Particuliere school niet gewenst?

Particuliere school niet gewenst?

Dat er particuliere basisscholen worden gesticht, was deze week nieuws. En terecht want anders dan bijvoorbeeld de Luzac scholen in het voortgezet onderwijs zijn deze niet in de eerste plaats ‘diploma-gericht’. Het gaat op deze scholen om inhoud en kwaliteit van het onderwijs die, zoals ook in het buitenland gebruikelijk is, wordt gerelateerd aan klassegrootte, aan het aantal lessen en aan het niveau van de leerkrachten.
In NRC Handelsblad werd mevr Kervezee, voorzitter van de raad voor primair onderwijs, de P.O. Raad, om commentaar gevraagd. Overigens, kan iemand mij vertellen wat dat voor raad is en wie deze mevrouw – anders dan zichzelf – vertegenwoordigt?
Maar goed, wat daar ook van zij, deze Kate Kervezee vond het initiatief ‘niet nodig, niet dringend en niet wenselijk’.
Weliswaar onderschrijft zij de huidige zorg over de kwaliteit van het basisonderwijs maar ‘het is absoluut niet zo dat dit soort scholen nodig is omdat er niet meer genoeg goede scholen in Nederland zouden zijn.’
Maar ja, zij gaat er niet over of dergelijke scholen wel of niet gesticht worden in ons land. De schoolkeuze heeft de kenmerken van een markt gekregen, daar is de overheid zelf debet aan. Als zou blijken dat deze nieuwe scholen hun beloften niet kunnen waar maken, als ze niet meer bieden dan andere scholen, zal de belangstelling vanzelf minder worden.
Maar als de malaise in het ‘gewone’ onderwijs voortduurt, met (te) grote klassen, slecht opgeleide leerkrachten, uitval van lessen enz. zal de markt voor particulier onderwijs zeker groeien.
Het Kamerlid van Dijk ( SP) heeft uit bezorgdheid vragen gesteld over de nieuwe scholen omdat ‘privéscholen met kleine klassen en intensieve begeleiding’ niet toegankelijk zijn voor ouders met een laag inkomen.’
Tja, dat is wat de Engelsen een double-barreled compliment noemen, enerzijds positief voor het particulier onderwijs – kleine klassen en intensieve begeleiding – wie zou dat niet willen, anderzijds lijkt het erop dat hij tégen dit onderwijs is omdat het niet voor iedereen bereikbaar is.
Maar ja, particulier onderwijs is natuurlijk geen gemeenschapsvoorziening. Ouders die ontevreden zijn over het door de overheid bekostigde onderwijs – waaraan ze meebetalen – kiezen om hun moverende redenen voor ander onderwijs, zoals er ook mensen zijn die hun kinderen naar een school in België laten gaan.
Nederlandse ‘beleidsmakers’ kunnen dat wel ‘niet wenselijk’ vinden en aanvoeren dat uit PISA-onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van ons onderwijs prima is, maar er is geen gedwongen nering op deze markt.

Cornelis Verhage

41 Reacties

  1. PO raad en Kete Kervezee
    Er is op dit forum al het nodige over gezegd. Een Google (zie kader rechtsboven) levert het volgende resultaat.

    In het kort: de PO raad is net zo iets als de VO raad, de MBO raad en de HBO raad. Organisaties van schoolbesturen, en vaak gesprekspartner van het ministerie.

    De PO raad is relatief kort opgericht en Kete Kervezee is de eerste voorzitter daarvan.

    Daarvoor was zij o.a. hoofd van de onderwijs-inspectie en directeur van een lerarenopleiding.

    Haar opmerkingen zijn in lijn met haar belang (ik neem niet aan dat de nieuwe basisschool zich bij de PO raad zal aansluiten, als dat al mogelijk zou zijn) en in lijn met het gelijkheidsjuk dat al decennia op de schouders van het onderwijs wordt gedrukt.
    Alsof de meneer Ford gevraagd wordt of het niet zinvol is dat Volkswagen ook auto’s gaat maken. Nou zegt meneer Ford, onze auto’s zijn erg goed en de klanten hebben ruime keuze in kleuren (zolang het maar zwart is) en modellen.

    Jasper van Dijk spreekt vanuit de socialistische uitgangspunten van zijn partij en dat is het niet kwalijk te nemen (al ben ik een andere mening toegedaan)

  2. Wel gedwongen winkelnering; geld is afgepakt door overheid
    Er is geen gedwongen nering voor de rijken maar wel voor Jan Modaal. Hij moet belasting betalen voor onderwijs dat geheel geregisseerd wordt door de ”Bende van Vier” waarvan mevrouw Kervezee een lid is. Dat gaat in tegen de geest van de grondwet die bepaalt dat de overheid de deugdelijkheid van het onderwijs bepaalt aan de hand van de leerstof en de resultaten en dat maatschappelijke organisaties elk voor zich mogen bepalen HOE de onder hen ressorterende school aan die eisen zal voldoen. De “bende van vier” bepaalt nu in feite de invulling van alle 3 verantwoordelijkheden. Jan Modaal kan niet meer kiezen omdat al het geld dat zij voor goed onderwijs aan voor het onderwijs aan hun kinderen hadden willen gebruiken bij de kongsi terecht komt die door het viertal aangevoerd wordt. Voor Jan modaal is het hard om te moeten betalen voor iets dat hij helemaal niet wil hebben. Maar voor Maria Submodaal is het meestal nog erger dat haar kinderen goed onderwijs wordt ontzegd.Seger Weehuizen

