Voorbeeldige trendwijziging in het bedrijfsleven biedt hoop

Het onderwijs en de zorg nemen graag het bedrijfsleven als voorbeeld. Het gevolg is veel managers die van alles moeten plannen en regelen en bedrijfslevenconforme salarissen voor bestuurders. Onderaan wordt bezuinigd en dat betekent in het onderwijs op de leerkrachten. Er is nu weer hoop op verbeteringen in het onderwijs want in het bedrijfleven gelooft men niet meer zo sterk in het nut van managers. Als Ton Venning het in de recente weekeinde-editie van de NRC in zijn artikel Een manager komt nooit alleen het tenminste goed gezien heeft. Niet alleen een manager kost geld maar ook het caravaantje aan hem ondersteunend personeel dat hij meeneemt of aanstelt. Daar slaat de titel van zijn bijdrage op. Wat is er nu in het bedrijfsleven aan het veranderen? Om te beginnen beginnen organisaties vaker bovenin met snoeien in plaats van onderin.Managers moeten hun bovenbazen overtuigen dat ze echt meerwaarde voor hun bedrijf hebben anders vliegen ze er uit. De reden waarom er minder managers nuttig zijn zou zijn dat de mensen op de werkvloer tegenwoordig professioneler! zijn. Hen wordt daarom gevraagd om meer te doen dan in hun functiebeschrijving staat (ik denk niet dat hier bedoeld is meer tijd te werken maar ook verantwoordelijkheid te nemen voor zaken die net buiten de functiebeschrijving vallen). ” Bedrijven worden minder hiërarchisch, en dan is er nog het nieuwe werken: minder mensen op kantoor, meer thuis op de laptop. Zo staat de manager een beetje met lege handen op kantoor.” (Professor Ton Wilthagen, Tilburg). Pikant is dat de besturen in het onderwijs als maar bezig zijn met van de leraren professionals te maken die echter zich steeds meer bij de hun verstrekte onderwijsleest moeten houden en dat de leerlingen wel veel meer met een lap top moeten gaan werken maar dat wel in het schoolgebouw moeten doen. Managers moeten in het bedrijfsleven voortaan zo min mogelijk in de weg staan en het gaat dan om faciliteren. Dat faciliteren dat hadden we zo graag de schoolbestuurders zien doen.

Laten we hopen dat de in het bedrijfsleven bespeurde trends, zoals dat voorheen ook gebeurde, overwaaien naar het Onderwijs. Zonder hoop is het leven zwaarder.

4 Reacties

  1. In het bedrijfsleven gaat je

    In het bedrijfsleven gaat je bedrijf ten onder als je die overbodige managers er niet uitgooit. Maar in het onderwijs blijft je school gewoon bestaan. En het lobbyfront van het Onderwijs-Politiek-Complex (vooral CDA en PvdA, maar in bepaalde mate ook GroenLinks en D66) zal er alles aan doen dat dat zo blijft. 

     

    Rosenmöller wil het onderwijs van de 21-ste eeuw, terwijl het wordt gemanaged, afgeroomd en verziekt door de machthebbers van de 20-ste eeuw.

  2. Dat was mijn conclusie ook.

    Dat was mijn conclusie ook. Maar in het bedrijfsleven gaat een zaak nogal eens over de kop als die te veel geld verspilt. In nutsinstellingen komt men er  jaren later na parlementaire enquetes pas achter dat de boel fout zit. Ondertussen zijn de heren bestuurders al weer afgevloeid. En ze hebben via hun politieke vrienden in het parlement, waar ze zelf nogal eens vandaan komen, de nodige beschermheren die ervoor zorgen dat er niets verandert.

    Er zijn politici die het wel zien, maar die weten dat het hun kop zal kosten als ze aan de bel trekken of de opzet gaan veranderen. Aan de lumpsump mag ook voor de VVD niet getornd worden, want zo houden de liberalen een kleine overheid die geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen en die het kan overlaten aan die vrindjes in de Raden. 

  3. Voorafgaand aan de financiele

    Voorafgaand aan de financiele  crisis in Griekenland waren er twee partijen waarvan altijd één wel en de ander niet regeringsverantwoordelijkheid droeg. Beide zorgden vanwege hun concurrrntiepositie voor een onverantwoord financieel beleid en het was duidelijk dat het land naar een financiele schipbruk gestuurd werd. Toch bleek een koersverandering langs demokratische weg niet mogelijk en bleef slechts door ingrijpen van de EU de schade beperkt en mocht het land een doorstart maken. De Nederlandse politike partijen zoudenmoeten proberen om een Zusammenbruch van het onderwijs te voorkomen maar laten het na omdat dat hen geen politieke winst zou brengen en de onderlinge relaties binnen de partijen zou verstoren. Ik vrees dat we net zoals in Griekenland gebeurd is moeten wachten totdat de boel in elkaar stort. Geen opwekkend idee en boverdien gaat de EU zich dan pas echt goed met ons onderwijs bemoeien.

  4. Er zijn 3 manieren om het

    Er zijn 3 manieren om het onderwijs te saneren. Via parlemantaire oppositie, via buienparlementaire oppositie of afwachten totdat het onderwijs er zo slecht aan toe is dat het gereanimeerd mag worden. Het lijkt er op dat het volgende kabinet een coalitieregering wordt waarin D66 en SP dominant zijn. De SP is best bereid om te saneren en heeft er ook geen behoefte aan om goede leeringen af te remman. Voor meer zeggenschap van de ouders zal zij misschien huiverig zijn omdat laag opgeleide ouders daar het minst van kunnen profiteren. D66 belooft zo veel dingen te veranderen zonder de structuur van het onderwijsstelsel te veranderen dat je haar plannen gerust amorph kunt noemen. Ze wil gewoon niet begrijpen dat in het onderwijs ingrijpende herstelmaatregelen van principieel karakter nodig zijn. Daarom hebben we van D66 in een coalitieregering weinig goeds te verwachten.

    Het bestuur van BON heeft veel leden met een full time baan en heeft geen tijd en energie voor extra inspanningen. Maar zij kan vast nog wel een bestuurscommissie samenstellen die als opdracht heeft met de onderwijsspecialisten van D66 en de SP van gedachten te wisselen over wenselijke hervormingen in het onderwijs en te proberen om wat onderwijs betreft D66 en de SP op één lijn te krijgen. Dan is dat, als het lukt, al vóór de verkiezingen geregeld. Als het niet lukt moet BON zich afvragen of onderwijssanering door de opbouw van een binnen-parlementaire oppositie ùberhaupt mogelijk is.

    De andere weg die BON overblijft is die van de buitenparlementaire oppositie. Dan moet BON zich transformeren in een activistische organisatie.

    De derde weg is afwachten tot het onderwijssysteem instort. Voor dat geval heeft BON al een Deltaplan klaar liggen. Handig, maar jammer van al die ondertussen verdronken kalveren.

Reacties zijn gesloten.