Leidsch Dagblad: Bonaventura College weer in de top dankzij meer traditioneel onderwijs

Het Leidsch Dagblag bericht dat het Bonaventura College nadat men in 2009 nog bij de laagste 10% scoorde voor wat betreft eindexamenresultaten en ook onder streng toezicht van de inspectie stond, nu bijna overal bovengemiddeld scoort: De school is, zegt voorzitter Karin van Oort van het college van bestuur, ‘traditioneler’ geworden. De leerlingen zitten vaker bij een leraar in de klas en hebben minder uren voor zelfwerkzaamheid. “Want dat het zogenoemde Nieuwe Leren niet effectief is, is laatst uit onderzoek weer gebleken.” Er is meer aandacht voor de begeleiding van leerlingen. Van toetsen wordt beter gecontroleerd of die van hetzelfde niveau zijn als de examens. Het Bona scoort op bijna alle punten boven het landelijke gemiddelde.
Gefeliciteerd Bonaventura College!

9 Reacties

  1. Bekende school 🙂
    Jammer van de dip — dat had dus anders gekund — maar ik sluit me aan bij de felicitaties voor het mooie herstel.

  2. Is het Bonaventura
    1 school met 1 locatie of vallen ze met meerdere scholen/locaties onder 1 CvB?

    • Bonaventura College
      Het Bonaventura College (zie hier) is ca. 1995 tot stand gekomen als een fusie van wat destijds ook het Bonaventura College heette (met twee vestigingen), het Agnes College, een mavo in Roelofarendsveen, en een school voor vbo. Die school voor vbo was een belangrijke reden voor de fusie: zoals ook elders in het land, dreigde deze vbo-school het loodje te leggen (zie ook de blog van Hinke Douma over het huidige technische onderwijs). Ik was destijds als voorzitter van de MR kritisch betrokken bij die fusie (instemmingsrecht: NEE, tenzij aan de punten van de MR is voldaan). Onmiddellijk na het tot stand komen van de gefuseerde school, die Alverna College ging heten (kennelijk nu weer terugveranderd) bleek dat de nieuwe scholengemeenschap een bestuurlijk monstrum was geworden waarin de medezeggenschap ongeveer geheel buitenspel was gezet omdat afzonderlijke raden of commissies voor de diverse vestigingen geblokkeerd werden. Het nieuwe management, onder leiding van een mijns inziens incapabele directeur die een paar salarisschalen omhoog was gesprongen, was erin geslaagd zich de lastpakken en pottenkijkers van het lijf te schudden. Ik had onmiddellijk spijt als haren op mijn hoofd van de uiteindelijke instemming met deze fusie, maar ik realiseerde me wel dat de financiële condities die Jacques Wallage voor dergelijke fusies had gecreëerd, een andere uitkomst eigenlijk niet mogelijk maakte: uiteindelijk was er voor personeel, leerlingen en ouders geen andere keuze.
      Als ouder had ik na 1995 geen bemoeienis of contact meer met de school, maar het verbaast me niet dat deze zo slecht gestarte kolos in de rode-kaarten-regionen van de Inspectie terecht is gekomen. Prachtig dat het nu gelukt is zich daaraan te ontworstelen.

  3. laks?
    Op Intermediair van 5 dec. jl. een artikel over een dag van een geschiedenisdocent.
    De eerste twee uur is toezicht houden: leerlingen zitten achter computers met oortjes in en muziek aan, en maken opdrachten. De boekenkast wordt niet gebruikt.
    Intussen maken andere leerlingen een groepswerkstuk: drie maanden lang werken aan een groepsonderzoek; er zijn controlemomenten en stempeltjes voor verplichte aanwezigheid.
    “We laten ze niet helemaal zwemmen.”

    Dan een mentoruur. Kennelijk bestaat dit uit vrijblijvend praten met een groep.
    “Een kwart van ons werk heeft niets met de lessen te maken.”
    Bijna alle leerlingen in de bovenbouw schijnen een bijbaantje te hebben in de tussenuren.
    Dan twee uur geschiedenis. Er wordt gediscussieerd en een groepje blijft een heel uur kletsen. De leraar maakt zich geen zorgen zolang de opdrachten voor volgende week maar af zijn.
    “Ze hebben zich aangepast net als bij de evolutie.”
    Toch baart het hem zorgen dat de leerlingen stoppen bij een zesje en dat ze bij het zelf uitvogelen aan hun plafond komen.
    “Alleen in lessen til je hen daarbovenuit.”

    Weer twee lessen geschiedenis. Er wordt weinig opgeschreven.
    “Ze denken niet meer dan een week vooruit.”

    Er wordt m.i. veel tijd verspild en als deze indruk globaal juist is voor veel middelbaar onderwijs, verbaast mij de achteruitgang allerminst.
    Vergeleken met mijn eigen schooltijd, zou ik willen zeggen dat er veel wordt toegegeven aan laksigheid van leerlingen.

    • Dit voorbeeld betreft een andere school, neem ik aan
      Moby,

      even voor de duidelijkheid, ik neem aan dat dit voorbeeld niet over het Bonaventura gaat

        • 2007
          Het bericht is uit de intermediair van 5 december 2007. De beschrijving van de dag van de geschiedenisdocent is dus een beeld van hoe het was toen het Bonaventuracollege Leiden het heel slecht deed.

Reacties zijn gesloten.