Structuur in opvoeding en onderwijs

Behoefte aan structuur in opvoeding en onderwijs

Veel mensen, maar vooral jongeren leven in verwarring. De samenleving is enorm complex en biedt (schijnbaar) vreselijk veel keuzemogelijkheden. Veel jongeren weten niet wat ze moeten kiezen en zigzaggen ogenschijnlijk doelloos door het leven, op zoek naar het geluk. Ze proberen wisselende genotsmiddelen, scholen, banen, religies, vakantiedoelen en partners, maar blijven richtingloos. Soms komt er –erg laat- toch een situatie dat ze eieren kiezen voor hun geld, een opleiding afmaken, een baan te zoeken en (het voornemen om) bij een bepaalde partner ook maar te blijven. Anderen eindigen zonder dat alles; alleen de genotmiddelen willen nog wel eens blijven.

Als je kinderen wilt voorbereiden op zo’n complexe samenleving, dan moeten ze de tijd krijgen om in hun eigen tempo langzaamaan steeds meer eigen keuzes te maken. Aan elke keuze zitten consequenties en een goede opvoeder/leraar helpt bij het bewustworden daarvan. De structuur is de start en biedt veiligheid en zekerheid. Uiteraard krijgt een kind bij het ouder worden steeds een klein stapje meer vrijheid. De structuur die van huis uit geboden wordt, wordt steeds minder en de structuur die de jongere zelf kan aanbrengen wordt steeds een beetje groter. Structuur aanbrengen in je leven is een vaardigheid die je moet leren. Jammer genoeg ontbreekt het daaraan in het leven van heel veel jongeren.

Wat houd structuur dan in?
– Dagritme en weekritme.
Kinderen moeten weten waar ze elke dag aan toe zijn. Ze staan elke dag ongeveer om dezelfde tijd op, gaan naar school, weten waar ze in de middagpauze hun broodje eten en waar ze na schooltijd heengaan. Kinderen met een zeer grote behoefte aan structuur (b.v. kinderen met autistiforme stoornissen) vinden een vrije woensdagmiddag of het weekend bijna niet om door te komen. Gelukkig kan hen dat met begrip en geduld vaak geleerd worden. Eigenlijk heeft ieder mens (ook volwassenen) behoefte aan dag- en weekritme, al kan de één er beter buiten dan de ander.
– Regels en grenzen aan gedrag.
Opvoeders helpen hun kinderen heel goed aan structuur door duidelijke regels te stellen en grenzen aan gedrag. Belangrijk is dat je als opvoeder alleen regels stelt die je ook kunt handhaven door controle en e.v. sancties. Het is funest als de regels elke keer veranderen. Als bepaald gedrag de éne keer wel getolereerd, soms zelfs leuk gevonden, wordt en een andere keer driftig wordt afgekapt, begrijpen kinderen daar niets van. Toch zien we dat vaak om ons heen. Ook de grenzen blijken bij veel opvoeders uiterst rekbaar. De boodschap is vaak dat je met zeuren alle grenzen kunt oprekken. Daar krijg je enorm vervelende en zeurderige jongeren van. Je helpt je kinderen met grote duidelijkheid. Het is logisch dat de grenzen bij het ouder worden steeds een beetje verruimd worden. Dat moet wel expliciet gebeuren en niet stilletjesaan opschuiven, want ook dan gaat een kind duwen en trekken om het opschuiven van de grenzen te bevorderen.
– Zorg voor het lichaam:
Door het goede voorbeeld thuis (!!!) leren kinderen verstandig te eten en te drinken, hun tanden te poetsen, zich regelmatig te wassen, verstandig te bewegen, matig te drinken en te snoepen.
– Kennismaken met de wereld.
Opvoeders zouden zich erop moeten richten om hun kinderen te begeleiden bij het kennismaken met de wereld. Het gaat daarbij niet alleen om leuk (zoveel mogelijk clubjes) maar ook om interessant. Naast sport en muzieklessen zouden ouders met hun kinderen moeten praten over het nieuws, op bezoek gaan naar monumenten, tentoonstellingen of concerten.
– Richten op de toekomst.
Het is zaak dat je als opvoeder zo nu en dan de blik alvast richt op de toekomst van je pupil. De latere verantwoordelijkheden, het toekomstige gezin, het gewenste beroep, de te kiezen studie. Jammer genoeg leven veel jongeren slechts in het heden en moeten aan de volwassenheid absoluut niet denken. Het zoeken van een echte baan wordt steeds verder vooruit geschoven. Moesten we er vroeger tegen vechten dat jongeren niet vanaf hun 14e al geheel in het arbeidsproces zaten, tegenwoordig moeten we hen vanaf hun 21e confronteren met de plicht om in het eigen levensonderhoud te voorzien. (‘ik ben nog veel te jong om te werken mevrouw’)

