Democratisering nieuw leven inblazen

De impasse van bureaucratisering en grootschaligheid moet op de een of andere manier worden doorbroken. Het regeeraccoord wijdt hieraan een voorzichtige passage: “het kleinschalig organiseren van scholen eventueel binnen bestaande grootschalige verbanden, zal worden bevorderd”. “Tsja” zou een bekende columnist zeggen. Dat kleinschalig organiseren lukt volgens mij alleen wanneer je docenten en studenten/leerlingen daar nauw bij betrekt. Een stuk reële zeggenschap over inhoud en vormgeving van het onderwijs. De democratisering van het onderwijs moet een nieuwe impuls krijgen. In de jaren zestig/zeventig ging het om de bestrijding van autoritaire besturen en (hoog)leraren. Nu gaat het vooral tegen bureaucratisering en vervreemding. In principe zou op het niveau waarop het onderwijs plaats vindt beslist moeten worden hoe de doelstellingen waar het betreffende onderwijs voor staat gerealiseerd kunnen worden. Bij voorbeeld in de vorm van lessen, projecten of anderszins. Het management ondersteunt het primaire proces zoals één van de doelstellingen van BON luidt. De minister van onderwijs zegt niet meer terug te willen naar de jaren vijftig. Daar heeft hij groot gelijk in. Lange dagen, eindeloze lessen, monotone vormen, gelukkig had je op de middelbare school nog drie maal per week gymnastiek. Op de universiteit kon je veel verzuimen als je dat wilde. Het kan nu zo veel leuker. Maar dan moeten de problemen worden aangepakt en het onderwijs aantrekkelijker en kwalitatief beter worden. Een groot deel van de huidige docentenpopulatie zwaait binnen tien jaar af. Die zitten dus hun tijd wel uit. Voor een nieuwe generatie moet het beroep van leraar weer een interessante en uitdagende professie worden.