82 Rhineland Exit? en de verkoop van de KPN oftewel de veramerikanisering van ‘economie’ als universitaire discipline

Het aandeel KPN was ooit € 12,35 waard. Nu wil  ‘fat Mr Slim’ ze voor € 2,40 kopen. Een fooi voor hem. De boekwaarde per aandeel zou € 1,31 zijn. Is het wel of geen uitverkoop?

 

————————————————————————————————————–

 

Voor de goede orde breng ik U in herinnering dat ik deze blog ben begonnen uit ergernis dat als onze dochter (inmiddels 23) met een solide Franse middelbare schoolopleiding in Leiden geschiedenis was gaan studeren, niet in ’s lands taal zou hebben kunnen afstuderen. Zelf heb ik in Rotterdam gestudeerd. In Leiden en in de andere universiteitssteden zullen ze niet rusten voordat jongelui zichzelf met Amerikaanse ogen zien, ten koste van de plichten die meekregen in een soeverein Koninkrijk geboren en getogen te zijn.

Deze blog is tweeledig in die zin dat het informatie geeft over het Franse systeem dat nog een universele en intellectuele pretentie heeft en ik geef het daarbij een voorbeeldfunctie tegen de verengelsing in Nederland. Die verengelsing berust nergens op. Het is een geloofsartikel. Vroeger werd het ons, kolonialisten, verweten dat we ze onze taal, en daarmee onze cultuur, oplegden en de locale bevolking van zich zelf vervreemdde. Nu ondergaat Nederland vrijwillig het zelfde proces. Als een volk zijn taal niet meer durft te verdedigen, is het rijp om slaaf te worden’ (Rémy de Gourmont). Het is wat overdreven, maar men ziet dat wel in allerlei sectoren gebeuren. Door daarnaast het Frans en het Duits te verwaarlozen, verdwijnen bovendien hele panelen van ons collectieve geheugen en kan men niet meer spreken van een intellectuele kruisbestuiving of Europees ferment: Alles wordt eerst afgeroomd, gefilterd en dan in ‘globish’ als eenheidsworst opgedist.

 

De huidige discussie in Frankrijk over de kwaliteit en beperkingen van ‘economie’ als intellectuele discipline op de universiteit zou ook Nederland moeten inspireren. Met al die geleerde economen, beleidsmakers en goedbetaalde experts is het inderdaad merkwaardig dat ze collectief gefaald hebben bij zulke essentiële taken als allocatie van talent, inkomensverdeling, werkeloosheid, migratie, toegang tot de woningmarkt, schuldenlast, voorspelling van keerpunten enz. Er is te weinig plaats voor de epistemologie (1), een typisch Franse (terechte) reflectie. De economische wetenschap (2) is veel te veel opgesplitst in nogal geïsoleerde specialisaties zonder uitwisseling met andere sociale wetenschappen. Ze lijdt bovendien onder de puur kwantitatieve benadering, een ‘pensée unique’ die men zou kunnen samenvatten als: hard werken en de winstgevendheid optimiseren met een instrumentarium van wiskunde en statistiek dat a priori onfeilbaar is. Er is geen plaats voor de imponderabilia die aan ons leven vreugde, verdriet, vertrouwen en zin geven. Les mathématiques ont mis de côté nos émotions. Nous avons construits des bâtiments sans architecte. Des édifices ni laids, ni beaux. Sans aucun sens. (Tomas Sedlacek, 2012). ‘De economische wetenschap beperkt zich tot dat gene dat gerationaliseerd kan worden en is niet langer in staat belangrijke economische problemen op te lossen’ (vrij naar J.P. Fitoussy ‘Le théorème du Lampadaire’ 2013).

 

 

Tegen deze  achtergrond en nadenkend met wat er met de KPN aan de hand is, heb ik het emblematische Rhineland Exit? (3) nogmaals gelezen.Onder het motto van ‘Wij pleiten voor het hanteren van aandeelhouderswaarde als de doelstelling van een onderneming’ hebben s’ lands topeconomen de Heren Teulings et Bovenberg in de periode 2007-2009 een gedachte in 17 bladzijden uitgewerkt die impliciet kon worden opgevat als een academische justificatie, 100% à l’américaine, van de verkoop van de ABN AMRO Bank in 2007, al zal dat hun bedoeling niet geweest zijn. Het is kennelijk nog de heersende opvatting.

