Nederlands als tweede taal

Nederlands is een mooie taal met een rijke geschiedenis en literatuur. Daar zijn alle deelnemers aan het debat over de verengelsing in het hoger onderwijs het wel over eens.  Anderzijds zijn we het ook wel met P. Duisenberg (VVD) eens, dat we  in deze geglobaliseerde wereld niet met zijn allen achter de dijken kunnen blijven wegduiken. Een voor de hand liggende oplossing voor de spanning tussen enerzijds de global village en anderzijds het dorp Nederland met Amsterdam als dorpsplein, is het Nederlands in het hoger onderwijs officieel de status te geven van tweede taal, wat zowel een erkenning inhoudt  van het belang van de Nederlandse taal en cultuur binnen de eigen landsgrenzen als de mogelijkheid volop mee te gaan in de internationale concurrentieslag, waaraan het wetenschapsbedrijf onderhevig is.  Samengevat  in één pakkende  slagzin: “Engels moet, Nederlands mag”. Het ei van Columbus.

Deze oplossing behoeft nog wel een nadere uitwerking. Colleges en werkstukken dienen natuurlijk standaard in het Engels gegeven respectievelijk  geschreven te worden. Maar in de koffiekamer kan  voor wie dat wil gerust Nederlands worden gesproken. Alle officiële borden en mededelingen zijn voortaan in het Engels. Een mondelinge toelichting kan zo nodig wel in het Nederlands. Ook lijkt het me verstandig, dat tenminste in de overgangsfase, de mogelijkheid geboden wordt  colleges in het Nederlands te geven en scripties en werkstukken in het Nederlands te schrijven. Maar dat kan natuurlijk niet meer zo maar. Hiervoor wordt een commissie in het leven geroepen, die daarover kan beslissen. Bij voorbeeld in het geval van een in hakkelend  steenkolenengels college gevende docent kan die commissie uitmaken of deze docent weer mag overgaan op het Nederlands of dat een  Engelse  “native speaker” moet worden ingevlogen.  Die docent moet in ieder geval met het Engels volop aan de bak. Het is een kwestie van doorzetten.  De “native speakerness” als taal bij uitstek voor de humaniora is immers een mythe, die aantoonbaar weerlegd is, schrijft Liedeke Plate, hoofdocent te Nijmegen. Lees  Nabokov maar, luister naar Maxima. Ik zou nog wat verder willen gaan dan Liedeke. Niet alleen het belang van “native speakerness” is een mythe.  Nederland zelf is een mythe, die we met zijn allen in stand houden. De kern van die mythe bestaat uit onze taal en geschiedenis.                                                                                                                                                                                     Wanneer we de hier voorgestelde oplossing kiezen sparen we  de kool en ook een beetje de geit èn aap, noot en Mies. Een echte Hollandse polderoplossing, die de polder tegelijkertijd ontstijgt.

5 Reacties

  1. “Speakerness” is dat

    "Speakerness" is dat spijkerschrift? Lijkt me een mooie oplossing. Alles in spijkerschrift. Iedere docent en student krijgt een beitel en een steen. En ze begrijpen elkaar zonder Engels, Nederlands, Swahili of Rotterdams.

  2. Gerrard Meijer, voorzitter

    Gerrard Meijer, voorzitter van het CvB van de Radboud Universiteit vindt, dat het Engels als  lingua franca in de wetenschappelijke wereld onontkoombaar is. Daarmee verdedigt hij een verdergaande verengelsing. Engels als lingua franca is  iets geheel  anders dan dat je mag verwachten dat studenten het Engels goed beheersen en waar nodig colleges en literatuur in die taal moeten kunnen volgen. Daarvoor moet je terug naar het voortgezet onderwijs. Het is een omslag waarvan je je terecht mag afvragen waar die eindigt en wat dat betekent voor de positie van het Nederlands in het hoger onderwijs. Ik denk dat als het zo doorgaat het Nederlands in het hoger onderwijs, ik durf nog niet te zeggen als een kleurrijk dialect  beschouwd gaat worden, maar wel een tweede rangspositie krijgt.  Meijer beweert ook, dat Engelstalige bachelors betere Nederlandstalige studenten aantrekt. Ik vraag me af of dat in zijn algemeenheid waar is en of het niet eerder zo is, dat de universiteiten de concurrentieslag om de studenten via het Engels als marketingargument uitvechten. En krijgen die studenten ook daadwerkelijk beter onderwijs of is vooral het bedrijf universiteit daarmee gediend?  Het bezwaar blijft niet het Engels als zodanig, maar de manier waarop het Engels op steeds grotere schaal wordt doorgevoerd waardoor degenen, die het Nederlands zijn toegedaan zich in de verdediging gedrukt voelen.

  3. Het wordt tijd dat de

    Het wordt tijd dat de technocraten in Brussel, overigens geholpen door trouwe nationale deskundigen, een nieuw Europees project opzetten: het Eurolands. De unietaal bespaart vertaalkosten, is duurzaam, en maakt het bouwen van de Babelse toren zinvol. Daarom: het Eurolands. Vergeet het Nederlands, Frans, Duits en Engels: Eurolands. Vergeet het Esperanto. Iedereen gelijk oversteken naar één fantasietaal: Eurolands.

  4. Het is een misdaad tegen het

    Het is een misdaad tegen het Nederlanderschap om Nederlands als tweede taal te beschouwen.

    Als we nog enige maatschappelijke verbondenheid willen behouden dan moet, zeker in het onderwijs, de verwerving van goede spreek- en schrijfvaardigheid in de Nederlandse taal als prioriteit worden gezien.

    Duiken voor vreemde culturen en talen leidt tot uitholling van de eigen normen en waarden.

Reacties zijn gesloten.