RUG benoemde alleen vrouwelijke hoogleraren

Diverse media berichten over de Rijks Universiteit Groningen die 12 vrouwelijke hoogleraren heeft benoemd in procedures waar mannen waren uitgesloten op leerstoelen die met extra geld speciaal waren gecreëerd. Eerlijk gezegd was mijn eerste reactie: dat verbaast me niets. Maar bij nader inzien vind ik het kwalijker dan Stapel, Vonk en de dokter uit Rotterdam bij elkaar (en verbaast het me niets). Dit zijn namelijk geen incidenten, maar is beleid, bedacht en uitgevoerd door de hoogstverantwoordelijken. Men neemt willens en wetens, bewust en doelgericht afstand van de wetenschap en benoemt op basis van (ik denk) marketing argumenten (kijk eens hoe maatschappelijk we zijn!).

Het geeft aan dat de universiteit in niets meer lijkt op die burcht van wetenschap die het pretendeert te zijn en wellicht ooit geweest is. De universiteit is een gewoon bedrijf geworden bestuurd door gewone bestuurders die niets met wetenschap hebben, die niets met waarheid hebben, maar enkel en alleen naar de omzet en de marketing kijken.

Voor hen die zouden zeggen dat een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in deze functies belangrijk is, heb ik maar een antwoord: de universiteit gaat niet over maatschappelijke wenselijkheid, de universiteit gaat over waarheid en wetenschap. De best mogelijk wetenschap.

Het lijkt me voldoende reden de betreffende bestuurders per direct te ontslaan en met pek en veren de poort uit te laten rijden, achterstevoren op een ezeltje. Ze begrijpen de essentie van hun taak en functie niet.

27 Reacties

  1. Het is nog veel erger
    Het is nog veel erger 2010. Het gaat niet alleen om de promotie tot hoogleraar (wat nu in de media is), maar ook om de aanstelling van jongere wetenschappers. In 2003 is de RuG een programma gestart, Rosalind Franklin Fellowships (opvallend: Rosalind Franklin had niets met Nederland of Groningen; de naam is puur vanwege internationale PR gekozen). Deze posities zijn alleen toegankelijk voor vrouwen. Volgens de persberichten waren er tot 2009 veertig vrouwen via dit programma aangesteld. Bij de inauguratie van 19 van deze vrouwen in 2009 was prinses Maxima aanwezig. Op de website van de RuG staat ook nog:

    het RFF-programma [werd] onlangs door minister Plasterk van OCW als ‘best practice’ genoemd waar het gaat om het scheppen van kansen voor vrouwelijk talent in de wetenschap.

    Dan nog iets anders over de RuG dat ik eerder al op het forum schreef. Een eerdere rechtelijke uitspraak verbood het om promovendi te beschouwen als student (arbeidsrechtelijk zijn promovendi werknemer volgens de rechter). De RuG lapte dit aan haar laars door te interpreteren dat deze uitspraak alleen op Nederlanders van toepassing is. Buitenlandse promovendi werden als student aangesteld (zonder pensioen, zonder werknemersrechten, vanwege de verschillen in ARBO regels op elkaar gepakt in een donker hok). Dit was goedkoper voor de universiteit, dus werd het binnen de beta faculteit verboden om Nederlanders aan te nemen (tenzijn deze betaald werden door NWO).

    Het heeft allemaal niets meer met wetenschap te maken.

    • Positieve discriminatie
      mark79,

      Bedankt voor de link naar de uitspraak van de commissie. BON moet wel bij de feiten blijven.

      Er zijn overigens legio situaties waarin, bewust of onbewust, mannen worden bevoordeeld. De redactie moet toch maar proberen de schijn van partijdigheid te vermijden, door niet alleen te schelden op een speciaal programma voor vrouwelijke academici. Het speciale programma voor mannelijke academici loopt niet zo in de kijker: dat is universiteits-breed, dertien universiteiten. Nederland loopt treurig achteraan waar het gaat om discriminatie op basis van geslacht. In universitaire kringen.

      • bewust of onbewuste bevoordeling van mannen
        Kun je me een voorbeeld geven van een vacature die expliciet alleen voor mannen was? Of beleidsnotitie die aangeeft mannen te bevoordelen? Zelfs op pabo’s, waar iedereen hard roept dat er te weinig mannen zijn, heb ik wel gehoord van pogingen om het beroep voor mannen inhoudelijk aantrekkelijker te maken, maar geen situaties waarbij aan mannen minder/andere eisen werden gesteld of die voor vrouwen onbereikbaar werden gemaakt.

