Zijlstra schoffelt het hoger onderwijs om: op basis van de borreltafel, juist niet op basis van kennis

 
Halbe Zijlstra en het Kabinet willen alles anders in het ho. Totaal gestoord. Of moet ik zeggen: niet gestoord door enige kennis van zaken. De borreltafel regeert.

Moet ik dit nog onderbouwen? Ik ben bang van wel. Ik zal dat dan broksgewijs doen. Zie publicaties op mijn website waar alles is te vinden wat nodig is om dit waanzinnige beleid te evalueren.

Het is waanzinnig omdat hier sprake is van een enorme kostenopdrijving, zonder zicht op enig ander positief resultaat dan de fictie dat er nu eens stevig beleid wordt neergezet. De goede lezer zal opmerken dat er niet direct in kwaliteit van onderwijs zelf wordt geïnvesteerd.

Misschien is er een enkele uitzondering: dat herkansen van tentamens mag wel wat minder.

Gemiste kans, voor zo’n krachtdadig bestuurder als Zijlstra: studieduur gelijk maken aan cursusduur. Accepteren dat afstuderen op verschillende niveaus zal gaan. Werkgevers zouden dat prachtig vinden, omdat verschillen in capaciteiten van de bachelors en masters niet meer worden versluierd door verschillen in studieduur. Dat is dus ook in het belang van studenten. Iedereen tevreden, de overheid tevreden, de samenleving tevreden.

Aandacht voor het advies van de Cie-Veerman. blog 7510

Veerman: Selectie mits. Wat is dat mits waard? blog 7540

Veerman: wel eens aan loten gedacht? Sixties USA: Alexander Astin on lottery blog 7703.

Ben Wilbrink (1997). Opsomming van de discussie over toelating bij numerus fixus-studies. html [Opdracht: Commissie Drenth. Deze eindtekst is gepubliceerd als Bijlage 3 bij Rapport van de commissie Toelating Numerus Fixusopleidingen (voorzitter P. J. D. Drenth) ‘Gewogen loting gewogen.’ 1997, p. 121-204. Sdu Servicecentrum. ISBN 90 346 34116 pdf. Een samenvatting is als bijlage in het advies van de commissie opgenomen, p. 82-89 html ]

Ben Wilbrink, een leven lang bestrijder van borreltafelpraat over selectie.

45 Reacties

  1. studieduur gelijk aan cursusduur
    Studieduur gelijk aan cursusduur: dat is de situatie in Engeland. Werkt.

    • Collegegeld naar rato
      Waarom wil de overheid het niet toestaan dat studenten met een halve baan of meer dan een halve baan de dubbele tijd over hun studie mogen doen voor een gehalveerd jaarlijks collegegeld?
      Seger Weehuizen

  2. Moeilijk wennen hè, Ben…
    Dat is nu pragmatisme en nieuwe politiek.
    De bijl erin en opschonen die boel. De oude regels gelden niet meer.
    Hals is in zijn nopjes:-)

    • Noppes Nopjes
      Ik probeer juist aan te geven — maar ik geef toe dat ik dat in respectloze taal doe, en ik heb daar nog geen seconde spijt van — dat het soort flinke maatregelen dat Zijlstra wil nemen typisch niet de gewenste resultaten oplevert. Kwestie van empirisch onderzoek. Je geschiedenis kennen. Je lijkt te denken dat ik ideologisch tegenover Zijlstra sta, dat is niet juist. Hij neemt maatregelen die niet gestaafd kunnen worden door enige behoorlijke club van wetenschappers met verstand van zaken (de club Veerman had geen verstand van zaken, dat is onderdeeel van het probleem dat Zijlstra heeft). Maar oké, ideologisch bekeken neemt Zijlstra hier een aantal maatregelen die de grote roerganger van de Nederlandse liberalen, Thorbecke, niet voor zijn rekening zou hebben genomen.

      Er zijn situaties waar selectie werkt, althans in de optiek van wie het bij die selectie voor het zeggen heeft. Maar dus niet in alle situaties.

      Wat Zijlstra hier voorstelt, stelt het functioneren heel ons onderwijsstelsel in de waagschaal: plaats en functie van de eidnexamens vo zullen radicaal veranderen zonder dat er maar een tittle of iota is veranderd aan de wetten die deze examens regelen. Tel uit je winst.

      Een ander effect dat Zijlstra en zijn ambtenaren zich niet realiseren is dat die selectie-aan-de-poort juist marktverstorend kan werken. Een mooi voorbeeld daarvan is de selectie voor de studie geneeskunde: laat de knapste jongens en meisjes voorrang krijgen, en tien jaar later zal de samenleving ontdekken dat die jonge dokters niet meer willen werken in praktijken op het platteland of in prachtwijken.

      Ben Wilbrink

      • Selectie
        Voor een volk wat zo weinig prestatiegericht is in het onderwijs selecteren bij op een buitengewoon harde manier, een veel hardere manier dan wat bijv. het geval zou zijn bij een toelatingsexamen voor een studie in het hoger onderwijs.
        Dit begint al op de lagere school waar wij elk prestatie-element acht jaar lang mijden maar vervolgens op basis van zo’n 160 meerkeuzevraagjes leerlingen verdelen over de verschillende niveaus. Op het VMBO wordt er weer vier jaar lang weinig geëist maar wee je gebeente als je niet minstens met een gemiddelde van een 7 slaagt, dan kan je een kans om het HAVO te volgen wel vergeten.
        Wanneer er niveauvastheid is en je steeds het beste uit de leerlingen haalt (een gezonde prestatiedrang hoort daar bij) dan kan je dankzij al die verschillende fases in het opleidingsparcours waarbij steeds het niveau wat hoger wordt vanzelf een topniveau overhouden aan de top van de onderwijspiramide zonder ooit op een ander criterium te selecteren aan de poort dan het al dan niet soepel behaald hebben van het vorige stadium. De mensen die afvallen vallen dan af nadat ze een jaar lang hebben ondervonden dat ze het niveau niet aankunnen, niet omdat ze een 6,9 als gemiddelde cijfer hebben behaald i.p.v. een 7,0, omdat je net iets slechter overkwam op het interview of wat dan ook voor futiliteit die weinig voorspellende waarde heeft.