  3. Het is al vele malen gezegd….
    …dat de huidige staat van ons onderwijs van een zodanige bedroevende kwaliteit is, dat er vanzelf initiatieven zullen komen om het heft in eigen handen te nemen. Et voilà.
    Nederlandse ‘beleidsmakers’ kunnen dat wel ‘niet wenselijk’ vinden en aanvoeren dat uit PISA-onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van ons onderwijs prima is, maar dat gelooft niemand meer en deze reactie was te verwachten.
    En Jasper van Dijk valt me tegen, wanneer hij als argument tégen met een belegen links-ideologisch argument op de proppen komt….’omdat privéscholen met kleine klassen en intensieve begeleiding niet toegankelijk zijn voor ouders met een laag inkomen.’
    Dat argument telt niet meer, Jasper!
    Neen, dit is de normale gang van zaken, namelijk… ‘wanneer de overheid het niet doet, doen we het zelf.

    • Sorry Hals
      Maar dat laatste zou alles wat we hebben bereikt in Nederland op losse schroeven zetten. Moeten we dan ook maar zelf onze veiligheid in de hand nemen omdat er te weinig politie is ? Moeten we ons ook maar gaan bewapenen en eventueel dit gebruiken ?
      Nee, we moeten blijven strijden voor goed onderwijs. Dit kan alleen door duidelijk van ons laten horen. We hebben nu BON, maar het kan ook tijdens verkiezingen (een signaal afgeven tegen dit onderwijsbeleid) en via acties (maar dan wel via vakbonden die wel voor ons opkomen). Probleem is alleen dat docenten vaak goed kunnen praten en schrijven, maar als puntje bij paaltje komt (stakingen e.d.) laten we het afweten. Zo bereik je nauwelijks iets.
      We moeten de overheid op de (helaas nu droevige) feiten blijven wijzen.

      • Re:Ovation
        Daar ben ik het natuurlijk met je eens en datgene wat je zegt is niet strijdig met wat ik beschrijf, namelijk dat het een normaal mechanisme is dat lacunes van de overheid door particulier initiatief wordt opgevuld.

        • Toevallig
          werk ik op zo’n particuliere school. Nog toevalliger heet deze ook het Luzac.
          Vreemd genoeg heb ik niet de indruk dat deze scholen, i.t.t. gewone scholen, alleen gericht zijn op het diploma halen. Naar mijn idee zijn ‘gewone’ scholen hier juist meer mee bezig aangezien daar een deel van hun inkomsten uit worden ontleend.
          Goed, op het Luzac werkt het als volgt; de leerlingen worden na een kennismakingsgesprek wel/niet aangenomen. Dit hangt af van hun instellingen, evt. eerdere schoolresultaten etc. De notoire raddraaiers worden geweerd. Vervolgens maken alle leerlingen een taaltest, een cognitieve toets en wat meer dingen om allerhande zaken te testen.
          Dan begint het schooljaar. De klassen zijn klein (max. 15 lln) en onbevoegde/onderbevoegde docenten worden niet aangenomen. De leerlingen zijn verplicht om toetsen te herkansen als het resultaat een 5 of lager is. Het idee hierachter is dat lln niet verder kunnen met ‘moeilijker’ stof als ze het voorbije hoofdstuk onvoldoende snappen. Om de lln zo goed mogelijk voor te bereiden hebben docenten de beschikking over steunlesdocenten. Deze steunlesdocenten leggen, wanneer de lln bepaalde lesstof niet begrijpt, nog een keer uit. Zodoende worden lln optimaal klaargestoomd voor toetsen, SE’s etc.

          Historia vitae magistra

      • Sorry Ovattion, no ovation
        Ovattion geeft van 2 zaken een verkeerde voorstelling. Ten eerste kunnen wij nog op andere wijzen strijden dan door veel van ons te laten horen. Ten tweede suggereert Ovattion dat BON een vereniging van docenten is. Het is een vereniging VOOR ALLE personen die willen dat het onderwijs beter wordt dan het nu is. Dat zijn er dus veel meer dan alleen maar de docenten.
        BON moet zich stellen achter de ouders die een deel van hun belastingen terugeisen wegens wanprestatie van de overheid. Anders discrimineert de overheid tussen dubbelmodaal+ en dubbelmodaal ̶ en voert zij vriendjespolitiek. Dat terugvragen is een redelijke eis want niemand gelooft dat de overheid in 3 jaar de puinhoop kan herstellen die zij van het onderwijs heeft gemaakt.
        Seger Weehuizen

