Twintig jaar geleden mochten mavo-leerlingen onbelemmerd doorstromen naar de havo. Dat recht is overgegaan op de vmbo-t-opleiding en bij de wet geregeld. Het centraal schriftelijk eindexamen borgt niet in werkelijkheid dat gediplomeerde VMBO-t-ers, zoals vroeger gediplomeerde mavo-leerlingen, geschikt zijn om naar 4-HAVO op te stromen. Het vervolgonderwijs, in dit geval de bovenbouw HAVO, moet er dan maar voor zorgen dat de opstroming toch een succes wordt. DE HAVO ZOU daarom ZIJN BESTE LERAREN VOOR DE 4-DE KLAS MOETEN INZETTEN schrijft van Haperen. Ook al omdat de omweg via het MBO naar het HBO voor nog rampzaliger is. Maar het is natuurlijk unfair t.o.v. regulier de HAVO-bovenbouw instromende leerlingen om de beste leraren in te zetten voor onvoldoende toegeruste zij-instromers. Het is niet de taak van een vervolgopleiding om insufficiënties in een vooropleiding te compenseren. Ook bij de universiteiten blijkt het VWO steeds minder goed als bewijs van geschiktheid te kunnen fungeren en de overheid steunt het idee om de universiteite verdergaande eisen te laten stellen. Het was al zo dat een universiteit na het eerste studiejaar zonder schade voor zichzelf een student kon wegsturen. Die wegstuurregel hadden veel HAVO’s voor hun ex-VMBO-ers ook ingevoerd maar de minister verbood de scholen om hen anders te behandelen dan reguliere HAVO-leerlingen. Dat was merkwaardig want de VMBO-ers hadden in principe 4 jaar de tijd voor wat een HAVO-leerling in 3 jaar deed en een HAVO-leerling is bijna aan het eind van een 5-jarige “studie”. Het punt is niet of de SCHOLEN al dan niet VMBO-ers moeten toelaten maar of de REGERING er voor zorgt dat het centraal schriftelijk afsluitend VMBO-t-eindexamen geschiktheid voor 4 HAVO borgt.
Reacties zijn gesloten.
Niet zo star, Seger
Beste Seger,
Een beetje leraar kan toch wel wat diversiteit in zijn klas aan? Of vind je dat Ton van Haperen de enige is die over dat goddelijke vermogen beschikt?
Het onderwijs is er voor de leerlingen, Seger. Kindzwakke havo’s doen er goed aan hun leven te beteren.
Ben.
opdraaien voor een falende overheid
Van Haperen houdt uit beeld dat de overheid niet de leerlingen en leraren mag laten opdraaien voor haar eigen falen, laat staan om dat structureel te maken.
Seger Weehuizen
Over welke leerlingen heb
Over welke leerlingen heb jij het hier? De ´reguliere`leerlingen, de stapelaars of beiden?
Alle leerlingen zouden niet de dupe mogen worden van falend overheidsbeleid.
Waarom werd en wordt er door scholen moeilijker gedaan over het stapelen van VMBO naar HAVO dan van HAVO naar VWO?
ik dacht vooral aan de reguliere leerlingen
Ik dacht in de eerste plaats aan de leerlingen van 3 HAVO die na hun bevordering plotseling nieuwkomers in hun klas moeten opnemen die gemiddeld onder de maat zijn. Als je dat wil compenseren door in 5 HAVO de beste leraren van de school te zetten benadeel je andere klassen die immers daardoor een kleinere kans op een goede leraar hebben. Natuurlijk wil ik stapelaars niets in de weg leggen. De overheid zou 2 typen 4 VMBO-T-klassen kunnen maken waarvan één het recht geeft om naar de HAVO door te stromen. Het is ook mogelijk om op de HAVO aparte klassen voor opgestroomden te maken, desnoods een 3-jarige bovenbouw HAVO. (Er zijn ook ooit 6-jarige HBS-sen geweest naast de eerder bestaande 5-jarige HBS).
Seger Weehuizen
Voorstel
Waarom wordt er eigenlijk niet een speciale schakelklas opgericht in welke leerlingen na 3-MAVO mogen instromen. Na die schakelklas zouden ze in 4-HAVO kunnen aansluiten. Het kost geen jaar extra in vergelijking met het huidige systeem en de doorstroming verloopt veel soepeler.
Het enige nadeel zou zijn dat een deel van de leerlingen te hoog grijpt en ofwel alsnog een MAVO-diploma moet behalen maar daar valt wel iets voor te regelen, bijvoorbeeld door die leerlignen die de eerste maanden onvoldoende presteren alsnog MAVO-examen te laten afleggen.
