Eindexamen en studiekeus in Frankrijk 22

26 juni 2007
TUSSENSTAND VOOR DE VACANTIE
Zelf heb ik tijdens mijn werkzame leven nooit iets met onderwijs te maken gehad. Ik werd er mee geconfronteerd toen onze zonen (Frans opgeleid) voor een completerende studie op hun 22-23ste eventueel naar Nederland zouden gaan. Het is waar dat de systemen slecht aansluiten, in Nederland zouden zij er op achteruit gegaan zijn. Ze zeiden ‘op onze opleiding ontmoeten wij buitenlanders, ze zijn ouder en weten minder’, Nederlanders zitten er nooit tussen, die identificeren zich in theorie met Harvard en Oxford en in de praktijk met God-mag-weten-wat, iets troebels, een Bermuda driehoek waar veel in verdwijnt, vooral als je dat vergelijkt met wat vroeger Rotterdam was voor economen, Leiden voor de juristen, Delft voor de civiele ingenieurs enz., a fortiori vergeleken bij Frankrijk, waar je weet wat voor vlees je in de kuip hebt met een ‘HEC’ of een ‘Polytechnicien’ of met mindere goden met een specifieke praktijk opleiding. Dankzij het Internet kan men zich een betere indruk vormen van de Universitaire wereld in ons Koninkrijk al wordt men daar sikkeneurig van. Aan de welgedekte tafel moet er plaats zijn voor iedereen, zo is ongeveer de norm, al dreigt die tafel onder het gewicht te bezwijken, iedereen moet kunnen delen in de kenniseconomie, wat dat ook moge zijn. En dan, uit het fragiele breukvlak tussen botsende opinies, meningen, invloeden verrijst plotseling een Polderjudas)* aan die tafel die zegt dat andermans Engels zoveel beter is voor de Universiteit. Frans en Duits, sowieso te moeilijk, onze traditie, ‘our history is bunk’. Hoezo geen eigen stem meer? Het is voor een buitenstaander onbegrijpelijk dat zo’n Judas niet uit de tempel wordt gedonderd en dat zijn intelligente disgenoten in Hem een Heiland zien: Ze knielen voor Diens Aanschijn neder, alleen Hij kan ons nog bewaren… Wie protesteert wordt verketterd. Ze hebben zich auto-geproclameerd tot de gezalfden van de samenleving, voor wie iedereen moet wijken… Ach, Napoléon wist het al, het volk heeft afgoden nodig, als je er een paar weghaalt dan vindt het nieuwe uit, wel rottig als je daar het slachtoffer van bent, zoals nu een hele generatie, vooral de jongens.

Vernieuwende diversiteit kan alleen maar goed zijn als dat met heldere argumenten kan worden getoetst. Helaas gaat het hier om een geloofsartikel, uit de lucht geplukt, nergens op gebaseerd, geen intellectuele onderbouwing, verpakt in modieuze hype, gelardeerd met de waan van de dag en opgeblazen met de hufterigheid dat ‘onze taal goed is voor de arbeiders, maar niet voor ons’. We slaan een etappe over, we doen alles in het Engels, wij staan nu op gelijke hoogte met Oxford en Harvard, wij, de denkmeesters, zijn wereldberoemd geworden in de eigen parochie. Ze voelen niet aan dat bij het na-apen de sublieme dimensie van het origineel grotendeels verdwijnt… Zo is het toch? Ik probeer in mijn blog uit te leggen dat Frankrijk een eigen génie heeft, noem het maar een nationale graal, waarin men zich kan ontplooien, waar de hemel onbegrensd is. Het kan niet plompverloren in een ander land gekwakt worden, zoals Nederland zijn ‘American Vertigo’ belijdt. Ieder land heeft zoiets, ook Nederland op zijn manier. Nu worden alle problemen, onze uitstraling, onze identiteit onder het tapijt geveegd. We hebben weliswaar nauwelijks enige buitenlandse ervaring, maar er is toch niemand die dat weet. Leest U het rapport van Prof. Dr. A.M.L. van Wieringen (Onderwijs Raad), de gezwollen taal, de Ayatollah-toon, het gebrek aan twijfel, de manier waarop het Frans en het Duits in de pot worden gegooid met het Turks en het Arabisch. En zovele andere teksten, rectores magnifici (schrijf ik dat goed?) voorop, die kritiekloos worden gerelayeerd door de politiek en de pers.

