De minder mooie kant

De minder mooie kant

Wie zegt dat er in het onderwijs veel te veel vernieuwd en veranderd is heeft op voorhand gelijk maar anderzijds, op enkele kardinale punten die 35 jaar geleden al vroegen om een oplossing, is nog steeds niets gebeurd. Bijvoorbeeld, hoe moet men omgaan met een steeds grotere en bredere groep van jongeren die toelating wenst tot het hoger onderwijs?
De officiële reactie, ook van bijna alle politieke partijen is al jaren gemakkelijk voorspelbaar. Men vindt kennis en innovatie belangrijk voor welvaart en werkgelegenheid, men meent dat kennis onze belangrijkste grondstof is en dat onderwijs een topprioriteit hoort te zijn ( zie het artikel van Robbert Dijkgraaf en Louise O.Fresco in NRC Handelsblad van 24 april). Alle politieke partijen willen méér investeren in het onderwijs.
Het is zeer de vraag of dat zinvol is. Peter de Reijke, hoofddocent bedrijfskunde in het hbo, schreef daarover: ‘Meer geld in het hoger onderwijs pompen onder handhaving van de bestaande structuur maakt de verspilling nog erger’ ( BN DeStem 17 april). Het rapport van de commissie Veerman over het hoger onderwijs lijkt de Reijke gelijk te geven. Bastiaan Bommeljé, die daarover in NRC Handelsblad schrijft (24 april), laat zien hoe vernietigend het oordeel van deze commissie ( en van de Onderwijsinspectie) is: het niveau is te laag, het rendement is veel te laag, de outputfinanciering is een ‘buitengewoon slecht’ stelsel, het toezicht op de kwaliteit van de examens schiet tekort, er wordt gesjoemeld bij tentamens en examens, enz. Bommeljé meldt ook nog ‘dat het ministerie van OCW dit voorjaar een rapport geheim hield waarin werd vastgesteld dat van alle Europese landen alleen in Nederland de ‘geletterdheid’( de vaardigheid complexe teksten te lezen en te begrijpen) vooral onder hoger opgeleiden, was afgenomen.’
De Reijke, die van oordeel is dat er teveel ongeschikten doorstromen naar het hoger onderwijs – ik ben het met hem eens – meent dat het belangrijkste middel ter verbetering een scherpere selectie is voor het hoger onderwijs: selectie aan de poort. Maar, zegt hij, die selectie moet niet geschieden door de instellingen zelf want dan redeneert men ‘als wij streng zijn en veel aspirant-studenten weigeren zetten onze concurrenten de poort juist open en is onze concurrentiepositie vernield.’ En omgekeerd ‘Als onze concurrenten streng selecteren, doen wij dat juist niet, want dan groeit ons marktaandeel’.
Enfin, in het middelbaar onderwijs weten we heel goed hoe eindexamens en schoolonderzoeken functioneren. Ook al meer dan dertig jaar.
Tenslotte, het sombere beeld geschetst door de commissie Veerman, ondersteund door Bommeljé en de Reijke, doet erg denken aan de conclusies van de commissie Dijsselbloem ten aanzien van het voortgezet onderwijs: heel kritisch, heel duidelijk, vragend om directe actie van de overheid. En wat gebeurde daarmee, onder toeziend oog van dhr Plasterk? Bijna niets.

Cornelis Verhage

9 Reacties

  1. De mooiste zinsnede van Bommeljé
    “De verantwoordelijken voor het afsterven van de intellectuele infrastructuur in Nederland zijn gewoon aan te wijzen: sommigen dragen een hoed, de meesten rijden rond in auto’s met chauffeur en bijna allemaal verdienen ze meer dan de minister-president”

  2. VWO-examen ≠ toelatingsexamen universiteiten?
    “het belangrijkste middel ter verbetering een scherpere selectie is voor het hoger onderwijs: selectie aan de poort” Ik heb altijd gedacht dat het VWO-eindexamen een toelatingsexamen tot de universiteiten is. De vroegere eindexamens HBS en Gymnasium voldeden aan die eis. Het huidige VWO-examen blijkbaar niet. En het HAVO-eindexamen voldoet blijkbaar niet als toelatingsexamen voor het Hoger Beroeps Onderwijs. Is het niet mogelijk om genoemde eigentijdse examina zo te veranderen dat die weer hun taak naar behoren vervullen?
    Seger Weehuizen