        Overigens poog ik geen algemene positieve discriminatie discussie los te maken (al vind ik dat persoonlijk volkomen zot), maar wil ik benadrukken dat een universiteit er niet is voor maatschappelijke wenselijkheid, maar voor de waarheid. Onderzoekers die dat door elkaar halen (bv Roos Vonk eva) worden terecht gekielhaald, hoe slecht vlees eten ook zou mogen wezen. Idem voor onderzoekers die millieu-effecten overdrijven terwille van het goede doel, onderzoekers die rekendidactiek aanprijzen vanwege de noodzaak van modernisering etc etc. Allemaal even kwalijk en indien opgemerkt wordt daar schande van gesproken. Maar een officieel beleid om omwille van een wenselijk geachte maatschappelijke verandering, de wetenschap op het tweede plan te zetten vind ik vele malen erger en het verbaast me dat jij dat kennelijk anders ziet. Zelfs als er mannen zouden worden bevoordeeld, dan nog is het geen reden nu officieel vrouwen te gaan bevoordelen, maar zou het een reden zijn om de procedures aan te scherpen zodat er niet meer op geslacht gelet werd. Extra vrouwen aannemen verergert namelijk het probleem dat kennelijk niet de beste wetenschappers worden aangenomen.

        Tenslotte: het hoger onderwijs (excuser le mot) is werkelijk vergeven van de vrouwen. Drie keer met je ogen knipperen en er zijn helemaal geen mannelijke hoogleraren meer. Of die verandering nu komt omdat het onderwijs zoveel is verbeterd … tsja .

        • meritocratie
          2010,

          Ik maakte een vergissing tussen jou en de redactie van het forum, excuus.

          Sollicitatie- en bevorderingsprocedures blinken doorgaans niet uit in transparantie, fairness, enzovoort. De machtsverhoudingen hangen volledig uit balans, de kandidaten zijn overgeleverd aan de luimen en grillen van superieuren en commissies. In naam is er wel een en ander geregeld over bijvoorbeeld de rechten van sollicitanten (commissie-Hessel), maar in de praktijk kunnen sollicitanten hun rechten niet uitoefenen, als ze al zouden weten op welke manier ze gevloerd zijn.

          Velen hebben het idee dat in onze moderne samenleving sollicitatie- en bevorderingsprocedures berusten op het idee van de meritocratie: we nemen niet de kandidaten aan die kunnen bogen op invloedrijke ouders, maar de kandidaten die een behoorlijke opleiding hebben genoten en berekend zijn op de taken die ze krijgen uit te voeren. Ons onderwijs zou volgens dezelfde uitgangspunten funtioneren, met name ook op alle beslis- en rangeerpunten. Ik wens dat te betwijfelen. Op twee manieren. Het ideaal van meritocratie is griezelig (Young, M. (1958). The rise of the meritocracy, 1870-2033: An essay on education and equality. London: Thames and Hudson.). Maar laten we er even vanuit gaan dat meritocratie het beste is dat we hebben, want beter dan afkomst als criterium bij belangrijke beslissingen over posities. Dan blijkt ij nadere analyse dat zelfs dit beroerde ideaal niet wordt bereikt. voor een uitwerking voor slectiviteit in het onderwijs, zie hier.

          • Netwercratie
            Natuurlijk weet ik ook wel dat sollicitatieprocedures in de praktijk niet altijd de beste kandidaat opleveren. Misschien wil men liever geen concurrent voor zijn eigen positie, misschien kiest men mensen die men kent en er zijn nog veel redenen te bedenken waarom mensen bij een sollicitatie niet de beste kandidaat kiezen. Maar de oplossing daarvoor is niet om dat beleid dan maar officieel te maken, alleen voor een andere groep. Daarnaast heb ik het wellicht naieve idee dat het bij topfuncties (en dat zijn hoogleraarbanen toch echt) lastig is om een echt goede kandidaat buiten de deur te houden als deze solliciteert. Maar om de selectie bij voorbaat te beperken tot vrouwen (of Friezen, kinderen van bijstandsmoeders of leden van het Koninklijk huis) is geinstitutionaliseerde en daarmee gelegitimeerde bevestiging van foutieve selectie.