Helaas moeten we constateren dat veel gezinnen niet in staat zijn dit aan hun kinderen te bieden. Vroeger kon de school hier veel (zij het nooit voldoende) compensatie bieden. Bijna alle leerkrachten zullen hebben ervaren hoe prettig de leerlingen hun ritme, hun duidelijkheid, hun regels vinden. Als je deze consequent en rechtvaardig toepast, voelen de leerlingen zich veilig in je klas.
Het is ontzettend jammer dat de mogelijkheden voor het bieden van structuur vanaf het voortgezet onderwijs zo afnemen (tussenuren, lesuitval, anonieme scholen waar je makkelijk tussen de regels door kunt fietsen). Ook de varianten van het nieuwe leren bieden naar mijn oprechte overtuiging véél en véél te weinig structuur.

9 Reacties

  1. De enige inhoudelijke
    De enige inhoudelijke reactie die ik op jouw verhaal kan geven is dat ik het helemaal met je eens ben en niets heb toe te voegen. Het verhaal is helder en op deze wijze nog niet hier gepubliceerd. Afgezien van de honorering van de docenten zijn de stukjesschrijvers van BON het op de hoofdpunten eens. Het niveau van bijna alle stukjes is hoog en uit de stukjes is een grote solidariteit met andere dissidenten af te lezen. Het meeste wat gezegd moet worden is nu gezgd en over een paar maanden kunnen er alleen nog maar nieuwe voorbeelden aangedragen worden. Het punt waar de disussie van BON nu (weer) om moet draaien is de strategie en de tactieken om verandering te bereiken

  2. structuur overboord
    Ik heb het ook helemaal met je eens Hinke. Goed samengevat.
    Wil nog iets verder gaan door te stellen dat de info die ik erop nasla, en de verhalen die ik hoor, erop wijzen dat het nieuwe leren de structuur juist overboord zet. Het ‘programma’ dat het HBO biedt, is zo flexibel dat elke student zijn eigen tempo, inhoud en werkvormen kiezen kan, met eigen leerdoelen. Samenwerken is een tijdelijk iets. Voor degenen die genoeg innerlijke structuur en houvast hebben, geen probleem. Zie ook column van Margo Trappenburg. Maar de grote groep die dat ontbeert, zal afhaken.

    • er worden twee zaken door elkaar gehaald
      In HNL worden twee zaken aan elkaar gekoppeld. Hierdoor lijkt het in reacties soms dat HNL wel goed zou zijn voor de betere student (die gedisciplineerd en intrinsiek gemotiveerd is) maar niet geschikt voor de student die meer structuur nodig heeft.
      Ik denk dat voor beide studenten HNL de slechte keuze is. Bij HNL gaat het inderdaad om eigen tempo en flexibel, maar als je daarvoor kiest, dan krijg je gratis mee dat je inhoudelijk geen begeleiding krijgt en dat je alles zelf maar met uitzoeken. Kortom: je kiest voor een NTI-achtige eigen tempo aanpak, zonder NTI boeken. Ik denk dat juist de gemotiveerde gestructureerde student een enorm belang heeft bij didactisch juiste kennisoverdracht. Voor die studenten is HNL een enorm probleem, want ze worden opgezadeld met meelopers in de werkgroepen en medestudenten die niet tegen college’s denken te kunnen.

      Ook voor de zwakkere student geldt dat hij inhoudelijke sturing moet hebben, maar voor deze student is ook procesmatige sturing vereist. Ook die studenten hebben niks aan NTI onderwijs zonder NTI boeken.

      Ik wilde dit enkel even gezegd hebben omdat soms het idee lijkt te ontstaan dat voor de goede studenten HNL wel een geschikte keuze zou zijn. In mijn ogen is niets minder waar.

  3. Dank voor de bijval, vragen die overblijven
    Fijn dat mijn opvattingen bijval vinden. Het is een interessant thema, waar ik nog niet helemaal uit ben. Een paar vragen blijven over:
    – Is mijn gevoel juist dat het gebrek aan structuur een steeds groter probleem wordt?
    – Hoe komt het dat juist structuur geven in deze samenleving (voor zowel opvoeders als scholen) zo moeilijk is?
    – Hebben jullie ook voorbeelden van leerlingen (of kinderen) die hun behoefte aan structuur duidelijk laten blijken?