  3. Examens voldoen niet meer
    En eigenlijk verbaast mij dat niet.

    Als ik zie wat het niveau van sommige leerlingen is die momenteel met een Havo-diploma of Vwo-diploma van school gaan, dan schaam ik me als docent. En dat niveau dreigt alleen nog maar verder achteruit te gaan. Ik heb kinderen in bovenbouw Vwo (of Havo) zitten, die daar helemaal niet thuishoren. En niet één, nee wel de helft v.d. klas. Dat betekent dat wij als docenten ons niveau al dan niet bewust aanpassen aan het gemiddelde niveau. Gevolg: de excellente leerlingen, dus de echte Vwo-ers en gymnasiasten (en die zijn er echt wel) zullen nooit het niveau bereiken dat ze zouden kunnen en moeten bereiken. En ik vrees dat mijn school hier geen uitzondering op is.

    Vandaar dan universiteiten en HBO-instellingen wel moeten selecteren aan de poort. Echter, ook daar is het niveau, vrees ik, achteruit gegaan. Dus is het cirkeltje rond.

    • Waarom niet echte eindexamens voor echte universiteiten?
      Als het VWO-diploma voor universiteiten die hun naam waard zijn niet meer voldoet als toelatingsexamen ligt het voor de hand om van de universiteiten die hun naam niet waard zijn HBO-instellingen te maken en het programma en de examinering van het VWO weer zo te verzwaren dat het VWO-diploma voor de universiteiten die die naam wel verdienen weer als toelatingsexamen aanvaardbaar wordt. Dat lijkt mij slechts mogelijk als de schoolexamens als zodanig afgeschaft worden en de normen waaraan een kandidaat bij zijn centraal examen voor een bepaald vak moeten voldoen in principe voorafgaand aan het examen vastliggen. Dan blijft het Nederlands eindexamen VWO net zoals in de meeste andere Europese landen het toelatingsexamen tot de universiteiten en worden de leerlingen bovendien beter op de echte universiteiten voorbereid.
      Seger Weehuizen

    • Marlie, in welk vak geeft u
      Marlie, in welk vak geeft u les?
      Waaraan merkt u dat de helft van de leerlingen niet thuishoort in 4/5-havo of 4/5/6-VWO?
      Kunt u concrete voorbeelden noemen?

      Hoe komt het dat deze leerlingen in die klas zitten? Ze hebben eerder in het traject toch voor bepaalde jaren moeten slagen om in die klas te geraken.
      Hoe komt het dat de leraren dan maar automatisch hun niveau verlagen?
      Een vakman kan toch zijn niveau vasthouden?
      In Vlaanderen werken ze met het zogenaamde watervalsysteem en ze zijn daar dan ook bedreven in het redelijk vasthouden van het niveau.
      nl.wikipedia.org/wiki/Watervalsysteem
      Nu staat ook in Vlaanderen de kwaliteit van onderwijs onder druk maar niet doordat leraren het niveau niet vast kunnen houden. Soms wel doordat leraren het niveau niet MOGEN vasthouden van de directeur. Je weet wel: klagende leerlingen en dus ook klagende ouders…
      Gelukkig zijn sommige leraren dan nog zo eigenwijs om zich er niets van aan te trekken
      Hier een praktijkvoorbeeldje: www.9lives.be/forum/werk-studie/715998-onderwijzer-secundair-http-nl-wikipedia-org-wiki-docent-vlaanderen.html

      Van mij mag er rustig geselecteerd worden aan de poort hoor, zolang het niveau van de opleiding dan ook maar wordt aangepast aan die instromende studenten en onder de strikte voorwaarde dat voor deze selectie (mede) gebruik wordt gemaakt van toelatingsexamens zoals in andere landen gebeurt. Ik ben benieuwd ofdat onze universiteiten hiervoor de mensen in huis hebben.
      Ik ben minder gecharmeerd van het misbruiken van een selectieve toelating als lapmiddel om een minimum-niveau te garanderen van instromende studenten.
      Anderzijds zou dit juist een gezonde druk op de politici kunnen uitoefenen om eindelijk eens het niveau van het VMBOT, de havo en het VWO weer te normaliseren.