        • Niet helemaal Seger
          Mee eens dat er andere mogelijkheden zijn om onze stem te laten horen/te strijden. Ik noemde alleen 2 voor de hand liggende mogelijkheden die zwaarwegend zijn. Helaas komt het niet altijd goed tot uitdrukking.
          Het terugvorderen van belastinggelden vanwege wanprestatie van de overheid, is echter een utopie. Burgers zijn mede verantwoordelijk voor wat men krijgt, zij het in indirecte zin. Verkiezingen bieden burgers de mogelijkheid om een keuze te maken. Helaas zijn teveel burgers ‘aanhangers’ van de gevestigde partijen zoals PvdA en CDA. Je moet dan achteraf niet klagen dat er slecht is gepresteerd. Van o.a. de PvdA weten we nu eenmaal dat zij slecht presteert op het gebied van onderwijs. Trouwens, als we geld zouden kunnen terugvorderen van de overheid, is het eind zoek. Aanhangers van bijv. het competentiegericht onderwijs zouden ook geld kunnen terugvorderen, mocht dit ooit afgeschaft worden (iets wat ik overigens wel hoop, maar dat terzijde).

          (Overigens, met ‘we’ bedoelde ik niet alleen de docenten. Ik bedoel hier een ieder die staat voor kwalitatief goed onderwijs en dat zijn uiteraard niet alleen de docenten (hoop ik)).

          • Ook de VVD is een ‘gevestigde partij’ in onderwijsland
            Ovattion schreef:
            >Helaas zijn teveel burgers ‘aanhangers’ van de gevestigde partijen zoals PvdA en CDA.

            Ik wil hier geen politiek-historische verhandeling aangaan, maar wel benadrukken dat de VVD in de afgelopen vijftig jaar (vanaf het kabinet-De Quay, dat de Mammoetwet aannam) maar liefst 37 jaar regeringsverantwoordelijkheid heeft gedragen (de PvdA in die periode slechts 19 jaar) en steeds aan elke centraal ingevoerde onderwijsvernieuwing (mammoetwet, basisvorming, tweede fase, vmbo) politieke steun heeft verleend.

            Het lijkt me dan ook niet consequent als je de VVD weglaat uit het rijtje ‘gevestigde partijen’.

            In die periode traden op als onderwijsministers, dus als hoofdverantwoordelijken voor het gevoerde onderwijsbeleid:
            – Jo Cals (CDA, 1958-1963)
            – Theo Bot (CDA, 1963-1965)
            – Isaac Diepenhorst (CDA, 1965-1967)
            – Gerard Veringa (CDA, 1967-1971)
            – Chris van Veen (CDA, 1971-1973)
            – Jos van Kemenade (PvdA, 1973-1977 en 1981-1982)
            – Arie Pais (VVD, 1977-1981)
            – Wim Deetman (CDA, 1982-1989)
            – Jo Ritzen (PvdA, 1989-1998)
            – Loek Hermans (VVD, 1998-2002)
            – Maria van der Hoeven (CDA, 2002-2007)

            Resultaat: 7 onderwijsministers van CDA-huize, 2 van VVD-huize en 2 van PvdA-huize. VVD-er Pais was verantwoordelijk voor de invoering van de tweefasenstructuur, VVD-er Hermans voor de invoering van het vmbo. VVD-staatssecretaris Ginjaar-Maas was grotendeels verantwoordelijk voor de basisvorming en later als voorzitter van de stuurgroep tweede fase.

            Ook in dit opzicht is het dus raar om te suggereren dat de rol van de VVD marginaal is geweest.

            Ik hecht hier aan omdat verkeerde probleemanalyses leiden tot verkeerde oplossingen.

          • Ovattion
            Ik neem aan dat ovattion het CDA en de PvdA speciaal noemde omdat dit de huidige regeringspartijen zijn.

          • Klopt
            Klopt, maar inderdaad, ook de VVD gaat niet helemaal ‘vrij uit’.

            Maar laten we er geen politiek forum van maken. Ik wil alleen benadrukken dat we met name naar de politiek toe (maar zeker ook naar de diverse onderwijsraden) onze stem moeten laten horen, hetzij via BON, hetzij via andere kanalen (bijv. via ‘Leraren in Actie’).
            Belangrijk is om te blijven strijden voor goed onderwijs. BON heeft in ieder geval van zich laten horen met als gevolg dat we geleidelijk aan serieus worden genomen.
            Helaas zijn we er nog niet.

          • Kloos reading
            Mark79 schreef:
            >Ik neem aan dat ovattion het CDA en de PvdA speciaal noemde omdat dit de huidige regeringspartijen zijn.

            Dat zou ik zo niet zeggen. Als ik deze voorbeelden (“zoals PvdA en CDA”) uit de alinea licht, lees ik niets in het tekstedeel “Het terugvorderen (…) maar dat terzijde” dat impliceert dat Ovattion in het bijzonder de huidige regeringspartijen adresseert. Hij schreef een algemene (en inhoudelijk interessante) alinea over waarom burgers geen kans maken door hen in het zadel genoemde regeringen van wanprestatie te betichten en op grond daarvan belastinggeld terug te vorderen. Aan deze gedachtengang van Ovattion is niets dat specifiek onze huidige regering betreft.

