Romantisch onderwijsbeeld

Ben ik wel bevlogen genoeg? Deze vraag komt vaak bij mij op, omdat zowel vóór- als tegenstanders van BON het er over eens zijn dat een docent ‘bevlogen’ moet zijn. Wat is dat eigenlijk, bevlogen? In mijn woordenboek vind ik alleen het werkwoord ‘bevliegen’ terug, in de betekenis van een opwelling krijgen. Een bevlieging is dus iets impulsiefs doen.
Leuk, amusant misschien, maar niet iets waar ik erg trots op zou zijn.
Toch wordt het woord veel gebruikt, maar men bedoelt er dan zoiets als ‘geïnspireerd’ mee.
Helaas herken ik daar in de dagelijkse praktijk heel weinig van. Zelf ben ik lid van BON, niet omdat ik denk dat de ‘bevlogenheid’ bevorderd kan of moet worden, maar omdat ik vind dat goed opgeleide mensen de kans moeten krijgen om zo effectief mogelijk onderwijs te geven. Ik vraag me af of dat zo erg is, geen bevlogenheid. Per slot van rekening zijn heel wat slechterikken ook bevlogen geweest, eerlijk is eerlijk. Alleen waren ze bevlogen voor het verkeerde doel.
Jaren geleden hield, op een studiedag voor docenten, een oud-leerling van de school waaraan ik werkte een spreekbeurt over zijn schooltijd. Het was een tamelijk bekende Nederlander; uit piëteit zal ik zijn naam verzwijgen. De man bleek razend enthousiast over zijn eertijdse natuurkundeleraar. De dag kon grauw zijn, je band lek en je meisje vertrokken, maar als déze man aan het woord kwam ging de zon schijnen! Het klonk indrukwekkend. Maar toch was de spreker er niet door geïnspireerd tot enig exact werk; integendeel, hij verdiende zijn brood met New Age en dergelijke. Bij navraag bij mijn collega’s hoorde ik dat de betreffende docent niet erg dol op de spreker was geweest, om het zacht uit te drukken. Van die bevlogenheid herkenden ze óók niet zo veel.
Het valt mij op, dat een flink deel van de mensen die zelf niet lesgeven, er een bijzonder romantisch idee over het onderwijs op na houdt. Goede leraren, daarbij is het alle dagen feest; steeds weten ze je weer te verrassen en te boeien, en je hangt aan hun lippen! Hoe treurig is dan het contrast met de dagelijkse werkelijkheid van Karel ende Elegast, grammatica, de abc-formule of de kettingregel. Sommetjes maken en werkwoord-vervoegingen opschrijven. Inspiratie, waar zijt gij?
Ik las een tijdje geleden een interview met een van Nederlands beste trombonisten, zojuist toegetreden tot het Concertgebouworkest. Of hij al die geestdodende lip-oefeningen niet vreselijk vond? Nee, zei hij, dat deed je gewoon omdat je wist dat je spel dan op een hoger plan kwam, en als je bezig was, was het eigenlijk helemaal niet zo verschrikkelijk. Met bevlogenheid en inspiratie had dat allemaal niets te maken.
Ik vermoed, dat het romantische beeld van de ‘bevlogen’ leraar voor een groot deel terug te voeren is op verhalen en films over onderwijssituaties en dat het maar voor een klein gedeelte op eigen ervaringen berust. Zou het niet zo kunnen zijn dat die overspannen verwachting van wat een goede leraar teweeg brengt ons belemmert in een realistische kijk op wat er eigenlijk mogelijk is in het onderwijs? Datzelfde idee over maakbaarheid door keien van leraren speelt ons dan misschien parten bij maakbaarheid met betrekking tot onderwijssystemen. Een gedachte als ‘het MOET toch mogelijk zijn om zo’n opgave op te lossen ZONDER formules en al die vervelende oefeningen’ komt dan eerder bij je op. En zo, dank zij dat romantische beeld, gaan mensen geloven in systemen en methoden waarvan je op je vingers kunt natellen dat ze niet zullen werken.
Sta je zelf voor de klas, dan wordt al die romantiek vanzelf getemperd door de dagelijkse ervaring. Maar de buitenwacht moet uit zichzelf nuchter blijven.

7 Reacties

  1. Bevlogen
    Grote Koenen Eigentijds Nederlands (1986):
    be’vlogen bn geestdriftig, geïnspireerd, bezield, ideeënrijk: de ~ voorman van de nieuwe partij.

    Van grote afstand in tijd of ruimte zie je inderdaad de dagelijkse, vaak weerbarstige, praktijk niet.
    Die “inspirerende leraren” ontstaan grotendeels in ’s mensen langzaam veranderende herinnering.