      • Watervalsysteem
        Om de oorzaak “de dubbele invulling van de groep leerlingen waar het om gaat” bij het watervalsyndroom te bestrijden ligt het voor de hand om goede en daardoor geloofwaardige IQ-testen voor het eind van de basisschool te ontwikkelen. Het is minder demotiverend te mislukken als dat voorspeld is en bekendheid met het IQ van de leerlingen vergemakkelijkt het tegenhouden van afdalers met voldoende capaciteiten. Je kunt zo ook het aantal ongeschikten in de klas verminderen en daardoor de klassen homogeniseren. Volgens BON is dat wenselijk om goed les te kunnen geven. Men moet echter zeer terughoudend blijven bij het inperken van de vrijheid van studiekeuze want met hard werken kan men gebrek aan talent gedeeltelijk compenseren. Ten slotte kunnen IQ-testen er aan bijdragen dat de “soms onrealistisch hoge verwachtingen van de ouders, die aan het VWO ook een meerwaarde toedichten” getemperd worden. Ook dat helpt bij het verkrijgen van een juiste leerklaspopulatie en bespaart bovendien sommige leerlingen later veel leed.
        Seger Weehuizen

        • Ik wilde natuurlijk vooral
          Ik wilde natuurlijk vooral illustreren dat Vlaanderen ondanks het veel sterkere watevalsysteem (geen CITO-toets, vrije toegang tot het hoger onderwijs voor iedereen die een diploma van het voortgezet onderwijs heeft) niveauvaster is en dat ik het dan ook een slap excuus vind om het niveau te verlagen t.g.v. een dalende kwaliteit van de instromende leerlingen.
          Ook in Vlaanderen sluipen echter bepaalde ziektes in het onderwijs: onderwijskundige theorietjes die voor feiten worden aanzien, ouders die bemoeizuchtiger zijn geworden, over´democratisering` etc.
          Ook in Vlaanderen daalt dus het niveau van onderwijs, Vlaanderen heeft echter het voordeel dat ze een aantal fouten niet heeft gemaakt en een aantal andere fouten veel later en in geringere mate heeft gemaakt.

          Soms vraag ik me af ofdat het Vlaamse onderwijs niet in betere staat is dankzij het gebrek aan politieke efficiëntie.
          België is namelijk erg moeilijk bestuurbaar: 1 federale overheid, 3 gewesten en 3 of 4 gemeenschappen (ik weet niet ofdat Brussel een gemeenschap is), de bevoegdheden zijn verdeeld over de diverse organen.
          Ludiek voorbeeld: Vlaanderen mag niet zelfstandig beslissen wat de maximale snelheid in Vlaanderen is, om 70 km/uur als standaard maximale snelheid op de provinciale weg af te dwingen met als uitzondering 90 km/uur heeft Vlaanderen nu dus de wegen vol moeten plaatsen met borden die 70 km/uur aangeven aangezien deze borden vervallen bij elk kruispunt.

          Ik ben voorstander van homogene klassen maar laten we dan wel een selectieprocedure hanteren die daadwerkelijk test hoe een leerling kan presteren wanneer de druk wordt verhoogd (tempo, moeilijkheidsgraad…). Dit kan je het beste doen door het gewoon uit te proberen. Dan rest de vraag wanneer en hoe je het uitprobeert.

          • Ander systeem
            In het Nederlandse systeem is het zo dat op vaste punten geselecteerd wordt. Als iemand eenmaal binnen is dat wordt verwacht dat hij het ook haalt (hij is immers geselecteerd). Daar is het hele systeem op ingesteld.

            Als die selectie aan de poort (CITO toets, eindexamen) dan niet goed is (en dat is hij niet meer), dan stort alles in. Want scholen mogen niet tussentijds selecteren omdat er van uit gegaan wordt dat de selectie aan de poort goed was.

  4. De bureualatraditie van OCW
    “Bommeljé meldt ook nog ‘dat het ministerie van OCW dit voorjaar een rapport geheim hield waarin werd vastgesteld dat van alle Europese landen alleen in Nederland de ‘geletterdheid’( de vaardigheid complexe teksten te lezen en te begrijpen) vooral onder hoger opgeleiden, was afgenomen.’” Het Ministerie van Onderwijs kent langzamerhand een decennialange traditie van het verbergen van onwelgevallige rapporten om zo de kansen van politici om onverstandige beslissingen door te drukken te vergroten. Ook hier lijkt zich niets te hebben veranderd. Althans wat het geheimhouden betreft. Nu maar afwachten wat voor kwaad de CDA-politici daarmee na de verkiezingen willen verwezenlijken. Of moeten we in dit geval alleen maar te denken aan het verduisteren van belastend bewijsmateriaal betreffende een rampzalige onderwijspolitiek? Er zijn ten slotte nu verkiezingen.
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.