Gelden de BON-uitgangspunten onverkort voor het beroepsonderwijs?

Graag zou ik reacties krijgen van anderen. Alle reacties zijn welkom, maar vooral mensen met ervaring in VMBO en MBO nodig ik uit mee te discussieren. Centrale vraag is: Zijn de uitgangspunten van de BON (zie rechtsboven de startpagina van deze website) onverkort toe te passen op het beroepsonderwijs?
Zelf denk ik dat er voor de leerlingen in het (V)MBO aanvullingen nodig zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan:
– meer faciliteiten (uren) om in te gaan op leerbelemmerende sociale omstandigheden, contacten met hulpverleners, politie en justitite
– kleine teams formeren om elke klas goed te kunnen leren kennen (vakkennis dus iets minder belangrijk). Maximaal 3-4 leraren per klas
– ook voor minder briljante leerlingen heeft het onderwijs als doel het onderste uit de kan te halen voor wat betreft kennis en vaardigheden
– specifiek voor MBO: begeleiden tot en met een baan (dus niet tot en met het diploma)

Dit lijstje is voor aanvulling vatbaar en ik ben benieuwd wat er uit komt.

8 Reacties

  1. Ja zeker, BON is zeker voor het beroepsonderwijs
    Ja, BON is ook voor het beroepsonderwijs. Ik heb er zelf in gewerkt in zowel VMBO als MBO om mijn promotie te financieren. Heerlijke kinderen uit het LWOO. Andere werkgevers snapten niet dat ik les kon geven aan het LWOO. Mijn collega’s van het LWOO hadden een soort parels voor de zwijnen houding toen ik vertelde met Kerst dat ik “The Journey of the Magi” van T.S. Eliot aan de klassen had voorgelezen. Dat kunnen ze niet apprecieren, zeiden mijn collega’s. Weet u wat mijn leerlingen tegen mij zei, “Wilt u meer lezen, juf, wij vinden het zo mooi hoe u leest.” Gedichten “apprecieren” hoeft niet alleen op wetenschappelijk of binnen het salonachtige niveau. Het is beleid om mensen uit zogenaamde sociale achterstandklassen (of is het soms kaste in dit land?) het museum in te trekken, maar het is “not done” om dat binnen de schoolmuren te doen. Kultuur is toch van ons allemaal?

    Ik heb zelf met Ad Verbrugge afgesproken om onder mijn oud collega’s mensen te werven.

    Als u contact met mij wil, ik ben nu bezig om na mijn promotie 2 stichtingen op te zetten voor het onderwijs en Ad heeft steun van BON via de website toegezegd, dan wil ik met u praten over wat ik met Ad heb besproken voor het beroepsonderwijs in Nederland.

  2. Mee eens..
    Ik werk in de hulpverlening (jeugd, adolescenten) en een korte lijn met scholen (mentoren) is erg nuttig, dat blijkt ook uit de literatuur. Niet om elkaars werk over te nemen, maar wel om zaken kort te sluiten en af te stemmen. Soms werkt het goed om een spreekuur op school te houden.
    Er zijn teveel zorgen en problemen rond de jeugd (en ouders) dat we het ons kunnen permitteren om elkaar niet goed te kennen en van elkaar ‘gebruik’ te maken. Al vind ik ook; de school, een opleiding, is geen opvoed- of hulpverleningsinstituut en moet dat ook niet worden.

    • Ja, kort lijnen! En een bericht voor Hinke
      Helemaal mee eens, korte lijnen. Een goed gesprek kan soms wonderen verrichten, of iemand gewoon dat duwtje geven.

      Hinke, met alle respect, het is een tijd geleden maar je noemde het niveau van je leerlingen laag en dat het probleemjongeren waren.

      Dat zijn waardeoordelen, die horen niet in het onderwijs.

      Zou jij de hele dag willen zitten op een plek waar mensen zo over je dachten? Dat is niet school, dat is een gevangenisstraf uitzitten.

