Feiten graag!

Steeds weer leer ik dat er ‘elders in Europa’ veel later gesplitst wordt in onderwijsniveaus. Men beweert dat dit in Nederland op de jongste leeftijd gebeurt. Toch is mijn ervaring anders. Ik weet niet beter dan dat jongeren in Duitsland en Engeland al vanaf hun tiende naar het voortgezet onderwijs, opgesplitst in niveaus, gaan. Dit is informatie van mijn vrienden uit beide landen, die zelf kinderen hebben én in het betreffende onderwijs werken.

Kortom: volgens mij liggen de feiten anders dan herhaaldelijk beweerd wordt. Het gebeurt maar al te vaak dat door het nawauwelen van zogenaamde (maar onjuiste) feiten een geheel niet bestaande werkelijkheid wordt gecreëerd.

Laten we bij dit kleine thema blijven: In Nederland worden kinderen vanaf ongeveer hun 12e jaar opgesplitst in diverse onderwijsniveaus. Enige ‘ontsnapping’ is mogelijk door scholen te kiezen met een verlengde brugperiode. Voor veel begaafde kinderen is het een gigantische opluchting om tenminste ná groep 8 in een klas te komen met min of meer gelijkgezinden: nieuwsgierig, ijverig en een tikkie ambitieus. In veel gemiddelde basisschoolklassen wordt je hierom geplaagd, soms zelfs door de (ook niet altijd even slimme) juf.

Wie heeft echte feitenkennis over de selectieleeftijd in andere landen? Graag met naam en toenaam, want het algemene ‘nergens wordt vroeger geselecteerd dan in Nederland’ geloof ik dus helemaal NIET!

20 Reacties

  1. Even geen feiten
    Wie heeft er voordeel van het verkondigen van deze mantra?
    Er doemt een kudde deskundologen, onderwijsprofeten en volgelingen op die hier een goedbelegde boterham aan verdienen. Ook de dwaalleer van het multiculturalisme komt uit vergelijkbare bronnen.

    Deskundigheid en vakkennis zijn van ondergeschikt belang; het ware geloof moet worden aangehangen en praatjes vullen de gaatjes:
    Marleen Barth; geen verstand van onderwijs; (oud-)woordvoerder onderwijs.
    Ronald Plasterk; geen verstand van financiën; woordvoerder financiën.

  2. België
    In België vindt de eerste splitsing plaats op dezelfde leeftijd. Officiëel volgt 94% van de leerlingen de eerste twee leerjaren een middenschool (observatiegraad), in de praktijk sluit die observatiegraad aan op het BSO, het TSO of het ASO aangezien de scholen ervoor kozen om te streven naar homogene klassen. Die observatiegraad werd in de jaren 70 door de politici ingevoerd.

  3. Engeland
    Er is in Nederland geen enkele wet die voorschrijft dat kinderen op 12 jarige leeftijd opgesplitst moeten worden in onderwijsniveaus. Het is dus geen ‘feit’ dat Nederland op 12 jarige leeftijd opgesplitst wordt.

    In Engeland is zo een wet er ook niet. Scholen zijn vrij om leerlingen van verschillende niveaus bij elkaar in de klas te houden of dat niet te doen. In Engeland is er op 16 jarige leeftijd een examen (GCSE) op 2 niveaus. De voorbereiding voor dit examen begint op 14 jarige leeftijd. Sommige scholen kiezen er om reden van dit examen voor om kinderen op 14 jarige leeftijd te splitsen. Andere scholen splitsen leerlingen al bij binnenkomst in de school op 11 jarige leeftijd, ook al is er maar 1 examenniveau op 14 jarige leeftijd (dat overigens net door de nieuwe regering afgeschaft is…). Er zijn ook scholen die nooit selecteren en de kinderen van verschillende niveaus tot 16 jarige leeftijd in dezelfde klas houden.

    • correctie
      Mark79 schreef: “Er is in Nederland geen enkele wet die voorschrijft dat kinderen op 12 jarige leeftijd opgesplitst moeten worden in onderwijsniveaus. Het is dus geen ‘feit’ dat Nederland op 12 jarige leeftijd opgesplitst wordt.”

      A. Als er in Nederland inderdaad de praktijk heerst om op 12-jarige leeftijd te splitsen, dan is dit een feit. Een correct gegeven.