      • Re: Ben…Het oude plaatje is voorbij en dat werd hoog tijd!
        “Kwestie van empirisch onderzoek en je geschiedenis kennen.”

        Dat kun je wel beweren, maar onderbouwen is een andere zaak. En zeker niet met rapporten, een papieren werkelijkheid.
        Terug naar het gezonde verstand en leren luisteren naar de mensen uit de praktijk (niet iedereen natuurlijk).

        De genomen maatregelen van het kabinet zien er kerngezond uit: selectie aan de poort, cijferlijsten betrekken, intake-gesprekken (op zoek naar motivatie), meer vwo’ers naart het hbo (meer intelligentie in het beroepsonderwijs is broodnodig), kortere studieduur, niet in ieder volkstuintje hetzelfde studieaanbod, opkomen voor de sterkeren (sleurt de zwakkeren wel mee), stoppen met de zieligheidsindustrie en wat meer eisen van de burger. Het gaat zo helemaal de goede kant op en helemaal BON!
        Maar het is moeilijk voor heel veel mensen die gewend zijn te leunen op steun vanuit alle windstreken, zonder er zelf iets voor te doen. Dat heeft zoveel decennia geduurd dat ze niet anders meer kunnen denken.

        • Universitas
          Over dat studieaanbod: ken je de betekenis van `universitas’ Hals? En wat dat te maken heeft met de term `universiteit’?

        • Onderbouwen
          Hals,

          Je weet dat ik (bijna) altijd (bijna) alles wat ik met stelligheid beweer, kan onderbouwen. Ik ga het niet opnieuw uitleggen, want een beetje intellectueel moet het met een paar goede aanwijzingen zelf kunnen vinden.

          Een interessant casus is de houding van het bestuur van Cito tegenover de opdracht van OCW om een toelatingstoets te ontwikkelen voor de studie geneeskunde, om van die vermaledijde gewogen loting af te komen, weet je wel. Speelt rond 1980. Is dus precies het soort beleid dat Zijlstra nu massaal voert. In 1979 wilde het bestuur de minister (Pais) wel tegemoetkomen, maar sprak nadrukkelijk uit dat dat niet betekende dat ze het met dit beleid eens waren. Na een bestuurswisseling werd dat strakker: het Cito zou zich niet moeten lenen voor dit soort hand en spandiensten voor onverantwoorde toelatingstoetsen. Onverantwoord: hoge kosten, lage baten, per saldo een hoop toegevoegd leed. Dat gaat in tegen de beroepscode van de betrokken psychologen. Zo simpel is het. Zie blog 7791 waar dit casus ter sprake komt, omdat ook de rekentoets in het eindexamen havo/vwo per 2014 zo’n gedrochtelijke toets is.

          documentatie decentrale selectie
          on admissions
          annotatie bij Camara & Kimmel
          literatuur over selectie

          mijn publicaties op het gebied van selectie (voor wo)

          selectie voor het hbo

          • Hoge kosten, lage baten, toegevoegd leed
            “Onverantwoord: hoge kosten, lage baten, per saldo een hoop toegevoegd leed.”

            Een loting veroorzaakt ook heel veel leed, naar mijn overtuiging nog veel meer zelfs omdat je machteloos aan de zijlijn moet toezien wat Vrouwe Fortuna beslist terwijl je bij een toelatingsexamen je lot in eigen handen hebt, zelfs al is dat voor sommigen slechts een illusie doordat ze over te weinig talent beschikken.

            Bij het Vlaamse toelatingsexamen blijken de baten erg hoog te zijn getuige de sterke stijging van het slagingspercentage in het eerste jaar sinds dat toelatingsexamen werd ingevoerd terwijl er geen aanwijzingen waren dat het niveau van de studies verlaagde.

            Hoe hoog de kosten zijn weet ik niet. Voor het Vlaamse toelatingsexamen voor geneeskunde en tandheelkunde moet de kandidaat iets meer dan €30 betalen, de werkelijke kosten liggen hoger dan dat, de organisator van het toelatingsexamen vermeldt expliciet dat de kandidaat niet 100% van de kosten betaalt (dit meldt zij odmat zij wil voorkomen dat mensen ´voor de lol` deelnemen of om zichzelf te testen).
            Stel dat je per kandidaat €50-€100 zou betalen, wat zijn die totale kosten in verhouding tot de totale onderwijskosten?

            Het sterkste argument tegen zo’n toelatingsexamen en dus voor zo’n loting vind ik dat je wil voorkomen dat talenten die anders voor een andere studierichting hadden gekozen nu voor geneeskunde of tandheelkunde kiezen, toch blijf ik een loting onrechtvaardig vinden. Wanneer je voor alle studierichtingen een toelatingsexamen zou organiseren dan zou je de gekke situatie krijgen dat de toelatingsexamens voor de zwaarste studierichtingen weinig selectief zijn (weinig kandidaten in verhouding tot het totale opleidingsplaatsen) terwijl de toelatingsexamens voor massastudierichtingen zoals economie, recht en psychologie zeer selectief zouden zijn.

          • Cijferlijst,,,
            De meest eenvoudige methode van selectie aan de poort is natuurlijk de cijferlijst van de middelbare school. Rechtvaardig ook en een prima methode ook om tegelijk het voortgezet onderijs beter te krijgen.

          • Loten was en is willekeur…..
            ….en is geen selectie aan de poort.
            Het is verstandig op hogescholen en universiteiten bij de toelating wat barrières in te bouwen, maar het is een detail in het grotere geheel van beter onderwijs en tegengaan van misbruik in de hogere regionen van het onderwijs.

