Het

Het

Het intelligente deel van het Nederlands taalgenootschap heeft in zijn onmetelijke wijsheid voorzien dat mettertijd het lidwoord ‘het’ wel geschrapt kan worden uit het groene boekje en uit het Nederlandse dagelijkse taalgebruik. Dit is méér dan een vereenvoudiging van het gebruik van lidwoorden, méér dan een verminking van toon en intonatie, méér dan het vereenvoudigen van onze taal ten voordele van het deel van het gepeupel die onze Nederlandse taal minder tot niet machtig is.
Het is niet meer of niet minder dan het verkrachten, het nutteloos versimpelen, het nodeloos veranderen ‘om te veranderen.’ Ja, zelfs het totaal ontkennen van onze Nederlandse eigenheid en taal, en het slaat nergens op.

Het zal nu wel zoiets van vijftig jaar geleden zijn dat ik in het basisonderwijs leerde dat er drie soorten lidwoorden waren. Het ene stond voor ‘mannelijk enkelvoud’, het andere voor ‘vrouwelijk enkelvoud’ en ‘het’ stond voor ‘onzijdig enkelvoud’ behalve als het ging over ‘het meisje’ want dan was het voor ons ‘onnozel enkelvoud’. Zelfs op jonge leeftijd zaten wij om het bedenken van taalgrapjes niet verlegen.

Het intelligente deel van het Nederlandse hotemotenclubje, altijd op zoek naar verandering, vernieuwing of vernieling, schroomt dus niet om het lidwoord ‘het’ als ‘volstrekt waardeloos’ uit alle boeken en andere geschreven teksten, zelfs in gesproken taal, te schrappen. Het zou dan een beetje gemakkelijker worden om onze taal aan te leren. Niemand hoeft dan nog na te denken welk lidwoord voor welk woord past, gewoon één lidwoord voor alle woorden. Het summum van taalvereenvoudiging. Bij mijn weten is er maar één taal die het lidwoord niet gebruikt, het Latijn. Maar ook in het Latijn wordt door middel van het toevoegen van een uitgang aan het woord de bepaling ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ gegeven. Voor het vrouwelijke woord is er ‘ika’ en voor het mannelijke woord geldt ‘us’. Het Latijn behoort tot het taalgedeelte dat we ‘dode talen’ noemen. Geen wonder, zo zonder lidwoorden.

Twee dingen zijn duidelijk. Het is al een tijdje geleden dat het genootschap in beeld is geweest, en daarom dat het genootschap met het ‘lidwoordenbericht’ eventjes volop in het middelpunt van heel veel belangstelling stond. Ten tweede; wat zou bovenstaande tekst waard zijn zonder het lidwoordje ‘het’, want als u goed gelezen hebt is het hele tekstgebeuren neergeschreven zonder gebruik van het hele lidwoordenpallet en alleen ‘het’ is gebruikt.

Het Genootschap, onnozel enkelvoud.

J.Jeronimoon

Voor het leuke, hoe zou het lezen zijn als we ‘het’ vervangen door alleen een ander lidwoord.

De

De intelligente deel van de Nederlands taalgenootschap heeft in zijn onmetelijke wijsheid voorzien dat mettertijd de lidwoord ‘de’ wel geschrapt kan worden uit de groene boekje en uit de Nederlandse dagelijkse taalgebruik. Dit is méér dan een vereenvoudiging van de gebruik van lidwoorden, méér dan een verminking van toon en intonatie, méér dan de vereenvoudigen van onze taal ten voordele van de deel van de gepeupel die onze Nederlandse taal minder tot niet machtig is.
De is niet meer of niet minder dan de verkrachten, de nutteloos versimpelen, de nodeloos veranderen ‘om te veranderen’ ja, zelfs de totaal ontkennen van onze Nederlandse eigenheid, en de slaat nergens op.

De zal nu wel zoiets van vijftig jaar geleden zijn dat ik in de basisonderwijs leerde dat er drie soorten lidwoorden waren. De ene stond voor ‘mannelijk enkelvoud’, de andere voor ‘vrouwelijk enkelvoud’ en ‘de’ stond voor ‘onzijdig enkelvoud’ behalve als de ging over ‘de meisje’ want dan was de voor ons ‘onnozel enkelvoud’. Zelfs op jonge leeftijd zaten wij om de bedenken van taalgrapjes niet verlegen.

De intelligente deel van de Nederlandse hotemotenclubje, altijd op zoek naar verandering, vernieuwing of vernieling, schroomt dus niet om de lidwoord ‘de’ als ‘volstrekt waardeloos’ uit alle boeken en andere geschreven teksten, zelfs in gesproken taal, te schrappen. De zou dan een beetje gemakkelijker worden om onze taal aan te leren. Niemand hoeft dan nog na te denken welk lidwoord voor welk woord past, gewoon één lidwoord voor alle woorden. De summum van taalvereenvoudiging. Bij mijn weten is er maar één taal die de lidwoord niet gebruikt, de Latijn. Maar ook in de Latijn wordt door middel van de toevoegen van een uitgang aan de woord de bepaling ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ gegeven. Voor de vrouwelijke woord is er ‘ika’ en voor de mannelijke woord geldt ‘us’. De Latijn behoort tot de taalgedeelte dat we ‘dode talen’ noemen. Geen wonder, zo zonder lidwoorden.