          • de beste kandidaat?
            Waarover je niet kunt spreken moet je zwijgen.
            Voorspellen lukt alleen vanuit het verleden naar het heden.

          • Voorspellen
            Hendrikus,

            Inderdaad, de toekomst bestaat niet. Maar daar hebben we wat op gevonden.

            Zes jaar geleden bestond de toekomst ook niet, maar je had een groep willekeurig gekozen kandidaten kunnen aannemen, na ze uitvoerig getest en ondervraagd te hebben, en dan na zes jaar kijken hoe ze het hebben gedaan (de bijdrage aan de winst van het bedrijf; de bijdrage aan de toegevoegde waarde die de opleiding bij zijn studenten heeft weten te realiseren; aantal wetenschappelijke publicaties en aantal begeleide promovendi). Bestaat er een stevig verband tussen de sollicitatiegegevens van zes jaar geleden (die al die tijd geheim zijn gehouden), en het persoonlijk functioneren zoals dat na zes jaar is beoordeeld, dan levert eenzelfde sollicitatieprocedure nu dus enkele gegevens op die voor een betekenisvolle selectie zijn te gebruiken. Zeker weten doen we niets, maar we weten meer dan niets.

          • Kan niet
            Dit experiment kan niet Ben. Iemand wel hoogleraar maken of niet heeft invloed op het gedrag van die persoon. Je kunt dus niet zeggen: “A heeft sinds de beslissing meer publicaties dan B terwijl B toenertijd hoogleraar is gemaakt en A niet, dus is er een fout gemaakt”. Het wel of niet hoogleraar maken heeft invloed op het publicatiegedrag van de personen in kwestie.

          • Kan wèl, Mark
            Dit is de standaardmethode voor het valideren van selectieprocedures, Mark. Die methode is zeer kostbaar, en dus maar zelden werkelijk gebruikt (ik ken maar één voorbeeld). Invloed op het gedrag van de aangenomen persoon hoort er allemaal bij.

            Een evaluatie van een scherpe selectieprocedure heb ik wel vaker genoemd: Selectie voor politie-officier. Een evaluatie zoals deze is overigens ook zeldzaam. Je vindt aan dat rapport ook actuele literatuur toegevoegd, als het goed is. Deze evaluatie is gedaan op basis van wat in de wetenschappelijke literatuur bekend is, niet door het valideringsexperiment te doen.

            Een interessant probleem dat zich bij de selectie voor de Nederlandse Politieacademie voordeed (destijds, dat is begin negentiger jaren): het beleid was om achttienjarigen en brigadiers, en mannen en vrouwen in een bepaalde verhouding aan te nemen, maar dat gaat niet lukken wanneer iedereen dezelfde selectieprocedure doorloopt met dezelfde maatstaven. Dat lijkt dus sterk op de problematiek van de mix van mannelijke en vrouwelijke hoogleraren. De psychologen van de Rijks Psychologische Dienst konden dat niet oplossen. Als ik mij goed herinner heeft Ien Dales, minister van Binnenlandse Zaken, toen quota vastgesteld, en daarmee een stevige verantwoordelijkheid op zich genomen.

          • Kom op, Mark.
            Deze standaardmethode is dubbel-blind experimenteel onderzoek. What more do you want?

            Er is ook de mogelijkheid van ‘natuurlijke’ experimenten. Die zijn slordig, maar kunnen leerzaam zijn.

            Sticht, T. G., Armstrong, W. B., Hickey, D. T., & Caylor, J. S. (1987). Cast-off youth. Policy and training methods from the military experience. New York: Praeger.

            De sleutel-conclusie uit dit onderzoek is: When lower-aptitude personnel are given an opportunity to succeed, most of those considered ‘unemployable’ perform as well as those considered ‘employable’. (p. 75) Het onderzoek betreft een omvangrijk natuurlijk experiment op grond van een kapitale vergissing rond 1980 bij de toelatingsselectie voor militaire dienst, op grond waarvan zeer veel kandidaten volgens de regels ten onrechte werden toegelaten, maar zich vervolgens, in een omgeving die van deze ‘fout’ evenmin op de hoogte was, even adequaat bleken te gedragen als ’ten onrechte’ van ze werd verwacht.