            Daarom mocht ik er m.i. van uitgaan dat hij een algemene opsomming van ‘gevestigde partijen’ gaf. Waarin er dus een ontbreekt.

          • Staatssecretarissen…
            Je laat wel even de staatssecretarissen weg, Wallage, Netelenbos….kots!
            Die zorgden voor rampen.
            Plasterk als wetenschapsman zou ook beter moeten weten, maar heeft Van Bijsterveldt ook niet aan een lijntje (competentiegericht onderwijs).
            En het moet even gezegd: Van Kemenade gaf opdracht het gymnasium af te schaffen.
            Moet op zijn grafsteen gebeiteld worden.

          • Hak en tak
            Hoe zouden de genoemde PvdA-staatssecretarissen hebben moeten passen in mijn betoog, dat als conclusie heeft dat de VVD de status van ‘gevestigde partij’ verdient?

            Interessant, de stelling dat Van Kemenade de opdracht gaf het gymnasium af te schaffen. Waar staat dat?

            En ruim je even je eigen kots op? Het wordt hier anders zo’n glibberboel.

          • Van horen zeggen van horen roepen
            Het kan me niet schelen of hij het naar verluidt ‘weg WILDE’. Persoonlijke drijfveren en opvattingen zijn gemakkelijk aan te wrijven, moeilijk te bewijzen. Jij beweert echter iets feitelijks, namelijk dat Van Kemenade “opdracht gaf het gymnasium af te schaffen”. In de bewijsvoering voor deze stelling schiet je schromelijk tekort. Ik verwerp daarom vooralsnog de stelling.

            Van Kemenade heeft geen enkele grootscheepse onderwijsvernieuwing ingevoerd c.q. centraal opgelegd en geen enkel schooltype verboden.

            Ik daag eenieder uit de onjuistheid van deze stelling aan te tonen. Met alfa-, beta- of gamma-middelen.

            Nee, ik heb niks met Van Kemenade. Wel heb ik iets met de waarheid.

          • Van Kemenade: Middenschool voor iedereen…
            Van kemenade bracht in 1975 samen met de staatssecretarissen Veerman en Klein de Nota ‘Contouren van een toekomstig onderwijsbeleid’ (de zgn. Contourennota) uit. Daarin wordt onder meer de invoering van een basis- en middenschool voorgesteld. De nota is bedoeld als discussiestuk over het onderwijs in de komende 25 jaar. Na commentaren uit het onderwijsveld moet een tweede versie verschijnen. Het voorgestelde onderwijsstelsel gaat uit van een basisschool voor vier- tot twaalfjarigen, gevolgd door een vierjarige middenschool. Daarna volgt een bovenschool met een twee-, drie- of vierjarige opleiding. Dit kan voorbereidend onderwijs zijn voor het wetenschappelijk onderwijs of hoger-beroepsonderwijs of diverse vormen van voortgezet beroepsonderwijs.
            Diende in 1982 samen met staatssecretaris Deetman de Nota ‘Verder na de basisschool’ in over de eerste drie jaar van het voortgezette basisonderwijs (middenschool). Deze vorm van vervolgonderwijs na de basisschool geldt voor iedereen en moet drie jaar duren en kan in bepaalde gevallen met een jaar worden verlengd. In een tweede fase kan worden gekozen uit beroepsonderwijs, algemeen onderwijs en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.

          • Zei ik het niet? (grin, grin)
            Dat is ongetwijfeld allemaal waar, maar het bewijst op geen enkele manier dat Van Kemenade opdracht gaf het gymnasium af te schaffen, zoals beweerd; noch ontkracht het mijn stelling dat Van Kemenade geen enkele onderwijsvernieuwing van bovenaf oplegde en geen enkel schooltype heeft verboden.

            Als beleidsmaker stond het Van Kemenade uiteraard vrij om ideeën en opvattingen met het scholenveld en met andere betrokkenen te bespreken. Andere ministers, van welke politieke kleur dan ook, deden daarin voor hem niet onder. Maar nota’s schrijven, verspreiden en bespreken is iets heel anders dan beleid van bovenaf doorvoeren en schooltypen verbieden.

            Kortom, ik vrees dat er nog geen aanleiding is om jou gelijk te geven. Ook al zou ik dat nog zo graag willen 🙂

          • Hoe zat het ook al weer
            met de opvattingen bij bepaalde politieke en onderwijskundige partijen dat de vKemenade voorstellen alleen een goede kans zouden maken als alle mogelijke sluipwegen, b.v. via het gymnasium, werden geblokkeerd? Ik kan me niet herinneren dat vK zich daar ooit tegen heeft verzet. Maatschappijvernieuwing loopt natuurlijk paralllel met onderwijsvernieuwling.

          • Nog een poging…
            Hans Wansink:President-curator van de WBS was indertijd niemand minder dan Jos van Kemenade, de man van de middenschool. Hij verzocht mij dringend om toch maar het gymnasium op te heffen (!) (de gymnasiumnijd was toen erg virulent in de PvdA).

