“Onderwijsvernieuwing is opeens geen taboe meer”

Artikel van Maartje Bakker in de Volkskrant”  van 24 juni 2014

“Reconstuctie WRR-rapport (van van Lieshout) onderstreept noodzaak aanpassingen”.

Bussemaker zou niet adequaat reageren op het WRR-rapport van Peter van Lieshout omdat de Commissie Dijsselbloem tot de conclusie gekomen is omdat de politiek de docenten te veel voor de voeten heeft gelopen, omdat de politiek zich hooguit mag bemoeien met WAT geleerd moet worden en zich helemaal niet mag bemoeien HOE geleerd moet worden en omdat Dijsselbloem het onderwijs rust voorschreef. Volgens van Lieshout moet het onderwijs “weg met de industriële aanpak” en overstappen op een op een “dienstverlenende , individuele aanpak” “ZODAT KINDEREN EN VOLWASSENEN MEER LEREN EN BETER OMGAAN MET VERANDERINGEN”. Zouden de volkskrantlezer deze gedachtensprong kunnen maken? Ik niet!

In het met rust gelaten onderwijs zou professionalisering in het onderwijs optreden en het omgekeerde is volgens van Lieshout gebeurd. “In het onderwijs blijft alles bij het oude” en “in de zorg wordt steeds gewerkt met de nieuwste behandelingen”. Of het in de zorg m.b.v telkens de nieuwste behandelingen werken zijn totaliteit beter gaat wordt door velen betwijfeld en is daarom wordt hier geen geloofwaardig voorbeeld gegeven. Vernieuwingen in het onderwijs zijn bovendien ook nog vaak verslechteringen geweest. Is “onderwijsmethode” het aequivalent van behandeling? De leerstof is bij de exacte vakken hoofdzakelijk gericht op het leggen van fundamenten, zoals het begrip mechanisch warmteraequivalent in de Natuurkunde en het invoeren van de grammolecule in de scheikunde. De koolzuurassimilatie in de Biologie is beslist een blijvertje. Zij kunnen in het voorbeeld moeilijk de rol van het aequivalent van behandeingen in de zog zijn.

Bussemaker is geen visionair zeggen sommige insiders. Laten we daar maar blij om zijn.

Het kabinet zou niks doen met het WRR-rapport omdat het volgens Pechtold in een kramp schieten bij de gedachte dat iets doen geld kost. Ik denk dat het eerder omgekeerd is. Het kabinet wil als aflaat voor zonden in het verleden of als vooruitbetaling voor nieuwe zonden in de toekomst extra geld aan het onderwijs uitgeven. Of er goed geld naar kwaad geld gegooid wordt doet er niet toe; het gaat om de intentie.

Paul Rosenmöller zegt dat het onderwijs zelf bezig aan vernieuwing en hij pleit voor veranderingen van onderop. Wat hij pleit lijkt hij helemaal niet uit te voeren maar hij ziet mogelijk wel in dat in uitdrukkingen waarin het onderwijs iets doet duidelijk gemaakt moet worden of het gaat om een initiatief van de werkvloer, een bezigheid op de werkvloer of een bestuursbeleid.

 

Wordt vervolgd

10 Reacties

  1. Wat eigenlijk raar is, is

    Wat eigenlijk raar is, is steeds die vergelijking met industrie, de "industriële aanpak". Wat is er mis met industrie? Ik ben gek op industrie. Industrie is juist wat ons welvarend heeft gemaakt en nog steeds welvarend houdt. Wat zou de dienstensector voorstellen zonder aanwezigheid van industrie? Wat zou de opbrengst van een hectare landbouwgrond zijn zonder door de industrie voortgebrachte landbouwwerktuigen? Singapore, ongeveer net zo rijk als Nederland, wil juist meer industrie binnen zijn grenzen omdat ze alleen van diensten niet kunnen leven. Juist de Amerikaanse en Britse economie leunen zo zwaar op import (en dus leningen/schulden) omdat ze te weinig hoogwaardige concurrerende industrieproducten produceren; hun internationaal werkende dienstensector (banken, verzekeringen, entertainment, reclame etc.) kan dit gebrek niet compenseren: welvaartsdaling is het gevolg.

     

    Niks mis met industrie!

     

    Industrie is goed!