            Opleidingen geneeskunde krijgen studenten binnen langs verschillende selectieve poorten: directe toelating op basis van hoge eindexamencijfers, toelating bij selectie door de opleiding, toelating bij loting na afgewezen te zijn bij selectie door de opleiding, toelating bij loting zonder aan de selectieprocedure te hebben deelgenomen. Docenten weten waarschijnlijk niet wie wie is, maar de studenten zelf weten dat natuurlijk wel. Vergelijk dan resultaten en studiesnelheid van deze onderscheiden groepen. Dat laat minder sterke verschillen zien dan velen zouden verwachten. (Oratie Janke Cohen- Schotanus)

          • Re: Kom op, Mark.
            Je noemt nu allemaal andere voorbeelden Ben. Laten we blijven bij waar het over ging: persoon A wordt geen hoogleraar en persoon B wel. Deze personen weten dit en dus is het ‘experiment’ niet dubbel-blind.

          • Validiteit
            Mark,

            Je bent in discussie gegaan over mijn antwoord op de stelling van Hendrikus dat er geen zinvolle voorspelling mogelijk is, in selectie-situaties.

            Mijn antwoord was een voorbeeld hoe dat in beginsel toch mogelijk is, zij het met enige slagen om de arm, zoals gewoonlijk bij alles wat uiteindelijk inductie is (Gaat morgen de zon op?). Dat voorbeeld is een wat ongebruikelijke formulering van de standaardmethode voor grondige validering van een selectieprocedure (of van een selectietest). Ik heb aangegeven dat die standaardmethode een dubbel-blind experiment is. Ik wil dat voor de duidelijkheid nog wel expliciteren:

            a) Alle kandidaten worden getest en ondervraagd zoals het de bedoeling is dat ook in de nabije toekomst te doen. Het is immers deze procedure waarvan de validiteit moet worden bepaald.
            b) Alle kandidaten (eventueel een random steekproef daaruit) worden toegelaten tot de opleiding (of het bedrijf, de instelling).

            1) De betreffende opleiding (docenten, het management) krijgt geen inzage in de selectiegegevens, want die gaan in gesloten envelop achter notarieel slot en grendel.
            2) De kandidaten zelf krijgen evenmin te horen wat hun testuitslagen zijn, en weten dus ook niet wat hun positie is in een onderlinge rangorde.

            Het zou mooi zijn wanneer het experiment zelf ook geheim zou kunnen blijven, zodat niemand bij de betrokken opleiding weet dat er een nieuwe lichting is toegelaten op een bijzondere manier, maar dat zal zelden haalbaar zijn.

            Ik meen dat Dunnette een dergelijk onderzoek ooit heeft gedaan, voor politieoficieren. Ik vind een ander onderzoek, pdf, waar een heel andere techniek is gebruikt: zittend personeel de selectieprocedure laten doorlopen.

          • Én Ben
            Ondertussen verandert het winstmodel en de markt, is de opleiding van de studenten totaal vernieuwld, heeft de universiteit de subsidie aan referenten van tijdschriften verhoogd (naar arabisch voorbeeld), is het voorrangsbeleid van de HMR afdeling aangepast, en is promoveren alleen nog op eigen kosten mogelijk. Scheten op plankjes spijkeren.
            Fingerspitzengefühl en vertrouwen in mensen zijn evenveel waard als testprocedures en benoemingsprotocollen.

          • Ja, Hendrikus. Nee.
            De wereld verandert inderdaad voortdurend. Dat hoeft trouwens voor zo’n valideringsexperiment geen geweldig probleem te zijn. Sociaal-wetenschappelijk onderzoek hoeft niet quick te zijn, maar is meestal wel dirty. Vandaar dat er behoorlijk wat proefpersonen nodig zijn, enzovoort.

            Vertrouwen in mensen, mits met verstand, is een goede zaak. Maar laat me je verzekeren dat al die hoogleraren en Veermannen die denken dat een goed intakegesprek met aankomende studenten de vingers op eventuele zere plekken zal leggen, onkundig zijn van wat in de selectiepsychologie onomstreden is: gesprekken (interviews) hebben een validiteit die dicht bij het absolute nulpunt ligt.
            Protocollen zijn er niet om optimale selectieresultaten te boeken.