Ik vraag me af waarom het stapelen van het MAVO naar het HAVO altijd zo’n heikel punt is terwijl er nooit heisa wordt gemaakt over het stapelen van het HAVO naar het VWO.
stapelen
De overgang MAVO-D naar HAVO was destijds door leerlingen vele malen beter te verteren dan nu VMBO-TL naar HAVO. Dat heeft alles te maken met de programmaverschillen MAVO-D of VMBO-TL. Zowel inhoudelijk (omvang, niveau), als praktisch (vaak komen ze een taal tekort).
Anderzijds is veel materiaal voor bovenbouw HAVO voor een aantal vakken voor een groot deel overeenkomstig of soms zelfs gelijk aan dat van het VWO. Lange tijd had ik voor mijn vak (geschiedenis) één tekstboek voor HAVO/VWO, met 2 verschillende werkboeken. HAVO-leerlingen die de overstap maakten hoefden daardoor minder tijd te steken in het zich eigen maken van de stof, maar konden zich veel meer richten op de inhoudelijke verdieping en complexere vraagstukken.
Eindexamenkaternen geschiedenis waren zelfs lange tijd voor havo en vwo hetzelfde – wederom met niveaudifferentiatie in de vraagstukken. Pas de laatste paar jaren zie ik voor mijn vak het – wellicht terechte – inzicht ontstaan dat de HAVO geen VWO-min is en dat het bovenbouwmateriaal en de examens beiden als apart te benaderen doelgroepen zien. Voor mij jammer, want de oude situatie scheelde me toch wel in voorbereidingstijd. Maar voor zowel de VWO-er als de Havist misschien wel beter.
de beste leraar voor 4 havo
Ton van Haperen wil dat scholen hun beste leraren inzetten voor 4 havo. Hij heeft gelijk. Maar scholen moeten ook hun beste leraren inzetten in de brugklas, want die kinderen moeten zorgvuldig worden gedetermineerd, en in de tweede klas, voor het geval het hier en daar niet goed is gegaan met die determinatie. In klas 1 en 2 wordt voor alle vakken de basis gelegd en het is belangrijk dat dat goed gebeurt. Verder moeten de beste leraren worden ingezet in de derde klas, want die kinderen zijn zo ontzettend aan het puberen, en bovendien vindt daar de pakket/profielkeuze plaats.
In de voor-examenklas wil je uiteraard ook de beste leraren (en liefst bevoegd) en in de examenklas natuurlijk helemáál.
Kortom: iedere leerling heeft recht op ‘de beste’ leraar, en daarom is LIA opgericht.
Die ‘beste’ leraar heeft niet al te grote klassen (in 4 havo zijn het er nog al eens dertig of meer), geeft niet meer dan twintig lesuren per week (zodat hij goede lessen kan voorbereiden), heeft een fatsoenlijk salaris (zodat hij niet door andere sectoren wordt weggelokt), is bevoegd voor de klassen waaraan hij les geeft en krijgt voldoende tijd om zijn kennis en vaardigheden op peil te houden.
Stel dat de scholen weer
Stel dat de scholen weer terug wettelijk verplicht zouden worden om voor 4-HAVO – 6-VWO eerstegraadsleraren in te zetten dan zou er toch helemaal niet gediscussieerd hoeven te worden over welk leerjaar de beste leraren nodig heeft. Dan zou er niet zo’n groot verschil zijn in de kwaliteiten tussen de leraren voor die hoogste drie leerjaren. In hoeverre het nodig is om voor de laagste drie leerjaren eveneens een eerstegraadsleraar in te zetten, daar kan over worden gediscussieerd maar het lijkt me duidelijk dat we eerst maar eens ervoor moeten zorgen dat in ieder geval 4-HAVO – 6-VWO exclusief eerstegraadsleraren krijgen.
Het lijkt mij wenselijker dat we tijdelijk klassen van 40 leerlingen hebben met als gevolg dat de arbeidsvoorwaarden van de eerstegraadsleraren na zo’n drie decennia eindelijk gaan verbeteren en weer meer studenten voor het lerarenvak kiezen dan wanneer wij door blijven modderen met onbevoegde en ongeschikte leraren.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, de overheid moet maar eens stevig ingrijpen.
in het ideale geval ………
Van Haperen is er in elk geval van uitgegaan dat er goede en minder goede leraren zijn. Als er genoeg eerstegraders voor de bovenbouw HAVO zouden zijn heeft het uitzoeken minder effect maar het effect is daarmee nog niet helemaal verdwenen!
Seger Weehuizen