          • Eindexamen
            Er is een barrière bij de toelating tot hogescholen en universiteiten, deze noemen we eindexamen.

          • Re: Mark…Eindexamen is verwaterd…
            Mark, het eindexamen heeft een groot deel van zijn waarde verloren door diplomafraude, schoolonderzoeken en aanpassing van de normen als het percentage gezakten te groot zou zijn.
            Bovendien is de aansluiting van middelbare school naar hbo en universiteit niet meer wat het zou moeten zijn. Dat is vooral de schuld van de scholen en de politiek: schaalvergroting, (basisvorming), schoolonderzoek, studiehuis, profielen, competentieonderwijs enz.
            Reden genoeg om de hoogte van de cijferlijst bij toelating te betrekken, toelatingsexamens en intakegesprekken te gaan invoeren en de studieduur te beperken.
            De piramide moet nu eenmaal langer en slanker worden, met een steile top, alleen bereikbaar voor de besten. Alleen dan krijgt een diploma weer zijn waarde en de samenleving zijn excellente wetenschappers en technici.

          • Verkeerde oplossing
            Er is inderdaad heel wat mis met het eindexamen. De goede oplossing is dan om die problemen met het eindexamen de wereld uit te helpen, niet om daarbovenop nog iets te introduceren dat onheroepelijk ook volkomen de mist in zal gaan.

          • Cijferlijsten en diploma’s geInflateerd….
            “Na afschaffing van de landelijke examens bestond er in het mbo jarenlang geen enkele inhoudelijke controle op de totstandkoming van de cijfers op basis waarvan diploma’s werden verstrekt.”

            Daarom toelatingsexamens voor het hoger onderwijs….
            De cijferlijsten en diploma’s zijn geInflateerd en niet meer betrouwbaar.
            Het zoveelste bewijs vandaag in de VK van het gelijk van Zijlstra.

          • Het is niet mogelijk om op
            Het is niet mogelijk om op een goede manier te selecteren op basis van de behaalde cijfers: voor exact dezelfde prestaties krijg je bij de ene leraar een ander cijfer dan bij de andere leraar. Niet lang geleden was er een onderzoekje waaruit bleek dat dit 1-2 punten verschil kan geven.
            Je zou als maatstaf het klassepercentiel kunnen gebruiken, dit is in de USA een populair selectiemiddel, maar dan heb je weer het probleem dat een matige leerling op een goede school een betere basis heeft gekregen dan een goede leerling op een slechte school.
            Als je op een eerlijke en betrouwbare manier wil selecteren dan kan je het best een toelatingsexamen gebruiken. Een alternatief is om niet aan de poort te selecteren maar om die selectie met 1 jaar uit te stellen.
            Maar zoals Mark terecht opmerkt: we moeten eerst en vooral de oorzaak van de vastgestelde problemen oplossen in plaats van lapmiddelen te gebruiken.

          • Bestuurdersliberalisme
            Hals,

            Ben jij net zo’ bestuurdersliberaal als Zijlstra? Heb je niet in de gaten dat met deze selectievoorstellen de enigen die echt keuzevrijheid (marktvrijheid) krijgen, de bestuurders van opleidingen, faculteiten, universiteiten zijn? Wordt Nederland daar beter van? Worden vwo-ers daar beter van? Vooral die toekomstige aankomende studenten moeten vrezen een speelbal van het circus van vergelijkende toelatingsselectie te worden.

            Met andere woorden: je kijkt tegen de toelating tot geneeskunde aan alsof die opleiding jouw eigendom is, en je winst wordt bepaald door het numeriek rendement dat die opleiding haalt. Voordat je nu reageert dat dit precies jouw visie is, het volgende. Koop ook alle andere opleidingen in het wo. Wat doe je nu? Ga je geld over de balk smijten door opleidingen toe te staan met hun toelatingsselectie onderling te concurreren om de ‘beste’ kandidaten?

            Het is ernstiger dan ik schets. De overheid heeft de zorg voor het grootste deel van het onderwijs, en wel plaatsvervangend voor ons allemaal. Onze overheid heeft internationale verdragen ondertekend die de rechten op onderwijs voor jongeren regelen, en terecht. Nu hebben we hier Hals Zijlstra, sorry, Halbe Zijlstra en Hals die vinden dat er institutionele belangen zijn (bestuurdersliberalisme) die vóór gaan. Helaas tellen die afzonderlijke institutionele belangen niet op tot meer dan hun som, maar tot minder. Op zijn minste moeten de kosten van het hele selectiecircus er immers af. Want die selectie kan grosso modo weinig tot niets opleveren omdat iedereen in dezelfde vijver vist. Zo simpel is het.

          • Re: Ben…Zo simpel is het…
            Als de mensen zeggen dat het gras groen is, kom jij met rapporten waarin staat dat het gras een andere kleur heeft. Omdat jij rapporten eerder gelooft dan je eigen ogen, geloof jij op den duur je eigen ogen niet meer. Als dat te lang duurt of te vaak voorkomt, verleer je het kijken en ontstaat er toch een vertekening van de werkelijkheid.
            Vervolgens kan iedereen je van alles wijs maken. In dat stadium lijk je te verkeren.

            Hoe je het ook wendt of keert, als 30 procent van de hbo-leerlingen en 25 procent van de universiteitsstudenten de studie in het eerste jaar afbreekt, en als na zes jaar 63 procent van de hbo-studenten en na zeven jaar 68 procent van de universiteitsstudenten zijn papiertje haalt, is er iets grondig mis.
            Een filter of een zeef, dus selectie aan de poort, is een adequate methode om dat probleem op te lossen. Zo simpel is het inderdaad.

