Help Irene met rekenen op de PABO

Op de site van de NVvW:

www.nvvw.nl/page.php?id=749&rid=578&topicID=1850&view=list_posts&page=last

Beste mensen

Op dit moment volg ik een cursus aan de pabo om het reken onderwijs op de basisschool beter te laten aansluiten op het voortgezet onderwijs. Hiervoor heb ik informatie uit het wiskunde onderwijs nodig.

Is er iemand die op onderstaande vragen antwoord zou willen geven?
1. Hoe lang geeft u al (reken)onderwijs?
2. Wat vindt u uitdagend/leuk/vervelend aan het vak?
3. Wat vind u leuk/lastig aan het vak in didactisch, pedagogisch en organisatorisch opzicht?
4. Wat moet een bovenbouw leerkracht volgens u weten/kunnen en doen om goed rekenonderwijs te geven?
5. Hoe geeft u de rekenlessen vorm (klassikaal, individueel, in groepjes, of anders)?
6. Wat doet u om aan te sluiten bij de individuele leerstijl van de leerling?
7. Hoe zou u onderstaande som uitleggen? Probeer het letterlijk op te schrijven wat u allemaal denkt, doet, zegt.

Wat is 15% van 100.

8. Waarom legt u het op die manier uit?

Alvast bedankt voor de antwoorden op deze vragen.

Groet Irene

PS Irene: op welke PABO zit je? Wie is je docent? Op deze site willen mensen je best antwoord geven.

PPS: help Irene zoals Huub dat hieronder doet, of Jan, Henk en Dick, goedgekeurd door de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren:

www.nvvw.nl/page.php?id=749&rid=578&topicID=1850&view=list_posts&page=last#9713

6 Reacties

  1. Spaties (beleefd)
    Irene moet nog even langs de afdeling taalonderwijs om overbodige spaties in te leveren …….. 🙂

  2. Belangrijk onderwerp
    In mijn contacten met leerkrachten basisonderwijs heb ik gemerkt dat er nogal wat leraren op de basisschool zijn die nauwelijks meer weten hoe handig kinderen uit hun hoofd leerden rekenen. Ze hadden veel automatische informatie aangeleerd (opgedreund waarschijnlijk) en konden, als ze snel iets moesten berekenen daar snel en efficiënt uit putten.
    Zelf gaf ik in het VO geen wiskunde, maar ik merkte dat leerlingen zich hadden aangeleerd om overal een rekenmachientje bij te pakken – ook al omdat ze die snelle rekenmethodes niet meer beheersten. Zo zag ik een keer een groep leerlingen die een ‘intelligentie-testje moesten maken’ en een reeks getallen moesten afmaken. Het eerste wat ze deden was hun electronisch hulpje tevoorschijn halen.
    Van mijn wiskundecollega’s kreeg ik voortdurend klachten over het gebrek aan rekenvaardigheid. Een leraar die zijn jeugd in Marokko had doorgebracht, vertelde hoe de kinderen die daar naar school gaan die rekenkennis wel paraat hebben.
    Leraressen die ik sprak, wisten niets van die vroegere manier van rekenen. Wel sprak ik een die blij was toen een van haar leerlingen thuis de staartdeling aanleerde en zo veel sneller door de sommetjes kon.
    Kortom, op de basisschool zijn belangrijke werkmethoden kwijt geraakt.
    Mijn dochter die nu de pabo volgt, heb ik onderstaande publicatie aangeraden:
    “Waarom Daan en Sanne niet kunnen rekenen.” Met wat goochelen, kun je die zo terugvinden.
    Veel succes bij je onderzoek.

  3. Kenmerken effectief rekenonderwijs
    Beste Irene,

    Misschien is mijn literatuurstudie bruikbaar voor je:
    www.onderwijsgek.nl/ORIENTATIE_NIEUWE_REKENMETHODE.pdf

    Goed (reken)onderwijs voldoet verder aan de volgende kenmerken:
    doelen, tijd, extra tijd voor risicokinderen, effectieve instructie (voordoen-samen doen-zelf doen), convergente differentiatie, monitoren, vroegtijdig signaleren en reageren.

    Succes en groeten van Marcel.

    • Dag Marcel,
      Wat te doen als leerlingen cognitief/gedragsmatig e.e.a. zodanig verstoren dat de leerkracht niet meer in staat is om fatsoenlijk les te geven?

Reacties zijn gesloten.