      B. Een tweede feit kan zijn, dat er in Nederland geen wet is die dit voorschrijft.

      Als A en B kloppen, dan volgt er uit, dat
      C. Er in Nederland op 12 jarige leeftijd wordt gesplitst, hoewel de wet dit niet voorschrijft.

  4. Europese feiten overgang primair => secundair
    Een overzicht van het splitsgedrag in Europa werd in 2005 uitgezocht door Jürgen Gries, Mathias Lindenau, Kai Maaz en Uta Waleschkowski en opgetekend in Bildungssysteme in Europa.

    Sorry hendrikush

    • Waar staat het?
      Bonnie, kun je me de pagina’s aanwijzen waar specifiek dit onderdeel staat?

      • Bekijk…
        …Tabelle 1: Vergleich der Verweildauer in den Bildungsbereichen (in Jahren)

        Er zijn betere schema’s met leeftijd leerling. Die staan later per land!
        Hier staat alleen de tijdsduur van de opleiding.
        Voor Nederland 8 jaar PO (was kleuter + lagere school – 4 .. 12 jaar); dan 6 jaar VO (12 .. 18 jaar).

        Bij onze oosterburen is een overgang naar Gesamtschule waardoor splitsing naar latere leeftijd schuift.

        • Duitse staten
          Nou, dat van die Gesamtschule ken ik niet. In Zuid Duitsland komt er na de Grundschule een keuze tussen Gymnasium, Realschule of een soort VMBO (de naam is me even ontschoten). Ik was altijd nogal geschrokken dat dat al rond het 10e jaar was. Misschien is er in Duitsland per bondsland nog verschil.

          • Hoe wordt daar
            Hoe wordt daar geselecteerd?
            Op basis van de behaalde cijfers? Op basis van een door de school georganiseerd toelatingsexamen? Op basis van een landelijk georganiseerd toelatingsexamen? Met of zonder voorbereiding?
            Ook voor andere landen lijkt het mij interessant om dat erbij te vermelden wanneer mensen dit weten.

          • Duitsland
            Onderwijs is in Duitsland een zaak van de deelstaten en er zijn inderdaad verschillen tussen de deelstaten wat betreft onderwijs.

          • Onderwijs is hoofdzakelijk deelstaatszaak
            Bayern is de meest conservatieve bondsstaat, ook op onderwijsgebied. Ik geloof niet dat ze er met Gesamtschulen experimenteren en de onderwijsredsultaten zouden goed zijn.
            Seger Weehuizen

          • Je zoekt …
            … Hauptschule (pag 17) inderdaad vergelijkbaar met ons vmbo.

            Meer over Gesamtschule? [Google]

            Quick scan naar de eerste carriére sprong op weg naar een leven lang leren:
            [leeftijd/land(en) (aantal)]

            10 duitsland, oostenrijk, slowakije, hongarije (4)
            11 engeland, malta, tchechie (3)
            12 belgie, griekenland, ierland, nederland (4)
            13 polen (1) —————————————
            14 italie, litauen, luxemburg (3)
            15 frankrijk, portugal, slovenie (3)
            16 denemarken, estland, finland, letland, zweden, spanje (6)

          • Komt beter bij de werkelijkheid
            Dank je Bonnie, dat lijstje lijkt me dichter bij de werkelijkheid te komen.

            Als we ons even concentreren op de landen die pas bij 14-16 jaar opsplitsen, is het dan ook werkelijk zo dat iedereen ongedeeld tot die leeftijd bij elkaar blijft, of is er een soort voorsorteervak? Wie weet dat? Ik denk even aan onze Frankrijkdeskundige.

          • unobligated elective subjects
            “In addition to the abovementioned teaching that the schools are obligated to provide, students in form levels 8 and 9 may also be offered education in a range of elective subjects”. Jammer dat er geen voorbeelden genoemd worden of omschrijvingen gegeven worden. Zouden er ook klassieke talen bij horen?
            Seger Weehuizen

  5. Feit of misverstand?
    Ik citeer uit een column van ene Syp Wynia, een journalist die voor o.a. Het Parool en Elsevier heeft gewerkt en nu regelmatig voor Buitenhof een column mag schrijven.

