Normaal gedrag als ziek in psychologenhandboek

Normaal gedrag zal steeds vaker het label ‘ziek’ krijgen als de nieuwe editie van het psychologenhandboek DSM in gebruik wordt genomen. Dat vrezen Europese psychologen. In de vernieuwde ‘bijbel’ van de geestelijke gezondheidszorg wordt de drempel voor een aantal bestaande aandoeningen verlaagd en worden nieuwe aandoeningen toegevoegd.

Dit is het begin van een opmerkelijk artikel in de Volkskrant.

Je kunt op twee manieren naar dit artikel kijken. Op de eerste plaats naar de gevolgen voor het onderwijs. Als het waar is wat daar wordt beweerd, dan zal dat zorgen voor een nog sterkere medicalisering van het onderwijs.
Maar ik vind het artikel ook een voorbeeld van de proceduralisering, juridisering en internationalisering van (onder andere) het onderwijs. De trend is al lang aan de gang: docenten maar ook artsen, juristen, hypotheekverstrekkers en vele anderen, oordelen niet meer zelf op basis van hun kennis en kunde en de klant/leerling/patient in kwestie, maar zijn verplicht te werken volgens vastgestelde protocollen. Dat kan goed zijn voor piloten in de burgerluchtvaart omdat de protocollen daar technisch van aard zijn en doordacht, maar in dit specifieke geval blijkt dat veel psychologen dit nieuwe handboek eigenlijk niet zien zitten, maar afwijzen is onmogelijk en er van afwijken wordt ook niet geaccepteerd, zelfs niet in situaties waar dat evident juist zou zijn, want de verzekering dekt de situatie dan niet of juridische, zelfs strafrechterlijke consequenties dreigen. Als het protocol maar tot op de letter gevolgd wordt, dan dekt iedereen zich in en kunnen we allemaal samen schuldig zijn als een paar jaar later blijkt dat het allemaal op drijfzand is gebaseerd (waarna een herziening van het drijfzand volgt natuurlijk). Zo krijg je een maatschappij van protocolontwikkelaars, met onduidelijke agenda’s en belangen en geen praktijkervaring enerzijds, en laag opgeleide protocoluitvoerders anderzijds. De zoveelste reincarnatie van Chaplins Modern Times lijkt het wel. Of de zoveelste onderwijsvernieuwing?

36 Reacties

  1. Normaal gedrag als ziek in psychologenhandboek
    Inderdaad, het Nederlandse onderwijs is wedstrijd roeien in een boot met 7 stuurmannen en één roeier. En met dit boek komt er nog een stuurman bij.

  2. Kassa…!
    De Britse beroepsvereniging van psychologen, de British Psychological Society (BPS), schreef onlangs een uiterst kritische open brief aan de American Psychiatric Association, die het handboek uitgeeft. Naast de medicalisering van normaal gedrag, richt de kritiek zich op de centrale plaats die diagnostiek inneemt in de GGZ. Als het aan de BPS ligt wordt de herziening van het huidige handboek stopgezet.

    Dat zegt genoeg.
    De medische industrie zal er wel achter zitten. Kassa dus!

    • Mijn klassen doen het…
      …al jaren zonder labeltjes, terwijl de klas naast mij er vol mee zit.
      Maar ja, die hebben ook een juf.

      Inderdaad, ik leg een relatie tussen de feminisering van het onderwijs en de zieligheidsindustrie.

  3. Beetje kort door de bocht…
    nietwaar?

    Ik ben een juf. Het klopt dat er veel vrouwen werken in het onderwijs.

    En je hebt gelijk dat de zieligheidsindustrie binnen het onderwijs enorm is toegenomen. Echter ik betwijfel of er een relatie is met het toegenomen aantal vrouwen dat les geeft. M.i. ligt het meer aan de maatschappelijke aandacht die hiervoor ontstaan is. De vraag is of die uit het onderwijs zelf komt, of dat “ons” dit gewoon is/wordt opgedrongen.

    Wellicht is het ook gedeeltelijk een gevolg van het feit dat scholen betaald krijgen naar rato v.h. aantal leerlingen. Iedereen is welkom. Dus in een klas van 30 zit al gauw
    1 “echte autist”,
    1-2 leerlingen die een vorm van autisme, hebben,
    1 leerling die zogenaamd motorisch iets mankeert en die dus met een laptop mag werken,
    2 tot 3 adhd-ers ,
    en gemiddeld 4-5 dyslectische leerlingen

    De gewone leerlingen die uit probleemgezinnen komen, of waarvan net een oma overleden is, laat ik voor het gemak even buiten beschouwing

    Ik wil echter LES GEVEN!!!! Natuurlijk wil ik rekening houden met bepaalde moeilijke gevallen, dat wil ik als MENS, hopelijk hoef je daar geen vrouw voor te zijn, Hals. Maar het mag mijn lessen niet beïnvloeden. Althans dat is mijn mening. Ik ben niet opgeleid om kinderen/jongeren les te geven die in het speciale onderwijs thuishoren en dat wil ik ook NIET.

