pseudo-ministerie

Pseudo-ministerie

Er is bij de media nauwelijks echte aandacht voor het onderwijs. Als er zicht is op een rel of op sensatie, zoals bij de klas van Prem die tot hogere scores voor de CITO-toets werd gebracht – gewoon een bewijs dat bijles, althans op de korte termijn helpt – dan is er wel enige aandacht, gaat het om onderwijsbeleid, dan is er weinig te melden. In zekere zin begrijpelijk want het ministerie van onderwijs doet ook haast niets. Na een korte periode waarin het leek of de overheid begreep dat er meer zorg moest zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en voor het niveau van het leraarschap is men al snel weer teruggekeerd naar het bekende systeem van pappen en nathouden.
Er is te weinig geld om de gymnasia en lycea te voorzien van eerstegraads leraren en men laat het maar zo. Liever wordt gestimuleerd dat zij-instromers, zonder behoorlijke opleiding, meteen ‘aan de slag’ gaan en na korte tijd ‘volwaardige’ leraren worden. Er is nog steeds geen antwoord op het aanstaande vertrek van grote aantallen goed opgeleide en ervaren leraren.
Men kan wel gissen naar de reacties op het departement en bij het pseudo-ministerie van schoolleiders, zoals Dijsselbloem het noemde, de V.O. raad.
Die reactie is dat het in een tijd van recessie altijd gemakkelijk is om leraren te werven. En duur hoeven ze ook niet te zijn. Zo nodig kan trouwens het aantal lesuren dat de leraren moeten geven wel wat toenemen en de klassen zouden wat groter mogen worden. Het zijn beproefde recepten, men kan het oud-minister Deetman vragen.
Maar er is wel een verschil met vroeger: de schoolleiders, tegenwoordig vaak bestuurders, hoeven niet in de malaise te delen.
De VO-raad , de organisatie van besturen van middelbare scholen maakte vorig jaar bekend dat de bestuurders hun eigen maximum salaris wilden verhogen van 112.000 naar 174.200 euro per jaar. Inmiddels heeft de voorzitter van de raad, de heer Slagter, verklaard, als een soort concessie wegens de crisis, om zijn goede wil te tonen, dat men het maximumsalaris wil verlagen tot 135.000 euro per jaar. Het maximumsalaris van leraren op middelbare scholen is 57.840 euro.
Staatssecretaris van Bijsterveldt heeft evenals de voltallige Tweede Kamer zware kritiek geuit op de topsalarissen van de onderwijsbestuurders. Zij meent stellig te weten dat de bestuurders onder de cao vallen. In dat geval zou het maximumsalaris 106.596 euro bedragen. Maar Slagter beweert dat hij en zijn vrienden niet onder de cao vallen omdat ze ‘een dienst -betrekking hebben met de raad van toezicht’: het gaat wel om gemeenschapsgeld, maar wij maken wel uit wat we ermee doen.
Het is spijtig dat er nog geen reacties in de krant gestaan hebben van ‘gewone’ rectoren, die niet meedoen aan de race naar hogere salarissen maar zich solidair voelen met de leraren. Misschien wordt het tijd dat ze eens van zich laten horen en oproepen tot het herstel van normale verhoudingen. We hebben in het onderwijs een tijd gehad dat de onderwijskundigen de dienst uitmaakten, of de vernieuwers, of politici die een monument voor zichzelf wilden oprichten, of de bureaucraten op het ministerie, of de vakbonden, nu zijn het dus de onderwijsbonzen die regeren. Hun belangen zijn niet in het belang van het onderwijs.

Cornelis Verhage

10 Reacties

  1. Het ministerie
    werd voor de invoering van de lump-sum bevolkt door een grote schare ambtenaren en bewindslieden, die zich te buiten gingen aan (linkse) onderwijskritiek en mooie onderwijsvisies. Toen dat niet werkte hebben ze de zaak over de schutting gegooid bij het onderwijsveld en zijn ze op afstand gaan regelen. De beloofde vermindering van het aantal ambtenaren op OC&W is nog steeds een fictie. Het brevet van onvermogen dat de lump-sum financiering in wezen is, heeft geleid tot een wildgroei aan instanties en personen die op semi-klassieke wijze de onderwijs-ruif leegeten.
    De onderwijspolitiek is schromelijk tekort geschoten in haar publieke taak en verdient niet langer het voordeel van de twijfel.
    (Wie heeft er nog iets van Plasterk gehoord de laatste tijd?)