          • Het CvB van de Universiteit Leiden dacht dat ook.
            Hals,

            Maar dat College van Bestuur moest bakzeil halen. Jarenlang zou selectie-aan-de-poort het kroonjuweel van Leids onderwijsbeleid moeten worden. Staatssecretaris Nijs vond het geweldig. Maar een eigen onderzoekscommissie kwam tot een andere conclusie, en het CvB draaide om als een blad aan de boom, zie dit persbericht, o.ar:

            • Instrumenten
              Nog beter zou het volgens het College van Bestuur zijn als de geschiktheid al vóór het begin van de studie getoetst zou kunnen worden. Dat is de reden waarom de universiteit onderzocht heeft of daarvoor selectie-instrumenten zijn of ontwikkeld kunnen worden. Het project werd begeleid door een wetenschappelijke adviesraad. Hierin hebben vijf hoogleraren zitting van de universiteiten van Leuven, Twente en Leiden, en de Citogroep.
               
              Eindexamencijfer
              Het afgelopen jaar is uitgebreid onderzoek gedaan naar de voorspellende waarde van het eindexamencijfer voor studiesucces. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het gemiddelde eindexamencijfer een goede basis kan zijn voor selectie aan de poort. Het uitsluitend hanteren van een vereist eindexamengemiddelde gaat echter gepaard met een groot nadeel: het afwijzen van een groot aantal studenten van wie op basis van de beschikbare gegevens aannemelijk is dat zij de studie zeer wel succesvol zouden kunnen afronden. Daarom moet dit selectiemiddel worden verfijnd.
               
              Toets
              Om dat te bereiken is onderzocht of selectie op basis van eindexamencijfers te combineren is met een op de opleiding toegesneden toets. Bij de opleidingen geschiedenis en rechtsgeleerdheid werden experimenten met selectie uitgevoerd op grond van specifieke of algemene vaardigheden via een aparte test en bij de opleidingen rechtsgeleerdheid, Duits, Frans en Italiaans op grond van motivatie via brieven en gesprekken. Deze aanvullende toetsen hebben geen bruikbare resultaten opgeleverd.”
          • Eindexamencijfer en toets is…
            ..hetgeen ik voorsta. Laten de middelbare scholieren maar blokken als ze een toelating willen forceren.

            (Eindexamencijfer
            Het afgelopen jaar is uitgebreid onderzoek gedaan naar de voorspellende waarde van het eindexamencijfer voor studiesucces. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het gemiddelde eindexamencijfer een goede basis kan zijn voor selectie aan de poort. Het uitsluitend hanteren van een vereist eindexamengemiddelde gaat echter gepaard met een groot nadeel: het afwijzen van een groot aantal studenten van wie op basis van de beschikbare gegevens aannemelijk is dat zij de studie zeer wel succesvol zouden kunnen afronden. Daarom moet dit selectiemiddel worden verfijnd.

            Toets
            Om dat te bereiken is onderzocht of selectie op basis van eindexamencijfers te combineren is met een op de opleiding toegesneden toets.)

          • Onderliggende onderzoeken
            Om het Zijlstra-dossier op dit Leidse punt volledig te maken:

            • D.N.M. de Gruijter, M. Yildiz en J. ’t Hart (2006). VWO-examenresultaten en succes in de propedeuses Geschiedenis en Psychologie. Deelonderzoek van experimenten met selectie: selectie op basis van vooropleidingen. Leiden: ICLON, rapport nr 164. pdf
            • D. N. M. de Gruijter, M. Yildiz en J. ’t Hart (2006). VWO-examenresultaten en succes in de propedeuses Rechten. Leiden: ICLON, rapport nr 165. pdf
          • Enquête 2004: 87% van hoogleraren wil strenger selecteren
            Laat ze liever beter onderwijs geven en moediger examineren.

            Een stukje van mijn site:

            • VAWO-Visie juni 2004, p. 13: “87 procent van de hoogleraren is voor een strengere selectie van studenten op kennis, motivatie, talent en inzicht.” Dit gegeven komt uit een enquête van Vrij Nederland en de KNAW. Dat is precies hoe verloedering tot stand komt: wanneer deze vrijbuiters hun zin zouden kunnen doorvoeren. Dan ontstaan opnieuw vroeg-twintigste-eeuwse toestanden met volledig uit de band springende willekeur van beoordelende hoogleraren, waartegen studenten geen verdediging kunnen voeren. Het geeft ook goed aan wat de reden is dat er een niet onbelangrijke wetenschappelijke discipline bestaat die gaat over selectie: dat is juist omdat amateurs zoals managers, directeuren en hoogleraren er een zootje van plegen te maken. Er is bepaald geen ingrijpend onderzoek voor nodig, mits dat niet theoretisch ongefundeerd is zoals tegenwoordig eerder regel dan uitzondering is, om te laten zien dat het ‘gezonde verstand’ over selectie behoorlijk ziek kan zijn, omdat het niet in staat is eenvoudige valkuilen te vermijden. Dat is ook het leuke van het onderwerp, je kunt er altijd op wachten dat een paar hoogleraren zich helemaal op de zaak verkijken, en met de billen bloot gaan in hun publieke stukjes over selectie.
          • Re: Ben…
            “Ga je geld over de balk smijten door opleidingen toe te staan met hun toelatingsselectie onderling te concurreren om de ‘beste’ kandidaten?”

            Zie: Cambridge, Oxford en Harvard

            Je wil toch het beste, je wil toch BON?

          • Harvard 1.
             

            Nederlandse hoogleraren komen wel eens in het buitenland, en dan is dat eerder bij Ivy League instellingen zoals Harvard, dan een middle of the road university in the middle of nowhere (de meeste universiteiten in de VS).

            Terug in Nederland menen ze soms dat wij toch wel gek zouden zijn als we dat Amerikaanse systeem van toelatingsselectie niet over zouden nemen, en nog gekker als we zoiets idioots als gewogen loting voor numerus-fixusstudies zouden handhaven (bv Vincent Icke) .