    Maar ik MOET wel; want wie besluit om tegen ouders te zeggen: “och de handicap/gedrag etc” van uw kind is geen probleem, wij lossen dat hier intern wel op…..” Juist dat is een leidinggevende. Die denken vaak alleen in kwantiteit, dat is kassa. De betreffende leidinggevende staat vaak al meer dan 15 jaar niet meer voor de klas, dus hoe jij met die leerlingen omgaat of hoeveel extra tijd jou dat kost, zal hem worst zijn. Juist: HEM worst zijn, want ook al werken er veel vrouwen in het onderwijs, leidinggevenden zijn nog altijd grotendeels mannen.

    Hoe dan ook, ik wil de kwaliteit van mijn lessen bewaken en dat wordt steeds moeilijker.

    • Weer Samen Naar School
      Dat er zoveel kinderen in een gewone klas zitten die eigenlijk op een speciale school horen komt niet omdat betaald krijgen naar rato van het aantal leerlingen. Het komt door bewust overheidsbeleid (Weer Samen Naar School, inmiddels omgedoopt tot Passend Onderwijs).

    • Re:Marlie…
      Waarom hebben de vrouwelijke leerkrachten het in de lerarenkamer en in de rapportvergaderingen dan altijd over de thuissituatie en de zielige achtergronden en verontschuldigen zij de leerlingen daarmee, terwijl de mannelijke leerkrachten het liever over de prestaties en de cijfers hebben?

      • Dat is niet mijn ervaring
        Het zullen je persoonlijke ervaringen zijn Hals. Ik heb duidelijk andere.
        Er zijn ongetwijfeld verschillen tussen de gemiddelde vrouwelijke en de gemiddelde mannelijke leerkracht, maar zelfs die gemiddelde verschillen zijn niet zo eenzijdig als je hier stelt. Zo merk ik in mijn situatie juist dat vrouwelijke docenten (en vrouwelijke studenten overigens) veel en veel “harder” zijn als het gaat over deadlines. In groepjes waar jongens en meisjes samenwerken is mijn ervaring dat de meiden veel harder zijn. Dat bij hen het proces belangrijker is: zijn de stukken op tijd af, worden de afspraken nagekomen etc.

        Als ik denk aan de feminisering van het onderwijs, dan zie ik eerder verschilen op dat gebied (proces/samenwerken/communicatie), dan op het gebied van rekening houden met zielige achtergronden, zoals je dat formuleert. Vrouwen zijn in mijn ogen beslist niet soft.

        • Antwoord + reactie
          Antwoord Hals:
          Mijn ervaringen zijn blijkbaar anders dan die van jou, Hals. Ik kan me helemaal vinden in de reactie van 1_1_2010.

          Reactie Mark79: klopt, de overheid “dwingt” het onderwijs ook hiertoe. Maar ik weet uit eigen ervaring dat er ook scholen zijn, die erg belangrijk vinden zoveel mogelijk leerlingen aan te nemen, ongeacht hun “handicap”.

    • Mijn bloed kookt wanneer
      Mijn bloed kookt wanneer ik:
      – lees hoe sterk die zieligheidsindustrie toe is genomen
      – hoe sterk het begrip voor de ECHT zielige gevallen is afgenomen

      Toevallig heb ik twee handicaps:
      – echt autisme maar met een zeer goede ontwikkeling ((hoog)begaafd met een zwak visueel geheugen)
      – verbrijzeld gewricht

      Met zoiets moet altijd binnen de mate van het mogeijke rekening worden gehouden, het begrip voor dergelijke handicaps moet niet afnemen omdat er mensen zijn die als het ware zoeken naar een handicap om een niet optimaal functioneren te legitimeren. Juist in het belang van de mensen die een serieuze handicap of zelfs twee serieuze handicaps hebben die enkel een obstakel vormen voor het proces en niet voor het vermogen om te leren moet het kaf zo goed mogelijk worden gescheiden van het koren.

      • dsm 5
        DSM heeft vanaf het begin, meer dan 50 jaar geleden, een zeer grote bijdrage geleverd aan de internationale uniformering van psychiatrische diagnoses. Dat was een warboel. Later bestreek het handboek ook klinisch-psychologische aandoeningen.
        Als je weet hoe laag het kennisniveau hierover was en is, van leek tot en met huisarts en psychotherapeut, dan kun je DSM alleen maar toejuichen. Vooral deze 2 beroepsgroepen weten hoegenaamd NIETS, (kun je eenvoudig vaststellen door het aantal uren te tellen dat in het onderwijs aan bv. pillen en DSM wordt besteed).
        Helaas is deze bestaande muur van domheid bestand tegen alles. Ze bestaat namelijk maar voor een deel uit gebrek aan kennis.