      • Jeroen Brouwers over…
        Jeroen Brouwerd in de VK van vorige week over Plasterk:’Een ijdele flapdrol die zich opblaast als een feestcondoom…die niets van zijn baantje bakt’.
        ‘Windvlaag Plasterk inmiddels?
        Waar nood aan is, dat is aan een échte ministervan cultuur in plaats van de thans in deze functie vigerende ijdele flapdrol, die niets van het baantje bakt.
        Ik bedoel meteen ook een minister alléén voor cultuur, die er niet ook nog scholenbeleid, jeugdzorg, voetballen, wetenschap, en homo-emancipatie bij doet.
        Ik bedoel een ter zake cultuur ingevoerde, betrokken, karaktervaste en doortastende persoonlijkheid. Geen toevallig – de PvdA had nog een vacant ministerszeteltje in te vullen en vond Dr.Ha! van de milimeterbeestjes wel een leuk clowntje – op de cultuurtroon neergepote bolbogonia zonder enig besef van culturele toestanden in dit moerasland en zonder de intentie zichzelf een weinigje benul daaromtrent bij te brengen. Niet iemand, bij het praatjesmaken zichzelf opblazend als een feestcondoom, die alleen maar kwaakt dat hij streeft naar ‘een rijk cultuurleven’ met ‘aandacht voor de absolute top van de cultuur’, en in de praktijk van dit streven uitsluitend komt aanzetten met verwatenheid, domheid, lucht en flauwekul.
        Krukkepoot Ronald hahaha! Plasterk’.

        Zo is het maar net: een echte minister alleen en ook alleen maar voor onderwijs, een minister, die daarin geïnteresseerd is en ervoor gaat om alles beter te maken.

    • fotogenieke Plasterk
      Plastrek heeft bijgedragen aan een heuse fotosessie met zijn cliënten, de scholieren, op het Binnenhof. “Crisistoeristen op de foto met minister Plasterk” kopt TROUW vandaag bij een foto waarin hij het middelpunt vormt van een groepje scholieren met fotomobieltjes. Hij doet dus nog steeds wat.
      Seger Weehuizen

  2. Ik snap het echt niet
    Nooit hebben we tevergeefs gezocht naar mensen voor leidinggevende functies op scholen en bij onderwijsinstellingen, terwijl dit toch tot een jaar of tien geleden functies waren op schaal 12, 13 of maximaal 14. Deze mensen deden uitstekend hun werk, maar het was écht niet moeilijk om opvolgers te vinden.

    Waarom denkt men heden ten dage dat je dit soort functies alleen kunt bemensen met een idioot hoog salaris? Ik zag wel eens graag een onderzoekje naar de salarissen die tot tien jaar geleden betaald werden aan leidinggevenden in de diverse openbare sectoren als scholen, nutsbedrijven en ziekenhuizen.

    • checks and balances
      Natuurlijk weet je het antwoord zelf ook wel. In de organisatiekunde, mn op financieel gebied, is er een princi[pe dat degene de toestemming geeft voor een betaling een ander is dan degene die belang heeft bij betaling.
      Dat principe is losgelaten voor mensen boven schaal 12 in voorheen publieke functies. Zij mogen zelf bepalen wat ze verdienen. Daarvan wordt zo goed als iedereen corrupt.
      En als ze dan zichzelf teveel geld hebben gegeven dan willen ze niet meer geconfronteerd worden met het feit dat er voor docenten geen cent meer over is en zorgen ze dat ze zijn weggestopt in luxe vleugels en het pand kunnen verlaten via de kelder, waar de chauffer al met de schoolgepoetste auto in de aanslag staat te wachten

    • @Douma: nog sterker
      Niet alleen hoeven we helemaal niet zoveel voor die mensen te betalen, die hoge salarissen trekken dezelfde mensen (dominante regelneven zonder veel inhoudelijke belangstelling) aan met nog één extra karaktertrek: gouddorst. Van deze karaktertrek verwacht ik geen beter management en zeker geen beter onderwijs als resultaat.
      Hogere salarissen leiden juist tot minder competente bazen. Niet dat ze nu helemaal niets mogen verdienen, maar zeker niet veel meer dan hun (vaak beter onderlegde) onderdanen.

  3. Media-aandacht
    Beste Cornelis,
    Ik heb bijna wekelijks met onderwijsredacties van landelijke dagbladen te maken. Ik hoop daarom dat je met “te weinig media-aandacht” niet de NRC of de Volkskrant bedoelt. Ook de radio besteedt veel aandacht aan onderwijs en BON. Wellicht heb je het over tv of andere kranten. Want vooral de NRC besteedt erg veel aandacht aan onderwijs. De feiten die je noemt zouden zelfs rechtstreeks uit de artikelen uit deze krant hebben kunnen komen.
    Als je eens wist hoeveel mensen (ja ook rectoren) zich over van alles bij ons melden terwijl ze niet bereid zijn in de krant of waar in de media dan ook ons verhaal te ondersteunen met hun ervaringen. Je kunt moeilijk de boodschapper de schuld geven, vind ik. BON kan niet blijven trompetteren terwijl de “bewijzen uit de praktijk” niet in de openbaarheid (zelfs niet anoniem) willen treden, al snap ik de oorzaak hiervan wel.

    • @Presley
      Daar zeg je nogal wat.
      Kan BON daar niet eens een boekje over open doen?
      In die mooie kranten die jij noemt?

Reacties zijn gesloten.