Het salaris van de schoolleider

Kerstcadeau voor de rector

Het salaris van de rector de middelbare scholen is onlangs met 34 procent opgetrokken van €98.000 naar €131.000. Omdat de stijging onafhankelijk is van de prestaties van de rector, kan de minister deze verhoging beter terugdraaien.

Net als in ondernemingsland is door de werkgevers en hun toezichthouders in het voorgezet onderwijs bedacht dat de omvang van het bedrijf bepalend moet zijn voor de hoogte van het salaris. De ratio hiervan is dat grote bedrijven moeilijker bestuurbaar zijn en het aanbod van hiervoor geschikte managers klein is. Maar wacht eens even, is het een feit dat het type manager dat de school bestuurt zo zeldzaam is dat er op de markt een premie voor moet worden betaald? Is het niet een feit dat in ondernemingsland alleen een premie wordt betaald als de manager prestaties toont?

Als we kijken naar de schoolkwaliteit, dan moeten we vaststellen dat de kwaliteit van de opgeleide leerling niet is toegenomen. In tegendeel het Ministerie van Onderwijs neemt maatregelen om de onderwijskwaliteit te verhogen. Volgend schooljaar mogen havo- en vwo-leerlingen voor de drie kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde maar één vijf scoren op hun Centraal Schriftelijk Eindexamen. Over het bedroevende niveau van ons VMBO –de bakermat voor emancipatie van onze minder bedeelde burgers- zullen we maar zwijgen. Alle reden dus om managers te zoeken die aanzienlijke verbeteringen in het onderwijs realiseren. Wat mij betreft mogen mensen die deze verbeteringen realiseren best meer verdienen, bijvoorbeeld een bij de realisatie van een aanzienlijk betere score bij het Centraal Schriftelijk Eindexamen en bij de realisatie van een aanzienlijke reductie in het aantal vroegtijdige schoolverlaters. Helaas is het zo niet geregeld.

De regels luiden dat: een rector automatisch ruim 10 procent meer gaat verdienen dan voorheen als zijn school meer dan 4000 leerlingen opleidt, 15 procent opslag volgt omdat hij vrije dagen inlevert en hij ontvangt nog eens vijf procent extra als zijn werkgever meent dat hij een moeilijke school leidt. In tegenstelling tot de situatie in het bedrijfsleven is zijn inkomensstijging dus onafhankelijk van zijn prestaties. Blijven zitten is genoeg.

De 34 procent verbetering zouden we kunnen billijken als de schoolprestaties significant toenamen. Pas als we inzage krijgen in onder zijn bewind aangebrachte verbeteringen, kan de samenleving begrip tonen voor een dergelijke salarisverhoging. Het wordt dus hoog tijd dat rectoren verantwoording afleggen over de prestaties van hun leerlingen. Voor nu geldt dat de bedenkers van dit salarisgebouw -de Vereniging van Toezichthouders Onderwijs en de Onderwijsbestuurders-vereniging- zich moeten schamen voor zo’n ambitieloze CAO. Kan de minister dit akkoord niet alsnog onverbindend verklaren?

Jan Bouwens

7 Reacties

  1. Schoolleiders moeten…
    …eenvoudigweg minder verdienen dan de leraar. Want de leraar doet het werk waarom het gaat. Leidinggeven kan ongeveer iedereen en is een dienende functie.
    (Een Platonische gedachte)

    • Werkgevers-CAO
      Volgens de Wet goed onderwijs en goed bestuur vallen de bestuurders in het onderwijs onder het CAO steklsel. Een CAO is volgens Coenen een “collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten tussen (een vereniging of verenigingen van) werkgevers en werknemers ter regeling van de arbeidsvoorwaarden”. Met deze CAO hebben de bestuurders aan de wet voldaan, maar het is wel een eigenaardige CAO. Een paar kanttekeningen:
      1. Formeel-juridisch zal het waarschijnlijk wel kloppen maar feitelijk blijkt telkens dat de overheid de echte werkgever is en niet de vereniging van toezichthouders. Dat blijkt ook uit de Wet normering topinkomens. Ik ben geneigd om te spreken van een schijn-CAO.
      2. Dat het in ieder geval een heel opmerkelijk soort CAO is, blijkt uit het feit dat er nauwelijks sprake is van harde onderhandelingen tussen de partijen zoals dat toch gebruikelijk is bij collectieve arbeidsvoorwaardenvorming.
      3. Ook lijkt er geen sprake van belangenverschillen. Bestuurders en toezichthouders komen uit dezelfde kring of netwerk van mensen en zijn vaak onderling uitwisselbaar.
      4. Het geheel lijkt alleen te begrijpen vanuit het raad-van-toezicht-bestuursmodel, waarbij de overheid toekijkt.

  2. Zo’n slampamper
    waagde het ooit, na zijn omhoog vallen met diverse salarisschalen als gevolg van een mede door hem geforceerde scholenfusie, het volgende commentaar te geven: ‘Ach, bij ons is het aan het eind van de maand ook op…..’, en vond zichzelf erg geestig. De collega’s die toen het veld moesten ruimen vonden het wat minder.
    Maakt wel duidelijk hoe in die kringen over het klootjesvolk op de werkvloer gedacht wordt.

Reacties zijn gesloten.