        Men is in dit soort kwalen pas echt geïnteresseerd wanneer men er zelf door wordt getroffen. Zo kan men zich niet voorstellen wat bijv. een echte depressie betekent. Wat er, naast een gebrek aan kennis, speelt is een gebrek aan fantasie en een gebrek aan naastenliefde die een vorm van echte liefde behoort te zijn. Liever spreekt de gemiddelde krantenlezer en VPRO-kijker schande van de farmaceutische industrie: “de enige die van pillen beter wordt”, men denke hierbij aan het gansje Trudy Dehue.
        Organisaties die op een commerciele basis elkaar met hun handicap staan te verdringen voor een plekje op de voorste rij, maken het er ook niet beter op.
        Als DSM een ongewenste ontwikkeling doormaakt is het aan de beroepsgroepen die om te buigen. Dat gebeurt nu en zo is DSM opgezet. Het gelul van de media kan worden gemist maar is niet te vermijden.

        Willem Smit

        • Wij zijn het
          op vele vlakken niet met elkaar eens Willem, maar met deze commentaar sla je spijkers met koppen.

        • Willem Smit…
          …zegt in zijn commentaar niets over het ‘labelen’ in het onderwijs.
          Nederland en de Nederlandse leerling zijn de afgelopen decennia collectief ziek verklaard en daar zijn behalve de werkgever (als die iemand wilde lossen) ook de softe sector voor een groot deel debet aan.
          Ik zou de zaken wiillen omdraaien: iedereen gezond, tenzij.

      • labels en privileges
        In mijn begintijd in het basisonderwijs was de ‘ziekte’ dyslexie heel zeldzaam. In feite constateerden leraren en ouders dat een kind ‘zwak’ was met spelling. Die zwakte was verder geen argument voor of tegen iets, het was slechts een constatering. Intussen bleef men de eisen handhaven waardoor de ‘zwakke’ leerling inderdaad als ‘zwak’ door het hele schoolleven zou rollen.
        Toch leerde dit zwakke kind heel veel, mede omdat geen van de betrokkenen sprak over een handicap.
        Want dat is altijd een goede les voor een schoolmeester of juf: kijk af en toe eens gewoon sec naar wat het kind intussen geleerd heeft, en laat af en toe de toegepaste schalen even buiten beschouwing.
        Wat dus niet betekent dat we die schalen maar gaan afschaffen.

        Maar eind vorige eeuw kreeg ik kinderen in de klas die waren ‘gediagnostiseerd’ als dyslectisch. Die diagnose veranderde een hele mentale instelling: de leerling heeft een ‘ziekte’ en dient dus vooral te rusten en verder niet lastig gevallen te worden.
        Dat betekende dat ik niet langer dezelfde eisen mocht stellen aan die kinderen. Ik moest begrip tonen als ik hun taallessen nakeek.
        Hun ‘vrijstellingsbriefje’ (‘ik ben gehandicapt’) was vooral een vrijstelling geworden om te voldoen aan de schoolse eisen.
        We moesten die kinderen een aparte ‘behandeling’ gaan geven waarbij matige prestaties toch hoog gewaardeerd moesten worden.
        U kunt begrijpen dat dit in een groepsproces erg scheven ogen gaat geven.
        Meisje A zit te blokken op haar dictee, waar jochie B niet hoeft te blokken omdat deze een ‘vrijstellingscertificaat’ heeft.
        Kinderen beschouwen zoiets als ‘niet eerlijk’ en ik ben het helemaal met hen eens.
        Ook bij sportwedstrijden gaan we degene met minder aanleg niet belonen met extra punten vanwege zijn veronderstelde zieligheidsfactor.
        Mijn eerste onderwijsjaren waren vele malen nuchterder waarbij tevens ook die zwakkeren tot betere prestaties kwamen.
        Zij werden namelijk niet voortdurend ‘verontschuldigd’.

        • ik vergelijk het graag met de sport
          Ook bij sportieve prestaties kunnen we smalend spreken over ene X die op de 24-ste plaats terecht kwam.
          Bij de toegepaste standaard is hij/zij iinderdaad geen hoogvlieger maar als men de betrokken persoon gaan vergelijken met b.v. alle leeftijdsgenoten, blijkt zo’n persoon een superheld.
          In de klas geldt iets dergelijks. We hebben een normering waarbij elke leerling geclassificiceerd wordt.
          Toch betekent die classificering niet dat elke deelnemer matig zou presteren.
          Integendeel. De zwakkeren worden juist gedreven toch het leveren van prestaties boven verwachting. Maar uiteraard geldt hetzelfde voor de toptalenten.
          Het totaalplaatje blijkt dus voor iedereen meer kwaliteit op te leveren, waarbij echter de onderlinge rangschikking toch gewoon blijft bestaan
          Ik heb het verlangen naar onderwijsprestatties altijd op deze manier gezien.