      • nou ja zeg!
        En ik laat me niet kapittelen door een juf die zelf al een veilig plekje buiten/boven het onderwijs heeft gekozen. Hoe durf jij mijn klas te vergelijken met een gevangenis en mijn lessen met een gevangenisstraf. Ik ben hierover echt boos.
        Ik probeer zo kort mogelijk te omschrijven over welke jongeren ik ongeveer praat en heb op geen enkele manier de bedoeling om daar beoordelingen aan vast te knopen.

        • Beth Sweens
          Gaan we persoonlijk worden, sorry dat is voor moddergooiende politici, mensen
          die een debat voeren horen dat niet te doen. Ik ben net als Ad Verbrugge via de KU Leuven aan
          het promoveren omdat dat beter is voor mijzelf en mijn promotor naar Leuven ging o.a. uit protest
          over o.a. hoe ik werd behandeld. In Nederland moest ik dat zelf financieren door te werken, 4 jaar
          lang. Bent u van mening dat ik niet het recht heb om mijn onderzoek te doen in de meest gunstige
          omstandigheden voor mijzelf dan moet u zich serieus afvragen in hoeverre u het maaiveld
          vertegenwoordigt.

          En om kort te zijn en met een waardeoordeel maak je mensen klein. Ik ben trots om juf genoemd te worden. Zeg het maar alsjeblieft nog een keer. Net zoals mijn LWOO en MBO leerlingen die ik nog steeds
          vrijwillig coach. Ik ben nog steeds heel actief in het onderwijs omdat het mij om mijn hart gaat het
          lot van alle kinderen en omdat ik niet een ivorentoren geleerde ben, want ik geloof dat het ivorentoren
          een gift is, niet een recht, en vooral intellectuelen terug moeten geven aan de maatschappijen
          die hun groot hebben gebracht.

          Zie volgend bericht, er mochten maar 2000 karakters….

          • Graag weer terug naar de vraag
            Je merkt terecht op dat we elkaar hier niet moeten beoordelen……………. Ik maak er dus geen woorden meer aan vuil.
            Daarom graag een reactie op het onderwerp van deze discussie.

      • Waarde-oordelen…..
        Dankzij de ‘vernieuwers’ in (en vooral: buiten) het onderwijs komen heel wat bijzondere opinies op ons af. Maar deze van Beth Sweens mag er ook zijn. In een reactie op een eerdere post van Hinke Douma meldt ze dat ‘waarde-oordelen niet in het onderwijs thuis horen’. Ze zegt dat naar aanleiding van constateringen over ‘laag niveau’ en ‘probleemjongeren’. Die kwalificaties zouden waardeoordelen zijn.
        Om een bekende columnist te citeren: ….tsja.
        Waar die waardeoordelen dan wél thuis horen blijft buiten haar wetenschappelijke (en vast buitengewoon waardenvrije) gezichtsveld. Iedereen in het vmbo en mbo heeft te maken met een in omvang wisselende maar zeer aanwezige categorie ‘probleemleerlingen’: problematische schoolachtergrond, zwak sociaal milieu, ongezonde leefstijl, (semi-)crimineel ‘verleden’, last (gehad) van mishandeling, zij het thuis, zij het dankzij loverboys, last van een identiteitsprobleem omdat ze tussen twee culturen zijn gevallen, soms het een, soms het ander, soms alles tegelijk. Dat is voor de leerlingen zelf al lastig genoeg, want ze willen eigenlijk allemaal dolgraag vooruit, zelf een plekje onder de zon verdienen en op een beter of ‘hoger’ (!) niveau komen. Er wordt daaraan door ongelooflijk veel mensen in het onderwijs met hart & ziel met deze jongens en meiden gewerkt. Die hebben geen behoefte aan studeerkamergeleerden, die uitmaken of en hoe wij de feiten uit onze dagelijkse praktijk wel of niet mogen benoemen. Dat we de dingen gewoon bij hun naam kunnen noemen, dát hoort ook bij Beter Onderwijs.

Reacties zijn gesloten.