Open brief aan mevr. de staatsecretaris

Geachte mevrouw de staatsecretaresse,

U krijgt het wel voor uw kiezen, laat u even uw tanden zien en uw hele kamer, samen met onderwijzend Nederland, rolt over u heen. Uw uitspraak over de middelmaat heeft kwaad bloed gezet, evenals uw stellige stelling dat er harder gewerkt moet worden in het onderwijs.
Wat betreft uw eerste uitspraak, over de middelmaat, die is jammer genoeg niet door u bedacht. Enkele maanden geleden heeft uw grote leider JéPé deze stelling al te vuur en te zwaar verdedigd in universitaire kringen. Hij maakte er zelfs gewag van op een spreekbeurt voor studenten, dit in het bijzijn van onze vorstin. Dat niemand zich aangesproken voelde, onze koningin viel zelfs in slaap tijdens de vurige rede, is misleidend geweest.
Ik vermoed dat hier de reden te zoeken is waarom u het aandurfde deze uitspraak te herhalen tijdens het debat in de vaste kamercommissie over de uren-norm.

Een en ander is natuurlijk kunnen gebeuren door uw weinige ervaring in het politieke ambt van staatsecretaresse. Ondanks deze tekortkoming, durf ik het aan u te steunen wat betreft uw oordeel over de middelmaat. Ikzelf geef les in een school die bestuurd wordt door een middelmatige ex-politicus, hij heeft het geschopt tot een middelmatige burgemeester van een middelmatig grote gemeente. In de vijf jaar dat hij als bestuurder op mijn school de scepter zwaait heeft hij dan ook een aantal excellente scholen laten fuseren, tot een middelgroot instituut overbleef. Na de fusiegolf heeft hij, middels een drietal reorganisaties, puike docenten vervangen door middelmatige instructeurs. Onze school scoort landelijk nu ook in de onderste regionen van de middelmaat, maar dat vindt hij heel goed, immers we voelen ons omringd door middelmatige soortgenoten. De competenties rekenen en boekhouden beheerst hij ook maar middelmatig, de kas klopt nooit, hij heeft altijd geld te kort, lokalen te weinig en docenten te veel.

Één van zijn beste vrienden is de hoofdbestuurder van de VO-raad. Ook een beetje een middelmatige bestuurder, wat te verwachten is van een ex-medewerker van een onderwijs-advies-orgaan die opviel door het schrijven, samen met twee collega’s, van het boekje “het coachen van leerlingen”. Het is een middelmatig dik boekje geworden van och arme zeventig blaadjes, gelukkig zit er een dikke kaft omheen, daardoor lijkt het nog wat. Inderdaad mevrouw de staatsecretaresse, de middelmaat regeert in onderwijsland en zoals u weet, de waarheid kan soms kwetsend zijn.

Wat betreft het harder werken door de leerlingen. Hier moet ik u jammer genoeg terechtwijzen. Er wordt door onze leerlingen, scholieren en studenten hard, ja zelfs keihard gewerkt. Wat denkt u van al die studenten die minimaal drie dagen in de week hun beste beentje voorzetten in de horeca. Nu is het nog een beetje slappe tijd, maar straks als de eerste zonnestralen de terrasstoeltjes naar buiten jaagt, zal er volop gepresteerd moeten worden. Tot in de late uurtjes.
Wat vindt u van al de deelnemers in het middelbaar beroepsonderwijs die minimaal twee dagen in de week werkzaam zijn op hun stageadres, zonder daar ook maar enige vergoeding voor te vangen. Op hun ingeroosterde vrije dag werken ze keihard in verschillende takken van onze industrie, zij zetten zich met al hun kunnen in, op al die plekken waar het nu zo moeilijk is om ongeschoolde jongelui in te zetten omdat deze te druk zijn met reïntegratie projecten. Hebt u dan nog nooit gehoord dat onze scholieren ’s ochtends, ten behoeve van wakker Nederland, nog voor de haan heeft gekraaid en de zon met haar eerste stralen het hemelgewelf verlicht, hun krantenwijkjes lopen. Na schooltijd rekenen zowat alle supermarkten in Nederland op hun komst. De vakken moeten gevuld, de lege flessen gesorteerd en de vrachtwagens uitgeladen. Zelfs tijdens de vrije dagen voorafgaand het centraal examen zie ik hier in de buurt, rijen scholieren, dag in dag uit, zij aan zij, op het land, door de modder kruipen, in weer en wind. De consument wil zijn ijsbergsla op het bord en die moet wel nog met de hand gesneden worden, daar zorgen deze jonge mensen voor.

Hebt u dan geen weet van de inspanningen die onze allerkleinste landgenoten zich getroosten. Elk jaar weer wordt er op hun een beroep gedaan om van deur tot deur te leuren en te zeuren met kinderpostzegels, loten van jantje beton of knuffels voor de schoolmusical.

Het spijt me zeer mevrouw de staatsecretaresse, wat betreft dat harder werken, slaat u de plank helemaal mis, hier maakt u echt een uitglijder van formaat, ziet u het verkeerd of bent u niet goed voorgelicht.