          Maar toen kwam de zieligheidsindustrie die de verzliezers alleen maar zielig kon vinden. Waar verliezers intussen echter regelmatig steeds boven hun eigen kunnen hadden gepresteerd!

          Ik zie het traditioneel klassikaal onderwijs echt als een sportwedstrijd: de winnaars dienen te worden aangemoedigd, en de verliezers eveneens. Maar terwijl de verliezers tot grootse prestaties kunnen komen (en vaak boven verwachting!), blijven de winnaars wel de winnaars!
          We gaan die winnaars natuurlijk niet dwingen langzamer te lopen.
          Maar intussen zijn we geweldig enthousiast geworden over wat die zogenaamde verliezers toch hebben weten te bereiken.
          DAT is voor mij traditioneel klassikaal onderwijs (met wel drie uitroeptekens).
          Vandaar dat ik graag met allerlei beloningsstelsels werkte. En dat werkte!


          • Wanneer iemand t.g.v.


            Wanneer iemand t.g.v. een verbrijzeld polsgewricht een sterk verminderde mobiliteit in in zijn pols heeft en hierdoor veel trager schrijft dan is de voor de hand liggende oplossing om voldoende extra examentijd te geven. Hoeveel die extra tijd moet bedragen zou eigenlijk bepaald moeten worden door de schrijfsnelheid te meten en door in te schatten welk deel van de tijd tijdens een examen de gemiddelde leerling aan het schrijven is. Aangezien scholen en universiteiten moeite hebben om zoiets exact te meten is het dan billijk om het voordeel van de twijfel aan de leerling te geven, bij een goed examen moet de tijdsfactor niet een al te grote rol spelen. Persoonlijk zou ik voor de subjectieve aanpak kiezen: bekijken ofdat een leerling of student naar jouw inzicht doorwerkt en in het geval dat hij doorwerkt wachten totdat hij klaar is. In mijn ervaring is voor die handicap schrikbaarwekkend weinig begrip terwijl het een zeer ernstige handicap is die enkel een handicap voor het proces is en niet voor het geleerde aangezien je voor weinig beroepen nog met de hand schrijft. Ik vrees dat al die zeer lichte handicaps waarvoor van alles moet worden geregeld het draagkracht vermindert om voor de serieuze handicaps voldoende faciliteiten te regelen.
            Voor de alpha’s en gamma’s onder jullie, voor zo ver zoiets bestaat, typen is geen oplossing wanneer formules moeten worden ingevoerd.

          • Ik heb uiteraard zoals de
            Ik heb uiteraard zoals de meeste exacte studenten met LaTeX gewerkt en ik weet dan ook dat hoewel het een prachtig middel is om formules, en teksten, op een fraaie manier op papier te krijgen het trager werkt dan het met de hand schrijven van die formules, zelfs wanneer je zoals ik drie keer zo traag schrijft als anderen. En ja, dat trager schrijven is louter te wijten aan het ongeluk wat ik op 13-jarige leeftijd had. Dan kan een leraar/docent wel stellen dat het erg lastig is dat die vervelende leerling/student niet goed kan schrijven maar gaan we dan iedereen die links/rechts is en die links/rechts een hand mist de kans op onderwijs ontzeggen? Ik mag toch hopen van niet! In dat geval zou ik er alles aan doen om rechtszaken en perscampagnes tegen zo’n onderwijsinstelling te steuenen.
            Net zo min mag je mensen die een verbrijzeld gewricht hebben een 7 geven terwijl ze een 9 verdienen, enkel omdat je hen niet de tijd gaf om alles op papier te zetten. Probeer maar eens om met een niet-gesupineerde hand te schrijven want dat is precies wat het probleem is (bij een gesupineerde hand maakt de pen geen contact met het papier aangezien de combinatie van voldoende supinatie en voldoende flexie niet mogelijk is), dan weet je een beetje wat het is.

            In het onderwijs moeten eisen worden gesteld en moet met objectieve maatstaven worden gewerkt, ik denk niet dat iemand op dit forum dat zal tegenspreken. Die maatstaven moeten echter wel iets meten wat relevant is en de snelheid waarmee je schrijft is al meer dan een decennium niet meer relevant aangezien in de beroepspraktijk altijd de computer wordt gebruikt. Er zijn goede redenen dat dit in het onderwijs niet het geval is (zie bovenaan in deze reactie) maar in de beroepspraktijk schrijf je normaal gesproken niet of verwaarloosbaar weinig, op een enkele uitzondering na (een docent of een leraar bijvoorbeeld en die schrijft nog op een hele andere manier (op het bord), een manier waarbij die handicap niet relevant is).

