66 Leidse academische pin ups: ‘Honorary Degrees for Celebs’

7 februari 2011
‘Het is incoherent de culturele diversiteit te verdedigen en tegelijkertijd aan alles toe te geven. Zwichten als het om de eigen taal gaat; schipperen met de eigen waarden; de eigen geschiedenis verwaarlozen. Een natie komt niet uit de lucht vallen. Het is de wil om samen te leven en samen te handelen, het is een cultureel gegeven. De natie valt uiteen als de cultuur waar ze zich mee kenmerkt, uiteenvalt. Aan de oorsprong van een nationale identiteitscrisis, vindt men de verontachtzaming van de eigen cultuur’. (De Heer Sarkozy, Besançon, 13 maart 2007, geïnspireerd op Levi-Strauss ‘L’identité n’est pas une pathologie’. Heel voorzichtig zijn met de interpretatie, svp). (1)

In Leiden smeren de denkmeesters zich met pek in, klitten daar TOEFL600 veren aan en denken dan dat ze de mooisten zijn. Dat daarbij hun studenten te kort komen aan vergaarde wijsheid, historische binding en kennis van de buren, zal hun worst zijn. Zoiets valt onder de noemer van de ‘pensée non rentable’, waar je niet in kunt wonen. ‘Mentally disengaged from Europe’, moet een ieder – gereduceerd tot ‘competent product’ – op de internationale arbeidsmarkt fongibel kunnen worden ingezet. Arbeidsmarkten voor doorsnee academici zijn nauwelijks ‘internationaal’. Het is niets meer dan pretentieuze kitsch van onnozele burgers die hun hele leven lang het buitenland idealiseren, alsof een eigen identiteit iets pathologisch is. Niet meer mee willen doen met de ingewikkeldheid van de geschiedenis daar komt het in feite op neer. Is het idioot te menen dat Leiden ook een ‘passport to intellectual superiority’ zou moeten zijn?(2) Moet een klein Koninkrijk niet extra zijn best doen om uit te blinken op onderwijsgebied en talenkennis om niet als Organon in de mondiale put te vallen? En een voorbeeld nemen aan Zwitserland i.p.v. de blinde darm van de VS te zijn? Is er nog ruimte voor iets authentieks? ‘Is there something embarrassing about believing in, and or adhering to, the culture of one’s own Country?’ (FT 11.02.2011). Is het wenselijk dat de middelmatigen ‘ne peuvent tolérer qu’il puisse exister parfois quelque grandeur?’ (France Culture 20.02.2011). Door op die botte manier het nationale ‘estime de soi’ uit te hollen, maak je je zelf als natie irrelevant, ook op universitair gebied…. Na de belachelijke vertoning over Engelstalige diploma’s en of je wel of niet ‘cum laude’ moest vertalen*, vraag ik me af wat ’s lands oudste universiteit bezielde om af te stappen van het idee dat een ere doctoraat iets te maken heeft met eruditie en academische prestatie.
Het is het laagste niveau van internationale na-aperij: ‘You don’t honour someone, just because he is famous [???]. There are many things we do in the local community to demonstrate that we are not in an ivory tower’. Wat is er in deze context mis met een ‘ivory tower’? Is er nog verschil tussen Leiden en de Johan Cruyf (sic) University (re sic)? De volksgunst paaien met de eigen belachelijkheid? Of gewoon zich aan passen aan de werkelijkheid? Laat U zich inspireren door de 4 bladzijden uit ‘Bog-standard Britain’ How mediocrity ruined this great nation (2009/10) een bestseller in hapbare brokken geschreven door Quentin Letts. De titel is wat overdreven, maar het is zeer lezenswaard. Hadden ze maar naar de Heer Cruijff geluisterd: ‘Voetbal is simpel. Het is echter moeilijk om simpel te voetballen’.

* In de Leidse down market uiteraard wel vertalen, ook om een voor de hand liggende obscene woordspeling te vermijden.