  2. De industrie kunnen we

    De industrie kunnen we inderdaad niet missen. De structuur van de Nederlandse economie zou te eenzijdig en kwetsbaar worden, zo ze het al niet is. Wel is het zo dat in vergelijking met 50  jaar gelden een fabriek er van binnen nu heel anders uitziet. En ook het werken in de haven, waar Paul Rosenmöller zo vol van is, is drastisch veranderd. Maar het blijft industriële en logistieke arbeid en daarom is het gebruik van de terminologie  "industriele aanpak in het onderwijs" zo misleidend, evenals "dienstverlenende, individuele aanpak". De Steve Jobs aanpak?  Er is helemaal geen directe lijn te trekken naar de manier waarop het leren 21ste eeuws vorm zou moeten krijgen, laat staan naar een nieuw menstype.  Het werken in teamverband blijft een belangrijk aspect van het merendeel van de arbeid, waarvoor zoals altijd algemene en vakmatige kennis en vaardigheden nodig zijn.  Niet iedereen kan een innovator zijn en dat is ook helemaal niet wenselijk. Een degelijk basisniveau is voor de meerderheid veel belangrijker. Het MBO moet ook weer meer een echte vakopleiding worden, natuurlijk aangepast aan het huidige technologische peil.  En HBO daarna op een hoger niveau. Vraag het aan ondernemers: wat heb je liever, goede vakmensen of competente rebellen en ik weet het antwoord in de meeste gevallen al. Als politici van links tot rechts, voor wie het WRR rapport kennelijk een soort van bijbel is bij gebrek aan eigen visie, het nu eens in die richting zouden zoeken. 

     

     

  3. Ik ben ook altijd zo benieuwd

    Ik ben ook altijd zo benieuwd hoe onderwijsvernieuwers kinderen beter willen leren omgaan met veranderingen, daarbij ook nog even rekening houdend met een verhouding van 1 docent op pakweg 30 leerlingen. Misschien moeten we leerlingen elk jaar, wat zeg ik, elke drie maanden, naar een andere school sturen. En ze daar steeds weer andere vakken geven, met steeds andere beoordelingsmethoden. En dat ze van te voren niet weten hoe zwaar die beoordelingen meewegen, want alles kan steeds veranderen en daar moet je wel rekening mee leren houden. Ook gaan we steeds veranderen welke vakken voor welke vervolgopleidingen verplicht zijn. En meerdere malen per jaar veranderen we wegingsfactoren die bepalen of je zakt of slaagt voor je eindexamen. We houden ze ook in onzekerheid of er wel een eindexamen komt, wanneer, en voor welke vakken. Alles verandert de hele tijd. Dat is nu eenmaal de 21ste eeuw waarin je moet zien te overleven en succesvol moet kunnen opereren. 21st Century Bootcamp: wie dat doorstaat, kan gewoon helemaal die eeuw aan.

  4. @Em70

    @Em70

    Een vroeg voorbeeld van industriële aanpak was de automobielbouw in de Verenigde Staten. Alle T-fordjes die de lopende band verlieten waren identiek. Maar ook de componenten waaruit zij aan de lopende band werden samengesteld waren identiek. Leerlingen zijn dat niet. Tot zo’n twintig jaar geleden werd het onderwijs vaak geoptimaliseerd door een leraar frontaal les te laten geven in klassen waarin de leerlingen binnen een bepaalde bandbreedte ongeveer hetzelfde waren. Dat systeem werkte redelijk maar bij even intelligente kinderen uit verschillend milieu kwamen de kinderen uit het lagere milieu vaker op een lager schooltype terecht als die uit het hogere milieu. Ook nadat financiële drempels waren opgeheven. De onderwijshervormers menen dat het mogelijk moet zijn alle leerlingen op hun eigen niveau kennis te laten verwerven en daarbij de bandbreedte enorm te vergroten. Omdat ook hen duidelijk is dat een leerlingen-leraren-verhouding van 1 : 1 onbetaalbaar is zouden de leerlingen voortaan individueel-zelfstandig moeten werken. Omdat de interactietijd bij de oude leraar-leerling ratio zo maar enkele minuten per uur zou zijn moet elke leerling gaan werken met een computer en een uitgekookt computerprogramma. Of door van alles op te zoeken kennis en inzicht moeten verwerven op gebieden die hem op dat moment interesseren door de kennis op het internet bij elkaar te sprokkelen. Dat is in feite uitermate industrieel, maar dan modern-industrieel. Of zo’n onderwijssysteem goed werkt valt te betwijfelen en is zeker nog niet in voldoende mate onderzocht. De taak van de leraar vereenvoudigt daarbij omdat hij in die paar minuten toch niet de tekortkomingen van het computergestuurde onderwijs kan compenseren. In het tweede geval moet hij dagboeken doorwerken en beoordelen en wordt hij überfordert door te veel nakijkwerk. De status van de leraar gaat daardoor achteruit en zijn werk wordt onaantrekkelijker. Omdat zijn handelen in protocollen zou worden vastgelegd is hij zelf een soort robot geworden, geprogrammeerd door zijn meerderen en het schoolbestuur. Ook het onderwijs is dan dus naar huidige industriële normen geïndustrialiseerd. Leraren worden goedkoper maar ik geloof niet dat het zo wél voor de leerlingen leuker wordt en mede daarom zal het gemoderniseerde onderwijs floppen. Dat de leerlingen zo wel leren leren, leren samenwerken en zelfstandiger worden geloof ik niet. Ik hoor tot de ouders die hun kinderen alleen maar naar school willen sturen om kennis, vaardigheden en inzicht op te doen en geloof dat zelfs daaraan intensief gebruik van de computer weinig bijdraagt. Als leerlingen op school ook nog een stuk algemene opvoeding zouden moeten krijgen kom je zeker niet om dure leraren heen al zal je aan hen andere eisen moetenstellen dan wanneer het primair om de overdracht van kennis en inzicht gaat.