          • pro reo contra sincero
            Je moet natuurlijk niet proberen om iemand die blind is op te leiden tot treinmachinist. Je moet ook niet iemand die een proefvertaling Latijn slecht gemaakt heeft een voldoende geven omdat hij als handicap heeft dat hij niet is staat is zinsontleding te begrijpen. Er zijn blinde advocaten die goed zijn in hun vak dus er moet minstens één universiteit zijn die blinden bij hun studie faciliteert. Dat er blinde advocaten in hun vak werkzaam zijn moet opleiders voorzichtig maken met het argument dat een opleiding bij een bepaalde handicap zinloos is omdat de persoon na zijn studie toch niet in zijn beroep kan arbeiden. Daarnaast hoort een universitaire opleiding meer te zijn dan alleen maar een beroepsopleiding. In het geval van een verminkte hand gaat het om het aanpassen van de methode om vast te stellen of iemand van een bepaald stuk leerstof voldoende weet, begrijpt en kan toepassen. Die aanpassing moet natuurlijk gebeuren. Als iemand doof is of een spraakgebrek heeft en mondeling gebruik van een taal onderdeel vormt van een examen en het gaat om een middelbare schoolopleiding zal dat onderdeel van het examen moeten vervallen. Als de persoon een opleiding wil volgen tot vertaler moet dat kunnen en daarom moet het wel mogelijk zijn of worden om behalve een diploma tolk-vertaler ook een diploma vertaler te halen.
            Bij de genoemde hand van de student is het goed mogelijk om vast te stellen in welke mate de handicap de traagheid van schrijven veroorzaakt en maakt anatomisch onderzoek duidelijk dat oefening geen betere schrijfkunst baart. Bij dyslexie en dyscalculie is het moeilijker om vast te stellen in hoe verre zij van invloed zijn op de prestaties en of gebrek aan oefening bij de grootte van de maat van de handicap een rol speelt. Daar is de vrees voor misbruik terecht. En “in dubeo pro reo” is voor de medeleerlingen vaak “pro reo contra sincero”.
            Seger Weehuizen

          • de handicap moet duidelijk zijn Bart
            Maar ook dan blijft de handicap de handicap. We gaan iemand met een verbrijzelde pols die slecht schrijft natuurlijk niet een 8 voor schrijven geven.
            We moeten de prestaties wel blijven benoemen zoals ze zijn.
            Schrijf jij uitermate belabberd vanwege een verbrijzelde pols, wordt daarmee jouw schrijven echt niet beter. Het schrijven blijven we beoordelen op grond van geldende criteria. Die criteria zijn niet een of andere hersenaanleg, maar die criteria betreffen de criteria die men toekent aan een fraai een bijna volmaakt handschrift.
            De verbrijzelde pols kan een geldig excuus zijn inderdaad. Maar als wij het eindresultaat bezien dienen we geen polsen in aanmerking te nemen.
            Dan dienen we gewoon naar het resultaat te kijken.
            Dat is gewoon eerlijk.
            Je denkt toch niet dat een accountant die slecht kan rekenen daarmee een excuus heeft?

          • Iemand die slecht schrijft
            Iemand die slecht schrijft omdat hij een verbrijzeld polsgewricht heeft mag rustig een 4 krijgen voor het schrijven en met die 4 overgaan (is toch al voor dat soort onderdeeltjes op een basisschoolrapport), hij moet echter niet ook nog eens benadeeld worden bij een test voor bijv. Nederlands of aardrijkskunde. Normaal gesproken is dat schrijven een middel op school, een belangrijk middel op school maar niet meer dan een middel. Eens je werkt doet dat schrijven er niet meer toe en laat ik nu het slechte schrijven compenseren met het typen van 60 woorden per minuut. Laat het schrijven wat bij een studie slechts een middel en geen doel is dan geen obstakel zijn om het doel te bereiken. Of wil jij beweren dat iemand een slechtere ingenieur, advocaat of arts is omdat hij slecht schrijft? Nee toch?

        • Ook de slachtoffertjes zijn niet blij…
          …met de labelindustrie.

          Leerling:’Meneer, ik heb een dyslexiekaart.’
          Leraar:’Niet goed leren lezen?’
          Leerling:’Klopt mijnheer.’
          Leraar:’Dan verklaar ik je nu gezond. En goed je best doen, dan komt alles goed.’

          Leerling blij terug naar zijn plaats. Probleem opgelost.
          De ernstige gevallen natuurlijk uitgezonderd, maar dat zijn er maar een paar.

