Een argument voor speciale scholen voor hoogbegaafde kinderen

Er is de laatste tijd het nodige geschreven over de Leonardoscholen voor hoogbegaafde kinderen. Er valt een hoop af te dingen op het afzonderen van hoogbegaafden van gemiddeld begaafde kinderen. Zo zouden hoogbegaafde kinderen in afzondering bijvoorbeeld niet goed leren met gemiddeld begaafden om te gaan.

Toch is er ook een (krachtig want;-)) economisch argument voor afsplitsen van een aparte groep hoogbegaafde kinderen. Een leerkracht moet, om met hoogbegaafdheid adequaat om te gaan, over een aantal kwaliteiten beschikken die de gemiddelde meesters of juffen nu eenmaal niet bezitten. Ten eerste moet de leerkracht hoogbegaafdheid kunnen onderkennen, en deze niet bijvoorbeeld slechts duiden als recalcitrant gedrag. Ten tweede moet de leerkracht kunnen inschatten welke verrijkingsstof voor het kind in kwestie geschikt is gezien zijn belangstelling en niveau. Moet het bijvoorbeeld biologie worden of toch astronomie? Ten derde moet de leerkracht in zekere zin zelf ook verrijkingsmateriaal zijn, namelijk in die zin, dat hij of zij in gesprek kan gaan met het kind over de stof, het kind verder kan leiden in zijn zoektocht door het materiaal, en daarbij steeds het voorbeeld kan stellen van een wetenschappelijke geesteshouding. Als zelfs de meester bijvoorbeeld niet weet dat de aarde gezien vanaf de zon de derde planeet is in het zonnestelsel, kan een hoogbegaafd kind zich wel erg eenzaam gaan voelen.

Nogmaals, dit is voor de gemiddelde meesters en juffen die thans in het BO werken niet haalbaar. Een verhoging van hun niveau kan misschien een deel van de problemen verzachten, maar het is niet te verwachten dat er voldoende leerkrachten zullen komen die bovengenoemde kwaliteiten in voldoende mate bezitten. En het zou ook niet economisch zijn voor die enkele leerling per groep enkel zeer hooggekwalificeerde leerkrachten in te zetten. De oplossing waarbij hoogbegaafde kinderen geconcentreerd worden in aparte groepen en begeleid door excellente leerkrachten, is daarom vanuit economisch oogpunt zeer wel te verdedigen.

(En uiteraard geldt deze argumentatie mm voor elke uitsplitsing naar niveau, in het bijzonder vanaf het VO.)

4 Reacties

  1. Voor of tegen?
    We zijn vergeten hoe zuinig we moeten zijn op ons geestelijk kapitaal.
    De scholen zijn voornamelijk gericht op de grote middenmoot en de onderste lagen van de samenleving. Van Kemenade heeft pogingen gedaan ons mooiste schooltype, het gymnasium, de das om te doen.
    Overigens vind ik het vroeg genoeg daar in het voortgezet onderwijs mee te beginnen. En daar is die keuzemogelijkheid er al.
    Nu in deze veranderde samenleving ook de basisscholen niet meer zijn wat ze hadden moeten zijn – ook daar hebben we ons aangepast aan de laagste regionen -, vind ik de oprichting van de Leonardoscholen niet meer als vanzelfsprekend.
    Zo zullen er waarschijnlijk binnenkort ook topuniversiteiten worden opgericht, omdat ook de universiteiten niet meer zijn wat ze waren.

    • verwende middelmatigen
      Dat verbeteren van het onderwijs voor de slimmere kinderen zal waarschijnlijk alleen maar lukken als we de middelmatigen er van kunnen overtuigen dat ze de hooggeschoolden en zelfs de intellectuelen en kunstenaars nodig hebben om hun welvaart niet te verliezen. (Ik zag wat leuke beeldflitsen uit het parlementaire leven waarin een parlementarieër in de kamer de auto tot de eerste levensbehoeften van de Nederlander rekende). We leven tenslotte in een democratie met algemeen kiesrecht. Het uiterste waar ik op dit moment op durf te hopen is dat ouders die in het kader van het gesubsidieerde onderwijs per se voor hun kinderen iets afwijkends op onderwijsgebied willen hun wil zullen kunnen volgen. Gymnasia met een echt intellectueel programma en MBO-scholen zonder HNL en CGL. Tegen het idee van vrijheid van schoolkeuze bestaat minder weerstand dan tegen het oprichten van “elitescholen” (ik bedoel hier scholen voor de getalenteerde kinderen).
      Seger Weehuizen

    • ALS en DAN
      Het gebruik van ALS ipv DAN in jouw op één na laatste zin versterkt het dubbelduidig karakter ervan. Ik neem aan dat je vindt dat juist omdat de basischolen zo achteruitgehold zijn er WEL leonardoscholen moeten komen. (Ik vind overigens dat ook de leerlingen waarvan het IQ tussen mu plus sigma en mu plus twee sigma inligt recht hebben op onderwijs aangepast aan hun intelligentie)
      Seger Weehuizen

      • Als of dan..
        Ik had eerst ‘dan’ en toen ‘als’ en toen weer wel en toen weer niet.
        Ik weet het ook echt niet meer. Ik geloof een beetje wel en een beetje niet.

Reacties zijn gesloten.