Men wil speelgoed kopen, geen tijd

Wat nou precies de oorzaak is weet ik niet, maar we worden bedolven onder uitingen van: het onderwijs moet aangepast aan moderne vaardigheden etc. Met als “belangrijkste” argument: als we het niet doen, gaan we achterlopen.

De woordkeuze is, waarschijnlijk geheel onbedoeld, treffend. In ons 21eeuws brein, lijken we vergeten te zijn, dat er een deel is dat niet aangepast hoeft.

 

Willen we soms ook op een andere manier leren lopen? Is de tot nu toe gebruikte manier niet modern genoeg? Moeten we niet elk kind dat de eerste stapjes maakt, een ander soort programma aanbieden dan dat tot nu toe is gedaan? Zullen we het kruipen als tussenfase verbieden, want het is zo ouderwets?

We mogen denken dat we moderne wezens zijn, de blauwdruk stamt uit de oertijd. Kruipen, heeft een functie. Als je die fase overslaat, ga je echt wel lopen, er komen in de loop der jaren toch problemen naar voren. Bij bestudering blijken die problemen te zijn ontstaan door het overslaan van een “primitieve”fase.

Wat de problemen nog veel erger maakt is de onvoorstelbaar ondoordachte opvatting, dat door het werken met moderne middelen je automatisch alle onderliggende vaardigheden gaat beheersen. Of de variant: als je maar genoeg moderne vaardigheden beheerst, heb je die primitieve vaardigheden niet meer nodig. Dus pleit men voor digitalisering in alle vormen. Miljoenen gaan er besteed worden aan deze ontkenning van onze blauwdruk.

Er is een bepaalde hoeveelheid oefening en tijd nodig, om de basisvaardigheden van kennis in je op te nemen. Kleuters die vies mogen worden, ontwikkelen een betere hersenfunctie voor bepaalde denkprocessen. “met je handen werken”prikkelt bepaalde hersenfuncties. De vaardigheid een tekst logisch op te bouwen, woordkeuze, grammatica en onderscheid hoofd en bijzaken maken, komt vòòr het aanleren van vaardigheden zoals ze bepleit worden: op internet naar informatie zoeken.

De nieuwe wijzen zijn niet wijs: het probleem staat levensgroot voor ze en ze zien het niet.

Waarop scoren bijvoorbeeld de nieuwe studenten het slechtst? Op taalopbouw, logica, onderscheid hoofd en bijzaken.

Wat dat oplevert: eindeloos gravende studenten, die helemaal niet weten HOE ze zoeken moeten en hoe een tekst op inhoud te beoordelen. Om over hun eigen uitdrukkingsvaardigheden nog maar te zwijgen. Hoe gaat zo’n student een technisch probleem te lijf, als hij geen hoofd en bijzaken kan onderscheiden? De oplossing is niet ze nog meer achter een schermpje te zetten, maar om ze de primitieve vaardigheid te laten beheersen voordat ze achter het scherm dat soort taken krijgen. Je kruipt voordat je loopt. Hoe ouderwets je het ook vindt.

Ik vind het persoonlijk veelzeggend, dat er zoveel beleidsmakers zijn, die geneigd zijn luchtkastelen te bouwen op drijfzand. Complete verachting voor de basis, de fundamenten. Nee, stenen stapelen, omhoog!! Dat de boel onder de grond minstens zo belangrijk is, wil men helemaal niet horen. Of: dat moet de docent doen. Tuurlijk, die doet alles tegelijk, in die 5 uur per dag.

Het laatste waar ik me over verbaas is de complete onwetendheid die uit al die stellige opvattingen straalt. WIE denk je, dat die i-pad etc ontwikkelt. Het feit, dat er miljoenen mensen alleen maar op een knopje, al dan niet virtueel, hoeven te drukken, verbergt een wagonlading aan technische kennis en vaardigheden.

Denken die wijzen soms, dat de nieuwste techniek ontwikkelen, een kwestie is van op knopjes leren drukken? Verwart men eindgebruiker niet met ontwikkelaar?

Men heeft jaren geleden bij wiskunde in de bovenbouw de grafische rekenmachine ingevoerd. In het al volgedouwde wiskunde programma, moest een redelijke hoeveelheid tijd vrij gemaakt worden om de vaardigheden te ontwikkelen, waarmee men die GR soepel hanteert. Voor vrijwel alle leerlingen geldt, dat ze mij niet kunnen uitleggen wat ze nu zojuist met die GR hebben uitgerekend. ( voor de nieuwkomers, ik ben wiskunde docent) Laat staan dat ze me kunnen vertellen, voor welke praktische toepassingen het geschikt is.