          • Schrijnend genoeg heb jij
            Schrijnend genoeg heb jij hier gelijk in, daarom wijs ik er graag op dat de echte gevallen, hoe weinig het er ook zijn, niet uit het oog mogen worden verloren. Ik ben als sociaaldemocraat niet bereid om een dergelijke ´collateral damage` te aanvaarden in het belang van het proces. We moeten het kaf van het koren durven te scheiden maar dat doen wij natuurlijk veel te weinig aangezien alles tegenwoordig in protocollen moet worden vastgelegd met als gevolg dat niemand individueel verantwoordelijk is maar iedereen een speelbal van een systeem wordt.
            De mensen die een serieuze handicap hebben die willen helemaal niet zielig gevonden worden, wel willen zij dat zij in staat worden gesteld om een opleiding te volgen (in mijn geval bijv. kopieën van aantekeningen en uitwerkingen wanneer niet alles in het handboek of in een dictaat staat (ik ben nu eenmaal niet in staat om dat tijdens de les over te nemen, wel mag een universiteit dan natuurlijk eisen dat je tracht zo goed mogelijk alles over te nemen en onder die voorwaarde die kopieën krijgt) en om eerlijk beoordeeld te worden (in mijn geval bijv. voldoende tijd krijgen om alles rustig op te schrijven, zonder in telegramstijl te hoeven vervallen, zonder met kramp in de hand hanenpoten te moeten neerkrabbelen). Voor de rest willen die mensen zo weinig mogelijk poeha. Het zijn in mijn ervaring juist de mensen die een licht handicapje hebben die nogal op hun strepen gaan staan en waarvan ook ik mij afvraag ofdat zij die faciliteiten wel nodig hebben.

          • sorry Bart
            Maar zo werkt het niet.
            Hoe het wel werkt: de externe eisen zijn duidelijk en aan de hand daarvan wordt gekeken of je eraan kunt voldoen. Heb je een handicap m.b.t. het schrijven? Jammer dan als snel schrijven tot de eisen behoort.
            Je zou b.v, steno kunnen ontwikkelen (deed de vermaarde Drees ook) en daarmee succesvol je handicap kunnen overwinnen.
            Maar het geeft geen pas de eisen aan te passen aan allerlei individuele wensen.
            De eisen blijven gewoon de eisen.
            In mijn klas zou je met je beroerde handschrift vanwege een verbrijzelde pols gewoon een 5 krijgen voor schrijven. En als je dan na veel inspanning je handschrift weet te verbeteren waardoor je een 6 krijgt, zal ik je de hemel in porijzen en zelfs meer kunnen waarderen dan de leerling met een 8 die een aangeboren goede fijne motoriek heeft.
            Zo werkt het in het leven.
            Alleen bij de overheid zijn zieligheidsbaantjes te vinden.

          • Lees de reactie die ik
            Lees de reactie die ik zojuist heb geplaatst en hopelijk wordt een reactie op dit bericht overbodig. Korte samenvatting: het schrijven is enkel op de lagere school een doel, voor de rest is het schrijven slechts een middel en het al dan niet goed kunnen schrijven is geen relevant criterium voor het al dan niet een goede arts, jurist of ingenieur worden of zijn.

            Enneh, steno leren voor exacte vakken, succes!
            Bovendien leer je niet eventjes steno, daar moet je jarenlang op oefenen alvorens steno efficiënter is dan schrijven, volgens mijn moeder die dit op de MMS nog heeft geleerd.

          • Kort door de bocht
            Waarom plaats je de overbodige toevoeging ‘sociaaldemocraat’ in je vorige post*? Wat heeft de wijze waarop er op schoolniveau (microniveau) met leerlingen wordt omgegaan met jouw politieke keuze (macroniveau) te maken? Impliciet lijk je daarmee kenbaar te maken dat er een scheidslijn in het gedrag van docenten bestaat op basis van de politieke voorkeur. Of gaat het je om subsidiepolitiek?

            Er dient absoluut rekening te worden gehouden met de fysieke handicap van een leerling indien deze leerling daardoor niet in staat is een tentamen naar behoren te maken. Maak het alleen niet groter (macroniveau) dan het is en plaats de leerling niet in een permanente uitzonderingspositie (een notebook voor het maken van aantekeningen is wellicht een oplossing). Ook omdat andere kinderen aan wie men niet onmiddellijk kan zien dat zij iets ‘mankeren’ – zonder etiket – wel meedoen. Men kan een lange lijst maken van redenen waarom een tentamen niet goed gemaakt is. Zo is het leven. Zullen we dan maar geen cijfers uitdelen? (wacht… 😉

          • “Waarom plaats je de
            “Waarom plaats je de overbodige toevoeging ‘sociaaldemocraat’ in je vorige post*? Wat heeft de wijze waarop er op schoolniveau (microniveau) met leerlingen wordt omgegaan met jouw politieke keuze (macroniveau) te maken?”

