Leesstrategieën

Net heb ik weer een toets nagekeken. Veel fouten werden er gemaakt doordat de vragen gewoon niet goed gelezen werden. Begrijpend lezen is in mijn sector zo langzamerhand een levensgroot probleem; niet alleen voor de school, maar zeker ook voor het leven.

Als je gaat zoeken naar oefeningen om de leesvaardigheid te verbeteren kom je altijd bij oefeningen voor leesstrategieën uit. Hierbij worden verschillende manieren van lezen onderscheiden (globaal, zoekend, studerend) én er worden tips gegeven om voorspellend te lezen, analyses per alinea te maken enzovoort. Natuurlijk ben ik daar helemaal niet tegen, maar ik heb het gevoel dat je door het aanleren van deze trucjes niet beter leert lezen. Ik vraag me af of ik daarin alleen sta.

Mijn stelling is dat het aanleren van leesstrategieën NIETS bijdraagt aan het beter leren lezen. Daartegen helpt alleen: méér lezen!

Sterker nog: in plaats van meer kilometers te maken wordt de energie besteed aan het leren van trucjes en het onderscheiden van soorten van lezen; iets wat eigenlijk onbewust al prima werkt. Als ik voor mijn amusement lees, dan lees ik automatisch al anders, dan als ik een moeilijke brief over mijn arbeidscontract krijg. Door mijn leeservaring heb ik die keuzemogelijkheid.

Er is maar één oorzaak voor de gebrekkige leesvaardigheid en dat is het gebrek aan kilometers, het gebrek aan oefening. Alle andere problemen, zoals een werkelijk armzalige woordenschat, komen daaruit voort.

24 Reacties

  1. Als je maar begrijpt wat ze bedoelen
    Ik zit net een verslag te lezen van een psychologe i.o.:
    “Mevrouw is van Indische afkomst en sinds 2 jaar woonzaam in …”

    Wie van U …

  2. Heb je al eens voorgesteld
    Heb je al eens voorgesteld aan jouw collega’s om een verplichte literatuurlijst in te voeren? Leerlingen kunnen eventueel zelf kiezen volgens een puntensysteem waarbij de moeilijkere boeken meer punten krijgen en de eenvoudigere boeken minder punten krijgen.
    Ik weet niet ofdat leerlingen in 4-HAVO t/m 6-VWO nog steeds verplicht romans moeten lezen voor Nederlands maar zo ja, dan zou het niet meer dan logisch zijn om ook MBO-leerlingen hiertoe te verplichten aangezien ze in dezelfde leeftijdsgroep vallen en aangezien zij dat meer dan die HAVO- en VWO-leerlingen nodig hebben (gemiddeld genomen). De belangrijkste reden is natuurlijk dat een goede leesvaardigheid essentieel is en dat die leerlingen daarom het morele recht hebben dat een school hen goed leert lezen. Als de basisschool en het VMBO hierin hebben gefaald, dan zal het MBO dat helaas op zich moeten nemen. In de zomervakantie zou je hen een paar romans kunnen laten lezen.

    • Te laat
      Bart, dat krijg ik er met geen mogelijkheid meer in. Het is eenvoudigweg te laat om op 17-jarige leeftijd alsnog de kilometers te maken. De weerzin tegen lezen zit er diep en onverwijderbaar in.

      Ze kunnen niet echt lezen, geloven niet meer dat het nog te leren is én zijn niet bereid er nog energie in te steken. Daarnaast zijn ze met een technische beroepsopleiding bezig en niet met een inhaalprogramma voor het funderende onderwijs. Dat is achter de rug en (in mijn ogen) deels mislukt.

      • Her werd gelinkt naar een
        Her werd gelinkt naar een artiel van Wismans, Groenenberg en Oud over gebrek aan leesvermogen. Hierover nog de volgende opmerkingen:
        “Kent u de term ‘instabiel molecuul’? Uw leerlingen kennen en begrijpen het woord ‘instabiel’ en het woord ‘molecuul’ waarschijnlijk wel, maar dat betekent niet dat ze de complete term ook kunnen doorgronden” . Welk IQ hebben de beschouwde leerlingen eigenlijk? De leerlingen kennen het word niet uit de natuurkunde. Instabiel is daar niet het tegenovergestelde van stabile want tussen labiel en stabile ligt nog indifferent. Het meest waarschijnlijke is dat leerlingen het woord uit de politiek kennen: een labiele regeringscoalitie. Dwz een coalitie die gemakkelijk uit elkaar valt. Dan is het echt nog maar een klein stapje naar een labiel molecule.
        Als het probleem van laaggeletterdheid zich vooral bij meertalige klassen voordoet valt dat blijkbaar in het VWO nogal mee.
        Onderwijs is tegenwoordig rijk aan goudaders en veel sprookjesvertellers en geluksverkondigers blijken efficiente goudzoekers, die goed voor hun eigen geldbuidel en eigen geluk kunnen zorgen.. Een cursus taalgebruik voor alle leraren blijkt de enige weg te zijn om het probleem van de laaggeletterde leerlingen aan te pakken. De heren Wismans, Groenenberg en Oud zullen vast de meest geschikte mensen zijn om die cursus te geven en het implementeren van het door hen onderwezene op hun scholen te begeleiden.

