Maakbaar Rotterdam

Maakbaar Rotterdam

Het onderwijs in Rotterdam scoort niet zo goed. De wethouder van onderwijs, dhr de Jonge, is vooral teleurgesteld over het gemiddelde van de Citotoetsscore: die is landelijk 535 en in Rotterdam 531. De wethouder wil nu dit ‘beleidsresistente’ cijfer in de komende drie jaar opkrikken tot 534. Om dit te bereiken worden de komende jaren onder meer 155 ‘vakantiescholen’ opgericht, bedoeld om basisvaardigheden bij te spijkeren en het kennisgat te dichten tussen het basis- en voortgezet onderwijs.
Er komt ook een mogelijkheid voor peuters – twee- en driejarigen – met een (dreigende) leerachterstand, om naar de basisschool te gaan: vijf dagdelen per week. De gemeente heeft weliswaar geen dwangmiddelen(!) zegt de Jonge, maar men kan wel degelijk ‘drang’ uitoefenen meent hij. Men zal de ouders wijzen op ‘de noodzaak en de mogelijkheid van vroeg onderwijs.’
Tijdens een commissievergadering op het stadhuis kreeg de Jonge unaniem bijval voor zijn plannen (NRC Handelsblad 3 februari). Met zoveel bijval toch kanttekeningen willen plaatsen lijkt eigenwijs, maar ik heb er toch behoefte aan, met name waar het gaat om het plan voor de peuters. In de eerste plaats heb ik van de zijde van paedagogen nooit anders gehoord dan dat het niet gewenst is dat zulke kleine kinderen al naar school gaan. Die kinderen moeten kunnen spelen en socialiseren, uiteraard, maar weghalen uit het gezin om op school te leren, dat is gewoon te vroeg.
In de tweede plaats, zoals men bezig is , is men ‘sailing close to the wind’. De wethouder wil geen dwang uitoefenen, maar wel drang. De wethouder is van het CDA, wellicht denkt hij, gedachtig aan het Bijbelwoord: ‘Dwingt ze om in te gaan!’ Maar dat is hier niet aan de orde. De staat moet de ouderlijke verantwoordelijkheid niet willen overnemen, dat past niet in een land met burgerlijke vrijheden.
Tenslotte de vraag: zal het ook helpen? Over drie jaar moet de Citotoetsscore omhoog van 531 naar 534, meent de wethouder. Als die toetsscore betrouwbaar is , hebben we daar een ijkpunt aan, één ijkpunt althans. Gelet op ervaringen met voorschoolse en compensatieprogramma’s in het verleden, in binnen- en buitenland, over een periode van bijna een halve eeuw, voorspel ik hoogstens een geringe, waarschijnlijk niet duurzame vooruitgang.

Cornelis Verhage

12 Reacties

  1. Staatsopvoeding….
    We glijden geleidelijk af naar het communistische systeem van overcontrôle door de overheid en staatsopvoeding.

  2. Andere vraag
    Andere vraag over die CITO: Deze week werd op TV zo tussen neus en lippen door meegedeeld dat een Cito-uitslag minimaal 500 en zoveel was en maximaal 550. Weet iemand hoe dat zit en waarom dat zo is. Mij lijkt dat je die eerste 500 dan wel gewoon kunt weglaten…..????

    • de eerste 500 weglaten kan natuurlijk niet
      Dan zou het zomaar lijken dat er grote verschillen tussen kinderen zijn en dat is strijdig met sommige axioma’s. Zie wiki: nl.wikipedia.org/wiki/Cito_Eindtoets_Basisonderwijs.

      Het is een veelgebruikte truc: verander het nulpunt van de schaal en de verschillen worden procentueel groter of kleiner. Als je wereldbeeld niet overeenkomt met de werkelijkheid, dan verander je toch gewoon de (administratieve) werkelijkheid?

      • Verdacht
        Dat was natuurlijk ook de eerste verklaring die ik bedacht. Toch lijkt me het flauw om zo te denken. We mogen aannemen dat er een goede officiële reden voor is dat je niet minder dan 501 kunt halen.

        Als je ernaar vraagt zullen ze toch niet als antwoord geven dat een lagere score zielig of maatschappelijk ongewenst is?

