De PvdA kan niet kiezen

Hilarisch om te lezen dat de PvdA vindt dat “ons onderwijs tot de top-5 van de wereld moet horen”. In een recent verleden kreeg de PvdA als compensatie voor het mislukte experiment met de middenschool de voor alle leerlingen verplichte basisvorming in de schoot geworpen. De voorstanders van de basisvorming zeiden vroom “de basisvorming vergroot het ontwikkelingsniveau van alle 12-15-jarigen. Maar voor leerlingen met VWO-potentie was de basisvorming bagger. Zou de PvdA voor het bereiken van de genoemde doelstelling haar preoccupatie met kinderen die door hun gebrek aan intelligentie of hun sociale afkomst achterblijven laten vallen? Onwaarschijnlijk. Toen in “Brussel” iets positiefs gezegd werd over langer bij elkaar houden van kindern met verschillende potenties verklaarde Plasterk onmiddellijk, als een kip zonder kop, dat hij het daar mee eens was. Met hem op onderwijs kun je er zeker van zijn dat de 10 procent meest begaafde Nederlanders in vergelijking met de hoogste 10 procenten van andere volkeren een heel laag rangnummer zullen krijgen. De PvdA wil het niveau van rekenen en taal waarmee leerlingen de basisschool verlaten verhogen. Ik zou zeggen: startmet de VWO-leerlingen in spe, geef de scholen het oefenmateriaal terug waarmee de leerlingen zich voorbereidden  op het toelatingsexamen HBS/Gymnasium en herstel het toelatingsexamen in ere. Gymnasiasten die vroeger in de eerste klas met Latijn begonnen hadden geen problemen met taal- en rede-kundig ontleden. De PvdA ziet het heil van onderwijs in veel lessen en veel controleren. Niet in hoog (in hun leervak) opgeleide docenten. Het is bekend dat hoogopgeleide docenten cruceaal zijn voor goed onderwijs. Veder is er voor de VWO-ers weinig inspirerend in het onderwijs te beleven als ze les krijgen van leraren die de leerstof zelf nauwelijks begrijpen. Zulke lessen helpen niet om Nedeland bij de top-5 te brengen.

Aanleiding tot bovenstaand verhaal was een kolom van Aleid Truijens met de titel “neem schoolbesturen bevoegdheden af”die vandaag in de Volkkrant verschenen is.

 

8 Reacties

  1. een meesterzet

    Ik bedacht net dat, als het om onderwijs gaat, ook een anarchistische parrtij opgenomen zou kunnen worden in een VVD-PvdA-coalitie. De verwachting is dat er voor het "Hoger Onderwijs" een leenstelsel voor studenten tot stand zal komen. Waarom dat leenstelsel niet uitbreiden tot een leenstelsel voor ouders om hun kinderen een VWO- of een HAVO-diploma te laten halen? Een of ander diploma dat door de universiteiten resp. de HBO-instituten als toelatingsexamen erkend wordt! Scholen voor HAVO en VWO mogen dan lesgeld eisen en de overheid kan dan alle toezicht op deze schooltypes afschaffen. Alleen de staatsexamens blijven gehandhaafd als diploma-optie. Leerlingen kunnen zich zo bij voorbeeld ook goed voorbereiden op een studie aan een Vlaamse of Oostenrijkse universiteit (de Oostenrijkse universiteiten heffen geen collegegeld). Ook bij het sociale leenstelsel van de universiteiten mogen studenten het geleende geld gebruiken om buitenlandse universitaire diploma's te verwerven. Dat wordt alleen maar vergemakkelijkt als je je in Nederland buitenlandse toelatingsexamens mag voorbereiden. Het internationale Baccalaureat wordt dan zeer aantrekkelijk. Met zo'n maatregel disciplineert men in één klap zowel het ht VWO- en HAVO-onderwijs als de HBO-instellingen.

    Seger Weehuizen

  2. Hoezo dan?

    Hoezo 'was de basisvorming voor leerlingen met vwo-potentie bagger', Seger? Nooit wat van gemerkt, in ieder geval niet voor mijn vak. Of leerlingen in de onderbouw van het vwo goed onderwijs dan wel 'bagger' krijgen is, was en blijft afhankelijk van de leraren die dat onderwijs in elkaar draaien. Dat was tussen 1993 en 2006 niet wezenlijk anders dan daarvoor of daarna.