    Als ik weer een uur enthousiast heb lesgegeven, en een leerling zou mij “bevlogen” noemen, dan zou ik dat wel als een compliment opvatten.
    Maar ik heb nog nooit een leerling het woord bevlogen in de mond horen nemen – helaas.

  2. allleen voor een ander soort leerlingen
    Formules zijn de zeer compacte samenvattingen van een lang verhaal. Als je het verhaal begrepen hebt begrijp je ook de formule en is die je dierbaar. Zij is een Pallas Athene, een machtige vriendin die je helpt bij het oplossen van problemen in elk gebied waar zij ressorteert. En wat is er nu vervelend aan het oefenen met opgaven? Waarom een zwetsverhaal in plaats van de krachtige en prachtige taal der wiskunde?
    Seger Weehuizen

  3. Je schrijft: “het valt mij
    Je schrijft: “het valt mij op, dat een flink deel van de mensen die zelf niet lesgeven, er een bijzonder romantisch idee over het onderwijs op na houdt”. Een voor mij zeer herkenbare en juiste observatie. Deze mensen kunnen alleen maar praten over het leraarschap in termen van bevlogenheid, excellentie, enthousiasmerend. De leraar als Wim van Hanegem, Freek de Jonge en dominee Gremdaad tegelijk. Terwijl het leraarschap vooral ook is: een zekere aanleg, vakmanschap en hard werken zoals ook in menig ander beroep. Deze mensen ontbreekt het aan zin voor realiteit en dan krijg je ook die verwrongen ideeën en die opgeklopte meningen. Leuk stukje deze week in VN over Carlien Moeljono, docent geschiedenis. “Lesgeven is erg leuk, het is alleen wel iets dat je moet leren”

  4. Sterker nog
    De leraar die zo bevlogen zou moeten zijn, moet ook zijn ongemotiveerde leerlingen enthousiast krijgen om toch hard aan het vak te werken. Zo niet: géén goede bevlogen leraar!

    Heeft een leraar ordeproblemen? Géén goede leraar!

    Alle bewijslast voor het onderwijs wordt gelegd bij de docent. Een totaal verkeerde invalshoek.

    Ik herken mezelf toch ook wel in de bevlogen leraar, al noem ik het zelf meer de ‘vasthoudende leraar’. Ik ben ervan overtuigd dat de stof die ik bied écht heel belangrijk is voor de leerling. Als ik het op de éne manier niet overgebracht kan krijgen dan blijf ik ermee bezig om uit te vogelen hoe ik het dan wél kan overbrengen. Als dat met bevlogenheid wordt bedoeld, dan ben ik het toch wel.

    • Ordeproblemen in de
      Ordeproblemen in de klas?
      Natuurlijk en logisch als thuis en verder in de school geen orde is, verspreid zich de wanorde.

      Bevlogen?
      Kijk eens naar mijn item “beloning” en je weet weer waarom de vogel regelmatig crashed.
      Docenten moeten net als leerlingen de omstandigheden tot optimaal presteren krijgen aangeboden Quod non.

    • Geen misverstand
      Er is niks tegen bevlogenheid. Prima dat je het bent. Maar de manier waarop sommige lui deze woorden gebruiken !!!

    • Je zegt precies
      – en beter dan ik het zou kunnen – wat ik had willen zeggen, beste Hinke. Ik ben op die manier enthousiast voor mijn werk en zonder dat enthousiasme zou ik het niet kunnen. Want het is dagelijks vechten met alles wat je in je hebt… en dus blijf je je ontwikkelen.
      Wat jij beschrijft, steeds nieuwe wegen zoeken om toch die ….. leerlingen te boeien, dat is de echte professionele en heerlijke uitdaging van ons werk en daarvan kun je , bij momenten, ook iets van voldoening voelen.
      Maar er is nog een “bevlogenheid” (of is het strijdlust of vasthoudendheid?) nodig om te overleven. Het gevecht voor je vak, het vak als leraar en voor het behoud van een positie waarin je zo voor je leerlingen naar nieuwe wegen om het ze toch te leren blijft zoeken. Dat gevecht is ronduit gevaarlijk, daar is geen voldoening te vinden, hooguit dat het onderwijs niet verder naar de knoppen gaat en dat je het volhoudt of niet wordt afgedankt. Goed onderwijs en eigen overleven gaan hand in hand en de dragers van dat gevecht zijn (ook) wij leraren. Of moet ik zeggen: sommige leraren en een handjevol andere mensen die meer willen dan iets met de mond beleiden?

Reacties zijn gesloten.