        Seger Weehuizen

      • Citaten
        Citaten kunnen inspireren om te lezen. Zo ben ik erg gecharmeerd van bepaalde citaten van Shakespeare.

        Juliet:
        O Romeo, Romeo, wherefore art thou Romeo?
        Deny thy father and refuse thy name;
        Or if thou wilt not, be but sworn my love
        And I’ll no longer be a Capulet.

        Romeo:
        [Aside] Shall I hear more, or shall I speak at this?

        Juliet:
        ‘Tis but thy name that is my enemy:
        Thou art thyself, though not a Montague.
        What’s Montague? It is nor hand nor foot,
        Nor arm nor face, nor any other part
        Belonging to a man. O be some other name!
        What’s in a name? That which we call a rose
        By any other word would smell as sweet;
        So Romeo would, were he not Romeo call’d,
        Retain that dear perfection which he owes
        Without that title. Romeo, doff thy name,
        and for thy name, which is no part of thee,
        Take all myself.

  3. Wie neemt het op?
    Wie van u wil ervaringen of argumenten ter verdediging van het aanleren van leesstrategieën naar voren brengen??? Is daarvan enig nut te verwachten?

    • Ik neem het op
      Het is niet mijn vak, maar ik zal de handschoen dan maar opnemen.

      Hinke schrijft (min of meer) dat leesstrategieën niet nuttig zijn en dat zij verschillende soorten tekst automatisch anders leest.

      Zo een automatisme onstaat meestal op den duur uit dingen die je eerst bewust moet doen. Dat bewuste doen moet vaak voortkomen uit specifiek daarvoor gemaakte oefeningen (leraar gestuurd dus).

      Ik denk (en dacht al toen ik onderwijs kreeg in die leesstrategieën) dat die leesstrategieën te ver doorgeschoten zijn. Een beetje zoals kolomsrekenen bij het huidige rekenonderwijs: zo lang dingen bewust en op een laag niveau moeten doen werkt remmend. Via onder andere mijn ervaring met rekenonderwijs kom ik dus uit op ongeveer hetzelfde als Hinke: na een korte introductie van bewust bepaalde ‘strategieën’ oefenen, snel overschakelen naar onbewust kilometer maken.

    • Leren lezen
      Mijn ervaring in bovenbouw havo/vwo is ook dat leerlingen niet gewend zijn zó te lezen dat het tot hen doordringt wat er staat.
      Het is niet dat ze dat niet kunnen, maar het is geen automatisme.
      Volgens mij komt dat, doordat ze dat nooit hebben hoeven doen. Globaal een beetje door de tekst flodderen leverde altijd al een voldoende op, bij elk vak.

      Leerlingen leren lezen door een noodzaak aan te brengen. Laat hen een tekst lezen en dan wegleggen, en stel dan (moeilijke?) vragen over die tekst.
      Daarna de tekst er weer bij, en zelf de antwoorden verbeteren. Hierbij ook laten opschrijven welke informatie uit de tekst kennelijk niet in het brein was doorgedrongen.
      Regelmatig herhalen, en dan een proefwerk ‘lezen’.

      Leesstrategieën aanleren lijkt me net zoiets als lessen in leren: verloren tijd. Leren leer je door het te doen. Voor lezen geldt hetzelfde.

      Het lijkt mij ook, dat goed lezen samenhangt met goed formuleren. Het goed, eenduidig formuleren van antwoorden bij bovengenoemde oefening is van belang. Ik denk dat leerlingen de kwaliteit van een formulering niet helemaal zelf kunnen beoordelen. De kritische blik van de docent blijft hier essentieel.