          • Weer mis
            Hoe taxeer je zelf de kansen van deze poging, Hals?

            Wansink (journalist die de Telegraaf een ‘kwaliteitskrant’ noemt, waarvan de lezers volgens hem ‘van Wim Kok hielden’) schrijft dat hij in 1992, vijftien jaar na het einde van Van Kemenaders vierjarig onderwijsministerschap, voor de Wiardi Beckmanstichting een nota schreef, en dat Van Kemenade hem – zegt Wansink – zou hebben gevraagd in die nota het idee voor te stellen het gymnasium op te heffen, een verzoek dat Wansink niet honoreerde, hetgeen voor Van Kemenade geen probleem bleek.

            Kortom, ruim na zijn ministerschap wisselt van Kemenade – naar verluidt – binnen zijn partij een idee uit over opheffing van de gymnasia – en jij stelt dat gelijk aan dat Van Kemenade als minister ‘opdracht gaf om het gymnasium af te schaffen’?

            Poging mislukt.

            Misschien is het nu tijd om gezamenlijk vast te stellen dat Van Kemenade nimmer opdracht gaf om het gymnasium af te schaffen. En passant zou je in die grootmoedige bui dan ook kunnen toegeven dat Van Kemenade nimmer een grootscheepse onderwijsvernieuwing van bovenaf heeft opgelegd.

            Maar ik blijf openstaan voor feitelijke en controleerbare tegenargumenten.

          • Papieren wereld of de echte wereld
            Het is een aardige en scherpe discussie hier. En ik denk dat je (Couzijn) wel gelijk zal hebben dat vK als minister geen feitelijke opdrachten heeft gegeven in de richting van opheffen van een gymnasium. Maar je weet natuurlijk net zo goed als ik dat dat in werkelijkheid nauwelijks relevant is. De feitelijk opdrachten zijn slechts een deel van wat er gebeurt. Met dezelfde regels en wetten hun je heel veel kanten uit. Je kunt besluiten tot extra subsidies of die juist afhouden, je kunt bij de verschillende gremia je voorkeuren kenbaar maken, suggereren dat het profijtelijk is om overeenkomstig die voorkeuren te handelen, je kunt positieve en negatieve druk uitoefenen op duizenden manieren. vK’s pleidooi voor middenschool en de voorkeur van zijn politieke beweging voor de ultieme gelijkheid, de afkeur van zogenaamde elite. Het zijn allemaal omstandigheden die me er toe brengen te denken dat vK ongetwijfeld zijn invloed zal hebben gebruikt om het gym af te schaffen. Dat hij daar feitelijk geen openbare maatregelen voor zou hebben getroffen kan wezen, maar is voor het beoordelen van de situatie alleen academisch van belang.

          • Poging mislukt?
            Het is nu tijd om gezamenlijk vast te stellen dat Van Kemenade nimmer officieel opdracht gaf om het gymnasium af te schaffen; maar dat zijn Contourennota, de middenschoolexperimenten, de nlo’s en het ministeriële benoemingsbeleid daar wel bijna toe hebben geleid.

          • Nou, ik ben benieuwd…
            Je neemt nu wel een héél grote bewijslast op je schouders, hendrikush. Maar ga je gang! 🙂

            Het snelste en gemakkelijkste is het wellicht om te starten bij dat ‘hebben er bijna toe geleid’. Op welk moment heeft het voortbestaan van de gymnasia *feitelijk* aan een zijden draadje gehangen? Waaruit blijkt dat?

            Want als dat blijkt mee te vallen, hoeven we voor die vermeende en dus verworpen gebeurtenis niet die vier verklaringen afzonderlijk te taxeren.

          • Inzake gymnasium/middenschool
            Wanneer de middenschool realiteit was geworden had elke leerling 3 jaar lang een eenheids-VO gehad. In die eenheidsworst hadden zeker geen klassieke talen gezeten. Hoe moet je dan als gymnasium die 3 verloren jaren inhalen? Het lijkt me duidelijk dat als van Kemenade zijn zin had gekregen, het gymnasium impliciet de nek om was gedraaid. Wat valt hier aan te bewijzen?

          • Nou Couzijn,….
            Volgens mij heb je die tijd (Van Kemenade) niet meegemaakt.
            Ik hoor de protesterende gymnasia nog in mijn oren natuiten

          • Een bewijs
            is voor vermeende gebeurtenissen nooit te leveren. Een omkering van de argumentatie laat dat zien: Uiteraard was het de bedoeling van vK om de gymnasia te stimuleren door middel van de Contourennota, de nieuwe lerarenopleidingen, het benoemingsbeleid op zijn ministerie, … Als oud-gymnasiast was het uiteraard zijn verborgen bedoeling om de gymnasia daarmee tot grote bloei te brengen. De huidige groei toont dat immers aan.