            Ik zag een parallel met hoe mensen naargelang hun politieke inborst denken over uitkeringen: linkse mensen proberen eerder slachtoffers te voorkomen, rechtse mensen vinden het best dat er wat slachtoffers ontstaan zolang misbruik maar wordt voorkomen.
            Maar goed, laten we dat inderdaad maar even buiten beschouwing laten. Het gaat er om wanneer wel en wanneer niet met een handicap rekening moet worden gehouden en hoe dit moet gebeuren.
            Inderdaad, het moet niet groter worden gemaakt dan dat het is maar de gehandicapte mag zeker ook niet benadeeld worden, geef liever iets te veel faciliteiten dan iets te weing.
            Nogmaals: die laptop helpt niet wanneer je een exacte studie volgt, dan voer je zelfs nog trager formules in dan dat een traag iemand het met pen en papier doet. Voor een alpha- of een gammastudierichting zou een laptop wel kunnen helpen, voor een exacte studierichting niet.

          • Ja
            Ik heb de post gegeneraliseerd, omdat ik een bepaalde gedachtegang meende te zien. De controverse ‘links’ (gechargeerd: ‘sociaal’) en ‘rechts’ (gechargeerd: ‘asociaal’) vind ik te polair. De ‘sociale gedachte’ stond bij WSNS centraal (inclusief bezuiniging) – kabinet-Kok I*. De planning van de laatste bezuiniging op passend onderwijs ligt gereed met een post* die jou zal interesseren. Per 1 augustus 2012 zorgplicht* voor scholen.

            Is er met de moderne technieken niet een andere oplossing te vinden voor jouw probleem? Video, dictaten, vrienden, enz. Is al besproken zie ik. Je kunt octrooi aanvragen voor een door jou te ontwikkelen oplossing. 🙂 Dat heb je al vaker gehoord denk ik.

          • Kort door de bocht (2)
            Er zijn mensen die een afwijking van ‘de norm’ (?) tot een levenslang excuus voor de afwezigheid van hun vermeende grootsheid maken, of tot een reden om andere – geïdealiseerde – mensen mee om de oren te slaan. Dat geeft rust en een goed gevoel. Iedereen komt tegenslag in het leven tegen. Gaan we deze tegenslagen kwantificeren en in een tabel van vermenigvuldigingsfactoren voorzien om de gelijkwaardigheid tussen leerlingen te bewerkstelligen? Een onbegonnen klus, hoewel, als je naar de huidige etiketteringsindustrie kijkt er al over is nagedacht (protocollen; subsidie). Dan zou ik niet meer ‘normaal’ willen zijn en anderen met mijn ‘abnormaliteit’ om de oren willen slaan. 😉 Tja, ‘de norm’.

            Vanaf het moment dat mensen naar het echte leven overstappen zullen ze zien dat hun etiket niet meer helpt, en ze net als anderen hard moeten werken iets van hun leven te maken. De geïdealiseerde ander om zich tegen af te zetten bestaat niet. Men kan de handicap tot een motivatie voor de politieke keuze maken.

            Deze mevrouw komt tot een andere conclusie*. Tja, politiek.

          • “Vanaf het moment dat mensen
            “Vanaf het moment dat mensen naar het echte leven overstappen zullen ze zien dat hun etiket niet meer helpt, en ze net als anderen hard moeten werken iets van hun leven te maken.”

            In mijn vorige reacties was nu juist het punt dat het om een handicap gaat die enkel een handicap is op school (of op een universiteit), niet in het ´echte` leven, wat dat dan ook moge zijn. Of ken jij ingenieurs, artsen of juristen die nog met de hand moeten schrijven?? Anders dan bijv. een kleine aantekening voor jezelf of een servetberekening.
            Voor deze handicap was het door jou geciteerde dus duidelijk niet van toepassing: “Indien de fysieke handicap* de uitoefening van het beroep belemmert en ’doeltreffende aanpassingen’* niet mogelijk of haalbaar zijn, jawel.”.