            Voor een psychologische testprocedure: zie de verwijzing in bovenstaande reactie op Mark. Psychologen zijn er nog niet zo gek lang achter dat bepaalde tests, vooral intelligentietests, in veel situaties een belangrijke voorspellende waarde hebben. Het is dan de vraag of de samenleving ervoor kiest om selectie in het onderwijs mede op die basis te doen, en in welke mate dan. Voor de Nederlandse Politieacademie is een psychologische test gebruikt om een eerste belangrijke selectie te maken in het enorme aantal kandidaten dat zich aanmeldde voor een klein aantal plaatsen (denk aan selectieverhouding 20 : 1). Dan is een intelligentietest bijzonder kosteneffectief.

            De Cito Eindtoets Basisonderwijs is eigenlijk een intelligentietest. Daar mag best eens een maatschappelijk debat over worden gevoerd. De huidige herziening van die toets is een goede gelegenheid.

          • The proof
            of the pudding: Zijn de tegenwoordige agenten, na allerlei gevalideerde toetsen en tests, beter dan de vroegere, op gezondheid, motivatie, en schoolopleiding geselecteerden?
            Hoeveel dan wel?

  2. Herkenbaar
    Heel herkenbaar en helemaal niet verrassend. Het doet me denken aan een sollicitatie die ik in een ver verleden richtte tot een universiteit. Ik kreeg een triomfantelijk briefje terug met de mededeling dat men aan vrouwelijke kandidaten de voorkeur gaf.

    Dergelijke ervaringen zijn om uit je vel te springen! En die arme dames die dan dankzij deze ‘positieve’ discriminatie momentum aan hun carrière hebben weten te geven, die moeten hun leven lang rondlopen met de gedachte dat het nooit hun eigen verdienste is geweest. Fout, fout, fout.

    • Voorkeur
      Bij gelijke geschiktheid voorkeur geven aan een vrouw mag van de wet. Het probleem (volgens de commissie gelijke behandeling) met wat de RuG deed is dat ze niet eens naar de geschiktheid van mannen keken.

      • Geschiktheid, kansen
        Voor de duidelijkheid: Ook in mijn geval werd niet eens naar geschiktheid gekéken. Daarom ben ik ook (nog steeds, al is het heel lang geleden) zo kwaad.

        Ik heb al eens eerder in dit verband geschreven over ‘eerlijkheid’ en ‘gelijkheid’. Hoe moeten we beoordelen of de arbeidsmarkt aan mannen en vrouwen gelijke ontplooiingskansen biedt? Niet door te kijken naar kansen, maar naar voorwaardelijke kansen. De kans dat je een functie krijgt, gegeven dat je die functie ambieert, moet onafhankelijk zijn van sekse.

        Als mannen, om wat voor reden dan ook, onder kandidaten voor een bepaald type functie de meerderheid vormen, dan is het oneerlijk om te verlangen dat dit type functie door evenveel vrouwen als mannen wordt bevolkt. Als voor leerstoelen, bijvoorbeeld, 75 % van de kandidaten man is, en 50 % van die plaatsen wordt door vrouwen bezet, dan hebben vrouwen een driemaal zo grote kans als mannen. Bijzonder onrechtvaardig.

  3. geheel in de geest van de huidige tijd.
    Zo bijzonder is dat bevoordelen van vrouwen niet. Er is volgens mij geen enkel eerlijk intelligent persoon die geloofde dat de invoering van de basisvorming het niveau van het VWO zou verbeteren. Dat was ook niet de bedoeling. Het niveau van het onderwijs aan 12- tot 15- jarigen zou er omhoog door moeten gaan heette het. Men wilde de status van van de VMBO-er verhogen, zeg maar de VMBO-leerlingen emanciperen. Het secundair onderwijs is mede daardoor naar de mallemoer gegaan. Het enige verschil met het op de RUG alleen aannemen van vrouwen is dat, als we er van uitgaat dat zij een fivty-vifty beleid voert, op den duur de universiteit zich van deze aanslag op haar kwaliteit kan herstellen omdat de studentenpopulatie ook fivty-fivty is. Maar een tijdelijke niveauverlaging van deRUG is goed mogelijk en ik hoop ook dat haar dat te wachten staat.
    Seger Weehuizen

  4. selectie van directeuren in het po: eerlijk?
    Voor een analyse van mogelijke partijdigheid in selectieprocedures voor directeuren in het primair onderwijs, zie hier, met daaraan toegevoegd: recente literatuur.