 

Met een metafoor (de enige van het verhaal) over Harry Truman stellen ze zich bij de allereerste zin al onder de hoede van Amerika. In hun apatride ‘Utopia’ (sic), dat veel op de VS lijkt, maakt het niet uit van wie je als fongibele werknemer orders ontvangt. Evenmin is het rationeel dat je zelf als aandeelhouder de lakens uitdeelt van uit een nationaal perspectief. In hun ‘Utopia’ is er geen plaats voor altruïsme en voor culturele- of taalverschillen. Internationale hoofdkantoren in Nederland? Alleen als dat in het belang is van rationele aandeelhouders, die zijn toch menslievend eerlijk en vooral door hun eentaligheid heerlijk vrij van alle nationalistische en culturele vooroordelen? In het zeer plat verengelste Nederland denkt men dat met geringe taalinspanning formele gelijke kansen op de wereld-arbeidsmarkt eindelijk tot hun recht komen, een soort Luilekkerland waar internationale carrières voor het oprapen liggen…. In de tekst en tussen de regels door was het een feest van ‘faceless shareholders know best’, ‘efficient market hypothesis’ ,‘fluid globalised labour markets’, ‘free international trade in corporate control’, ‘neutral monetary policy’ en ‘infinite elastic supply of capital’. Critici zien het meer als een orgie van wankelende bouwstukken die een achterhaalde economische doctrine moeten ondersteunen. Voor zo’n serieus betoog was voor de Heren het Nederlands niet goed genoeg, met het bijkomende voordeel dat de zeer overvloedige Engelstalige referenties de citatiecarrousel, meest ‘self-referrential’, leuk aan het tollen bracht (4). Men zou denken dat Duitse of Franse boeken waren geraadpleegd. Maar nee, want in die landen heeft men er sowieso niets van begrepen. De tekst is zo droog als gort, het Engelse jargon knullig en in het Nederlands quasi-onvertaalbaar (‘individual-specific risk’). Mag men van zulke hooggeplaatste Heren niet een elegante schrijfstijl verwachten die een brede algemene cultuur en historisch besef (5) en een grote talenkennis weerspiegelen? En niet ‘wat ze er in de USA van zouden denken?’ Vooral als het gaat om zo iets ingrijpends gaat als over het Rijnland-model? (6) Het aanprijzen van de plastic bloemen van de mondialisering zonder het culturele kapitaal van ons verleden is hun ersatzevangelie. Ik vraag me af hoe de Heer Bovenberg zoiets rijmt met diens ‘goede rentmeesterschap’ en Leitmotiven van ‘verstandig kiezen’ en ‘samenwerken op win–win’. De mentaliteit van Rhineland Exit? wordt kennelijk nog steeds ruim gedeeld, zo niet beleden, want met het etiket ‘geglobaliseerde economie’ verdampt de meeste kritiek op de overname van de KPN. Ze geloven in de vrije markt en de spreiding van kennis en macht, terwijl die vrije markt meer leidt tot opstapeling, dan tot spreiding, om van ongelijkheden maar te zwijgen…

 

Nederland was traditioneel goed in het bankwezen, zijn wijdvertakte handelsbanken konden de BNPP en de ‘mighty’ Deutsche Bank tutoyeren; in combinatie met zijn pensioenfondsen telde het land mee in de ‘cour des grands’. Het is weg. KLM is nu waterdrager bij Air France. Met Nedlloyd werd ’s lands Grote Vaart eerst ontwricht en toen verkwanseld. Organon werd eerst leeggehaald daarna verneukt door botte greed is good MBAs ergens in Amerika. (Hoe staat het trouwens met de innovatiecampus die op de ruïnes van Organon had moeten verrijzen?) Nu is de KPN aan de beurt. Is het erg? Kennelijk niet als men de commentaren mag geloven. Tegen het geld-argument op korte termijn is niets bestand. Zelfs de Stichting Preferente Aandelen KPN die het algemene belang zou moeten verdedigen, is dubbelzinnig en verwacht een ‘behoorlijk’ bod. Met een kwartje per aandeel extra zijn ze ‘om’… De vakbond was dat al. Aangeslagen vertrouwen, nog minder vaderlandse trots, botsende culturele opvattingen, mislukkend of nukkig management, twijfelachtige toekomstperspectieven, nog meer onderhorigheid, verlies van vergaarde technische kennis, ja zelfs belastingontwijking e.d. allemaal risico’s die men niet kan kwantificeren en die dus in de commentaren niet mee tellen. ‘Utopia’ negeert ze. Bij de KPN gaan ze misschien binnenkort met de pet in de hand naar Mexico. Invloed ’nul’. Is het ‘erg’? Wel nee, overheidstoezicht en ‘afdwingbare’ regels geven voldoende garantie voor de continuïteit en de werkgelegenheid…. Waar hebben we dat eerder gehoord?