          • Van Kemenade Heeft mij eens
            Van Kemenade Heeft mij eens bijna van mijn fiets gereden (waar gebeurd, wat een ondergang voor een oprechte BONner), dat wil niet zeggen dat het ook mans doel was om mij te beschadigen. Zat het wellicht ook zo met zijn relatie tot het gym?

          • Een beetje huiswerk
            Maar hoe zouden de onderwijshervormers die in de jaren zeventig in het kielzog van minister Jos van Kemenade ten strijde trokken tegen het elitaire gymnasium, zich eigenlijk voelen?
            Ter opfrissing: de jaren zeventig waren de jaren van de middenschool. Leerlingen in het voortgezet onderwijs moesten zo lang mogelijk bij elkaar in de klas blijven. De theorie die daaraan ten grondslag lag, was dat lagere milieus zich zo aan hogere konden optrekken. Schoolprestaties zijn immers ook een kwestie van culturele bagage, van een zekere style de vie. En het mooie van de theorie was: de betere leerlingen zouden er geen enkel nadeel van ondervinden.
            Dat in deze schoolstrijd de giftigste pijlen op de gymnasia werden afgevuurd, wekt geen verbazing. Die hadden het imago van rijkeluisschooltjes. Was het geen veeg teken dat de gymnasia zich in de jaren zestig als enige hadden verzet tegen de Mammoetwet, die het ontstaan van brede scholengemeenschappen bevorderde? Kennelijk hadden ze daar op het Barlaeus en het Vossius iets te verbergen. Het gymnasium kon beter worden opgedoekt.
            *Lees verder…, zie ook *bronpagina*, ga naar 2001: Ons soort kinderen, nr 12, opinie Gymnasium.

            En ook Van Kemenade tijdens de hoorzitting: En er waren mensen die vonden dat dat ten koste zou gaan van traditionele opleidingen, met name het gymnasium, hetgeen overigens niet het geval is. Als je dat goed doet, hoeft dat helemaal niet. *lees verder…*, blz. 13.

          • Klompen en centenschool…
            Goed gedaan, adios.
            Nu kan iedereen het zelf lezen. Een aanrader voor wie nog niet bekeerd is.
            Over klompen en centenschool, dat kinderen op twaalf nog niet kunnen kiezen, over wél kunnen kiezen leidt tot sociale ongelijkheid…en vooral ook : Klassikaal onderwijs is inefficiënt en passé en natuurlijk de andere landen hebben ook de middenschool, dus wij willen ook.
            Verder draait je maag om bij zoveel gefrustreerde linkse prietpraat en natuurlijk verstoppertje spelen achter onderzoeken en rapporten.
            Kots!

          • Een beetje huiswerk betekent bij mij…
            …een opdracht. Dus geen *complimentjes*, s.v.p. 😉
            Wat vind je van Van Kemenades opmerking: …dat dat ten koste zou gaan van traditionele opleidingen, met name het gymnasium, hetgeen overigens niet het geval is. Als je dat goed doet, hoeft dat helemaal niet ?

          • Re:Wat vind je van Van Kemenades opmerking…
            Daar zegt hij helaas verder niets over, met andere woorden de bekende dooddoener….’Als je dat goed doet, hoeft dat helemaal niet’.
            Leugens! Hij wist dat daar geen plaats meer voor zou zijn. dat paste immers niet binnen zijn plaatje.
            Want het gymnasium was elitair. Hij dacht helemaal niet aan die (gymnasium)kinderen, die ook hard moeten werken. Hij dacht alleen maar aan zijn klompen- en centenschool en de frustratie die hij daarvan had overgehouden.
            Nou ik zal je dit vertellen: juist in die kleine klompendorpjes was een goede middelbare school en ook het gymnasium – als je dat kon – een prachtig perspectief om uit de prut te komen. Ik ken daar legio voorbeelden van. Wat denk je: op het streekgymnasium waar ik op zat, zaten juist veel kinderen uit boerengezinnen, en die lazen Dante in het Italiaans, terwijl ik op mijn Latijn of Grieks nog zat te ploeteren.
            En wat niet kunnen kiezen op je twaalfde? Ik was dolblij eindelijk naar een school te kunnen waar je eindelijk wat te doen had!
            Als je zijn Contourennota (boven) leest, lees je dat er voor het gymnasium geen ruimte meer was.
            Het ergste was echter dat rijp en groen, welwillend en niet willend, gemotiveerd en ongemotiveerd, niet capabel en wel capabel, asociaal en welopgevoed, nog drie of vier jaar langer bij elkaar in één klas gedumpt werden. Dat zou ten koste gaan van iedereen.
            De protesten waren niet van de lucht, en die kwamen dus uit het onderwijs en dat wist Van kemenade dondersgoed, maar hij ontkende dat eenvoudig, sloot zijn ogen en oren en deed waar hij zin in had.
            Ik weet nog de protesten uit het onderwijsveld en vooral ook van de gymnasia, die met ‘de dood werden bedreigd’.
            Het lijkt nu een wassen neus, maar het was het begin van de teloorgang van ons onderwijsstelsel. Vervolgens kwamen Wallage, later Netelenbos en anderen…., de onrust is nooit meer weggegaan.