    Hierboven kaart 2010 aan dat er tegenwoordig meer vrouwelijke dan mannelijke studenten aan universiteiten zijn. Dat klopt, dat komt omdat de jongens weggespeeld worden door de meisjes in het vwo. Omdat universitaire opleidingen (niet alle, maar vele toch wel) topopleidingen zijn, zal de bijbehorende zelf-selectie van kandidaten of in het geval van numerus-fixusstudies van selectie door de opleidingen (en loting gewogen op eindexamencijfers) dus selectie zijn op de top van de verdeling van, zeg, alle 18-jarigen in Nederland. Is er dan maar een klein gemiddeld verschil tussen jongens en meisjes, dan zullen er buitenproportioneel veel meer meisjes door zelf-selectie en selectie heen komen. Dat is precies ook het mechanisme dat in de simulatiestudies in bovengenoemd rapport zichtbaar is gemaakt (bv. figuur 5.4 in die publicatie).

    Pas op met argumenten dat aanstellingen mannen/vrouwen in verhouding moeten zijn tot mannen/vrouwen in de groep die zich kandideert. Dat argument blokkeert immers veranderingen.

    • blokkeren of forceren
      Ben,

      Een opmerking over je laatste tegenargument m.b.t. ‘blokkade’ van veranderingen.

      Het principe dat de verhouding man/vrouw bij benoemingen ongeveer klopt met die verhouding onder kandidaten, blokkeert geen veranderingen als die veranderingen zich spontaan voordoen. Mocht het aandeel vrouwelijke kandidaten voor leerstoelen stijgen tot 90 % dan wordt van lieverlee volgens dit principe 90 % van de hoogleraren vrouw. Prima.

      Maar dergelijke veranderingen worden gevoed door veranderingen in de samenleving en worden niet opgelegd. Het enige punt van zorg in dit verband is het merkwaardige verschijnsel dat beroepsgroepen waar veel vrouwen werken, op den duur aan maatschappelijke status gaan inboeten. Iets dergelijks deed zich bijvoorbeeld voor in de voormalige Sovjet-Unie, waar men bewust vrouwen heeft gestimuleerd zich op de traditionele mannenberoepen als arts of wetenschapper te storten. Ik weet ook niet hoe dat kan (in elk geval is er geen sprake van mannelijke samenzwering of zo), maar het gebeurt gewoon.

      Mijn punt in dezen zou zijn dat personeelsbeleid er helemaal niet toe dient maatschappelijke veranderingen te forceren. Al helemaal niet in het geval van wetenschappelijke benoemingen, waarbij – zoals 2010 treffend – opmerkt, enkel de waarheid telt. Blokkeren of forceren, beide zijn uit den boze, zeker hier. Bij deze benoemingen in Groningen is niet alleen de wetenschap geschaad, maar is ook maatschappelijk onrecht aangericht, zowel jegens de afgewezen mannelijke kandidaten, alsook jegens de onterecht aangestelde vrouwelijke.

      Kortom: Probeer niet de samenleving te veranderen, probeer enkel recht te doen aan een ieder om, ongeacht sekse, de kans te krijgen zijn of haar kwaliteiten te ontplooien.

      • Probeer enkel recht te doen
        Bram,

        Personeelsbeleid kan niet los staan van wat er in de samenleving gebeurt. Het scherpe onderscheid dat je wilt maken, is onhaalbaar, en mijns inziens ook ongewenst. Er zullen fouten en blunders worden gemaakt, zeker, maar er gaat ook veel mis wanneer functionarissen maling hebben aan wat er overigens in de samenleving speelt.