      • En daarom schrijven ze op precies dezelfde manier
        Het toverwoord is aandacht. De leerlingen hebben geen aandacht voor wat ze lezen: inderdaad ze hebben het nooit nodig gehad. Gevolg is dat schrijven met precies zo weinig aandacht geschiedt, alleen is dat moeilijker nog dan lezen. Ze weten niet eens dat aandacht er bijhoort, dat ze iets missen als ze die aandacht niet hebben. Want “zo ongeveer” is altijd goed geweest. Sterker nog, daar gaat het in dit snelle informatietijdperk om, allemaal aangewakkerd door de onderwijsgoeroes met hun generatie Einstein: 20 dingen tegelijk doen is de Heilige Graal, al die details, al dat echte begrip is alleen maar nutteloze ballast.

        Het heeft allemaal niks met leer/leesstrategie te maken, niets met persoonlijke voorkeuren/verschillen in leerstijlen, gewoon met één ding tegelijk doen en daar aandacht voor hebben. Het wordt dan ook nog eens leuk. Op de opleiding waar ik werk besteden we nu expliciet veel aandacht aan spelling en schrijfstijl. Studenten zijn enthousiast en beginnen de kritiek te waarderen, doen zichtbaar moeite om hun ingeleverd werk vrij van taalfouten te laten zijn. Het is zo eenvoudig, gen onderwijspsychologie of breinkunde voor nodig.

        • Aandacht is maar de helft
          Ik herken je commentaar 2010. Voor het begrijpend lezen is gewoon concentratie nodig. Oefeningen met teksten en indringende vragen daarbij helpen absoluut.

          Daarnaast brengt lezen je nog veel andere zaken bij. Dat zijn zaken waarbij aandacht misschien niet eens het eerste is waar je aan denkt. Het zijn de onbewuste positieve neveneffecten van voldoende lezen. Ik denk aan zaken als woordbeeld, zinsbenul, woordenschatuitbreiding, nuanceringsmogelijkheden, algemene ontwikkeling, inlevingsvermogen. Die zaken krijg je vanzelf mee als je gewoon genoeg leest. Dat zou best voor je plezier kunnen zijn en een beetje rust is er ook voor nodig. Het is wel een heel ander soort lezen dan het lezen van informatie en teksten in het kader van een opdracht. Dat moet natuurlijk óók.

          Nog steeds niemand die wél nut ziet in het aanleren van leesstrategieën?

          • Deel 1
            Hele generaties hebben goed leren lezen zonder ooit van leesstrategieën gehoord te hebben of bewust geoefend te hebben met leesstrategieën. Ofdat het behandelen van leesstrategieën kan helpen voor die leerlingen die van nature weinig talent voor lezen hebben, daar durf ik geen uitspraak over te doen (ik hoop dat er nog eens iemand reageert die hierin is gespecialiseerd).
            Het lijkt me dat we in ieder geval wel kunnen vaststellen dat de meesten vanzelf leren lezen door gewoon veel teksten te lezen. Bij mijn generatie begon dat bijvoorbeeld nog met het meelezen met de moeder (mijn broer had zo zelfs leren lezen, hij kon als kleuter al alles lezen) gevolgd door het zelf lezen van diezelfde sprookjesboeken (in mijn geval toch) en eventueel Jip en Janneke, vanaf de kleuterleeftijd of iets later begon je stripboeken (wekelijks dat blad van Donald Duck, Suske en Wiske, Kuifje, Asterix & Obelix) en kinderboeken (Roald Dahl) te lezen. Uiteraard lazen wij als kind, aangezien wij toen nog onvoldoende het Engels verstonden (sinds een jaar of 10 haat ik die ondertiteling), ook de ondertiteling wanneer we naar The A-team of Knightrider keken. Na honderden strips, tientallen sprookjes, enkele kinderboeken, tal van informatieboekjes en ontelbaar veel regels ondertiteling te hebben gelezen beheerste je het lezen wel. De een had een hoger leestempo dan de ander, de een had al eerder een hoger leestempo ontwikkeld dan de andere even talentvolle lezer maar verreweg iedereen leerde wel goed lezen. Inderdaad, door gewoon kilometers te maken.

          • Deel 2
            Als ouders gewoon voorlezen en kinderen regelmatig een strip geven dan helpt dat volgens mij al veel. Nu waren er in mijn jeugd nog minder leuke alternatieven (wij moesten het met Super Mario Bros doen i.p.v. met een PS 3) maar ouders kunnen toch zelf bepalen om bijvoorbeeld een tijdslimiet in te voeren voor het gamen.
            Natuurlijk moeten de scholen, met name de lagere scholen, ook gewoon eens wat meer eisen stellen. Niet voldoende het lezen beheersen voor een bepaald leerjaar => niet overgaan naar het volgende jaar.