Bij dezen wens ik u veel sterkte met uw strijd tegen de middelmaat.

Vriendelijke groet,

Sjeekspier

6 Reacties

  1. Bravo!
    Alweer een knap, raak en geestig geschreven verhaal. Ik heb er niets aan toe te voegen en al helemaal niets tegen in te werpen. BRAVO!
    Seger Weehuizen

    • Inderdaad
      Tot een jaar geleden kocht ik aan het begin van de kerstvakantie een paar Nederlandse weekbladen. Die zijn dan dubbeldik voor de prijs van één; je bent Nederlander of je bent het niet.
      Die kerstnummers zijn helemaal volgepakt met columns en als je ze uit hebt ken je alle columnisten die in Nederland de pen voeren. Spuugzat word je van al die ikke-ikke-meninkjes. De een heeft kanker, een ander is vrouw en allemaal hebben ze een of ander onnozel wijsheidje in pacht.
      Dankzij deze exercities kan ik het eens zijn met Seger en met de poster die hier niet zo lang geleden opmerkte dat BON met Sjeekspier de beste columnist van Nederland in huis heeft.
      Ik sla ze op en bewaar ze.

      Willem Smit

  2. Kleiner Mann, Was nun?
    Een kennis drukte mij recentelijk een glossy tijdschriftje in de hand met –hoe zou het voor zo’n glimmend tijdschrift ook anders kunnen- de Engelse naam City Live. Onmiddellijk viel mij de foto op van de man die onlangs nog geridderd is omdat hij alle middelbare scholen in Venlo en nabije omgeving onder één enkel bestuur bracht om zo de “concurrentienadelen weg te nemen”. Hij was het die het begrip “de gelijkwaardigheid” van ll introduceerde en hij wilde dat alle ll onafhankelijk van het schooltype of hun sociale afkomst, op weg naar hun eigen afdeling met les op hun eigen niveau , door één deur hun “campus” zouden binnengaan. Dat hij als onverbeterlijk voorstander van de basisvorming geprobeerd heeft deze niveauverschillen af te breken vermeldt CL nergens. Voor hem was de school een plaats waar je moest leren samenleven. Ook ik wilde mijn kinderen naar school sturen om te leren. Ik dacht daarbij aan een akademische ambiance met echte wiskunde, talen en literatuur en aardrijkskunde en geschiedenis. Het Gymnasium was vroeger hoger onderwijs dus hoopte ik voor mijn kinderen op een echte Gymnasiale opleiding met veel grammatica en de meetkunde van de Griek Euklides. Tot mijn grote verbazing viel echter het opzoeken van een trein in een spoorboekje voortaan onder wiskundeonderwijs en mijn verzoek om echt wiskundeonderwijs vond geen gehoor. Over wiskunde werd in het glossy tijdschrift zelfs helemaal niet gesproken
    Het onderwijs moest zijn introversie, gekenmerkt door puur kennisoverdracht overwinnen. Ik dacht altijd dat die introversie nodig was om een hoog niveau van abstractie te kunnen bereiken. Nu moesten mijn kinderen ruim 10 jaar voor hun doct.ex. al bedenken hoe ze hun kennis zouden kunnen toepassen. De Venlose campussen mochten wel van elkaar verschilden maar niet op gebieden die ik belangrijk vond. De geridderde man bleek juist de concurrentievoordelen te hebben weggehaald en ik mompelde tegen mezelf: Kleiner Mann, was nun?

    • Dat zie je helemaal verkeerd
      Seger, je bent echt een ouderwetse man. Lees nou toch eens wat deze nieuwe onderwijsgoeroe allemaal voor moois in petto heeft:

      “De volgende stap is dat een onderwijsgemeenschap niet op eigen houtje beleid gaat verzinnen. Het is Lambriks’ stellige overtuiging dat het van wezenlijk belang is om te luisteren naar wat ouders, gemeentebesturen en bedrijfsleven over het onderwijs te vertellen hebben: ‘Het onderwijs heeft
      van oudsher de neiging introvert te zijn en bezig te zijn met puur kennisoverdracht. Maar het is toch wel handig om te bedenken waar de leerlingen hun kennis moeten toepassen.

      En trouwens, bij Gilde Opleidingen (in dezelfde streek) kunnen ze er ook wat van:

      “Het onderwijs is sterk in beweging. Waren studenten vroeger vooral bezig met kennisvergaring,
      vandaag de dag staat het leren van competenties centraal. Werkgevers zoeken op de eerste plaats medewerkers die goed kunnen communiceren, sociaal vaardig zijn en met anderen kunnen samenwerken.
      Daarnaast is vakmanschap uiteraard ook noodzakelijk.”

      Beide citaten komen uit de digitale versie van City Life.

      • Daarnaast
        “Werkgevers zoeken op de eerste plaats medewerkers die goed kunnen communiceren, sociaal vaardig zijn en met anderen kunnen samenwerken.
        Daarnaast is vakmanschap uiteraard ook noodzakelijk.”

        En daar bedoelen ze Polen mee

Reacties zijn gesloten.