Talenkennis was vroeger de roem van het land, de troost van de intellectueel, de kracht van de zakenman, een uitdaging voor de leerling, een persoonlijk verrijking, de vervulling van iets ongrijpbaars (althans zo voel ik dat aan). ‘Un obstacle valorisant’ zeggen de Fransen. Engels is belangrijk en moet goed grammaticaal onderwezen worden, men moet zeer, zeer zeker geen genoegen nemen met een TOEFL560 niveau, ook bij de bèta’s niet en al helemaal niet op de Universiteit. Zo’n TOEFL560 niveau is goed genoeg in de evolutieve all-English-sfeer van een op prestatie gerichte Amerikaanse universiteit, waar men alleen via een selectie komt. Maar wat moet men denken van de waarde van bijvoorbeeld een Joetrechtse Masterdegree, waar men volgens het Bologna akkoord 2 jaar over zou moeten doen en die men afraffelt in 9 maanden met een gelegenheids publiek die het Engels amper beheerst, want daar komt TOEFL560 op neer? Vindt er een serieuze selectie plaats? Of staat de deur wagenwijd open voor de 2e, 3e, 4e keus kneusjes en gefrustreerden die in Noord Amerika en in Engeland niet aan de bak zijn gekomen? Als je goed genoeg bent voor een Mastergraad, dan ben je toch intelligent genoeg om je linguïstisch aan te passen al was Frans of Italiaans? Het kost misschien een half jaar, maar het is toch ook een grote persoonlijke verrijking? Zo gaat dat in Frankrijk. Zo was het vroeger bij mijn Professor Tinbergen. Het is toch belachelijk ‘dat zo weinig studenten met het reisburo Erasmus naar Frankrijk gaan, omdat daar het aanbod van Engelstalige mastercursussen zo gering is’? Wie heeft nog zin Nederlandse letteren te studeren als de decaan, neerlandicus, als ‘dean’ naar status graait, zoals dat in Leyden het geval schijnt te zijn?

Frankrijk heeft geen panacee voor dit soort problemen. Dit land is heel pleizierig voor de beste 20% die de ‘mérite républicain’ vertegenwoordigen. Dat de ‘grandes écoles’ de laatste 60 jaar zo belangrijk zijn geworden is mede te danken aan het feit dat zoveel Universiteiten Marxistische bolwerken waren. Zo’n linkse kerk is net zo onaantrekkelijk als de ‘American vertigo’, waar de Nederlandse universiteiten aan lijden. Toch wel mysterieus zo’n collectieve bewustzijnsvernauwing… Hier hebben ze nog keus en uitwijkmogelijkheden. En in Nederland? Ik denk niet dat men een goed systeeem op kan bouwen zonder wat nationale trots, eergevoel (oh, honours!), hiërarchisering door selectie, waardering van de traditie. Zolang dat schuttingwoorden zijn, blijft het aanmodderen. Ons Koninkrijk verdient iets veel beters dan holle retoriek over ‘excellence’, internationalisering, kenniseconomie voor iedereen enz. en de klungelige maatregelen die daar uit voortvloeien.

)* Gecopiëerd uit de Franse verkiezingsstrijd: het was al erg genoeg dat een Hoge Socialistische Piet, nota bene de enige uit de particuliere sector, als een Judas bij Sarkozy aan de dis schoof, maar dat was nog reden om in hem de Messias te zien. Een beetje grof, dat wel.