Twee dingen zijn duidelijk. De is al een tijdje geleden dat de genootschap in beeld is geweest, en daarom dat de genootschap met de ‘lidwoordenbericht’ eventjes volop in de middelpunt van heel veel belangstelling stond. Ten tweede; wat zou bovenstaande tekst waard zijn zonder de lidwoordje ‘de’, want als u goed gelezen hebt is de hele tekstgebeuren neergeschreven zonder gebruik van de hele lidwoordenpallet en alleen ‘de’ is gebruikt.

Genootschap, onnozel enkelvoud.

10 Reacties

  1. Ika…?
    Vrouwelijke uitgang eerste naamval enkelvoud in het Latijn is ‘a’ en in het Nederlands staat ‘het’ voor onzijdig en verkleinwoorden (meisje en jongetje).
    Maar belangrijker is, waar heb je die informatie vandaan?
    Want het lijkt me volledige kolder.

      • Taal als teken van beschaving…
        Ook Aleid Truijens vindt het een kniebuiging voor de nieuwe Nederlanders, die inderdaad moeite hebben met ‘de’ en ‘het’.
        Schrijftaal en spreektaal zijn twee verschillende grootheden, hoewel er vanzelfsprekend wel sprake is van wederzijdse beïnvloeding. Schrijftaal is uit spreektaal voortgekomen en heeft zich via een moeizaam proces met behulp van grammatica en regels ontwikkeld tot wat ze nu is. Schrijftaal heeft een eigen en grotere woordenschat ontwikkeld om daarmee gedachten uit te drukken. De spreektaal heeft zich op zijn beurt aan de schrijftaal aangepast. Als je niet netjes sprak, volgens de regels van de schrijftaal, (wezen/zijn, hun/hen, liggen/leggen) werd je van sommige posities of kringen uitgesloten.
        Kortom, laat de schrijftaal maar de spreektaal bepalen als uitdrukking van beschaving.
        De Nederlandse Taalunie zou er goed aan doen zich als geschiedenisdocenten op te stellen. Die schrijven geen geschiedenis, maar trachten de geschiedenis achteraf te duiden. Zo behoort het ook met taal te gaan.

        • Selectief lezen en citeren
          Aleid Truijens schrijft: “De normen werden telkens naar beneden bijgesteld, uit liefde voor de al dan niet allochtone achterblijvers.” Selectief lezen moet je zelf weten maar gelieve niet selectief te citeren.

          • Citaat uit Aleid Truijens…
            ‘De normen werden telkens naar beneden bijgesteld, uit liefde voor de al dan niet allochtone achterblijvers. Op veel mbo’s werd het vak Nederlands afgeschaft. ‘Communiceren’ doe je toch de hele dag? Nu komt men terug van die dwaling, maar een hele generatie peuterleidsters en toekomstige pabo-studenten heeft op de roc’s amper taalonderwijs gehad, en zal daar altijd last van houden, vooral wanneer ze hun leerlingen de taal moeten leren. Intussen bleven de telgen uit de elite spreken en schrijven zoals hun ouders deden en gingen zij als vanouds naar de universiteit.’

            ‘Mondjesmaat komen er nu meer allochtonen op de hogescholen en universiteiten, vaak via het mbo. Maar je kunt wel ijverig diploma’s stapelen, als je het tijdens een sollicitatiegesprek hebt over ‘een mooie diploma’, of ‘deze beleid’, dan denkt de werkgever toch: deze maar niet; die kan ik niet naar de klant sturen.’

          • Dank voor de bevestiging
            Je bevestigt met je citaat dat Truijens het niet exclusief heeft over allochtonen, maar goede lezers wisten dat al.

  2. eenstukje grammatika
    Woorden van de eerste verbuiging hebben een stam op a en de uitgang voor het nominatief is a. De meeste zijn vrouwelijk
    Woorden van de tweede verbuiging hebben een stam op o en de uitgang voor het nominatief enkelvoud is voor mannelijk us en voor onzijdig meestal um.
    Bijvoegelijke naamwoorden die als ze bij een mannelijk zelfstandig naamwoord horen als een mannelijk zelfstandig naamwoord van de tweede verbuiging verbogen worden worden bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord, mannelijk zelfstandig naamwoord en onzijdig zelfstandig naamwoord resp. als een zelfstandig naamwoord van de a-stammen, als de de op us uitgaande o-stammen en de op um uitgaande o-stammen verbogen.

  3. Gesnapt?
    Taalwetenschap is een beschrijvende en geen voorschrijvende wetenschap. De bewuste artikelen constateren dat er in het alledaags Nederlands een ontwikkeling gaande is naar het vervangen van ‘het’ door ‘de’. Dat kan erop uitdraaien dat het lidwoord ‘het’ volledig gaat verdwijnen. Dat is alles wat ze zeggen. Ik lees er zelfs spijt uit. Misschien is er wel hoop dat moedertaalliefhebbers op de bres springen voor het ‘het’. Dan liefst wel genuanceerd.

  4. Ik ben vóór het
    Stel je voor dat het er niet zou zijn, dan hadden we het nooit gehad. Hoe zouden ochtenden zonder het zijn?

Reacties zijn gesloten.