            Bij gelegenheid van de Duijker-lezing in de Aula van de UvA, 1995, door Pieter Drenth (selectiepsycholoog als ik dat zo mag noemen, en President van de KNAW 1990-1996) over selectie aan de poort (niet doen, althans in ons Nederlandse stelsel niet), werd hij geopponeerd door Bolkestein (op dit punt dus een bestuurdersliberaal) en hoogleraar Eykhoff. De laatste hield de kerkgemeente, vooral psychologen waarvan velen wel eens een tijd bij Educational Testing Service hadden gewerkt, voor dat ze toch vooral eens in de VS moesten gaan kijken, want echt daar kregen ze het wél voor elkaar om aan de poort te selecteren. “We kunnen niet wachten tot onze selectie-instrumenten ideaal en onfeilbaar zijn. ook hier geldt een pragmatisch adagium: ‘Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.’ Elders werkt het ook zo.”

            Voor de volledige dupliek van Drenth op zowel Bolkestein als Eykhoff, in de nrc 13-3-1995 zie hier

          • Is dat wel zo?
            “Wij doen het in Nederland anders, maar we selecteren wel, en wel door eindexamens”.

            De eindexamenresultaten worden vakinhoudelijk zwaar vertekend door het meetellen van schoolonderzoeken. Het nakijken van eindexamens biedt talloze mogelijkheden tot misbruik.
            Het vaststellen van de normen voor examencijfers onttrekt zich aan openbare controle en wordt mede gestuurd door de fictie dat elke generatie eindexamenleerlingen voor alle vakken recht heeft op hetzelfde gemiddelde cijfer.

            De praktijk wijst uit dat deze glijdende normen hebben geleid tot dalende examenniveau’s.

            Kortom, er wordt helemaal niet geselecteerd, er wordt sociale rechtvaardigheid bedreven.

          • Twee dingen
            Hendrikus

            Dat het niveau van de eindexamens niet goed is vastgehouden, is een probleem op zich. Overigens is niet aangetoond dat schoolonderzoeken milder worden becijferd dan het CSE, wat Jaap Dronkers daarover ook mag beweren. Overigens is ook uit de wandelgangen op te tekenen (en op dit forum) dat het nakijken van het werk in het CSE vaak niet helemaal en soms helemaal niet zuiver gebeurt. In de mate dat het laatste fenomeen een probleem is bij het CSE, zal zich dat ook bij het schoolonderzoek voordoen, zonder dat dat op zich tot een verschil in cijfers TUSSEN SO en CSE leidt. Dat had Jaap moeten weten, had hij nog verontwaardigder kunnen worden.

            Let niet alleen op de eindexamens voor een bepaald schooltype (selectiviteit binnen gymnasia, bijvoorbeeld(. Het gaat er bij de selectiviteit in ons onderwijsstelsel juist om dat het vo als STELSEL selectief is, dus TUSSEN schoolsoorten.

          • slecht onderwijs, ook voor de top, is sociaal onrechtvaardig
            Van goed onderwijs profiteren kinderen uit lager milieu meer dan die uit hoger milieu. De HBS was een prachtkans voor kinderen van lagere burgers om hoogere burgers te worden. Ik kan daarom het laten dalen van de examenniveau’s niet tot het bedrijven van sociale rechtvaardigheid rekenen.
            Seger Weehuizen

          • Harvard 2
            Harvard University is op geen enkele manier een realistisch voorbeeld voor Nederlands universitair onderwijs en onderzoek, maar als een — ook naar Amerikaanse begrippen — extreem voorbeeld van toelatingsselectie kan het wel laten zien wat de risico’s en nadelen van toelatingsselectie zijn.

            Allereerst: Harvard koopt in feite zijn wervingspositie voor studenten, en verkeert vervolgens in de situatie om alleen maximaal gekwalificeerde kandidaten toe te laten (voor kandidaten die hun eigen studie betalen, ligt dat bepaald anders, trouwens). Alexander Astin, Amerika’s toponderzoeker van colleges en van toelatingsselectie, gebruikt voor instellingen als Harvard de ziekenhuis-metafoor: Harvard selecteert als een topziekenhuis dat alleen patiënten met neusverkoudheden toelaat. Erger nog: Astin heeft in zijn onderzoek laten zien dat Harvard en andere Ivy League instellingen een toegevoegde waarde leveren die in dezelfde orde van grootte ligt als die van de modale Amerikaans universiteit (middle of the road in the middle of nowhere).

            Het laatste was voor Derek Bok, begin deze eeuw nogmaals geroepen tot het presidentschap van Harvard, reden om een miljardenprogramma op te zetten om het onderwijs van Harvard weer kwaliteit te geven. Die kwaliteit was er namelijk niet. Al die universiteitshoogleraren waren immers vrijgesteld van het geven van onderwijs.

            Ben Wilbrink (2003). Decentrale toelating, eerste stap naar selectieve toelating HO? Plaatsbepaling bij eindrapport van Commissie Sorgdrager. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 47-57. html

            Derek Bok (2006). Our Underachieving Colleges: A Candid Look at How Much Students Learn and Why They Should Be Learning More. Princeton University Press.

          • Een universiteit heeft twee
            Een universiteit heeft twee taken:
            – het onderwijzen van begaafde studenten
            – het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek

            De vraag is vanaf welke selectiviteit de slimste studenten zich optimaal kunnen ontwikkelen. Hiervoor is vereist dat de vakken die gegeven worden allemaal voldoende diepgang hebben, het verschil in begaafdheid tussen redelijk begaafde en zeer begaafde studenten kan dan worden opgelost door de zeer begaafde studenten een extra programma aan te bieden.
            Naar mijn indruk moeten universitaire studierichtingen maximaal op de top-10% zijn gericht (naargelang de studierichting kan de selectiviteit iets groter of kleiner zjin) om enerzijds het onderwijs voor de redelijk begaafde studenten mogelijk te maken en anderzijds ook de zeer begaafde studenten uit te dagen.
            Ik vraag me dan ook af ofdat we met het oog op het onderwijs wel behoefte hebben aan extreem selectieve universiteiten zoals Cambridge University en Harvard University.
            Laten we dus eens beginnen met het VWO weer op maximaal de top-15% (nu de top-22% inclusief de niet-westerse allochtonen) van de leerlingen aan te passen en de toegang van het HBO naar het WO af te sluiten en het C.D. af te schaffen. Mensen die aan een universiteit willen studeren moeten in staat worden gesteld om een VWO-opleiding te volgen en die VWO-opleiding moet een voldoende hoog niveau hebben om de geschiktheid voor het volgen van een WO-opleiding te testen.

