Steeds langer jong?

Tot nu toe wordt er veel aandacht besteed aan de verschillen tussen jongens en meisjes in het onderwijs, als verklaring voor de verschillen in onderwijssucces. Jongens gaan steeds meer ‘achter’ lopen.

Een verklaring zou zijn dat jongens minder passen bij de vrouwelijke waarden die in het onderwijs schijnen op te rukken: overleggen, samenwerken in plaats van individuele prestaties en competitie. Bovendien zouden de hersens van jongens later volwassen zijn. Het zou allemaal kunnen.

Toch is er naar mijn mening ook een andere ontwikkeling in het spel. Naar mijn mening blijven jongeren tegenwoordig enorm lang (veel te lang, als je het mij vraagt) een kind. En dan wel een kind met een hele hoop rechten (stemrecht met 18) en voorzieningen, waar eigenlijk geen verantwoordelijkheden tegenover staan. Kennelijk is iedereen het erover eens dat 18 nog veel te jong is om te werken, zelfs 20 vinden velen nog te jong. Dat is heel raar als ik me realiseer dat het in de jaren 60 in kringen van gewone mensen heel gewoon was om op je 15e van school te gaan en te gaan werken.

De directeur van mijn MULO-school zei altijd: in de lagere klassen (13 en 14 jaar) doen de meisjes hun best en zijn de jongens nog heel speels. In de hogere klassen (15 en 16 jaar) draait dat om. De verkeringen beginnen en meisjes worden wat achtelozer (ach, ik ga toch trouwen) en de jongens wat serieuzer, want straks heb ik een gezin.

Jongeren kunnen tegenwoordig hun verantwoordelijkheden eindeloos lang uitstellen. Deze wat serieuzere houding van jongens komt heden ten dage of helemaal niet, of pas ruim na het 20e jaar. Of zie ik het allemaal te somber? Er kan in één generatie genetisch toch niet zoveel veranderd zijn?

4 Reacties

  1. Nature en nurture
    Het zijn de omstandigheden, de maatschappij, die snel is veranderd. En de mensen, de jeugd, past zich daarbij aan. Vroeger werd er gedreigd: Als je niet je best doet op school ga je maar naar de fabriek. Nu doen ze niet hun best op school en hebben ze gewoon allerlei baantjes. In één generatie is er genetisch helemaal niets veranderd.

  2. Ik denk dat het onderwijs
    Ik denk dat het onderwijs van tegenwoordig ook veel minder past bij jongens. Wanneer je elke dag alleen maar klassikaal les krijgt dan pik je automatisch hetgeen op wat de leraar uitlegt en veel herhaalt. Wanneer het aandeel van klassikaal onderwijs geringer is of de leraar tijdens die klassikale les veel minder stof kan behandelen (slechte controle over het gedrag van de leerlingen, het steeds maar weer moeten uitleggen van de simpeste basis in plaats van eens verder te gaan met meer geavanceerde stof) dan komt het er op aan ofdat je de discipline hebt om thuis zelf voldoende te lezen en te oefenen. Wanneer tijdens de schooluren dan ook nog eens meer in groepjes moet worden gewerkt, de exacte vakken worden aangepast op meisjes (en hiermee jongensonvriendelijker worden) en er geen goede lesboeken zijn dan wordt dit probleem des te groter.
    Misschien worden kinderen tegenwoordig later volwassen maar wanneer we terug zouden stappen op 100% klassikaal onderwijs in combinatie met de nodige dwang (huiswerkcontrole) dan zou dat voor jongens en meisjes volgens mij een evengroot nadeel zijn.

    • Maar toch
      Ik zie die verschillen wel tussen jongens en meisjes, maar het is wel raar dat nog maar één generatie geleden jongens rond 15 en 16 wél volwassener en verantwoordelijker werden. Dat gebeurde weliswaar later dan bij de meisjes, maar een stúk vroeger dan tegenwoordig.

      Sterker nog: ik heb soms het idee dat jongeren het totaal niet aantrekkelijk vinden om volwassen en verantwoordelijk te zijn. Ze laten zich zo lang mogelijk onderhouden door ouders en staat, stellen keuzes zo lang mogelijk uit en beginnen dan nog te klagen dat ze niet goed begeleid zijn bij hun keuzes.

      Een generatie geleden werden mensen in het geheel niet begeleid bij hun beroepskeuze en toch was er minder uitval.

      • Teveel keuzes
        Er zijn nu gewoon teveel keuzes. Dan kun je begeleiden wat je wil, maar de kans dat je de beste keuze maakt is zo goed als nul. En als een studie dan even niet lekker gaat, dan staat er een regiment aan begeleiding klaar dat je helpt reflecteren of je wel de juiste keuze hebt gemaakt. Alleen al het idee dat je een uitweg hebt, een alternatief, maakt dat mensen niet alles op alles zetten om bij de eerste keuze alles op alles te zetten.

        Op de school waar ik werk was het lange tijd de gewoonte om alle studenten aan een computergestuurd intake infuus te leggen. Enerzijds IQ/taal/reken testjes, anderzijds een … inderdaad … studiekeuzetest. Nog voordat de student begonnen was, werd hem opnieuw gevraagd of hij niet liever techniek wilde doen, of interesse had voor mode of management of wellicht wel het onderwijs in zou willen.

        Gelukkig is die ozin nu afgeschaft.

        Misschien zijn meisjes wel beter in keuzes maken dan jongens. Het zou me niet verbazen.

Reacties zijn gesloten.