    “Dat wordt ook zichtbaar bij zo’n studentendemonstratie. Dat zwaait met rode vlaggen en rode ballonnen, maar keert zich tegen de lager opgeleiden. Dat eist het recht op om nagenoeg gratis te studeren. Dat de timmerman en de verpleegster die studie moeten betalen – dat wordt de gewoonste zaak gevonden. De minister die daar enige beperkingen aan oplegt, wordt vervolgens te kakken gezet omdat ze zelf slechts is opgeleid is tot verpleegster.”
    Bron: www.vpro.nl/programma/buitenhof/afleveringen/44024888/items/44280591/

    Dit lijkt mij een wijdverbreid misverstand. Nu vind ik dat hij wat ongelukkige voorbeelden geeft met die timmerman en die verpleegkundige maar zijn intentie was natuurlijk om voorbeelden te noemen van lageropgeleide mensen die slechter betaald worden.
    1. Hoe laagdrempeliger het studeren is hoe groter de kans is dat hun kind een hoge opleiding kan volgen. Juist de lageropgeleide, slechter betaalde arbeiders zouden nooit goed privaat onderwijs kunnen betalen.
    2. Juist de hogeropgeleiden betalen later het meeste belasting, Zij betalen later meer aan belasting dan wat de overheid momenteel aan de studie betaalt.
    3. Hoeveel betaalt de overheid momenteel nog voor de studies van de meeste hogeropgeleiden? Zie de bovenste reactie van ene hminkema: opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/7302/We_moeten_onze_eigen_keuzes_maken
    4. Een hogere opleiding garandeert niet een hoger inkomen. Denk aan de universitair geschoolde die zo zot is om voor het lerarenvak te kiezen. 😉

    • Misplaatst individualisme
      Het is ook een volkomen misplaatst individualisme. Men doet of mensen voor zichzelf studeren, maar een studie kan alleen benut worden binnen een maatschappij. Die maatschappij schept de condities. Dat zie je inderdaad aan het relatief zakkende salaris van docenten én verpleegkundigen, maar méér nog aan de beroepen (zoals docent Frans of Duits) die plotseling overbodig verklaard kunnen worden.

      We hebben elkaar allemaal nodig in een samenleving en het is niet zo dat ‘de timmerman’ betaalt voor de student. Als de timmerman longkanker krijgt van het roken, hoop je dat de artsen (voormalig studenten) iets voor hem kunnen betekenen, als de verpleegkundige problemen op haar werk krijgt heeft ze een advocaat nodig, om maar eens voorbeelden te noemen. Van een studie profiteert de samenleving en niet alleen de individuele student. Je kunt ook niet zeggen dat de kinderlozen voor de mensen die wel kinderen hebben, of de ouderen die al op hun 16e begonnen te werken voor de studenten die lang studeren. Zo zit de wereld gewoon niet in elkaar.

      Het enige wat je zou kunnen wensen is de aantallen studenten enigszins te sturen. Het is toch wel vreselijk jammer dat er zovelen worden opgeleid voor ‘Evenementenorganisatie’ en ‘Sport en Bewegen’, terwijl er voor dat vak nauwelijks vacatures zijn. Hetzelfde geldt voor kunstgeschiedenis of ‘Media’

    • min min is plus
      Met de naam DALURENKAART wilden de spoorwegen de reizigers het gevoel geven dat ze na 9 uur ’s ochtends 40% goedkoper konden reizen. Maar het zou natuurlijk eerder voor de hand gelegen hebben de reizigers te verwittigen dat bij reizen vóór 9 uur ’s ochtends een spitstoeslag van 67% op de “gewone” prijs moet worden betaald. Immers, slechts 1/6-de deel van de tijd van een werkdag mot het hoge tarief betaald worden. Zo kan huurtoeslag voor de mensen onder aan de sociale ladder ook gezien worden als een belastingverlaging die zelfs tot een negatieve inkomstenbelasting kan leiden. Vóór de fiscalisering van de AOW-premie droegen de armste Nederlanders het minste bij aan het voorkómen van armoede bij de bejaarden. Naarmate een leerling moeilijker leert zijn er minder leraren per leerling en meer extra begeleiders.
      Op het idee dat de armste Nederlanders krom moeten liggen om rijkeluiskinderen via de universiteit voor een habbekrats voor te bereiden op een leven in welvaart valt dus veel af te dingen.
      Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.