            Wat betreft het onderzoek: kijk naar welke universiteiten toevallig zeer goed presteren in welke disciplines en geef deze departementen extra middelen. Zo nodig moeten er meer nationale laboratoria worden ontwikkeld en in stand worden gehouden waar de meest getalenteerde onderzoekers naar hartelust gebruik van kunnen maken. Het is wenselijk dat de universiteiten intensief samenwerken m.b.t. de duurdere technologische hulpmiddelen (windtunnels bijv.). Doen ze dat al optimaal?
            De twee TU’s en UTwente zijn bezig met zo’n samenwerkingsverband op te richten.

          • Je wil toch het beste, je wil
            Hals,

            Je schrijft: Zie: Cambridge, Oxford en Harvard. Je wil toch het beste, je wil toch BON?

            BON zit niet helemaal zo goed bij kas als de instellingen die je hier noemt, Hals. Wat wil je, kapitalisme, of goed onderwijs?

            De valkuil mag toch evident zijn: je moet niet alleen kijken naar de studenten die aan deze grootkapitalistische instellingen kunnen studeren (met beurzen, natuurlijk), maar naar de hele leeftijdsgroep, en welk onderwijs er voor hen beschikbaar is. Dan wordt het laatje wat minder bling bling.

          • Selectie aan de poort…
            Het ging toch om de relatie tussen selectie aan de poort en kwaliteit?
            Dat is wat anders dan zoveel procent schooluitval in het eerste jaar.

          • Overheidsbeleid
            Hals,

            Het gaat om het beleid van de overheid: die is verantwoordelijk voor heel de bevolking, samenleving, economie. Iedere uitgeselecteerde kandidaat gaat iets anders doen, de kwaliteit daarvan ligt ook in de waagschaal.

            Individuele werkgevers, dus ook universitaire opleidingen, hebben niet de zorg voor kandidaten die ze afwijzen, dat is een totaal andere situatie. (Als ze verstandig zijn, zorgen ze er wel voor dat afgewezen kandidaten een goede indruk van het bedrijf, de opleiding, of de selectieprocedue hebben gekregen).

            Je kunt het ook anders zeggen: als het alleen gaat om selectie aan de poort en kwaliteit, selecteer dan één of twee kandidaten, en ga daar mee verder. Ha, maar dat is niet doelmatig, zul je zeggen. Precies, er komen dus meer zaken kijken bij dat selecteren dan alleen ‘kwaliteit’.

          • Het gaat om de leerstof
            Een universiteit bepaalt zelf het niveau van de aangeboden studie. Dat is een wat diffuus proces, maar in ieder geval speelt of zou moeten spelen dat de universiteit er in internationale vergelijkingen fatsoenlijk uitkomt. Een doctoraal wiskunde moet ergens voor staan, een dctoraal communicatiewetenschappen ook.
            De vooropleiding van beide studies is formeel gelijk: VWO (evt een ander profiel, dat weet ik niet), maar niet iedere student die bij communicatiewetenschappen zou kunnen afstuderen is geschikt voor wiskunde.

            Het gaat er dus niet om om de beste twee studenten uit te selecteren, of de beste x procent, maar het gaat er om die studenten te selecteren die in staat zijn de studie te volbrengen. En dat verschilt enorm per studie. De formele insteek dat iedereen met een vwo diploma en het geschikte profiel geschikt zou moeten zijn om iedere studie te volbrengen is een papieren werkelijkheid die volledig voorbijgaat aan de legitieme verschillen tussen de verschillende studies. Of je die selectie aan de poort zou moeten doen of in de propedeuse, of je de selectie formeel en hard moet laten zijn of adviserend, of je het eerste jaar moet aanpassen aan het niveau van de toevalige groep studenten en hoe je omgaat met hen die lijken over onvoldoende capaciteiten te beschilkken zijn belangrijke punten van overweging, maar dat selectie legitiem en noodzakelijk is staat voor mij als een paal boven water: het gaat om de leerstof en of de student die aankan.

          • een ongemakkelijke kijkhoek
            Is wel iedere student die bij wiskunde zou kunnen afstuderen is geschikt voor communicatiewetenschappen? (Ik stel hierbij “geschikt voor” synoniem met “in staat tot” omdat iemand die zich tot wiskunde aangetrokken voelt misschien niet altijd gecharmeerd is van communicatiewetenschappen). Is een wiskundestudent gemiddeld intelligenter of bestaan er meerdere soorten intelligentie? Hierover is op deze website al eerder gediscussieerd maar het antwoord op die vraag komt hier wel om de hoek kijken.
            Seger Weehuizen

          • zelfselectie, en wanneer is er genoeg geselecteerd?
            @ 2010

            Voeg nog twee zaken toe aan je beschouwing:

            1). Er is een sterke zelf-selectie naar specifieke opleidingen toe. Om welke redenen dan ook, dat ligt voor communicatiewetenschappen bepaald anders dan voor wiskunde. Dus niet alleen is er in het voorgaande traject in bo en vo sterk geselecteerd (waardoor ongetwijfeld wiskundetalent is verspeeld), ook selecteren kandidaten die wel wiskunde zouden willen doen maar denken dat de studie hun tax te boven gaat zichzelf uit (melden zich niet eens aan). Met de maatregelen van Halbe Zijlstra over studieduur, zal die zelf-selectie alleen maar sterker worden: zware opleidingen vormen ineens een extra financieel risico.