Wat willen we met wiskunde bereiken? De ongekende snelheid waarmee op knopjes gedrukt wordt en een antwoord tevoorschijn komt. Of personen die de wiskundige lading van het probleem dat ze opgelost hebben begrijpen, beheersen, kunnen reproduceren en toepassen in nieuwe situaties? Door het principe te begrijpen, kun je ermee bouwen.

Niet iedereen hoeft te bouwen, maar schreeuwt men niet tegelijkertijd, dat we een concurrentiepositie moeten bewaken? Kenniseconomie? dijkenbouwers, waterwerken, ruimtevaart?

Als je perse wilt, dat alle vaardigheden op school aangeleerd worden, zul je de primitieve vaardigheden niet weg mogen drukken. We kunnen wel denken dat we meteen kunnen hardlopen, als je niet eerst kruipt, ga je keihard op je bek. Moderne vaardigheden zullen naast de oude vaardigheden een plek moeten krijgen, niet in plaats van. En dat……maakt dat een docent (nog) meer tijd nodig heeft om het voorgenomen lesprogramma af te krijgen.

Dat is het laatste wat men wil horen. Men wil speelgoed kopen, geen tijd.

 

iemanddoetiets.nl

6 Reacties

  1. Precies, want speelgoed is

    Precies, want speelgoed is tastbaar, hip en houdbaar, en tijd, dat is onzichtbaar, suf en vervliegt.

     

    Beweren dat 21-st century skills belangrijk zijn kost je maar één zin; uitleggen wat een onzin die bewering is, kost je een A4'tje. Die ene zin gaat er bij ontwetenden in als koek; voor dat A4'tje zappen ze weg.

     

    Waarom gaat er zoveel fout bij de overheid? Waarom gaan ICT-projecten fout? Waarom gaan onderwijsvernieuwingen fout? Omdat ze er geen verstand van hebben. Ze willen van alles maar weten niet wat wel en niet haalbaar is. En als je ergens geen verstand van hebt, ben je snel onder de indruk van mensen met praatjes. Mensen met praatjes die maar al te graag de overheid geld afhandig maken.

     

    Inhoudelijk de foute claims van repliek dienen, blijft belangrijk; dat A4'tje moet er zijn. Maar 21-st century skills is een frame, en het is belangrijk om ook terug te framen.

     

    "Als je een kenniseconomie wilt, moet je leerlingen niet opleiden tot vergaderaars."

     

    "Als je op het internet moet opzoeken hoe je (vul maar in), ben je al te laat."

     

    "Leerlingen werkvloervaardigheden aanleren is pure tijdsverspilling als ze die op hun werk honderd keer zo snel vanzelf opdoen."

     

    Moet ik nog even doorgaan? Noem nog even wat onderwijsflauwekul, en ik verzin er een tegenframe bij. En jullie begrijpen: het gaat er bij framen niet om of het allemaal helemaal exact waar is; het gaat erom dat je je tegenstanders effectief aanpakt, dus op het lage niveau waarop zij jou aanvallen.

     

  2. Daniel T. Willingham

    Daniel T. Willingham (cognitieve psychologie en neurowetenschap op PO en VO toegepast), Ph.D. Harvard), heeft een aantal boeken over dit onderwerp geschreven. (Ja, toch doorlezen nu! 😉 De teneur van zijn betoog is: als een leertheorie niet bewezen is, waarom zou je deze dan toepassen? (2012) Hij heeft een boek geschreven over wat dan wel werkt. (2010)

     

    Daniel T. Willingham, 'Why don't students like school: a cognitive scientist answers questions about how the mind works and what it means for the classroom', 2010

     

    Uit een lezersrecensie:

     

    "The empirical data that Willingham cites show that, in fact:

    1. Factual knowledge, lots of it, is a prerequisite to higher-level thinking.
    2. Students are most likely to remember those aspects of a lesson that they end up thinking about the most. Corollary: Incorporating art or computer technology into another subject may sometimes cause students to think about the art or the technology more than the lesson content, such that they don't retain the latter.
    3. Discovery learning should be reserved for environments where feedback about faulty strategies is immediate: "If students are left to explore ideas on their own," Willingham writes, they may "remember incorrect 'discoveries' as much as they will remember the correct ones."
    4. In Willingham's words, "it is virtually impossible to become proficient at a mental task," or master underlying, abstract concepts, "without extended practice."
    5. Unlike experts in a field, "students are ready to comprehend but not create knowledge."
    6. Novices don't become experts by behaving like experts do. "Cognition early in training," Willingham writes, "is fundamentally different from cognition late in training."

