Vergelijking Nederlandse en Duitse studenten

Onderstaand artikel komt uit de NRC van 20 januari 2007
_________________________
Lui, langzaam en matig
Nederlandse student legt het af tegen Duitse collega

Maastricht spijkert Nederlandse economiestudenten bij in wiskunde en economie, in de zomer voor de studie begint. Hun Duitse medestudenten hebben dat niet nodig.

Drie onderzoekers van de Universiteit Maastricht, Dirk Tempelaar en Bart Rienties (Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde) en onderwijskundige Wim Gijselaers, testten 1.580 eerstejaars economie (lichting 2004 en 2005) op niveau, motivatie en leerstrategieën – 585 Nederlanders en 640 Duitsers. Ze keken ook naar de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten. Bovendien zijn de wiskundeprestaties uit 1999 per nationaliteit vergeleken met die sinds 2003. De belangrijkste conclusie: de Nederlanders blijven vakinhoudelijk ver achter bij hun Duitse medestudenten. Ze halen lagere cijfers en doen langer over hun studie.

De Maastrichtse wetenschappers noemen hun onderzoek het eerste empirische bewijs van wat critici van de tweede fase op het vwo al dachten. Het Nederlandse onderwijs is de afgelopen jaren slechter geworden. De resultaten liegen er niet om. Duitsers scoren over de hele linie beter, en vrouwen beter dan mannen. Bij Duitse vrouwen steken Nederlandse mannen af als ongeïnteresseerder. Ze zijn minder bereid om zich in te spannen en behalen matige resultaten.

De vergelijking tussen Nederlandse en Duitse studenten is reëel: de Duitse studenten zijn weliswaar van het extra gemotiveerde soort – ze kiezen er voor in het buitenland te studeren – maar ze stromen toe in Maastricht en met die concurrentie hebben de Nederlanders te maken. Zeker als je bedenkt dat voor sommige economische studies een numerus fixus bestaat.

Wij gingen er eigenlijk van uit dat Duitse studenten aansluitingsproblemen zouden hebben, vertelt onderzoeker Dirk Tempelaar. Tot een jaar of zes geleden deden de Duitsers het inderdaad iets minder goed aan het begin van hun studie. “Maar die achterstand hebben ze rap ingehaald.”

Tempelaar, universitair docent wiskunde, oordeelt niet mild over de wiskundekennis van de Nederlandse eerstejaarsstudenten economie. Wiskunde is weliswaar niet het hoofdbestanddeel van de studie, maar, zegt Tempelaar “alle economische opleidingen zijn tegenwoordig behoorlijk wiskundig georiënteerd”. Voor bepaalde afstudeerrichtingen is grondige kennis van wiskunde zelfs onontbeerlijk, aldus Tempelaar. De studenten zijn bij zijn vak “volstrekt afhankelijk van hun grafische rekenmachine”, een apparaat dat niet mag worden gebruikt op de universiteit. Overigens heeft eenderde van de instromende Nederlandse studenten een van de ‘natuurprofielen’ gevolgd, met het relatief zware wiskunde b1 of b2. De rest heeft alleen het lichtere wiskunde a1 of a2 als verplicht vak gehad.

Uit een ander onderzoek van Tempelaar blijkt dat vooral de ’taligheid’ en het ‘contextrijke aanbod’ van de wiskunde op het vwo debet zijn aan de tekortkomingen van Nederlandse studenten. Sommen zijn geen sommen meer, maar verhaaltjes die tot een logische conclusie moeten leiden. Bij economie missen de studenten vooral het overzicht en de samenhang.

Is het Duitse onderwijs zoveel beter? Tempelaar: “Het is in elk geval stabiel gebleven.” Het negatieve effect van de tweede fase is daarentegen onmiskenbaar, stellen de onderzoekers. De keuzevrijheid die het huidige vwo kenmerkt, is volgens Tempelaar “niet voor iedereen goed”.

Behalve op ‘harde’ wiskundeprestaties zijn de studenten ook vergeleken op het onderdeel statistiek. Duitsers krijgen nauwelijks statistiek in het voortgezet onderwijs, Nederlanders in ruime mate. Toch presteren de Nederlanders maar net iets beter dan de Duitsers. Daar wreekt zich, zegt Tempelaar, dat de Nederlandse studenten betrekkelijk ongericht leren en weinig interesse in het vak hebben. “De Duitsers doen vanaf dag één hun best om hun achterstand in te halen. Bij de eerste toets zijn ze daar al bijna in geslaagd.”

De beste remedie voor de alarmerende prestaties van de Nederlandse studenten zou aanpassing van het vwo-curriculum zijn, zeggen de onderzoekers. Omdat ze daarop geen invloed hebben, zijn ze begonnen met zomerse online bijspijkercursussen wiskunde en economie voor aankomende studenten. De resultaten daarvan zijn spectaculair: de bijgespijkerde studenten maken volgens Tempelaar “enorme kennissprongen” en scoren in hun eerste jaar significant beter dan de studenten die de cursus niet hebben gevolgd. Maar eigenlijk zou de cursus niet nodig moeten zijn. Tempelaar: “We hopen echt op meer vakinhoud op het vwo. Er is wel wat in beweging, maar het zal een taaie slag zijn.”
_______________________________________________________

2 Reacties

  1. meer vakinhoud op het VWO
    Meer vakinhoud op het VWO zal inderdaad een taaie slag zijn, aangezien VO-scholen er nog steeds op worden afgerekend (kwe
    aliteitskaart) als er onvoldoende leerlingen geslaagd zijn en er een onvoldoend aantal leerlingen binnen een vastgesteld aantal jaren de school verlaat. Eerst moet deze situatie gewijzigd worden. Leerlingen moeten gevolgd worden in het onderwijs dat ze na de middelbare scholen volgen en als de resultaten daar te wensen overlaten, moet de middelbare school daar op worden afgerekend (gekort op financiën). Pas dan zal de middelbare school de noodzaak ervan inzien echte kwaliteit te moeten leveren.

    • Gevaarlijke traagheid
      Ik ben sterk voorstander van het tijdens en bij afsluiting van de middelbare schoolopleiding controleren of vooraf gestelde resultaatnormen zijn gehaald. Het is aan vervolgopleidingen om datzelfde te doen.
      Vooropleidingen afrekenen op wat vervolgopleidingen doen introduceert een veel te grote tijdsspanne tussen oorzaak en detectie van gevolg, waardoor corrigerende maatregelen veel te laat toegepast zullen worden.

      Planeten Paultje

Reacties zijn gesloten.