  4. Kilometers maken
    als ik dat aangeef “kilometers maken” met lezen word ik door mijn directie terechtgewezen ………………

    • Waarom
      Waarom die terechtwijzing? Ik dacht dat veel taaldocenten het dáár al wel echt over eens waren.

  5. Niet kunnen lezen is écht een handicap
    Natuurlijk komen burgers in dit land een heel eind zonder leesvaardigheid, maar het is evident dat je behoorlijk gehandicapt bent als je niet goed en vlot kunt lezen. Dat geldt voor je politieke meningsvorming, het lezen van gebruiksaanwijzingen en bijsluiters en voor je overige algemene ontwikkeling en vrijetijdsbesteding (boeken lezen voor je plezier). Op de een of andere manier lijkt het gevoel van urgentie bij het opdoen van leesvaardigheid geheel verdwenen. Ook voorlezen is vervangen door het bekijken van smakeloze ‘kinderfilms’ met veel geschreeuw en ‘Augenkitzel’. Je zou er ADHD van krijgen.

  6. Leesstragieen
    Het is wel degelijk goed om leesstrategieen voor begrijpend lezen aan te leren aan kinderen. Dit moet echter niet te vroeg gebeuren. Het beste is om hier na groep 4 mee te starten. De meeste tijd moet worden besteed aan technisch lezen: 400 minuten lezen in groep 3 en het liefst met directe feedback van een leerkracht. Als het technisch lezen onvoldoende op orde is, dan is begrijpend lezen vrijwel onmogelijk. Het is in mijn ogen dus vreemd dat er telkens wordt verwezen naar leesstrategieen voor begrijpend lezen als kinderen in jouw klas niet kunnen lezen.
    Het is op latere leeftijd een stuk moeilijker om goed technisch te leren lezen. De basis wordt gelegd op de basisschool. Als daar leerkrachten de kinderen niet aan het lezen krijgen (AVI-9 of AVI-PLUS), dan zullen deze kinderen de rest van hun schoolloopbaan problemen blijven houden. Dit uit zich vaak in gedragsproblemen.
    Er zijn effectieve methodes om kinderen met leesproblemen toch nog vooruitgang te laten boeken: RALFI-lezen van Anneke Smits of CONNECT vloeiend lezen. Beschrijvingen van deze aanpakken zijn eenvoudig te vinden op internet. Ze gaan uit van: voordoen, nadoen, samen doen en veel oefenen . . .
    Een goede leesstartegie voor technisch lezen is overigens het zogenaamde ‘zingend lezen’. Ook de beschrijving hiervan is gemakkelijk te vinden op internet. Verder raad ik aan om alle online stukken en presentaties van Kees Vernooy te lezen.

  7. leesstrategieën
    Misschien dat het volgende stuk in de American Educator “Advancing our students’ language and literacy” van Marilyn Jager Adams u interesseert: www.aft.org/pdfs/americaneducator/winter1011/Adams.pdf.
    American Educator, een kwartaalblad van de Amerikaanse vakbond AFT, bevat een schat aan degelijke en lezenswaardige stukken over onderwijs die mij veel leesplezier geven en die makkelijk via internet te benaderen zijn.

    • Zoals in de media (tv)
      “The average difficulty of the textbooks lay between ninth- and tenth grade levels.”

      Mijn conclusie:
      Er moeten hogere eisen worden gesteld aan het (taal- en reken-)onderwijs.
      Gelijke verdeling van kennis en kunde heeft geleid tot homeopathische kwakzalverij. Want “oefening baart kunst”.

  8. leesstrategieën
    Dat is toch niet helemaal de indruk van het stuk van Adams die ik heb gekregen. Zeker, de aanpassing naar beneden van de taalkundige complexiteit van de schoolteksten in Amerika in een poging ook de kinderen met een meer beperkte taalkennis te bedienen heeft er kennelijk toe geleid dat er een inflatie heeft plaatsgevonden van het lees/begripsniveau van met name de beste leerlingen, maar ik lees ook dat een zorgvuldig gestructureerd en ambitieus lees/kennisprogramma vanaf de eerste leerjaren, waarbij een steeds grotere taalkundige complexiteit niet uit de weg wordt gegaan, veel zal betekenen voor iedere leerling, en zelfs essentieel is.