    De onderwijshervormers willen ook het onderwijs industrialiseren en als ze daaarin nog meer vorderingen maken zal het onderwijs daaraan bezwijken.

  5. @Malmaison

    @Malmaison

    Ik snap natuurlijk wat ze willen, en dat dat niet kan, en dat het alleen maar kan uitmonden in iets verschrikkelijks, in inderdaad juist het tegenstelde van wat ze willen bereiken. Maar het is wel typisch dat ze zulke rare beelden hebben van industrie en diensten. Industrie is slecht, diensten is goed. De onderwijsdromen van een bepaalde groep ouders lijken te wortelen in een levensstijl die draait om gadgets en gemak, en die ontworteld is van de industriële basis. Die gadgets lijken de belangrijkste bepalers van hun identiteit te zijn geworden.

     

    Ik moest denken aan wat Ad Verbrugge afgelopen zondag zei in het Filosofisch Kwintet (dank overigens @BestuurBon voor de aankondigingstweet). Hij verwees naar een groep mensen met een nieuwe cultuur, in dat specifieke verband naar een cultuur waar privacy er gewoon niet zoveel meer toe deed: alles maar uitventen op social media. Maar breder lijkt het te gaan om een groep mensen die geobsedeerd is met gadgets en gemak. En alles moet zich aanpassen aan die lifestyle; onderwijs is daar een verlengstuk van. Er zit ook een superioriteitswaan in. "Ga opzij, wij lopen voorop, wij zijn bijzonder, wij weten het beter, doe wat wij zeggen". Ze willen dat anderen net zo flexibel worden als ze zelf denken te zijn. Anderen moeten leren omgaan met veranderingen. Zelf kunnen ze niet omgaan met dingen die hetzelfde blijven en die zich niet aan hen aanpassen. Er zit behoorlijk veel intolerantie in. En ook kunnen ze zelf natuurlijk niet tegen veranderingen die "in de verkeerde richting" veranderen.

     

  6. @Em70

    @Em70

    Pechthold beweert dan voor de kiezer onderwijs een belangrijk thema is. Als hij gelijk heeft en ook jij gelijk hebt kan BON daar niet veel mee doen. Te meer omdat de door jou beschreven hebbedingmens intolerant is. Het zou dus  beter geweest zijn als hij juist geen belangstelling voor onderwijs had. Nu wordt het zelfs voor BON nog moeilijker om een extraterritoriale weg naar eigen onderwijs opengesteld krijgen. Ik bedoel een weg buiten het territorium van de onderwijsraden. Ik hoop dat de BONmens voldoende vindingrijk is om zo’n weg toch te vinden. Konden we maar aan het geld van s’lands schatkist komen waarop we recht hebben! In no time zou BON goed onderwijs op de rails hebben kunnen zetten bestemd voor mensen die daarom vragen.

  7. Eerste vervolg op het

    Eerste vervolg op het commentaar op het schrijven van Maartje Bakker

    Jet wil voor het MBO kleine, gespecialiseerde scholen. Heel goed dat er gesneden wordt in dat waarvoor de leerlingen niet gekomen zijn. Misschien kunnen ook de gymnasiasten van de zelfstandige Gymnasia die gekomen zijn om Latijn en Grieks te leren weer voldoende lesuren voor beide talen krijgen. En als ze naar het Gymnasium gekomen zijn omdat ze meer aankonden dan gewone VWO-ers zouden ze misschien weer les in echte wiskunde kunnen krijgen. Als het gewone VWO zich van begin af aan als vooropleiding voor het universitaire onderwijs mag specialiseren kan de onderbouw van het VWO in 2 jaar afgewerkt worden.  In het zesde jaar kunnen leerlingen dan universitaire tentamens naar keuze afleggen zodat ze aan het eind van het zesde jaar weten of de door hen beoogde studie aan hun verwachtingen en potenties voldoet.