          • Marchons, marchons
            Natuurlijk is het ondenkbaar dat de regering geld gaat uitbetalen aan ouders die menen dat hun kinderen slecht onderwijs gehad hebben. Maar het gaat om een gevoel waarvan de mensen doordrongen moeten worden en waarop de regering antwoord moet geven. In de woorden van Margareth Thatcher, de Iron Lady van GB: ´”We are not asking the Community or anyone else for money. We are simply asking to have our own money back”. De regering heft gefaald en nu moeten ouders en leraren een eerlijke kans krijgen om zelf goed onderwijs op te zetten. De regering bepaalt WAT leerlingen van een bepaald type onderwijs na afloop moeten kennen en kunnen en bemoeit zich helemaal niet meer met het HOE. Alleen KASSA bij gunstig resultaat en anders niet. Win-Win-situatie: No cure no payen bij succes verdwijnt de hele onderwijskongsie uit de staatsbegroting.
            Wat BON betreft komt mijn wens er op neer dat BON er mogelijk een doe-aktiviteit bij krijgt. Als Thatcher’s woorden aanslaan moeten er in het hele land en vooral in Den Haag protesten georganiseerd worden waaraan ook veel ouders moeten meedoen. Impliciet zou BON daarmee te kennen geven dat zij de regering niet in staat acht om zelf snel voor BETER ONDERWIJS te zorgen.
            Seger Weehuizen

          • ‘Wat’ vs. ‘hoe’ ligt niet zo simpel
            Hoewel het verstandig is een onderscheid tussen ‘wat’ en ‘hoe’ aan te houden, ook in de verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheid en scholen, is een strikte scheiding te simplistisch.

            Zo’n strikte scheiding gaat uit van een bepaald terugkoppelingsprincipe: pas als scholen onvoldoende resultaten blijken te boeken, legt de overheid sancties op. Dat kan een financiële sanctie zijn, maar dan is het risico dat je bevordert wat je juist wilt voorkomen: het verder afglijden van de school. Het kan ook een ingreep in de autonomie van de school zijn: maatregelen van buitenaf die het ‘hoe’ betreffen. Dan zit de overheid dus toch met z’n vinger in andermans pap te roeren. En als het toch mis blijft gaan, sluit de overheid de tent, en kinderen en leraren moeten hun heil dan elders zoeken.

            Het risico van zo’n strikte scheiding met feedback-loop zit in de ‘collateral damage’. De feedback werkt bij de gratie van benadeelde leerlingen. Als de schade pas na het examen blijkt, is er voor veel leerlingen (en leraren) al niks meer te redden.

            Neem de verkeersregels. De overheid kan best al die akelige verkeersregels intrekken, en vervolgens alleen op kruispunten met veel slachtoffers ingrijpen. Daar komt dan een stoplicht, er geldt alleen daar een snelheidsbeperking, en na tientallen slachtoffers gooien we het kruispunt dicht. Gaat het een tijdje goed, dan heffen we de veiligheidsvoorzieningen weer op. Ad infinitum.

            Stel dat ziekenhuizen de vrijheid krijgen zonder protocollen, bevoegde artsen en verplegers, en zonder voorschriften m.b.t. de deugdelijkheid van apparatuur en hygiëne te werken. De overheid reageert alleen als het aantal sterfgevallen en de opnameduur de pan uit swingt. Komt er in die ziekenhuizen een ‘gezonder’ evenwicht tussen output en investeringen? Worden de patiënten er beter van?

            Het onverkort vasthouden aan bevoegdheidseisen heeft niks te maken met het ‘wat’, maar alles met het ‘hoe’. Toch moet de overheid toezien op die eis.

          • Ook Wansink vindt dat overheid moet toezien op het ‘hoe’
            Als toevoeging een citaat uit de vandaag geciteerde tekst van Hans Wansink (zie deze draad, verwijzing bij Van Kemenade):

            “Meer autonomie betekende in mijn ogen wel een betere controle. De inspectie moest vroegtijdig durven ingrijpen. Niet naar het schoolwerkplan kijken, maar naar de ‘performance’ van de school, inclusief zaken als lesuitval, ziekteverzuim, spijbelen, criminaliteit en financieel beheer. Een slechte school moest wat mij betreft gewoon worden gesloten. Ik schreef:’Per slot van rekening zijn de leerlingen de dupe van het camoufleren van gebreken.”

            Wansink ziet een evenwicht tussen enerzijds autonomie voor leraar en school, en anderzijds verantwoording. Geef je een school c.q. de leraren veel autonomie (het ‘hoe’), dan reken je ze af op hun resultaten: de verantwoording. Ontneem je school en leraren hun autonomie (voorgeschreven leerplannen, leermiddelen, toetsen, didactiek) dan is het resultaat meer je eigen verantwoordelijkheid en is er minder verantwoording van ‘eigen keuzes’ nodig of zinvol.