    • In de weg staan
      Dat zou heel goed kunnen; ik heb geen kennis van taal- en lees-onderwijs.
      Wel constateer ik een dilemma dat het onderwijs al decennia teistert. We willen niemand buitensluiten en dus moet elk talent in het onderwijs ontwikkeld worden. Passend onderwijs is nu weer de trend.
      Maar als je Jan en Alleman in de klas bij elkaar zet en de lieve vrede tussen kinderen, ouders en leerkrachten wilt bewaren krijg je onvermijdelijk nivellering, regressie naar het gemiddelde.
      Het is natuurlijk heel mooi dat allerlei onderwijs”(des)kundigen” vertellen dat dat niet hoeft als de oneindige inzet en deskundigheid van leerkrachten maar goed wordt benut en ontwikkeld. Maar de praktijk wijst uit dat het wensdromen blijven. Met gemiddeld onvoldoende opgeleide en betaalde (deeltijd-)docenten kun je ook niet anders verwachten.
      Verder is het economisch onbegrijpelijk dat we in het onderwijs voortdurend praten over “maatwerk”. In het bedrijfsleven; b.v. de kleding-, de auto-, de meubelindustrie, wordt aangetoond dat “confectie” een veel efficiëntere methode is. Maatwerk is onbetaalbaar, er kan hoogstens confectie-maatwerk worden geleverd.

    • Scheid de leerlingen op basis van niveau…
      …maar dusdanig dat leerlingen steeds kunnen klimmen naar 1 niveau hoger op het moment dat ze volgens objectieve criteria bewijzen hiervoor klaar te zijn (ze moeten dus steeds de relevante kennis en oefeningen krijgen aangeboden).
      Op het middelbaar onderwijs gebeurt dit in de meeste landen, zij het in een verschillend stadium, op de lagere school niet, met uitzondering van het private onderwijs. Zolang we alle leerlingen bij elkaar houden zullen we of de zwakkere leerlingen moeten opofferen of de begaafdere kinderen tekort moeten doen. Wanneer we ook op de lagere school leerlingen indelen op niveau (klassikaal!) dan doen we enkel nog de extreem begaafde en de extreem zwakbegaafde leerlingen tekort.
      Hoe meer verschillende niveaus er worden gebruikt hoe kleiner het niveauverschil tussen de niveaus is hoe gemakkelijker het voor leerlingen is om aan te haken op 1 niveau hoger. Ik pleit er dus voor om ook op de lagere school met drie of vier niveaus te werken, natuurlijk moeten we er dan wel voor zorgen dat de leraren het aankunnen om op die drie niveaus les te geven.

      Voor elk niveau kan je aparte teksten schrijven. Ik maak hierbij de kanttekening dat je ook voor de zwakkere leerlingen jaarlijks de complexiteit van de teksten moet doen toenemen en dat het verlagen van de complexiteit van de teksten niet ten koste mag gaan van de helderheid van die teksten. Ik herinner mij dat op een gegeven moment de teksten op VMBO- en MBO-niveau volgens een aantal leraren moeilijker lees- en leerbaar werden doordat de schrijvers doorsloegen in het verlagen van de complexiteit van de teksten. Wellicht kunnen andere forumleden (Hinke?) dit illustreren.

  9. leesstrategieën
    Ik ben ook helemaal geen expert maar ervaar het onderwijs als ouder van twee kinderen in het voortgezet speciaal onderwijs (een kind in VWO 4 en een in VMBO-KB/TL 2). Ik kan een heel eind met u meegaan: al te veel zogenaamd “maatwerk” heeft het gevaar in zich van een spiraal naar beneden, ook voor de betreffende leerling, doordat de “norm” uit het oog wordt verloren. Er zijn mogelijkheden om de nadruk te leggen op het klassikaal lesgeven en toch te zorgen dat (bijna) iedereen aansluiting houdt, als ik onderwijsgek goed begrijp. Het is echter niet acceptabel als leerlingen voor wat betreft hun intellectuele ontwikkeling worden opgegeven door docent of school. Ik zou graag zien dat voor iedere leerling de lat hoog wordt gelegd. Daar wil ik als ouder ook aan bijdragen, zoals begeleiding geven met het huiswerk bijvoorbeeld. De inzet van “de lat hoog” wordt echter in ieder geval in het speciaal onderwijs niet door alle onderwijsgevenden gedeeld.

    Het stuk van Adams vind ik erg inspirerend. Ik ben van plan (nog) meer en ook wat veeleisender teksten te gaan voorlezen en (proberen) daarover in gesprek te gaan, met name met mijn VMBO-kind.

Reacties zijn gesloten.