     

    • De basisvorming legde de

      De basisvorming legde de verplichting tot éénzelfde programma zowel wat leermethode als doelstellingen betreft aan alle leerlingen op en bracht zo voor VWO-leerlingen niveaudaling.  Het leren van de moderne vreemde talen m.b.v. grammatica en oefeningen om de grammaticale regels toe te passen werd tegengewerkt. Deze talen moesten op natuurlijke wijze, zoals de moederrtaal, vanuit een context geleerd worden, het opbouwen van een vocabularium werd verwaarloosd en zo snel mogelijk brabbelen in de vreemde taal werd aangemoedigd. De wiskunde werd verder veroneigenlijkt doordat verzamelingen, relaties  en functies uit de algebra verdwenen en vervangen werd door Freudenthalse getallen- en plaatjes-raadseltjes. Het huishoudschoolvak Verzorging en het vak Techniek zonder dat de lessen gestoeld werden op reeds verworven natuurwetenschappen onttrokken lestijd die een zinvolle cognitieve invulling hadden kunnen hebben. Aan aardrijkskundige teksten waren vragen toegevoegd waardoor leerlingen in plaats van eerst de tekst door lezen begonnen met het lezen van de vragen en de antwoorden daarop opzochten in de tekst. Dat is bepaald niet de goede manier om te leren teksten goed te bestuderen. Er was te weinig vrije ruimte om een solide basis voor Grieks en Latijn te leggen. Geen onderdeel van het leerproces maar wel typerend voor het niveau van de opleiding waren de vragen over beroepskeus aan het einde van de basisvorming. Akademische beroepen kwamen daar nauwelijks aan te pas. Men negeerde of een leerling op het VWO zat of op het VMBO. Teksten in boeken waren niet exact en compact maar regelrechte kletsverhalen. In de natuurwetenschappen werd het gebruik van formules teruggedronngen en werden contexten er met de haren bij gesleept.

      Je zegt dat de leraar het verschil uitmaakt maar het lijkt mij moeilijk goede lessen te geven  als de schrijver van het leerboek daar een heel andere voorstelling van heeft dan de docent

       

      • Welnee, Seger

        Hoe kom je daar nu toch bij, Seger? De basisvorming legde helemaal geen verplichting op tot eenzelfde onderwijsprogramma voor al mijn leerlingen. Noch qua leermethode, noch qua doelstellingen. En hoefde voor vwo helemaal niet om deze reden tot een niveaudaling te leiden. Op de havo's en vwo's waarin ik tussen 1989 en 2006 (einde basisvorming) lesgaf, hebben we ons van 'verplichte programma's' nooit een biet hoeven aantrekken. Ze waren er niet eens, die 'verplichte programma's', zelfs als we ze gewild zouden hebben.

         

        Voor de basisvorming werd een lijst kerndoelen opgesteld, die voor alle leerlingen *minimaal* moesten worden behaald. Logisch dat je voor mavo-, havo- en vwo-leerlingen (veel) verder kon gaan in het doelen stellen en prestaties eisen dan voor (toen) lbo/vbo. En dat werd gelukkig ook alom gedaan.

         

        Het leren van vreemde talen met grammatica werd helemaal niet 'tegengewerkt'. De kerndoelen mvt lieten de keuze voor een bepaalde didactiek gelukkig gewoon aan de docent. In de leergangen En, Fa en Du uit de jaren negentig is heel wat grammatica te vinden, hoor. Hooguit kun je zeggen dat *exclusief* op grammatica gericht talenonderwijs werd tegengewerkt, omdat die nu ook voor de taak werd gesteld spreek- en luisteronderwijs te geven in de vreemde taal; een domein dat sommige collega's schromelijk hadden veronachtzaamd, waardoor sommige leerlingen wel être en avoir konden vervoegen en de subjonctief konden herkennen, maar geen zinnig woord Frans konden uitbrengen. En dat laatste is toch jammer..

         

        Goed spreek/luisteronderwijs is een nuttig onderdeel van het onderwijs in vreemde talen. Als de docent daar 'zo snel mogelijk brabbelen' van maakt, ligt dat aan de gemankeerde docent, niet aan de verplichting aan spreek/luisteronderwijs te doen. Talloze collega's bewijzen dat spreek/luisteronderwijs niet hoeft te leiden tot inhoudsloos gebrabbel. Overigens is het staande bij de Berliner Tor opdreunen van het grammaticarijtje "durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang" ook vrij inhoudsloos. Alles heeft zo z'n plaats en tijd.

         

        Je noemt een paar andere modes in de didactiek van wiskunde en aardrijkskunde die ik niet kan herleiden tot de basisvorming. Zo werd het 'eerst vragen lezen, dan pas de tekst induiken', als het al usance was bij aardrijkskunde, zoals je veronderstelt, op geen enkele manier door de wet op de basisvorming verplicht of gepromoot. Ja, ook in de periode basisvorming had het onderwijs last van didactische nieuwlichterij, maar dat moet je wel onderscheiden van wat de basisvorming in feite beoogde en inhield.

         

        Kwamen Grieks en Latijn in het gedrang door de basisvorming? Volgens mij mochten scholen net zozeer eigen uren roosteren voor de klassieke talen voor als na invoering daarvan. Ik ken geen urentabel voor mijn vak uit de wet op de basisvorming. Zou die voor Grieks en Latijn dan wel bestaan hebben? Of raad je daar naar?