        • Als je er naar vraagt
          zullen ze een blik communicatiedeskundigen opentrekken en een positief geformuleerde verklaring geven die volstrekte onzin is of die precies hetzelfde betekent als wat je zegt: het is zielig om kinderen een 2 te geven.
          Ik verwacht zinnen met daarin woorden als onnodig stigmatiseren en zelfvertrouwen, kijken naar wat kinderen wel kunnen.

          • Ik heb me zelden zo verraden
            Ik heb me zelden zo verraden gevoeld als op het moment dat ons werd medegedeeld wie wel en niet naar het gymnasium of het HAVO/VWO mocht (wij hadden 1 MAVO-school, 1-HAVO/VWO-school en 1 gymnasium) en wie naar het LBO of het MAVO moest nadat onze groep-8-leraar een paar maanden eerder ons wijsmaakte dat die CITO-toets helemaal niet zo belangrijk is en we in die maanden amper les kregen terwijl sommigen met die les wellicht wel een niveau hoger hadden kunnen starten.
            De waarheid vertellen is niet zielig, het gaat er om hoe je die waarheid vertelt.

    • Sneu
      Trek er 500 vanaf; vermenigvuldig met 2; deel door 10; en daar verschijnt de vertrouwde cijferreeks van 0 tot 10.
      530 levert op: (530 – 500) * 2/10 = 6,0.
      De reden van de verduisterende scoreberekening heeft te maken met de zieligheidsgedachte: een score 510 lijkt heel wat beter dan het cijfer 2,0.
      Zo bescherm je de tere zieltjes van kinderen en ouders.

      • Erger nog…
        Inderdaad, het is gewoon een verpakking om te camoufleren dat het kind een ´onvoldoende` heeft gehaald.

        In lijn hiermee kiest het CITO er bewust voor om zoveel mogelijk vragen in de CITO-toets op te nemen die door verreweg de meeste leerlingen goed worden beantwoord met als resultaat dat de gemiddelde en modale deelnemer ongeveer 75% van de vragen goed beantwoord (een 7,5 op een schaal van 10 dus). Op deze manier halen de meeste zwakke leerlingen nog altijd de helft of hoger.
        Hierdoor wordt de test veel minder betrouwbaar, je kan bijvoorbeeld niet vaststellen dat een kind relatief veel fouten maakt bij de gemakkelijkste vragen terwijl hij relatief veel van de moeilijkste vragen goed beantwoord wat erop kan wijzen dat het kind intelligent genoeg is voor een hoger schoolniveau maar t.g.v. een geringere concentratie op dat moment een voor hem te lage score behaalde en vice versa.
        Zelfs wanneer je rekening houdt met de niet-deelnemers is het niveaudifferentiatie van de vragen in de CITO-toets veel te gering om met een maximale betrouwbaarheid leerlingen te selecteren, voor zo ver dat al kan met een eenmalige test die binnen een week wordt afgenomen (minstens gedeeltelijk een momentopname).

        Het camoufleren van de score roept twee, wellicht onbelangrijke, vragen bij me op:
        – is deze camouflage enkel voor het kind bedoeld of ook voor de ouders?
        – denkt het CITO dat juist de kindjes die het slechtst presteren toch niet die score kunnen interpreteren?

        Ik vind het hypocriet, vertel de kinderen gewoon eerlijk hoe goed of slecht ze gepresteerd hebben en doe niet net alsof je niet kan slagen of zakken voor zo’n CITO-toets, alsof het geen belangrijke toets is.

