Woordenschat

Waarschijnlijk ben ik niet de enige die heel erg tobt met de woordenschat van mijn leerlingen. Dit probleem is overigens nauw gerelateerd aan een abominabele algemene ontwikkeling. In mijn (laag niveau en multiculturele) klas maakte ik onder anderen mee:
– dat men het woord ‘lapje’ (voor het oog) niet kende
– dat het woord ‘buitenstaander’ op geen enkele manier geplaatst kon worden
– dat men bij ‘de beroemde schilder Rembrandt’ aan een huisschilder dacht
Het gaat hier dan gewoon om letterlijke betekenissen en niet om uitdrukkingen (een punthoofd krijgen??????)

Helaas merk ik dat deze problemen lang niet alleen voor de allochtonen spelen. Ook Nederlanders hebben dat. Wie heeft hier ervaring mee? Wat doen jullie eraan? Het is een groot probleem bij het begrijpen van vakteksten en instructieteksten.

Ik ben steeds meer geneigd om (in de beroepsopleiding!) wekelijks een lijstje te geven met woorden die ze moeten leren. Het probleem is dat het onbegonnen werk lijkt. Daarnaast lijken mijn lijstjes volledig willekeurig.

Wie heeft meer voorbeelden? Wie kent remedies?

17 Reacties

  1. Is willekeurig erg dan?
    Ik vind het een uitstekend idee Hinke. Wekelijks een lijstje. Woorden en idioom. Ik weet net van een logische ordening die de voorkeur zou moeten hebben boven een “toevallig” lijstje. Elk woord is er eentje en woord voor woord kom je verder.

    Ik heb nooit aan de doelgroep lesgegeven, dus ik weet niet of het werkt, maar ikzelf zou er ook een wedstrijdje van maken: kunnen de leerlingen zelf van die woorden vinden die (sommige) anderen niet kennen. Misschien een woord dat ze van de TV hebben gehoord of ergens hebben gelezen. Misschien kunnen ze bij andere lessen van dergelijke woorden proberen te vinden.
    Ach ik verzin ook maar wat, voornamelijk uit onkunde natuurlijk.

    • Autochtone VMBO-T leerlingen
      Autochtone VMBO-T leerlingen kennen ook veel woorden niet die regelmatig in hun leerboeken voorkomen. (bijv. Motiveer, beredeneer e.d.) Handig om dit ook schoolbreed aan te pakken.

      • En wat dacht u van HBO-ers
        Die niet weten wat “tevens” betekent, of “belendend” (als in “het belendende perceel”) of “à” (als in “2 kilo à € 3,00”) of “nevengeschikt” of “allengs” of “semantisch” of “” ……

    • Ik ben…
      .. als aanvulling op het gebrekkige niveau dat op school wordt aangeboden mijn kinderen regelmatig spreekwoorden en gezegden aan het toelichten. Zo hadden we het laatst over “de vuile was buitenhangen” .Met hypermoderne wasmachines en droogtrommels kan niemand zich daar iets bij voorstellen. Waarom zou iemand vuile was buiten hangen? Totdat… de wasmachine stukgaat en er drastisch bezuinigd moet worden op het aanbieden van vuil wasgoed. Niet alles hoeft elke dag gewassen.Luchten buiten kan ook! Behalve echt vuil goed natuurlijk, want anders… hangen we de vuile was buiten.
      Zo kwamen ze op een praktische manier achter de betekenis van dit gezegde. En zo zijn er meer. Engelsen betrekken vaker het lichaam bij gezegden, “on the other hand”. Wij zeggen: aan de andere kant.
      Ik moet wel erbij zeggen dat 12,13 jarigen hier nog wel in voor zijn, zijn ze eenmaal 16 dan boeit het echt niet meer.

      • lagereschoolherinneringen
        Ergens op zolder ligt nog een schriftje uit volgens mij de 6e klas lagere school. We kregen regelmatig een velletje met 9 getekende uitdrukkingen/gezegdes/spreekwoorden. Uitknippen, inplakken en het juiste spreekwoord/etc erbij zoeken. Vervolgens werd ook de betekenis erbij gezet.
        Het zou nu nog als naslagwerk kunnen dienen.

        • Toen ik in de middenbouw les gaf
          mocht dagelijks een andere leerling een spreekwoord uitzoeken uit het spreekwoordenboek en het op bord schrijven. De vijfdegroepers schreven het over met de betekenis erachter. Na een week gingen ze elkaar de spreekwoorden overhoren en mochten ze ze bij mij komen oplezen en uitleggen.

          • Echt leuk idee!
            Goed idee Fritzi! Ze zullen elkaar zeker op die manier gestimuleerd hebben.
            Ik bedoelde juist de gewone woorden die leerlingen niet kennen (dus niet persé de uitdrukkingen). Daar zouden leerlijsten van moeten zijn. Ik ga eens zoeken bij de NT2 methodes.

