Kan projectgericht onderwijs werken?

Bij ingenieursopleidingen is het een trend dat er steeds meer aan projecten wordt gedaan, dit al vanaf het eerste semester van de opleiding.
Je zoekt bij zo’n projecten met andere studenten naar een technische oplossing voor een gesteld probleem.
Veelal wordt er getracht dat projectgerichte onderwijs in mindere of meerdere mate van structuur te voorzien door dit te koppelen aan bepaalde technische vaardigheden die geleerd moeten worden.

Het lijkt mij dat dit projectgerichte onderwijs een vorm van competentiegericht onderwijs is. De meesten hier lijken het er over eens te zijn dat competentiegericht onderwijs nooit beter kan werken dan het meer traditionele onderwijs. Geldt dit dan niet tevens voor projectgericht onderwijs? De voorstanders van zulke projecten stellen dat je in het bedrijfsleven ook met collega’s naar een technische oplossing moet zoeken maar met zulke projecten wordt vaak al gestart in het eerste jaar van de opleiding als je nog van toeten noch blazen weet. Bovendien, leer je dit soort competenties niet vanzelf op de werkvloer en wat zijn de consequenties voor die geniale eenzaten die er nu eenmaal ook zijn onder de exacte studenten.

Wat is de invloed ervan dat bij dergelijke opleidingen veel studenten begaafd of hoogbegaafd zijn? Haalt dat de scherpe kantjes ervan af of blijft dan gelden dat die studenten er meer bij gebaat zijn wanneer ze gewoon werkcolleges of practica krijgen? Ik ben in iedereen zijn mening geïnteresseerd maar ik ben in het bijzonder geïnteresseerd in de mening van mensen die ervaring hebben met een dergelijke opleiding (Seger in ieder geval) en mensen die ervaring hebben als universitair docent (1-1-2010, Joost, Mark).

1 Reactie

  1. projecten
    Bart,

    Op de VU doen we bij wiskunde een aantal modelleervakken. Een probleem uit de werkelijkheid moet daarbij door de studenten in wiskunde worden omgezet, wiskundig behandeld (opgelost) worden, en de resultaten terugvertaald naar het probleem. Heen en weer de brug over zal ik maar zeggen. De problemen zijn behoorlijk voorbereid en deels al door ons zelf uitgewerkt, maar er kan natuurlijk altijd een nieuwe aanpak en voor de studenten nieuwe wiskunde langskomen. In het derde jaar doen we met de studenten hetzelfde als in de jaarlijks Studiegroep Wiskunde en Industrie. Dan komt er iemand uit een bedrijf een echt probleem presenteren en dan weten we zelf dus ook niet van te voren hoe het moet en of het kan. Mijn ervaring is dat als je geluk hebt met de keuze van het probleem, er heel verschillende deelgebieden van de wiskunde bij langs kunnen komen die in onderlinge samenhang een meerwaarde krijgen, en die daarmee zowel docent als student extra bagage geven voor later. Tot nu toe hebben we meestal geluk. Maar elk jaar moet je de boer op om een bedrijf en een probleem te vinden. Je ontdekt wel dat wiskunde werkelijk overal is. Het zijn onderdelen waar meestal iedereen de punten scoort, maar de rest van de studie, met gewone vakken, studiewijzers en tentamens, selecteert al genoeg. Bovendien krijg je als docent een goed beeld van aanleg en motivatie van studenten. Er zijn studenten die het niet meteen leuk vinden, omdat ze gewoon wiskunde voor de wiskunde willen doen, maar er komt tot nu toe bijna altijd ook echt zuivere wiskunde langs in de problemen die we gedaan hebben.

    Joost Hulshof

Reacties zijn gesloten.