Stop eindelijk eens de HBO-fraude

Alweer wat jaren geleden werden we opgeschrikt door de berichten over hogescholen die spookstudenten opvoerden om meer bekostiging te krijgen. Sommige hogescholen maakten het zo bont dat ze miljoenen terug moesten betalen. De affaire heeft geschiedenis gemaakt onder de naam HBO-fraude. De nasleep ervan duurt nog voort.

In feite was dit misbruik maar een deelverschijnsel van een veel groter complex, en dat is nog helemaal geen geschiedenis maar hoogste actualiteit. Volgens de wet (Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek) duren studies 4 jaar, houden ze studenten 42 weken per jaar bezig met een werkweek (effectieve studiebelasting) van 40 uur, zodat een werkjaar 42 x 40 = 1680 uur omvat en een volwaardige opleiding 4 x 1680 = 6720 uur. Als hij die tijd effectief heeft besteed mag een HBO’er zich bachelor noemen.

In werkelijkheid komen studenten op geen stukken na aan dit kwantum studiebelasting toe. Keer op keer blijkt dat ze blijven steken op een gemiddelde van tussen de 20 en de 25 uur per week, over de volle looptijd van de opleiding. Of dat gemiddelde 42 weken per jaar wordt volgehouden is maar de vraag. Ik ken veel voorbeelden van opleidingen in het HBO waarin het aantal effectieve studieweken tussen de 30 en de 35 ligt. We mogen dus concluderen dat grosso modo de Nederlandse HBO-student slechts 50 % realiseert van de genormeerde studiebelasting, ofwel 20 uur per week op een norm van 40. De overgrote meerderheid van de studenten behaalt met deze inspanning na ongeveer 4 jaar de bachelortitel.

Dat gegeven is om twee redenen bedenkelijk.

In de eerste plaats is dit misbruik van gemeenschapsgeld. De overheid bekostigt een vierjarige opleiding in de veronderstelling dat die opleiding daadwerkelijk gemiddeld 40 uur per week studiebelasting oplegt. In de praktijk is de studiebelasting maar de helft daarvan. Met dezelfde inspanning zou een student 40 uur per week kunnen werken en dan in twee jaar klaar kunnen zijn. De overheid zou dan dus kunnen volstaan met een bekostiging ter grootte van de helft van de huidige. Op het budget voor het hoger beroepsonderwijs zou dus 50 % bezuinigd kunnen worden zonder aantasting van kwaliteit.

In de tweede plaats kun je zeggen dat hogescholen hun klanten, de studenten, hun ouders en hun toekomstige werkgevers, knollen voor citroenen verkopen. De hogescholen zweren dat hun diploma’s van 100 %-waarde zijn, terwijl er maar een 50 %-inspanning voor is geleverd. Dat loopt natuurlijk een keer uit de hand. Afgestudeerden ontdekken dat de praktijk allerlei eisen aan hun competenties stelt waar ze niet echt aan kunnen voldoen. Werkgevers stellen vast dat bachelors wel van alles hebben aangesnuffeld, maar dat ze niks echt grondig hebben bestudeerd en verwerkt. Oppervlakkigheid is troef, diepgang is zeldzaam. Zo ken ik wel afgestudeerde HBO’ers die op het kennisgebied van management en organisatie een boekje hier en een artikeltje daar hebben gelezen, die verhalen overigens al lang weer vergeten zijn, en overigens weinig te bieden hebben. Tijdens de opleiding werd er vooral veel gegoogled. Ook toen Het Nieuwe Leren nog niet was uitgevonden bestond dit oppervlakkigheidsprobleem al, maar deze onderwijskundige waan van de dag heeft het ongetwijfeld nog veel erger gemaakt.

De echte HBO-fraude bestaat dus nog volop, en berust op deze twee praktijken: Misbruik van gemeenschapsgeld, en uitgemergelde onderwijsproducten. De slachtoffers zijn de belastingbetalers, (toekomstige) afgestudeerden en werkgevers. Zij betalen de rekening voor de doorgeschoten “bestedingsvrijheid” die hogescholen tegenwoordig hebben.

Ik hoop nog mee te maken dat een minister van onderwijs hogescholen voor de keus stelt: of je levert waar voor je geld, dus je biedt opleidingen aan waar alleen in een vier jaar gecontinueerde inspanning van 40 uur per week doorheen te komen valt, of je wordt gekort in de rijksbijdrage. In het laatste geval wordt wel recht gedaan aan de belastingbetaler, maar nog niet aan de student en de werkgever. Die hebben en houden belang bij gedegen opleidingen en ze krijgen die domweg niet. Blijft in feite dus alleen de eerste manier over: Overheid, dwing hogescholen te presteren volgens de norm, verzeker je er bij de accreditatie van dat ze dat ook doen, en zo niet – sluit dan de tent en geef het geld aan een andere instelling die wel presteert. Overheid, stop eindelijk eens de HBO-fraude.