  3. A, B, C, D of E
    Cito is ook een commerciele organisatie die ouders en leerkrachten niet te veel voor het hoofd wil stoten door keihard onvoldoendes uit te delen. Denk ik. Vandaar misschien die getallen vanaf 500.
    Maar is de schaal van groot belang? Uiteindelijk is er immers altijd een schaal van vergelijking, want daar gaat het om bij de keuze voor het voortgezet onderwijs. Men zou zelfs kunnen waarderen tussen 1 en 2, maar dan met vele decimalen.
    De CITO-toetsen voor het leerlingachtervolgsysteem gaan van A naar E. A betekent dan de hoogste score, B betekent boven gemiddeld, C betekent gemiddeld, D betekent iets onder het gemiddelde en E is dan zwak; althans, als ik het mij goed herinner.
    En dit is toch de indeling waar het om gaat. Het vervolgonderwijs is (was) toch ook ingericht volgens deze schaal. De moeilijkheidsgraad van de leerstof was het uitgangspunt om te bepalen of een leerling een bepaald niveau VO aan zou kunnen.
    De gemeente Rotterdam wil nu scoren.
    Misschien maar eens afstappen van ‘passend’ onderwijs en maar weer eens het gezag van de leraar herstellen, inclusief het resultaatgericht leren?
    Maar dan nog…
    Het werken met landelijke gemiddelden betekent per definitie dat er altijd leerlingen beneden het gemiddelde zullen scoren.
    Al zou je alle scholen weten op te zwepen tot enorme leerprestaties, zodra gemiddelden de norm worden zouden grootse prestaties toch weer ‘beneden gemiddeld’ als resultaat opleveren.
    In een klas vol gouden medaille-winnaars zijn degenen met ‘zilver’ ‘beneden gemiddeld’.
    Daarom zal een grootscheepse niveauverbetering in onderwijsland geen veranderde resultaten opleveren als het ‘gemiddelde’ de norm blijft.
    Dat is best jammer. Liever zag ik daarom standaardnormen.

    • Op de ene school zou exact
      Op de ene school zou exact dezelfde groep leerlingen een beduidend hogere CITO-score behalen dan de andere groep leerlingen, jij hebt dat aleens bewezen in het verleden. 😉
      In dat licht bezien is het schrijnend dat al in februari de komende 4 jaar van het kind bepaald gaan worden, en misschien wel meer dan dat, terwijl er nog een half schooljaar over is om jezelf te verbeteren, ofdat het nu is omdat een goede leraar het kind begeleidt of omdat het kind juist op dat moment een sterke groei doormaakt in de ontwikkeling van zijn hersenen.

      Op zich is de gebruikte schaal inderdaad niet zo belangrijk, wat de motivatie is voor de gebruikte schaal en wat de andere consequenties van die motivatie zijn is daarentegen wel belangrijk, zie mijn opmerking over de geringe niveaudifferentiatie.
      Er is echter nog veel meer mis met de CITO-toets. Iemand zou hier eens een volledige CITO-toets moeten posten op het BON-forum (een van de laatste jaren, ik weet dat die van 2008 circuleerde op het internet maar ik heb hem nog niet kunnen vinden), dan kunnen we de stijl van de vragen (weinig echte taalvragen, veel contextsommen) en de juistheid, of het gebrek aan juistheid, van de antwoordenopties analyseren. Ik weet dat dat gezeik kan opleveren in verband met copyright maar een toets die voor zoveel kinderen zoveel consequenties heeft en die bovendien geen commerciële waarde meer heeft (wat voor de toetsen van de recente vorige jaren zeker het geval is), die moet toch eens kritisch geanalyseerd kunnen worden? Het CITO mag in dat perspectief bezien als een uitvoerend tak van de overheid worden beschouwd, ook al is het een commercieel bedrijf

    • Indien de moderators er geen
      Indien de moderators er geen bezwaar tegen hebben dan zou ik graag een beperkt aantal vragen van de CITO-toets in de vorm van ingescande plaatjes hier willen plaatsen: 3 teksten voor taal met de daarbij behorende vragen en de rekenvraagjes van de eerste toetsdag van 2002. Wereldoriëntatie laat ik buiten beschouwing aangezien de prestaties van de leerlingen voor deze vragen geen invloed hebben op de leerlingen hun toekomst.
      Mijn voorkeur gaat er echter naar uit dat iemand eens een volledige toets van de laatste jaren (liefst van dit jaar) plaatst.

  4. CITO-score vanaf 500
    Mijn zoon had een CITO-score van 518. Toen ik hem thuis vertelde dat dit niet goed was, was hij in tranen. Ik ben blij dat ik dit thuis rustig met hem kon doorspreken en dat de implicaties van een score van 518 hem niet op school al als een vuistslag geraakt hebben, wat een 2, 3 of een 4 wel gedaan zouden hebben. Want dat de CITO-toets belangrijk was, was hem wel duidelijk.

Reacties zijn gesloten.