    Als onderwijshervorming speerpunt wordtnaast een belastinghervorming wil Pechthold graag meedoen. Laten we hopen van niet! Als die speer in zijn handen komt staat ons veel pijn en weinig wenselijke verandering te wachten. Hij vertrouwt op IT en Europa en beide zijn helaas niet te vertrouwen

    Maartje Bakker geeft ook nog een overzicht van beweerde manco’s in het onderwijssysteem.

    Zoals: De kwaliteit van de leraren is te laag. Of dat wel of niet waar is hangt natuurlijk af van de rol die een leraar moet of mag vervullen. Als hij in feite als coach werkzaam is kunnen lagere eisen gesteld worden dan wanneer hij een klas dirigeert. Krankzinnig is de voorgestelde oplossing: Leidt basisschoolleraren niet op HBO’s op, maar op een universiteit. Het onderbrengen van een opleiding bij een universiteit garandeert geen niveauverbetering en er zijn heel goede lerarenopleidingen geweest die geen deel uitmaakten van het universitaire onderwijs.

    De keuze tussen blue collar (vmbo) en witte colar ((havo/vwo) komt voor veel kinderen te vroeg. Dit leidt tot ongelijkheid naar sociaal milieu. Als mogelijke oplossing wordt aangegeven: een extra jaar tussen basisschool en voortgezet onderwijs voor leerlingen die daarvoor kiezen. Het goede aan deze oplossing is dat eindelijk niet gekozen wordt voor het afremmen van leerlingen die wel een white collar opleiding aankunnen.

    Zoals: De kwaliteit van het voortgezet onderwijs is matig. De oplossing is hier Investeer in hoger opgeleide docenten en geef ze een marktconforme beloning. Ook zouden de docenten zich moeten blijven bijscholen.

  8. @Malmaison

    @Malmaison

    Ik vraag me af of Pechtold beseft in welke onderwijsspagaat zijn "onderwijspartij" terecht kan komen zodra het concreet moet worden. De D66-kiezers lijken nu vooral hun eigen dromen op die partij te projecteren: D66-gadgetmensen dromen van sprookjesonderwijs, D66-docent-academici dromen van hoogopgeleidenonderwijs dat meer de BON-kant opgaat.

     

    Er is maar één manier om beide groepen tevreden te houden: beide onderwijssoorten mogelijk maken. Alleen dan kom je al snel bij het volgende probleem uit: het diploma en de toegang tot het vervolgonderwijs. Het lijkt mij zo heerlijk als de gadgetmens echt gedwongen zou worden te kiezen: sprookjesonderwijs met een eigen sprookjesdiploma dat géén toegang biedt tot universitaire opleidingen, of traditioneel onderwijs dat daar wél toegang toe biedt. Welk ontplooiingsideaal gaat er dán gekozen worden? En welke route kiezen scholieren zelf?

     

    Maar dan nog blijft er nóg een dilemma liggen: willen we als maatschappij dat er belastinggeld wordt uitgegeven aan sprookjesvoorzieningen? Opnieuw lijkt hier een gouden kans voor het CDA te liggen: een beetje ontsuffen, opschuiven naar het midden en duidelijk kiezen voor BON-onderwijs, daarmee D66 voor het blok zetten en alvast een deel van de kiezers bij D66 wegkapen.

  9. @….

    @….

    Als de universiteiten zelf als blok toelatingsexamens voor de verschillende studierichtingen zouden afnemen en dat mutatis mutandis voor ander tertiair vervolgonderwijs zou gelden zal dat vanzelf een disciplinerende werking hebben op het sprookjesonderwijs. En de aansluiting aan het Europese systeem van eindexamens en andere afsluitende examens met grensoverschrijdende werking binnen de Europese Economische Ruimte kan daarbij intact blijven. Schooldiploma’s van tussenonderwijs zullen dan weinig waarde hebben. De mensen die voor sprookjesonderwijs zouden willen kiezen zullen, zo dat aanwezig is, vaak toch maar voor gedegen onderwijs kiezen. Het gevaar dat daarbij ontstaat is dat die ouders zullen proberen van het gedegen onderwijs sprookjesonderwijs te maken. . Er is al vaker gesteld dat veel ouders voor hun kinderen een zo hoog mogelijk schooldiploma willen en ook graag willen dat hun kinderen zich daar weinig voor hoeven in te zetten. Die laatste wens moet onvervulbaar gemaakt worden. De medezeggenschapsrechten van ouders moeten daarom op BON-achtige scholen zo ingeperkt zijn dat dat daar niet kan gebeuren. Ouders moeten wel ruime keuze krijgen in het kiezen van het school alsmede veel mogelijkheden om scholen op te richten maar ze zullen de geaardheid van bestaande scholen moeten respecteren.