            2. Hoe weet jij (het opleidingsbestuur) wanneer de vergelijkende selectie moet ophouden? Of denk je dat er een absolute maatstaf is aan de hand waarvan individuele studenten kunnen worden beoordeeld en desnoods afgewezen? Zoiets bestaat namelijk niet. Er worden bij iedere selectie relatief veel fouten gemaakt, altijd veel meer dan de selecterende docenten denken. En van wie hebben de opleiders eigenlijk het mandaat gekregen om te selecteren, wie betaalt er de maatschappelijke kosten van? Enzovoort. Het blijft enorm behelpen, daaraan helt eigenlijk alleen beleid dat is gericht op grote transparantie en terugdringen van iedere vorm van (goedbedoelde) willekeur. Het lijkt erop dat ik weer eens in de morele modus schrijf, maar wie dat wil kan een en ander best gieten in de vorm van in euro’s gewaardeerde criteria (economische bsliskunde).

          • zoiets bestaat niet maar het gebeurt wel, ook binnen de studie
            Door studenten tentamens te laten maken, doen we niet anders dan selecteren. Zak je (te) vaak, dan moet je weg (bas), haal je hoge cijefrs, dan mag je wellicht promoveren.

            Natuurlijk worden er met selectie fouten gemaakt, maar waarom zullen twee vakmensen het over de capaciteiten van verschillende studenten het vaak eens zijn, gezien je suggestie dat delectie dor die vakdocenten kwalitatief slecht is.

            Vanzelfsprekend vooronderstel ik dat de betreffende docenten capabel zijn en dat toetsing onder transparante condities plaatsvindt.

          • Een paar topinstituten is noodzakelijk…
            …om de rest van de groentesoep mee te kunnen zeulen.
            Richt een paar topinstituten op, dan mogen er ook wel een paar mindere zijn.
            Daarvoor is selectie aan de poort een eerste voorwaarde.
            Je moet van het onderwijs geen zorginstituut maken.
            Het is als een klas: richt je op de besten en de rest heeft er profijt van.

  3. VSNU tranentrekker
    De VSNU heeft de feestvreugde van Halbe verhoogd met een verslag van de successen behaald aan Nederlandse universiteiten: alles gaat nu snel beter. Een succes maken van studiesucces

    Althans: op papier.

    Je vraagt je af waar universiteiten dan de laatste halve eeuw mee bezig zijn geweest.

    Ik geloof dus maar weinig van dit VSNU-verhaal, en de best practices die de universiteiten rapporteren.

    De Erasmus School of Economics (ESA) heeft maatregelen genomen in de sfeer van de examenregeling: minder herkansingen, compensatie voor vakken binnen hetzelfde cluster. Dat kan werken. Maa r deze vignetten geven geen exacte cijfers. Dan bijft het luchtfietserij.

    Weerzinwekkende platitudes/nonsens:
    • Rendementen van excellentieonderwijs zijn hoger dan in het reguliere onderwijs. (Gek hè? Ze selecteren de krenten uit de pap: die zijn het lekkerst)
    • Selectie verbetert ook de motivatie tot studeren en verbintenis met de studie. (Zelfde laken een pak. Wat een flauwekul. Veerman tamboereert hier ook al op. Kwek kwek kwek)
    Enzovoort. Nederland kennisland? Niet op beleidshoogte.

    • Hoewel een selectie aan de
      Hoewel een selectie aan de poort een tijdelijke noodoplossing kan zijn om de groepen studenten op het WO voldoende homogeen te houden lost die selectie niet het grotere probleem op: het te hoge niveauverschil tussen enerzijds het VWO en het HBO (wat nog een veel lager niveau heeft dan het VWO) en anderzijds tal van studierichtingen op het WO.
      Ik zou liever zien dat we het VWO-niveau weer afstemmen op pak hem beet de beste 15% van de Nederlandse leerlingen en het HBO-niveau afstemmen op de beste 20% van de Nederlandse leerlingen.. De leerlingen die op een dergelijk VWO hun diploma behalen hebben een reële kans om een fatsoenlijke universitaire studie af te ronden, de HBO’ers kan je dan ook nog met een gerust hart de kans geven zolang je die perverse prikkels (beloning voor groter aantal studenten en groter percentage geslaagden) maar verwijdert.
      In het secundaire onderwijs moeten het VMBO-tl en het HAVO voldoende aansluiten op het HAVO en het VWO en ook daar moeten de perverse prikkels verdwijnen (beoordeling op basis van slagingspercentages) zodat leerlingen die soepel slagen voor het lagere niveau niet meer geweigerd worden door het hogere niveau. Zolang de scholen maar de lat niet verlagen omwille van de instromende leerlingen van het lagere niveau is er helemaal geen probleem. Maar ja, scholen zijn bang voor te lage slagingspercentages en weigeren dientengevolge uit eigenbelang de betere leerlingen van de lagere niveaus.

  4. naamsinflatie
    Nog steeds wil de minister dat er een beloning volgt als prestatieafspraken worden gehaald op het gebied van het terugdringen van studie-uitval. Een voorwaarde daarvoor is dat men op safe speelt bij de toelating van studenten. Het eerste risico is dan dat een onderwijsinstelling bij de tekortvakken onnodig streng of verkeerd gaat selecteren voor de toelating. In dat geval wordt talent verspild. Het tweede risico is dat er na mislukte selectie onverdiende diploma,s zullen worden uitgereikt zoals dat onlangs bij InHolland gebeurde.
    Met het zich ten opzichte van elkaar profileren van onderwijsinstellingen bedoelt de minister blijkbaar het voorkomen van diplomaoverlapping van nabij elkaar gelegen hogere onderwijsinstellingen.
    Een extra selectie voor de universiteit enerzijds en 3-jarige HBO-instellingen voor VWO-ers. Waarom niet het VWO (Voorbereidend [voor het] Wetenschappelijk Onderwijs) verzwaren en een HAVO+ of VHBO+ (Voorbereidend [voor het] Hoger BeroepsOnderwijs-plus) in het leven roepen? Het VWO bereid volgens zijn naam immers voor op het wetenschappelijk onderwijs? Het VWO kan dan een gewone cijferlijst verstrekken aan leerlingen die voorheen een goede cijferlijst op het VWO gekregen zouden hebben. Een acht van vroeger wordt dan een 6; een leerling die op het vroegere VWO goed zou scoren scoort nu dan bij eenzelfde prestatie slechts voldoende. Of worden de selectiegesprekken voortaan doorslaggevend?
    Seger Weehuizen