     

     

    "This readable, practical book by a distinguished cognitivescientist explains the universal roots of effective teaching and learning. With great wit and authority it practices the principles it preaches. It is the best teachers' guide I know of—a classic that belongs in the book bag of every teacher from preschool to grad school."
    E. D. Hirsch, Jr., university professor emeritus, University of Virginia

  3. Verontschuldiging voor de

    Verontschuldiging voor de opmaak. Opnieuw.

     

    The empirical data that Willingham cites show that, in fact:

    1. Factual knowledge, lots of it, is a prerequisite to higher-level thinking.

    2. Students are most likely to remember those aspects of a lesson that they end up thinking about the most. Corollary: Incorporating art or computer technology into another subject may sometimes cause students to think about the art or the technology more than the lesson content, such that they don't retain the latter.

    3. Discovery learning should be reserved for environments where feedback about faulty strategies is immediate: "If students are left to explore ideas on their own," Willingham writes, they may "remember incorrect 'discoveries' as much as they will remember the correct ones."

    4. In Willingham's words, "it is virtually impossible to become proficient at a mental task," or master underlying, abstract concepts, "without extended practice."

    5. Unlike experts in a field, "students are ready to comprehend but not create knowledge."

    6. Novices don't become experts by behaving like experts do. "Cognition early in training," Willingham writes, "is fundamentally different from cognition late in training."

  4. Daniel Willingham stelt in

    Daniel Willingham stelt in navolgend artikel dat het uitstellen van behoeften en het voor een langere periode aan één zaak aandacht geven een belangrijke vaardigheid voor de 21e eeuw is. Uit deze activiteiten kunnen immers een dieper denken en creativiteit voortvloeien. Hoe dit bij 'digital natives' te bereiken? (nou ja, zoals het altijd al is gegaan ;).

     

    Daniel Willingham, 'The 21st century skill students really lack.', 05/13/2013

    ***

    Het boek uit 2012: Hoe onderscheid je goede van slechte onderwijswetenschap? Welke deskundigen zijn te vertrouwen?

     

    Daniel T. Willingham, ‘When Can You Trust the Experts: How to Tell Good Science from Bad in Education’, 2012 (recensies)

     

    "Willingham's easy-to-apply process consists of:

     

    Strip it. Clear away the verbiage and look at the actual claim. What exactly is the claim suggesting a teacher should do, and what outcome is promised?

     

    Trace it. Who created this idea, and what have others said about it? It's common to believe something because an authority confirms it, and this is often a reasonable thing to do. In education research, however, this can be a weak indicator of truth.

     

    Analyze it. Why are you being asked to believe the claim is true? What evidence is offered, and how does the claim square with your own experience?

     

    Should I do it? You're not going to adopt every educational program that is scientifically backed, and it may make sense to adopt one that has not been scientifically evaluated."

     

    "In this insightful book, thought leader and bestselling author Dan Willingham offers an easy, reliable way to discern which programs are scientifically supported and which are the equivalent of "educational snake oil.""

    ***

    Paul Kirschner heeft een artikel over de vaardigheden van de 21e eeuw en Willingham geschreven, 'Als het onderwijs zo slecht is, waarom weet jij het dan zo goed?', 14 februari 2014

     

    "Ik ben verbaasd als ik al die onderwijsgoeroes, -vernieuwers en -hervormers (lees de apostelen van het nieuwe leren, de iPadscholen, de digitale autochtonen, enzovoorts) hoor praten over wat er mis is met het onderwijs: het onderwijs is ouderwets en afstompend, het leren van feiten en concepten is overbodig omdat het zo houdbaar is als verse vis en is zelfs belemmerend voor het creatief oplossen van problemen en het divergent leren denken."

  5. Toegift Kirschner:

    Toegift Kirschner:

     

    "En nu naar mijn verbazing: Prensky, de Hond, Rosenmöller en vele anderen willen dat wij hen zien en geloven op hun woorden als ruimdenkende, innovatieve, probleemoplossende, sociaalvaardige en ict-wijze onderwijshervormers. Maar deze mensen zijn vaak van boven de 50 en dus zelf producten van dat afstompende ouderwetse onderwijs waar zij zich zo tegen keren. Hoe kan dat nou? Hoe zijn zij dan aan al die (vaak 21e eeuw-) vaardigheden gekomen? Waar komt al die kennis vandaan? Eigenlijk verloochenen zij hun eigen verleden. Als het onderwijs zo slecht is/was, waarom weten zij het dan zo goed?"

  6. De verkopers van speelgoed

    De verkopers van speelgoed helpen de kopers graag!

Reacties zijn gesloten.