            Ook Wansink, die de scheiding tussen ‘wat’ en ‘hoe’ voorstaat, ziet dus een rol voor de overheid weggelegd als het gaat om kernkwaliteiten van het onderwijsproces (het ‘hoe’). Hij noemt een aantal aspectne daarvan, waarvan ’toezicht op de bevoegdheid van docenten’ helaas schittert door afwezigheid.

          • aan Couzijn
            Het is niet nodig, b.v. in het VWO, te wachten op het eindexamen voordat je weet of de school er wat van gebakken heeft. Na 2 jaar staatsexamen onderbouw, weer 2 jaar later staatsexamen middenbouw en ten slotte het toelatingsexamen tot de universiteiten. Dat tiërceert de responsietijd en dat is één van de manieren om bijschade te verminderen.
            Een schoolorganisatie die weet dat hun school bij onderpresteren gesloten zal worden zal fanatieker proberen aan de eisen te voldoen. Leraren moeten dan wel duidelijk voor één bepaalde school aangesteld zijn zodat ze bij het sluiten daarvan hun baan verliezen. Zo vermindert het aantal slecht presterende scholen en daarmee de kans op bijschade.
            Een hier niet genoemd probleem is de toelatingsprocedure. Om te voorkomen dat een school twijfelgevalleerlingen niet toelaat moet er -net als bij de universiteiten m.b.t. de financiering- souplesse betracht worden bij het euvel duiden van veel zittenblijvers in het eerste leerjaar.
            Financiële straffen kunnen het voor een school extra moeilijk maken om haar resultaten te verbeteren. Die moeten dus niet gegeven worden. In een twijfelgeval kan het besluit tot wel of niet sluiten opschorten.
            Seger Weehuizen

          • (reacties verwisseld)
            Of een school veel lesuitval, ziekteverzuim, spijbelen of criminaliteit kent en of de directie een financieel wanbeleid voert is eigenlijk niet zo interessant zo lang als de leerlingen goede prestaties leveren. Dit is natuurlijk een van realiteit gespeende opmerking. Daarom moet de schoolleiding wel over de machtsmiddelen beschikken om bij dergelijke malheurs in te grijpen.
            Ik weet niet of “je” in “meer je eigen verantwoordelijkheid” slaat op de individuele leraar tegenover het collectief of op de leerling in een situatie van strak geplande lesstof. Ik ga uit van het eerste: In het geval van autonomie van de leraren moet ook de autonomie van de individuele leraar groot zijn. Weer “Koning in eigen koninkrijk”. Onder resultaatscontrole bij grote autonomie versta ik de evaluatie resultaten die de leerlingen bij een staatsexamen halen
            Ik zie geen bezwaar als een school in de verwachting daarbij een goede keus te maken een onbevoegd docent aanstelt. Dit onderwerp heeft weer een theoretisch karakter. We mogen er immers van uitgaan dat een bevoegd docent in het algemeen beter is en het risico dat de school gesloten wordt……
            Seger Weehuizen

          • Geld kun je wel terughalen bij de school (wegens nalatigheid)
            Malmaison schreef:
            >Natuurlijk is het ondenkbaar dat de regering geld gaat uitbetalen aan ouders die menen dat
            >hun kinderen slecht onderwijs gehad hebben.

            Even in herinnering brengen: een Amsterdamse ouder werd in 1998 via de rechter in het gelijk gesteld (ook in hoger beroep) bij haar claim tot schadevergoeding door een basisschool wegens wanprestatie. De moeder was Karina Schaapman (nu PvdA-kamerlid), de school een Montessori-basisschool die zoon Schaapman zulk beroerd onderwijs had geboden, dat hij slechts via kostbare bijlessen op een passend kennisniveau kon worden gebracht. Aldus de rechter.

            Dat is nog geen rechtstreekse vergoeding door de overheid, toegegeven. Maar van wie betrekt de Montessori-basisschool de inkomsten? Juist. Uiteindelijk kunnen wij, belastingbetalers, dubbel betalen voor deze leerling, louter omdat de school zijn werk niet deed. Geen nalatige leraar en geen nalatig schoolbestuurder heeft er een boterham minder om gegeten.

            Het is dus al praktisch mogelijk dat ouders (school)geld terugvorderen en noodzakelijk gemaakte kosten declareren, louter als de school bewijsbaar in gebreke blijft. Op openbare scholen (met de gemeentelijke overheid als verantwoordelijke) ligt dat simpeler dan op bijzondere scholen (met particuliere instellingen als verantwoordelijken).

          • politici zijn onschendbaar
            Bij “dat de regering geld gaat uitbetalen aan ouders die menen dat
            hun kinderen slecht onderwijs gehad hebben” dacht ik aan uitvindingen zoals basisvorming, studiehuis en HOS-soares. Op deze website heb ik waar ter zake immer ouders, leerlingen en leraren en hun organisaties aangespoord om naar de rechter te stappen. Mijn gevoel zegt mij dat er veel kansen gemist zijn. Onder gebruikte kansen versta ik ook processen waarbij de klager in het ongelijk gesteld wordt. Wanneer zo’n proces in de media verslagen wordt levert dat een grote aandacht voor het onderwerp op.
            Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.