(1) “Il est incohérent de défendre la diversité culturelle et en même temps de tout céder. De céder sur la langue, de céder sur les valeurs, de céder sur la mémoire. La nation n’est pas une donnée de la nature. C’est une volonté de vivre et d’agir ensemble, c’est un fait de culture. La nation se désintègre quand la culture qui lui est propre se désagrège. À l’origine de la crise de l’identité nationale, il y a le renoncement culturel” (M. Sarkozy, Besançon, le 13 mars 2007, geïnspireerd op : L’identité n’est pas une pathologie/Lévi-Strauss)

(2) ‘My Europe…we longed to visit Europe…Europe was where we would raise our general level of culture…Perhaps Europe is nothing but an outdated American fantasy, a utopia that is tolerant but not placid, scintillating, but never cruel’ uit Edmund White (geb.1940 in Texas) ‘My Lives’ (2005 £ 9,99 bij Foyles) in de voetstappen van al die Amerikanen die langere tijd in Frankrijk geleefd hebben zoals Franklin, Henry James, Gertrude Stein, Edith Wharton, Hemingway, Fitzgerald, Baldwin, de bewonderenswaardige academische amazone Susan Sontag (1933-2004) enz. en ook van zulke eminente specialisten van gevoelige onderwerpen als Paxton (over het Vichy-regiem) en Painter (over Proust, ah! the American fondness of Proust!) en niet te vergeten Sophia Coppola met haar recente film over Marie-Antoinette, zoals de Fransen het nooit zelf hadden kunnen doen. Hij schrijft prachtig en erudiet over wat Europa voor hem betekent en de moeite die het hem kostte Frans te leren. Waarom komt wat zoiets betreft het Nederlandse openbare debat nooit boven het maaiveld uit? Merkwaardigerwijs is het ook het meest stuitende homobrevier (¾ van het boek) dat ik ooit ben tegengekomen.

1 Reactie

  1. wilmont 66
    “Het is niets meer dan pretentieuze kitsch van onnozele burgers die hun hele leven lang het buitenland idealiseren. Niet meer mee willen doen met de ingewikkeldheid van de geschiedenis daar komt het in feite op neer.”
    Wilmont is altijd trefzeker maar laten we wel wezen, die onnozele burgers weten van het buitenland nog minder dan van Nederland en van de geschiedenis weten ze alleen dat we nooit hebben gedeugd, dus minder dan niets. Het zit zo. Die burgers willen niets weten -Cruyff heeft gelijk: het is heel moeilijk simpel te voetballen. Belang heeft slechts het eigenbelang. Spitsburgers kunnen niet nadenken en doen dat gelukkig ook niet. Liever grijpt men naar een pasklaar idee en zo vult het brein zich met clichés. Omdat men toch graag wat beter wil zijn dan de buurman (“we zijn allemaal gelijk, maar ik ben lekker toch wat beter als ik kritiek heb”) ontstaat in de burgermanssamenleving de tegencultuur. Overheden, organisaties en belangrijke personen zijn niet in staat nog iets goeds te doen. Alles wordt afgekraakt. Maar het is uiteraard niet de bedoeling dat er echt wat verandert -dat is te moeilijk en te onzeker- dus mengt een een meeloopcultuur zich met de tegencultuur. Bent u daar nog?

    Een en ander neemt bij tijden ridicule vorm en omvang aan die men in de media kan meebeleven. Aardiger, in ieder geval esthetischer, is het kennis te nemen van wat Flaubert over philistines meldt in Madame Bovary (1856), Bouvard en Pécuchet (1881) en de Dictionaire des Idées recues. Ook Nabokov kan hier worden geraadpleegd. (Lectures on literature; Strong Opinions, z’n boek over Gogol). Googlen op poshlost of poshlust (Wikipedia). Dat schrijvers van dit formaat hun kostbare tijd met zulke trash verdoen stemt eigenlijk niet vrolijk.

    Willem Smit

Reacties zijn gesloten.