Schrijffouten meetellen

Eindelijk een discussie over schrijfonderwijs. Dat schijnt tegenwoordig nauwelijks nog geoefend te worden, terwijl het handschrift toch een afspiegeling is van de geest.
Een helder woordbeeld is een eerste voorwaarde om spellingsfouten te voorkomen. Dat eenvoudige Nederlandse woorden niet goed meer worden gespeld, zal de nieuwe tijd wel zijn, maar heeft ongetwijfeld ook met dat woordbeeld te maken. Want lezen, schrijven en begrijpen zijn één.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de spellingsregels in de brugklas nog wel gekend worden, maar dat dat in de loop van de middelbare school vervaagt.
Als met het schrijven ook de spellingsregels nog eens geoefend worden, zijn we op de goede weg.
Daarom ben ik, tegen de regels in, schrijffouten mee gaan tellen. Tegen de regels in, want toetsen mogen alleen op inhoud beoordeeld worden. Maar het liep de spuigaten uit, vandaar.
Vanzelfsprekend was mijn eerste instructie om netjes óp de regels te schrijven, en met een blauwe pen. Vervolgens heb ik mijn maatregel aangekondigd: vier schrijffouten een hele punt.
Na drie lessen was het met de schrijf- en spellingsfouten voor 95 procent gedaan.

7 Reacties

  1. heisa?
    Ik ben erg benieuwd hoeveel heisa dit beleid je heeft opgeleverd. Ik zou voor mijn eigen situatie nl. de grootste toestanden voorzien met boze ouders en vervolgens een teamleider die je ronduit verbiedt deze fouten nog mee te rekenen.

    En wat doe je met leerlingen met een taalpas, bij wie schrijffouten die “typisch door dyslexie komen” niet meegerekend mogen worden? Reken je bij hen de taalfouten niet fout? Of indien wel: hoe reageer je op klachten van de mentor, remedial teacher en ouders?

    En wat met leerlingen die hun toetsen op een laptop mogen maken omdat ze “door slechte motoriek” (in een artikel las ik laatst dat een slecht handschrift doorgaans minder te maken heeft met slechte motoriek dan met het gewoon niet goed aangeleerd hebben gekregen) niet in staat zijn netjes te schrijven, laat staan op de lijntjes?

    Ik verbeter spelfouten altijd in toetsen, maar meerekenen doe ik niet.

    • Hoeveel heisa….
      Geen heisa tot nog toe.

      Ik doe dit nu een half jaar, met alleen maar positieve resultaten.
      Zowel het handschrift als de spelling is er aanzienlijk op vooruitgegaan.

      Als ze mochten klagen, wat ze niet doen, zal ik ze met de neuzen op de feiten drukken.

      Met dyslexie heb ik eerder afgerekend.
      Als ze komen met hun kaart, zeg ik dat het allemaal vanzelf goedkomt.

    • Een fraai handschrift, ja dan nee….
      Een goed handschrift wordt door de volgende factoren bepaald:

      – Het materiaal waarop je schrijft. Houthoudend papier met kroontjespen is een hele opgave, herinner ik me uit mijn jeugd, en op een whiteboard met een marker is nauwelijks goed te schrijven.
      – Het materiaal waarmee je schrijft. Een potlood schrijft moeilijker dan een pen.
      – De manier waarop je het geleerd hebt. Blokschrift is te traag en komt nooit goed.
      – Voldoende oefening.
      – Concentratie. Doe je je best om mooi te schrijven.
      – Vind je schrijven leuk.
      – Heb je haast of zit je in een trein.
      – Staat er beloning tegenover.
      – Heb je een nieuwe pen van Sinterklaas gekregen. Dan schrijf je ongetwijfeld beter.
      – Al dan niet een goede motoriek. Motorisch gestoorden schrijven bijvoorbaat slechter.
      – Je psychische gesteldheid. Ben je zenuwachtig, heb je een bibberhand of ben je misschien wel psychisch gestoord.
      – Je gezichtsvermogen. Misschien heb je wel een bril nodig of ben je blind.
      – Je humeur. Ben je boos of geïrriteerd.
      – Je leeftijd. Kinderen en bejaarden schrijven bij voorbaat slechter (motoriek).

      En zo zijn er nog een paar, bijvoorbeeld ‘is je inkt op’.
      Maar de belangrijkste is toch wel of je goed hebt leren schrijven en heeft de school er tijd en aandacht aan besteed.

Reacties zijn gesloten.