          • Moeilijke woorden
            ’t Is al eens in een andere “discussie” hier ter sprake gekomen, maar ik gebruik in de les expres moeilijke woorden. Vaak gevolgd door een synoniem dat ze wel kennen (hoop ik).

          • Die zijn er
            voor groep 8 en de brugklas (inderdaad NT2-materiaal). Af en toe naar een nieuwsuitzending kijken, woorden laten opschrijven en opzoeken en nog eens kijken, ter afwisseling.

          • woordenschat
            Welkom bij de club. Maar, waarom opnieuw het wiel uitvinden als daar al heel veel over bekend is en er mensen zijn die daar nu juist verstand van hebben.
            Wij kennen dat woordenschatprobleem al heel lang. We hadden daarvoor eerst het posterproject (schooltaalwoorden). Maar dt werkte niet.
            Wij worden nu op school begeleid door een leuke vrouw die kennis van zaken heeft. Zij heeft samen met een clubje docenten een taalbeleidsplan gemaakt. We zijn geinformeerd over het verschil tussen gewone taal, schooltaal, instructietaal en vaktaal. Er is verteld hoe we daar het beste mee om kunnen gaan. Heel interessant. Want door het gebrek aan kennis van vaak heel alledaagse woorden, begrijpen leerlingen de teksten in de schoolboeken niet. Willekeurig lijstjes maken is precies wat je niet moet doen. Je moet juist heel goed kijken welke woorden leerlingen moeten kennen om de stof te begrijpen. Aan die woorden moet je extra aandacht schenken.
            Ik kan het aanraden om mensen van buiten te halen die echt weten waar ze het over hebben en je kunnen aanraden hoe je daar het beste mee om kunt gaan.

  2. De gesel erover
    Een journalist die schrijft “DSB neemt oude gesel in dienst” moet voor straf ook meedoen in je klas.

  3. De meest eenvoudige vragen worden fout beantwoord,
    ..omdat ze een nederlands woord niet kennen.
    Er zijn ook nog andere problemen: op Kunstgeschiedenisopleidingen loopt het leren spaak, omdat de studenten de Bijbel niet meer kennen. U weet, de kunstgeschiedenis zit vol met Bijbelse thema’s.
    De Bijbel even op de boekenlijst zetten, schijnt niet te werken.

    • Eenvoudig op te lossen
      Er bestaan woordenboeken over de Bijbel en allerlei andere naslagwerken, op papier en op internet.

  4. Geen lagere school gehad?
    Dit probleem vind ik erg verwant aan het niet kunnen rekenen. Het gaat er steeds meer op lijken dat de lagere school, CITO of geen CITO, leerlingen aflevert die qua intellectuele bagage nog lang niet van die lagere school af hadden gemogen.
    Elke ontvangende school zou in klas 1 meteen een analyse van de ernst van die problemen moeten maken. Daarna moet het bijspijkerplan zo gauw mogelijk aanvangen, bijvoorbeeld het regelmatig uitbreiden van de woordenschat. De basisschool moet een rapportje krijgen van de tekortpunten van de beteffende leerling, met een verzoek om toelichting.
    En eigenlijk zou elke VO-school, van VMBO t/m Gymnasium, een toelatingsexamen moeten kunnen invoeren. Weliswaar landelijk afgestemd, zodat er geen absurde eisen kunnen worden gesteld, maar toch een toelatingsexamen.
    Voor kinderen van 12 tot 15 die qua kennis nog op de basisschool horen, zou een of andere vorm van remediaal onderwijs moeten worden aangeboden op een daarvoor bestemde school.

    • hinken
      Geachte S. Stevin,

      je hinkt nu op 2 gedachten: toelaten en bijspijkeren enerzijds en terugsturen of lager inscholen anderzijds. Dit in aansluiting op resp. een analyse en een toelatingsexamen. Als je het eerste doet leg je de reparatienota op het bordje van de vervolgschool, in het tweede geval bij de afleverende school of betaalt de leerling de rekening in onderscholing of leeromweg. Een duivels dilemma. Dat in het eerste geval de smaad in de vorm van een rapportje op de goede plek komt is een schrale troost.

      • Re Duivels Dilemma: valt mee
        Ik weet niet of zo’n toelatingsexamen op een school wel mag. Maar onderscholing zal daar m.i. niet het gevolg van zijn (het is juist de oorzaak van het instellen van dat examen); wel eventueel een (korte) leeromweg. Het resultaat is vooral dat de leerlingen van het juiste niveau op de juiste plaats komen.
        Ik hink inderdaad op twee gedachten, omdat velen de gedachte ’toelatingsexamen’ ideologisch besmet achten. Dan moet je toch roeien met de riemen die je hebt.

Reacties zijn gesloten.