    De drie financieringsdelen moet strikt gescheiden zijn en blijven, vanaf het moment dat OCW geld over maakt. Normatief is vast te stellen ho0eveel percentages naar de onderdelen gaan. Conditie  :  er mag nooit geld vloeien tussen onderdelen. Uitzonderingen (die er voortdurend zullen zijn, ik ken ze uit ervaring) zijn dan object van onderhandeling tussen OCW en de school-organisatie (zoals feitelijk grosso moido nu ook het geval is).

  9. @ sassoc, over ‘de kat en het

    @ sassoc, over 'de kat en het spek' gesproken.

     

    "The ECHO previously revealed how the school [Parklands school] is costing city taxpayers £4.3m a year because Liverpool council is tied into a legally binding 25-year contract – even though the school closed in 2014 and has been empty ever since.

    The private finance initiative (PFI) deal means Liverpool council is tied into paying another £58m for the ultra-modern building, having already stumped up £32m since it opened in 2004."

     

    Building Schools for the Future. 🙂

     

    The Independent, 'Exclusive: How private firms make quick killing from PFI', 4 June 2014

    "Companies earn hundreds of millions by selling on 25-year contracts for hospitals and schools awarded to them by the last government."

    "The chair of the Commons Public Accounts Committee, Margaret Hodge, described the huge profits as “a total scandal” and said it meant “we have all been ripped off”. The Independent’s findings shine a new light on how private companies have made fortunes in pure profit from the rising value of the schools and hospitals they have built – value which critics say could have been retained by the taxpayer."

    "Four contractors alone made profits of more than £300m. Of the companies studied – Balfour Beatty, Carillion, Interserve and Kier – Balfour Beatty is by far the biggest beneficiary of the rising value of its Private Finance Initiative and Public Private Partnership deals. It alone has made profits of £188.9m."

  10. Zou het kunnen dat er nog een

    Zou het kunnen dat er nog een ander mechaniek speelt?

    Het kabinet onderhandelt met de VO-raad over de hoogte van de lump sum.

    Het kabinet streeft er naar om zo weinig mogelijk geld kwijt te zijn. De laatste 10 jaar heeft alleen het kabinet waar Plasterk minister van onderwijs was, meer geld voor het onderwijs vrijgemaakt. Andere partijen streven er alleen in de oppositie naar. Zodra ze in de regering komen of er invloed op hebben zijn opeens andere zaken belangrijk.

    De VO-raad streeft naar maximale vrijheid om de gelden te besteden.

    Het heeft me steeds verbaast, dat de VO-raad zo gemakkelijk te weinig geld accepteert in de onderhandelingen met het kabinet. De VO-raad weet dat ze als werkgever het personeel niet kan bieden wat ze verdienen. Geen enkele werkgever zal dat plezierig vinden en dus ook de VO-raad niet. Dat betekent dat de VO-raad iets krijgt in ruil voor te weinig geld. De VO-raad vraagt hoogst zelden om meer geld bij het kabinet. Alleen met de pensioenpremies kon er een mediaoffensief van de VO-raad af. De VO-raad doet wel allerlei voorstellen die er allemaal op neer komen dat er meer vrijheid voor de raad komt. Je ziet dat de VO-raad ook steeds meer vrijheid krijgt van de regering.

    Daarom mijn vraag. Kan het zijn dat de VO-raad akkoord gaat met te weinig geld in ruil voor meer vrijheid?

    Klaas Wilms

Laat een reactie achter