 

De Heren Bovenberg en Teulings c.s. zeggen erfgenamen van Prof. Tinbergen te zijn. Hij was de professor die mijn afstudeerscriptie over onderwijsprogrammering begeleid heeft. Als Professor was hij niet alleen ‘expert’ (die vloek van de moderne wetenschap), hij wist ook een verwondering bij te brengen, stoelend op een grote wetenschappelijke cultuur, een intieme beleving die bij een universitaire vorming hoort. Diens buitenlandse studenten toentertijd geneerden zich niet om Nederlands te leren, zo groot was diens aura. Als persoonlijkheid had hij de allure van een grootburger met een talent voor inspirerende kennisoverdracht, nauwelijks vergelijkbaar met een hedendaagse wetenschapper in publicatienood die op citatiestrategieën zint en voor wie kennisoverdracht op de tweede plaats komt. ‘Internationaal’ betekende aan het stuur zitten, je talen spreken en iets eigens uitstralen. Nu betekent het dat men orders ontvangt, je zelf in primitief ‘globish’ uitdrukt, je voortdurend in de ‘problem solving mode’ zit, andermans trappen op en af gaat en alleen nog maar filiaalhouder kan worden.

 

Het zou de Heren Bovenberg en Teulings c.s. sieren zich te bevrijden van de Amerikaanse dogma’s en zich te heroriënteren op Europa en studies entameren vanuit Nederlands/Europees perspectief. Bij voorbeeld nagaan wat de lange termijn economische risico’s zijn van het uit handen geven van beslissingshefbomen. Of wat er moet veranderen in het economische beleid om datgene waar een land goed in is verder uit te bouwen om niet een speelbal te worden van (buitenlandse) overnames, die vaak mislukken. Of dat ‘Utopia’ niet beter voorgesteld kan worden als een internationale heffing op vermogen. Of hoe iets gedaan kan worden tegen het gevoel dat we ruggelings terug gaan naar de XIXe eeuw, waar men blij moest zijn met een (tijdelijke) ‘plaats’ en goede huisvesting afhankelijk was van erfenissen (6). En of het werkelijk een goed idee is dat studenten moeten lenen om hun studie te financieren; waarom doen ze het in Zwitserland wat dit betreft zoveel beter? Laten ze dat gewoon in het Nederlands doen, want het is door het bewerken van de tekst dat je aan een gedachte de juiste vorm en overtuigingskracht meegeeft. En een ‘supplément d’âme’ zoals de Fransen dat meesterlijk zeggen. De meesten hebben al moeite met hun eigen taal, laat staan andermans taal. Als het uitblinkt, wordt het wel in Engels, Duits, Frans vertaald, zoniet dan wordt het sowieso nauwelijks gelezen.

Nawoord: Als men zo’n emblematisch verhaal leest van 2 economische mandarijnen en dat er zo weinig kritiek op komt, dan vraagt men zich af wat er aan de hand is. Rhineland Exit! is voor ons Koninkrijk waardeloos. A contrario is het een troosteloos stuk waar alleen nog plaats is voor personen, m/v, zonder  kleur, geur of God, die eerst door de CITO/PISA zeef zijn gegaan en daarna gestandaardiseerde opleidingen hebben gevolgd om een hokje in de samenleving te mogen vervullen zonder dat een culturele erfenis er aan te pas mag komen. Is er dan nog plaats voor de gecultiveerde manager? Of voor een elegant leven dat weliswaar in strijd is met het dogma van gelijkheid, maar waar de meeste mensen naar streven? Misschien zijn er teveel economen die allen naar een piepklein plaatsje in de zon streven en teksten produceren in lijn met de waan van de dag, omdat ze anders niet gepubliceerd worden. Als men nagaat wat de economen niet gezien, niet begrepen of verkeerd hebben gedaan dan kan men zich niet aan de indruk onttrekken dat meeste economen even weinig van de economie begrepen hebben als vogels van de ornithologie.  (Dit is over genomen van de geniale Duitse literatuurpaus Reich-Ranicki die onlangs overleden is: …daß die meisten Schriftstellers von der Literatur nicht mehr verstehen als die Vögel von der Ornithologie…)

 

 

(1) Kritische beoordeling hoe wetenschappelijke methodes worden gebruikt en wat er de portée van is : L’épistémologie serait selon la  tradition philosophique francophone, une branche de la philosophie des sciences qui  étudie de manière critique la méthode scientifique, les formes logiques et modes d’inférence utilisés en science, de même que les principes, concepts fondamentaux, théories et résultats des diverses sciences, afin de déterminer leur origine logique, leur valeur et leur portée objective. Dans la tradition philosophique anglo-saxonne, l’épistémologie se confondrait avec la théorie de la connaissance, et ne porterait donc pas spécifiquement sur la connaissance scientifique.