    • Seger, de hoogte van de
      Seger, de hoogte van de cijfers die je op een lager niveau haalt is maar een beperkte indicator voor de cijfers die je op een hoger niveau zou halen en vice versa. Ik heb het bij veel stapelende leerlingen gezien: zowel uitstekend presteren op het lagere niveau en het hogere niveau niet aankunnen als het redelijk presteren op alle niveaus. Zelf haalde ik bijv. voor economie een hoger cijfer op mijn VWO-examens dan op mijn HAVO-examens en mijn MAVO-examens, wellicht omdat ik op het HAVO pas begon te leren voor dat vak (te gemakkelijk voor die tijd).
      Je kan niet stellen dat leerlingen die zo’n nieuw VWO aankunnen een 8 of hoger zouden hebben gehaald op het huidige VWO.

      Hoewel ik gecharmeerd ben van een goede niveaudifferentiatie twijfel ik ofdat je hiermee daadwerkelijk het hoogste niveau zou verhogen. We hebben nu al 7 niveaus van middelbaar onderwijs: 4 op het VMBO, HAVO, atheneum en gymnasium (ik tel dit als apart niveau omdat de vakken Grieks en Latijn het onderwijs iets zwaarder zouden moeten maken en omdat er nog goede gymnasa zijn waar de leraren hogere eisen stellen).
      Als er een tussenniveau tussen het HAVO en het VWO zou komen, misschien wordt het HAVO dan wel het nieuwe VMBO-tl in plaats van dat betere havisten op dat VHBO+ of HAVO+ terecht zouden komen?
      Ik denk dat het produktiever is om meer niveauvastheid te bereiken, er moet eens op een deskundige manier voor de lange termijn op papier worden gezet wat exact het niveau moet zijn per schoolsoort en er moet worden verzekerd dat de examens in de loop van decennia qua niveau ongewijzigd zijn.
      Momenteel passen scholen het niveau aan aan de populaties instromende leerlingen en past het CEVO weer het niveau van de examens hierop aan in plaats van dat de populaties instromende populaties leerlingen zich aan het niveau aanpassen.

      • mutatis mutandis naar een 5-jarig Atheneum
        Mijn toelichting dat iemand die bij een opleiding voor een vak een 8 haalt bij een vermoeilijking van dat vak een 6 haalt was een onterechte versimpeling. Om dat in te zien hoeven we maar te denken aan leerlingen die in de onderbouw door hard en coscienceus leren een mooi cijfer halen en toch in de bovenbouw falen, Het zou mooi zijn als we de onderbouw VWO zo zouden kunnen veranderen dat iemand die in de bovenbouw net zo studeert als in de onderbouw zijn cijfer behoudt. Daarbij zou de onderbouw VWO tot 2 jaar kunnen worden ingekort. We krijgen dan een 5-jarig VWO zoals we vroeger een 5-jarige HBS hadden. (Ook bij de HBS waren de eerste jaren gemakkelijker dan de laatste jaren, maar het verschil was niet zo extreem als in het huidige VWO). Als we de bezuinigende Zijlstra een 5-jarig VWO voorstellen heeft hij daar misschien wel oren naar.
        Seger Weehuizen

  5. an und für sich?
    het woord “generiek”in bloch 7510 is verwarrend. Het betekent letterlijk “behorend bij een bepaald geslacht (genus, een ‘soort’ dus) Een generiek geneesmiddel kenmerkt zich door zijn werking of samenstelling (dat is dus hier het genus) en staat los van het merk. Maar een generieke opleiding is juist een algemene opleiding. Ik weet niet wat hier het genus is. ( “an und für sich”?).
    Seger Weehuizen

    • Tegenover specifiek
      Seger,

      Ik weet niet waar het woordgebruik vandaan komt, maar in deze context (opleidingen ho, aansluiting ho-arbeidsmarkt) wordt ‘generiek’ gebruikt tegenover ‘specifiek’.

      Bijvoorbeeld: opleiding sociale wetenschappen tegenover opleiding sociologie. Enzovoort.

      Onaardig gezegd: in specifieke opleidingen gaat het om een vak, een professionalisme, waar een specifieke arbeidsmarkt bijhoort; in generieke opleidingen leer je van alles en nog wat, kun je daarmee niet op specifieke arbeidsmarkten terecht maar wel op de arbeidsmarkt voor vage leidinggevende functies enzovoort.

      Dan heb je meteen een idee hoe het komt dat veel managers in de clinch liggen met professionals: die managers hebben geen idee van wat het is om een professional te zijn.

      De misvatting bij politici, adviseurs en sommige arbeidsmarktonderzoekers is nu dat je met het volgen van een specifieke opleiding een arbeidsmarktrisico loopt: namelijk dat je niet op die specifieke deelmarkt aan de bak komt. Maar dat is niet juist: je kunt immers uitwijken naar de arbeidsmarkt waarop al die generiek opgeleiden hun heil moeten zoeken, en op die markt heeft de specifiek opgeleide waarschijnlijk toch een positioneel voordeel (hij/zij heeft tenminste een behoorlijk vak onder de knie gekregen).

Reacties zijn gesloten.