    • neer keuzes, minder structuur, dodelijk vermoeiend
      Hoe meer je als leerling/student/mens bewust zelf moet kiezen, hoe minder vast gelegde structuur, hoe minder energie je over hebt voor de leuke dingen in het leven. Dat geldt voor het kiezen van een energieleverancier net zo goed als voor het kiezen van je eigen leerweg. Sommige dingen moeten gewoon geautomatiseerd en in een vaste structuur.
      De kunst is om een juist evenwicht te vinden. Voor kinderen is dit moeilijker dan voor volwassenen. Ook is het de laatste 30 jaar steeds moeilijker geworden, want een steeds grotere keuze en steeds minder vanzelfsprekendheid. Dat wreekt zich, want onze hersens zijn niet meegegroeid met dit probleem.

    • kinderen behoeven structuur en kunnen deze behoefte verwoorden
      Mijn HAVO/VWO leerlingen geven regelmatig duidelijk aan dat zij structuur behoeven. Zij uiten tevredenheid over aantekeningen die je ze door de loop der jaren gegeven hebben “ik heb mijn schrift uit de brugklas erbij gepakt en toen wist ik weer precies hoe het zat met (vul in welk grammaticaal probleem)” en vragen om meer aantekeningen. Ze begrijpen dat hun leerprestaties middels toetsing gecontroleerd moeten worden en dat hun resultaat iets zegt over hun kunnen. Ze geven zelfs toe dat klachten over toetsingsresultaten door henzelf geuit dikwijls onterecht zijn en voortkomen uit onvermogen hun persoonlijk falen te accepteren. Kortom, mijn verzuchting luidt: was het management maar zo eerlijk als onze leerlingen!

    • Structuur bieden
      Structuur bieden is m.i. een steeds groter wordend probleem, juist voor opvoeders, volwassenen. Onze samenleving boet zelf enorm aan structuur in; het gaat in de richting van; alles kan en alles mag op bijna elk moment, op elke plek. Je ziet dit aan de enorme toename van hyperactieve, slecht geconcentreerde kinderen. De natuurlijke grenzen vallen geleidelijk weg, op zeer veel gebied. Ook tussen generaties. Zelf noem ik dit een crisis in de volwassenheid (zie eerder bericht).
      In mijn werk kan ik nauwelijks nog vaste afspraken met adolescenten maken. Zij hebben wekelijks een ander rooster en kennen dit niet altijd in het vooruit.

    • Structuur geven: waarom het tegenwoordig wellicht moeilijk is
      Zelf vind ik structuur geven niet moeilijk; ik merk dat het werkt en dat mijn leerlingen er goed op reageren. Heerlijk vind ik het bijvoorbeeld om te horen: “u legt zo duidelijk uit”.

      Maar ik denk dat veel ouders/docenten moeite hebben met structuur geven omdat je daardoor ook af en toe het conflict moet aangaan met je kind/leerling. Ik las een tijdje terug in een krantenartikel dat ook dat juist goed is, omdat je daarmee laat zien dat je een kind “de moeite waard vindt”. Maar ouders voelen zich soms/vaak schuldig omdat ze veel van huis zijn (werk) en proberen conflicten uit de weg te gaan en af te kopen. Ze willen ook niet de “ouwe zak” zijn van wie niks mag; de “autoritiare figuur” waar ze vroeger zo de pest aan hadden. Ik heb zelf geen kinderen, maar ik geniet van de opvoedprogramma’s die af en toe op tv te zien zijn. Ook daar komt het steeds weer terug: biedt structuur; de juiste structuur. Dat dit soort programma’s op tv is, is denk ik ook een teken van een tegengestelde beweging die in de samenleving gelukkig op gang aan het komen is.

      Voor docenten kan het niet-bieden van structuur ook comfortabel zijn. Beetje rondlopen, beetje “begeleiden”: geen conflict, lekker makkelijk. In sommige situaties/scholen, waar de cultuur al flink verziekt is, is dat overigens heel begrijpelijk. Alleen is het geen goed onderwijs…

      • Geen conflicten past in onze
        Geen conflicten past in onze cultuur van : het moet altijd leuk zijn. Juist als mensen weinig tijd voor elkaar hebben heerst de gedachte dat het op die weinige momenten wel super moet zijn. Bij opvoeden en leren horen minder leuke momenten. Maar die leiden tot iets wat wel prettig is namelijk met kennis en goed voorbereid zelfstandig de maatschappij in gaan. Confrontaties horen bij je rol als opvoeder al was het maar omdat kinderen zich moeten afzetten en grenzen verkennen. Maar ze zijn soms erg onaangenaam. De beloning komt pas later als het redelijk zelfredzame, gewaardeerde, aangename sociale mensen zijn geworden. Dat is net zo bij leren. Een rijtje franse woordjes stampen is niet cool en fun. Maar je verstaanbaar kunnen maken in een vreemde taal geeft wel een goed gevoel.
        Hinke, je neemt weer wat twijfels (die horen er ook bij) bij me weg.

Reacties zijn gesloten.