 

Goede economen moeten ook hun klassieken kennen, want alleen met een brede algemene kennis kan men de kloven tussen de intellectuele disciplines beoordelen en overbruggen.

 

(2) Professor Tinbergen, van huis uit fysicus, zou nooit gepretendeerd hebben dat ‘economie’ een wetenschap was. Zijn vak ‘Ontwikkelingsprogrammering’ was niet meer dan een applicatie van de wiskunde, een hulpmiddel voor een rationeel economisch beleid, waarvan de principes niet zo ingewikkeld behoeven te zijn. (blog 49)

 

(3) In de allereerste versies was het nog ‘Rhineland Exit!, latere met een ‘?’, en een verkorte versie werd op het Internet gepubliceerd in de week dat Lehman Brothers over de kop ging (september 2008)

 

(4) Als men Rhineland Exit? googled dan kan men niet anders dan verbaasd zijn over de relatieve veelheid van on-line wetenschappelijke uitgevers waar men het artikel gratis van kan afhalen. Iedere uitgever vermeldt ook het aantal citaties. Het lijkt op wetenschappelijke ‘phishing’. De behendige wetenschapper weet uit één ideetje wel 10 artikelen te peuren. Ze worden op dit soort salamitechniek kennelijk positief gewaardeerd. Zo iemand met ‘a demonstrable capacity for realizing publications in top-tier ISI journals’ is in dat wereldje een halfgod.  De Tilburgse Economische faculteit, pardon, ‘Tilburg School of Economics and Management’, uiteraard ‘world class’, is sterk in hun orgastische publicatiedrift die over een 70-tal tijdschriften, merendeels obscuur, wordt uitgezaaid. (‘desseminate’ in hun jargon, ‘inseminate’ zou hun bedoeling moeten zijn). Overigens nemen ze zelf dat aantal niet au sérieux en zijn alleen de beste 35 (sic) hoffähig. Het hele systeem is dolgedraaid en de ‘peer-to-peer review’ is meest een wassen neus. De Tilburgse Heer Stapel is wat dat betreft waarschijnlijk slechts de top van de ijsberg.  Bij die publicaties wordt uiteraard alleen ‘his master’s voice’ gebruikt. Met hun krampachtige obsessie over ‘rankings’ en hun on-Nederlands gebruik van overdrijvende bijvoeglijke naamwoorden maken ze zich verdacht dat de vlag de lading niet dekt. ‘The lady doth protest too much, methinks’  (Hamlet). Kennen ze hun Klassieken? World class? Really?

 

 

(5) Het komt zelden voor dat een economisch fenomeen echt nieuw is. Een soortgelijke discussie had al veel eerder plaatsgevonden: Het algemeen belang, het belang van het volk van Nederland schijnt niet langer bestand tegen het vereenigd belang van kooplieden, kapitalisten en industriëlen uit: Indische Spoorweg-politiek/ Reitsma, 1863, besproken door J.A.A. van Doorn in ‘De laatste Eeuw van Indië’, 1994. De vergelijking is helaas wat mank.

 

(6) Een Franse top-econoom, Thomas Piketty, heeft vorige maand een boek gepubliceerd ‘Le Capital au XXIème siècle’ (624 bldz) waar dit aan de orde komt. Hij toont aan dat een zeer geringe economische groei inderdaad de accumulatie van vermogen ten goede komt. Hij haalt er Balzac bij die de Franse burgerlijke samenleving in de XIXe eeuw zo goed beschreven heeft. In ‘Le Père Goriot’ is de fameuze scène waar de cynische Vautrin de ambitieuze jonge provinciaal Rastignac aanraadt liever met een rijke juffrouw te trouwen dan te gaan studeren. Overigens is het een zeer gedegen studie van wat het beleid moet zijn bij een stagnerende economie.