        De verhouding mannen/vrouwen in bepaalde disciplines kan inderdaad behoorlijk veranderen. In Nederland is het mannelijke bastion van geneeskunde volledig onder de voet gelopen door vrouwen. Het fenomeen dat bepaalde beroepen hun aantrekkelijkheid voor mannen kunnen verliezen, is wel bekend. Het heeft iets te maken met het relatieve aantal vrouwen dat er werkt, maar er zijn ongetwijfeld meerdere factoren werkzaam. Bij geneeskunde is de gewogen loting, dus de weging op eindexamencijfers, waar de meisjes een lengte voor hebben op de jongens. Over enkele decennia heen kan dat tot sterke effecten leiden. Een argument temeer om heel die numerus fixus af te schaffen: het is een verstoring van de arbeids- en scholingsmarkt, waarvan de kosten waarschijnlijk niet opwegen tegen de gerealiseerde besparingen door de numerus fixus zelf.

        • Personeelsbeleid
          Ha ben,

          Ik kan het niet laten:

          Mutatis mutandis kan jouw argumentatie m.b.t. personeelsbeleid ook op onderwijsverniewingen worden toegepast. ‘Er zullen fouten worden gemaakt, zeker, maar er gaat in het huidige onderwijs ook al veel mis.’ Dat is op zijn best een argument om onderwijsvernieuwingen niet bij voorbaat af te wijzen, maar beslist geen argument om ze bij voorbaat te omarmen.

          Ik durf te beweren dat alle experimenten waarbij volgens een vooropgezette abstracte blauwdruk de samenleving moest worden veranderd, zijn mislukt. Met als dramatische exponent daarvan het communisme.

          Om die reden geloof ik niet in de maakbaarheid van de samenleving, noch in de wenselijkheid daarvan. Onderwijs, personeelsbeleid en ga zo maar door zijn geen instrumenten om de samenleving als geheel te manipuleren, maar om elk individu optimale kansen te geven zich te ontplooien. Een samenleving die gedragen wordt door gelukkige mensen is een gelukkige samenleving, niet andersom.

          Personeelsbeleid kan dus niet alleen prima losstaan van de samenleving, maar moet dat mijns inziens ook. En dat is erg gemakkelijk te realiseren.

  5. Dit ligt genuanceerder
    De auteur stelt dat selectie op grond van geslacht erger is voor de stand van de wetenschap dan de fraude van de heer Stapel. Dat is een stelling die niet houdbaar is. Er is geen enkele reden om te twijfelen aan de geschiktheid van de aldus geselecteerde vrouwen, ondanks dat er wellicht nóg geschiktere mannen gevonden hadden kunnen worden.

    Het standpunt dat onder hoogleraren de man/vrouw-verhouding vergelijkbaar moet zijn met die van studenten, is misschien nog niet zo vreemd. Het gevaar dat in de mannenwereld van bepaalde wetenschapsgebieden ook op zichzelf geschikte vrouwen onder de voet gelopen worden, lijkt me niet denkbeeldig. Hierbij moet echter wel met iets belangrijks rekening worden gehouden: een beetje hoogleraar is ten minste 40, dus de hooglerarenpopulatie moet vergeleken worden met de studentenpopulatie van rond het jaar 1990. Ik heb geen cijfers bij de hand, maar ik vermoed dat dat nog wel eens een andere man/vrouw-verhouding zou kunnen opleveren, zeker bij bepaalde studierichtingen.

    Uiteraard is vanuit een zuiver wetenschappelijk oogpunt deze discussie overbodig. Je wilt gewoon de beste kandidaat (m/v) op een bepaalde plek. Ik vind echter niet dat het beleidsstreven om tot een evenwichtiger personeelsbeleid te komen, de wetenschappelijke integriteit van een instelling ondermijnt.

    • Nuances
      Ik heb eens in de uitspraak rondgelezen. Interessant, hoor.

      Wat er voor mij uitknalt: de tegenspraak tussen een beleid om achterstand voor vrouwen weg te werken, en ‘achterstand’ bij individuele vrouwen dan buiten beschouwing laten. Zowel in het beleid van de universiteit, als in de uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling en het Europese Hof, en de wet- en regelgeving.

      Voor een kijkje in de complexiteit van dit soort kwestie, in het casus van een voorrangsbeleid voor kandidaten met een Turkse of Marokkaanse achtergrond voor de Nederlandse PolitieAcademie, zie hier. Het kan zomaar gebeuren dat in een dergelijk ‘voorrangsbeleid’ kandidaten worden aangenomen die op geen enkele manier iets van een ‘achterstand’ hebben, omdat ze uit middelbaar en hoger milieu afkomstig blijken.

Reacties zijn gesloten.