    Er gaat nu al veel belastinggeld verloren aan sprookjesvoorzieningen en verder aan rigide regels en rigide controles. Ik denk dat door de opkomst van prestatiegerichte scholen waar het onderling vertrouwen groot is de hoeveelheid geld dat bij sprookjesonderwijs terecht komt juist rapide zal afnemen.

    Ik lijkt mij geloofwaardig dat een CDA dat een nieuwe habitat zoekt voor BONners interessant zou kunnen worden en vroegtijdig contact met die partij die kans groter zou maken.

  10. Hoe zit het met de

    Hoe zit het met de betrouwbaarheid op het gebied van onderwijs bij andere politieke partijen?. Er zijn 2 recente beschouwingen in de NRC die reden geven om daar bij de PvdA aan te twijfelen.

    Bas Heijne: Dode Mus 29 juni 2014:

    Jeroen Dijsselbloem verklaarde op het RTL-nieuw dat hij baalde van het bericht dat zijn nieuwe wet over het beperken van de bonussen bij banken zo slinks wordt ondergraven door staatsbankier Gerrit Zalm (De ABN-AMRO is door de staat overgenomen), die het salaris van een groot aantal managers maar vast met twintig procent verhoogde. Dijsselbloem kon er niets aan doen, zei hij, vanwege „bestaande arbeidscontracten”.

    Bas Heijne twijfelt of dat waar is en schrijft “Terwijl hij zijn ministerschap opsiert met die ethische component, staat Dijsselbloem toe dat gevestigde machten ieder reëel effect van zijn maatregel ongedaan maken. Laat die wet dan maar. Het is goede sier maken voor de bühne. Een dode mus”. Te meer daar onder de toenmalige minister van Financiën Kok deze na de overname van ABN Amro door de staat in 2009 bij die bank het bonusplafond verlaagde tot 100%.. Tot dan toe kenden die bonussen geen limiet, dus Bos was er best trots op. Alleen liet hij het gebeuren dat de directie zichzelf ook toen compenseerde met uitzinnige loonsverhogingen, soms van honderd procent of meer, zodat men er bij de bank eerder op vooruit dan achteruit ging.

    Zou de PvdA wél in staat en bereid zijn om een einde te maken aan de onderwijsbonanza?

    Bert Vuisje Vrijdag 20 juni:

    Ten tijde van Wim Kok begon de twijfel voor het eerst serieus toe te slaan. Het afschudden van ideologische veren vond ik een onverstandige stap, te meer omdat er weinig concreets voor in de plaats kwam. In feite heb ik al sinds de eeuwwisseling vanuit de PvdA geen hout snijdende ideeën meer vernomen over de kant die Nederland op moet. Het enige onderwerp waarover de partij nadenkt, lijkt de vraag: hoe halen we onze kiezers terug? Dat is een even armoedige als uitzichtloze manier van politiek bedrijven.

     [De VVD-PvdA-coalitie] is het actuele motief voor de beslissing om mijn partijlidmaatschap na 48 jaar op te zeggen. Maar zeker zo belangrijk is het structurele motief: het gebrek aan inspiratie dat de PvdA sinds vele jaren uitstraalt, het ontbreken van intellectueel elan, van de drang tot gedachtenvorming die verder reikt dan de eerstvolgende peiling.

    In de tijd van Den Uyl en Duisenberg, Pronk en Marcel van Dam, Max van der Stoel en Van Kemenade, was de PvdA behalve een krachtige politieke beweging ook een dynamische ideeëncentrale. Je hoefde het bepaald niet met alle denkbeelden en beleidsvoorstellen eens te zijn om de discussies toch geboeid te volgen.

    ikzelf:

    Zelf speur ik in het verdwijnen van de intellectuele kant van de PvdA in de opheffing van de HBS en gelijkschakeling van het toenmalige gymnasium en de pogingen om de middenschool in te voeren de tekenen dat de intellectuele component en het ideaal van de Verheffing des Volks voorbij zijn.

    CONCLUSIE: Het VWO, de intelligente kinderen en de universiteiten hebben van de PvdA weinig goeds te verwachten en aan de uitzuigerij op het onderwijs zal door de PvdA geen einde worden gemaakt 

Reacties zijn gesloten.