            Op een universiteit word je opgeleid tot onderzoeker, ingenieur, jurist, arts, linguïst, … , allemaal beroepen waarvoor het schrijven met de hand geen belangrijke vaardigheid is. Dan mag het niet goed kunnen schrijven t.g.v. een anatomische handicap geen belemmering volgen om dat beroep uit te oefenen. Een gebrek aan kennis, inzicht of beroepsgerelateerde vaardigheden mag een handicap zijn, niet een gebrek aan de mogelijkheid om het op een voor de school gemakkelijke manier te bewijzen dat je over dit alles beschikt.
            Je past je enkel als school of universiteit aan aan iets wat met het proces op school zelf te maken heeft, niet aan iets wat met talent, kennis, inzicht of vaardigheden te maken heeft wat voor het beroep noodzakelijk is. Je bevoordeelt de student/leerling niet, je heft een drempel die voor enkelen bestaat en die door jezelf is opgeworpen op.
            Die student gaat in het ´echte` leven net zo goed beslagen ten ijs komen, anders dan bij bijv. een linguïst die extra tijd krijgt omdat hij dyslexie heeft of bij een ingenieur die dyscalculie heeft.

          • Beroepentest
            Ingenieur – technische schets op locatie.
            Arts – chirurg en tandarts met slechte handmotoriek.
            Jurist – notitie tijdens bespreking of pleiten.

            Het handschrift is inderdaad minder belangrijk geworden, ook vanwege het draaggemak van de hedendaagse computers. Desalniettemin kun je de aanwezigheid van deze handicap niet bagatelliseren bij voorgaande beroepen.

            Juist de onderzoekers van de (beschermde) beroepsgroepen die je noemt werken veelal ook buiten de universiteit in voornoemde beroepen (noodzakelijke praktijkervaring; verplichte cursussen). Als je nu sociologen, pedagogen, en onderwijskundigen had genoemd, maar dat doe je niet. 😉

            Ik gun het iedereen dat belemmeringen met moderne technologie zo min mogelijk van invloed zijn op het functioneren. De praktijk zal het uitwijzen.

          • Omwille van het zeer geringe
            Omwille van het zeer geringe aantal karakters wat wij van de moderators krijgen, generaliseerde ik eventjes. Inderdaad, er zijn best situaties te bedenken waarin een bepaalde handicap in de beroepspraktijk wel relevant wordt terwijl dat in andere situaties niet het geval is. Het hangt maar net af van wat voor ingenieur of arts je bent en wat exact je handicap is.

            Iemand die mijn handicap heeft zou misschien beter geen chirurg worden maar er zijn genoeg specialismen waarvoor mijn anatomische handicap zeker geen probleem is. Overigens is er ook nog een andere anatomische handicap: grote handen. Probeer maar eens met standaard schaartjes en mesjes te werken wanneer je kolenschoppen als handen hebt. Gelukkig is mijn anatomische handicap slechts in enkele situaties een probleem aangezien, laat schrijven nu net een van die uitzonderingen zijn samen met het maken van een koprol of een handstand naar achteren of het slaan van een kruis (voor de christenen onder ons).
            Er zijn vele soorten ingenieurs, volgens mij maken ook de werktuigkundige ingenieurs en bouwkundige ingenieurs hun tekeningen met een computer: volgens mijn voormalige docent technisch tekenen in ieder geval.
            Als advocaat wat notities voor jezelf maken kan je ook prima met zo’n handicap: kwestie van een goede notatiestijl ontwikkelen en in telegramstijl schrijven. Bovendien compenseer je ook deze handicap zoals je veel handicaps compenseert, je traint je geheugen meer omdat je minder schrijft.
            Ik wil maar aangeven dat het geforceerd gezochte probleempjes zijn, de praktijk moet maar uitwijzen wanneer een bepaalde handicap wel en niet het uitoefenen van een beroep onmogelijk maakt maar laat studenten niet afvallen of slechter beoordeeld worden op andere kwaliteiten wanneer die t.g.v. een handicap slechter zijn.

        • Doorslaan in extremen
          Het is typisch dat mensen doorslaan in de ene of in de andere richting. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van bepaalde handicaps zodat er rekening mee kan worden gehouden, uiteraard wil dat niet zeggen dat er geen eisen worden gesteld. Het niet stellen van eisen omdat een leerling een handicap heeft mag je even goed onredelijk noemen, daarmee doe je ook die leerling zelf tekort aangezien het in het belang van die leerling is om bepaalde kennis op te doen, bepaalde vaardigheden te leren enz.
          De gestelde eisen moeten echter wel redelijk zijn. Bij echte dyslexie (velen hebben met dyslexie goed gefunctioneerd waaronder minstens 1 Nederlandse astronaut) kan je bijv. wat extra individuele taalbegeleiding inroosteren, naast de gewone les en niet in plaats van de gewone les.

        • Sporten met een handicap
          Soms belonen we bij sportwedstrijden degene met minder aanleg wel met extra punten vanwege zijn veronderstelde zieligheidsfactor.
          Zie hier:
          A handicap is a numerical measure of an amateur golfer’s playing ability based on the tees played for a given course. It is used to calculate a net score from the number of strokes actually played, thus allowing players of different proficiency to play against each other on somewhat equal terms.
          Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.