nieuwe keizers

Heeft de verkiezingsuitslag ook gevolgen voor het onderwijsbeleid? Gelet op de grote verschuivingen zou dat wel te verwachten zijn. Welke kwesties, welke problemen zouden in het bijzonder en bij voorrang aandacht moeten krijgen?
Ik noem er drie. Ten eerste de onmatig gegroeide onderwijsbureaucratie, met name in hbo en mbo. Ten tweede de bijna algemeen zichtbare niveaudaling. Ten derde de statusdaling van het leraarsberoep. Weliswaar is er de laatste tijd door alle partijen kritiek geuit op deze misstanden maar die van partijen die verantwoordelijk zijn geweest voor het ontstaan ervan, klinkt niet erg overtuigend. En mevrouw van der Hoeven gaat wat het eerste punt betreft bepaald niet vrijuit, ook niet ten departemente, maar maskeerde dat door het excuus van de autonomievergroting.
De absurde salarissen van managers in het hoger onderwijs – met prestatiebonussen, hoe verzin je het – vreten geld dat niet besteed wordt aan lessen of aan salarissen van docenten. De beloning voor de fat cats is gewoon geroofd. De parasitaire graaicultuur heeft steeds meer nodig en is mede verantwoordelijk voor de schaalvergroting en anonimisering in het onderwijs. Leerlingen en studenten krijgen te weinig lessen, vaak in veel te grote groepen, leraren worden onderbetaald.
Sterker nog, het ‘top-down leidinggeven’, leidt op sommige instellingen tot manipulatie en intimidatie van leraren. De nieuwe keizers hebben er veel voor over om hun positie te handhaven en te beschermen. Ze houden elkaar stevig vast, hebben adviseurs en helpers in de onderwijskunde, in de politiek en bij de bonden. Gemeenschappelijke belangen, nietwaar?
Het zal nog heel wat moeite kosten om deze lieden van hun zelfgebouwde tronen te stoten maar het moet wel, anders is er geen verbetering te verwachten.

Cornelis Verhage, 27 11-‘06