         

        Zoals je weet zijn schoolboeken het product van schoolboekschrijvers (niet zelden ervaren leraren), niet van Den Haag. Als er in een boek kletsverhalen staan i.p.v. informatie op academisch niveau, moet je dat de schrijvers toerekenen. De overheid gaf geen richtlijnen uit voor didactisering van de kerndoelen of leerstofdomeinen in boeken. Schrijvers moesten zorgen dat alle kerndoelen behoorlijk aan bod kwamen, dat was alles. Er verschenen de hele basisvorming-periode door schoolboeken op lbo-, mavo-, havo- en vwo-niveau. Dus hoezo negeerde 'men' of een leerling op het vwo zat of op het vmbo?

         

        Gelukkig mochten leraren en secties in de hele basisvorming-periode het schoolboek kiezen dat het beste bij hen en hun leerlingen past, uit een ruim aanbod dat niet door Den Haag werd beperkt of ideologisch gestuurd. Ook op de scholen waar tussen 1993 en 2006 met succes onderwijs werd gegeven, maakten de leraren het verschil. Zoals ze dat ook vandaag de dag nog doen. Gelukkig. 

         

        • In het basiskamp blijven

          Mijn oordeel over de basisvorming, Couzijn, is voortgekomen uit brokken en brokjes informatie die allemaal dezelfde kant op wezen. Veel krantenartikelen, het boek “Steeds minder leren” van de Zelfstandige Gymnasia, het bekijken van de leerboeken en de proefwerken van mijn kinderen, voorbeelden van “leuke” wiskunde-opgaven afkomstig van het IOWO, een voorloper van het FI, de houding van de directie/schoolbestuur, de inaugurale rede van Prof. Keune uit Nijmegen, leervakken die op het VWO niet thuishoorden of waarvoor eerst een basis bij andere vakken gelegd had moeten worden, combinatieklassen HAVO/VWO, telkens verschillende versies  van eenzelfde leergang, aangepast maar niet speciaal geschreven voor de verschillende niveaux, een sprongsgewijze overgang tussen 3 VWO en de bovenbouwvoor, de rare kerndoelen, het ideaal van integratie van vakken  en er zullen mij nog wel een aantal bronnen invallen. Helaas heb ik weinig informatie uit eigen observatie. Ik moet veel vanuit mijn herinnering laten opborrelen of in geschriften terug vinden. Daar zal ik aan werken maar en een volledige antwoord op je vragen zal ik proberen in afleveringen te geven.

           

           Misschien waren er geen verplichte programmata maar wel kerndoelen waaromheen de leerboeken waren geschreven. Ik kan me wel goed voorstellen dat de mate waarin de basisvorming het geven van geavanceerdere vorming belemmerde afhankelijk was van de houding van jouw directie en hun geloof in de basisvorming, Jij lijkt daarmee geluk te hebben gehad. Jullie hoefden je geen biet aan te trekken. Andere leraren hadden daarmee minder geIuk. Ik  meen me te herinneren dat de proefwerken op de onderbouw van de school van mijn kinderen op 2 niveaux waren (HAVO en VWO) maar wel met veel gemeenschappelijke vragen. HAVO en VWO mochten blijkbaar nog niet uit elkaar groeien.

    • Voor mijn vakken; wiskunde en

      Voor mijn vakken; wiskunde en natuurkunde; en op mijn school werd bij de basisvorming "gewoon les" gegeven. Het gebruikelijke programma voldeed ruimschoots voor de papierkraam van de toetsen basisvorming. Zelfs ouders en leerlingen namen die zooi niet serieus en waren blij dat we ons er niet teveel van aantrokken.. 

      • Waren de nieuwe leerboeken

        Waren de nieuwe leerboeken daarbij niet lastig? In elk geval doet het goed te weten dat hoewel de leraren  niet in voldoende mate protesteerden velen van hen wel met overtuiging en resultaat sabotteerden

        • Geen sabotage, maar business as usual

          Goed blijven lesgeven omdat de lessen, de boeken en de toetsen voldoen, is toch geen saboteren?

          Jij wilt steeds maar de gedachte in de lucht houden dat de basisvorming heel andere dingen van docenten vroegen dan ze daarvoor of daarna deden. Is het geen goed nieuws dat dat eigenlijk best meeviel?

          Ik zal het nog wat bonter maken: als ik het me goed herinner, vroeg de basisvorming zoals die door Deetman (CDA) en Ginjaar-Maas (VVD) in elkaar was gedraaid van scholen dat zij hun leerlingen centraal verplichte basisvormingtoetsen afnamen aan het einde van het derde leerjaar; en het was Wallage (PvdA) die na protesten van scholen en leraren besloot deze verplichting uit de wet te halen.

           

Reacties zijn gesloten.