Pietje precies meet efficiency niet

‘Pietje precies’ meet efficiëntie niet

Auteurs:
Jan Bouwens en Anne Marie Oudemans

Om de efficiëntie van not-for-profit-organisaties in kaart te brengen wil de Tweede Kamer een norm stellen voor bureaucratie. Deze aanpak is geplaveid met arbitraire beslissingen en leidt daarom tot escalatie van standpunten in plaats van tot een oplossing van het gestelde probleem. Wij adviseren daarom de uitgaven aan primaire processen in kaart te brengen en deze als percentage van de totale uitgaven uit te drukken. Door onderling vergelijken kan een norm voor gemaakte kosten worden ontwikkeld. Voorts kan het cijfer dienen om de effectiviteit van de organisatie vast te stellen.

Het hele artikel treft u aan als attachment.

9 Reacties

  1. Uitgaven
    Een norm voor uitgave dient vooraf gegaan te worden door een vaststelling van wat het resultaat of output zou moeten zijn. De uitgavennorm wordt dan een efficiency maat. Zonder outputnorm is het niet meer dan een gemiddeld verbruik met een variabele output ofwel ontstaat er een variabele uitgave per prestatie-eenheid.
    Corgi

    • meting hoeveelheid onderwijs
      Geachte Corgi,

      U veronderstelt dat de optimale hoeveelheid dan bekend is. Ik kan zo’n hoeveelheid niet zondermeer vaststellen en
      wil juist de aanwezige variatie gebruiken om te ontdekken welke hoeveelheid de beste is.

      • Variatie
        Waar het mij omgaat is dat de hoeveelheid geld die ergens aan besteed wordt niet eenduidig leidt tot een bepaalde output(kwaliteit, samenstelling en hoeveelheid)
        School A haalt met 50% besteding van het budget aan het primaire proces andere resultaten dan school B die daar 60% voor gebruikt b.v. betere. School B heeft b.v. veel meer overleg en coördinatie nodig omdat er minder structuren gehanteerd worden. Complexiteit van de “productie van het onderwijsproduct” bepaalt in belangrijke mate de kosten ervan.
        Kijken we alleen naar deze 50% en 60% dan meet je dus niet genoeg. In de volkshuisvesting gebruikte men vroeger het normkosten systeem als antwoord op dit probleem. De normkosten
        bepaalde de subsidie en niet de werkelijkheid.
        Het risico van onderzoeken naar alleen geld is dat we dadelijk te maken krijgen met een correctie van de geldstroom naar het onderwijs i.p.v. naar het primaire proces. Het teveel aan secundaire activiteiten wordt eenvoudig wegbezuinigd.
        Mijn idee is dat we eerst b.v. centrale examens moeten introduceren voordat we het over geld kunnen hebben.

        • Input en output
          Inderdaad moet je de output goed meten. Dat betekent dus centrale examens (dan kun je de output vergelijken; moet je overigens de beginsituatie van de leerlingen ook meenemen).

          Ook zonder dat is het echter interessant om te weten hoeveel geld er nu eigenlijk naar leraar-leerling contact gaat en hoeveel naar secundaire dingen.

          Overleg en coordinatie vallen in het model van Bouwens en Oudemans nu juist niet onder ‘primair proces’. Daarmee ondervangen ze al een belangrijk deel van corgi’s kritiek.

        • primair versus secundair
          Beste Corgi,

          Maar het is juist goed als we efficiënte van minder efficiënte structuren onderscheiden. De betere school die meer overleg nodig heeft
          en minder onderwijs zou tegen mijn stelling werken. Ik zou dus geen relatie vinden tussen onderwijs en effectiviteit. Dat is nu precies was aan te tonen is: hebben de HBOs gelijk of ongelijk wanneer ze veel geld in face-to-face-onderwijs steken. Het is overigens mogelijk om een regressievergelijking te maken waarin ook dummies worden opgenomen voor beleid. We kunnen dan als het ware controlleren voor veel/weinig overleg door docenten. Waar het mij om gaat in het voorstel is dat we weggaan van de discussie of en hoeveel bureaucratie er mag zijn. Deze discussie brengt ons nergens.

          Jan

          • Helemaal mee eens
            Ik heb altijd gepleit voor een begroting die uitgaat van wat nodig is voor verantwoord onderwijs, wat dan overblijft kan voor andere doeleinden gebruikt worden. Als dat te weinig is, zal er bij de overheid aangeklopt moeten worden. Welk onderwijs verantwoord is, wordt vastgesteld in overleg met alle betrokkenen, met inbegrip van de studenten.

          • Maar zo werkt het niet…
            We zijn het eindelijk over iets eens gpb, je schrijft:Ik heb altijd gepleit voor een begroting die uitgaat van wat nodig is voor verantwoord onderwijs, wat dan overblijft…. Helaas werkt het zo niet. Op mijn oude universiteit werd bij een bezuinigingsoperatie letterlijk geschreven: zoveel is nodig voor het management, zoveel voor het projecttteam onderwijsvernieuwing en dan blijft er dus zoveel over voor onderwijs. De mensen die op het geld zitten zorgen eerst goed voor zichzelf, wat er eventueel overblijft kan aan het onderwijs besteed worden.

          • Discussie over bureaucratie
            Beste Jan,
            We zijn het volgens mij , qua doel, met elkaar eens. Het bestuurlijk proces is een geheel ander probleem dan het primaire proces en die moeten hun eigen budget maar bevechten. Dit zou je overigens kunnen bereiken door gescheiden budgetten i.p.v. lum sum financieringen.
            Mijn idee is dat door het multidisciplinair project onderwijs docenten heel veel bezig zijn met afstemmen. De bijdrage moet immers afgestemd worden met de bijdragen van andere disciplines. Als nu alle scholen hiermee werken neem je in een regressie wel waar hoe dat zij dat doen(efficiency) maar je weet niets over de effectiviteit van deze manier van onderwijzen. Ik neem aan dat in de regressie iets van een besteed bedrag aan het primaire proces gebruikt wordt! Is dit dan per student?
            Citaat: “De betere school die meer overleg nodig heeft
            en minder onderwijs zou tegen mijn stelling werken ” Hier bedoel ik echter de slechtere school. De slechtere besteed meer aan het primaire proces maar de opzet is inmiddels dermate complex dat een groot deel van het geld verloren gaat aan afstemming. De student heeft daar niets aan.
            Ter beheersing van geldstromen wordt b.v. in de projectontwikkeling in de bouwsector( stuk- en serie stukproductie) gewerkt met standaard producten(beukmaten etc.) als basis voor de ontwikkeling, een soort van norm dus. De hoeveelheid geld is hier een gevolg van de keuzes en niet omgekeerd.
            Dit LIJKT mij beter te werken dan regressie.
            Corgi

          • reactie op corgi
            Dag Corgi,

            Stel je zegt dat de hoeveelheid onderwijs invloed heeft en de hoeveelheid overleg. Mijn voorstel is dat we effectiviteit (snelheid vinden van een baan, vooruitgang in salaris, etc.) te regresseren op hoeveelheid onderwijs en gelijktijdig op overleg. Als uitkomt wat wij sameen menen, dan slaat deze positief aan op onderwijs en negatief op overleg. We laten dan de data spreken, niet een overtuiging. Met die uitkomsten in de hand kun je dan als school je beleid bijstellen.

            Jan

Reacties zijn gesloten.