 

 

 

 

5 Reacties

  1. Wat eigenlijk raar is, is dat

    Wat eigenlijk raar is, is dat Nederlanders aan de ene kant anti-autoritair willen zijn (de leraar, de politieagent en de huisarts moeten vooral omlaag gehaald worden), maar aan de andere kant zo onzeker en onderdanig zijn. Je eigen taal verkwanselen en met z'n alleen achter het Engels aanrennen. Je eigen succesvolle Rijnlandse economische model van sociale markteconomie inruilen voor neoliberaal crisiskapitalisme. En als je stiekem tot op het hoogste niveau wordt afgeluisterd door wat je bondgenoten zouden moeten zijn, dan kijk je maar liever even de andere kant op. 

     

    Zelf ben ik, uit verveling met de eigen publieke radiozenders en de inmiddels van de middengolf verdwenen Worldservice, al jaren geleden naar Deutschlandfunk en de Deutsche Welle gaan luisteren. Inmiddels luister ik naar veel meer Duitse zenders, ook regionale nieuwszenders, via mijn draagbare internetradio van Duits fabrikaat. Daarnaast ben ik drie jaar geleden ook begonnen mijn Frans op te halen. Eerst idioom, nu grammatica; elke dag een beetje. Ik vond het namelijk zó zonde dat er na de middelbare school zoveel van was weggezakt. Ondertussen zijn ZDF en Arte van de analoge kabel weggedrukt, terwijl CNN en andere pulp er nog gewoon opzitten.

     

    Waarom is Nederland zo onzeker? Waarom reiken we, om zekerheid te herwinnen, naar dingen buiten onszelf? Dat napraten en nadoen van elkaar, dat niet durven afwijken, dat imiteren van de Engelstalige wereld, die stoerdoenerij en opschepperij: het is allemaal hang naar externe waardering, bij gebrek aan een goed ontwikkeld gevoel van eigenwaarde. Maar de onzekerheid wordt met dat najagen van al die externe waardering niet verdreven. Ik moet ineens denken aan wat Erik van 't Zelfde in Tegenlicht benadrukte: dat onderwijs belangrijk is voor het opbouwen van zelfvertrouwen.

     

  2.  Wat de 2e en 3e alinea

     Wat de 2e en 3e alinea betreft voel ik met U mee. Ik denk dat die onzekerheid ook daaruit voortkomt dat men in NL wel aanvoelt dat gezien van uit het Europese buitenland ons Koninkrijk geen uitstraling meer heeft, want wat doen ze toch hun best om van hun laatste resten van invloed af te komen, of het nu om de toelating van Turkije ging  (hoe dom kan je zijn als je zoiets alleen als een geldkwestie ziet) of over verkoop van de KLM (waar ze in Frankrijk dubbel lagen van pret met weinig flatteuze commentaren voor de Hollanders). Het amerikaniseren is het plukken van laag hangend fruit; men haalt daar ook een fikse dosis provincialisme mee naar binnen, de wereld van ‘one-liners’, meningen zonder achtergrondkennis, geld als maatstaf voor alles, onwetendheid waar je je niet voor hoeft te schamen, de beperking van het korte-termijn-denken e.d. Iedereen die een beetje in de VS gereisd heeft, wordt zich daarvan bewust. In Uw terminologie ‘hang naar externe waardering’. Wat U zegt over SDF en ARTE is erger dan triest: onder de mom liever allen even dom, onthoudt men structureerde programma’s aan dat soort sociale milieus die er het meest bij gebaat zijn. Kijkdichtheid van 3%? Weg  er mee! Het  scolaire gelijkheidsideaal wordt daardoor zeer bemoeilijkt. Vergeleken met Frankrijk, Zwitserland en waarschijnlijk België speelt NL een gevaarlijk spel. Aan de andere kant is NL flexibel en weet men zich snel aan te passen als het nodig is, ook al gaat dat ten koste van een hele generatie jongeren.

    Afgezien van ARTE is er nog France-Culture, vroeger in het verdomhoekje vanwege hun communisme, nu uitstekend en kampioen van alle podcasts. Luistert U eens naar de Heer Fienkelkraut op zaterdagmorgen op France Culture van af 09:10 www.franceculture.fr/podcast/4685668 

     

    Overigens ben ik verbaasd dat mijn artikel niet wat meer discussie uitlokt. Ligt dat er aan de Heren Teulings en Bovenberg vaderlandse iconen zijn? 

  3. Waar het het overnemen van

    Waar het het overnemen van bedrijven betreft: daar heb ik een nogal genuanceerde mening over. Mij valt het – als geschoold bedrijfseconoom – namelijk op dat er hard wordt geweeklaagd als een "echt Nederlands bedrijf" zogenaamd "ten prooi valt" aan een buitenlandse koper terwijl we tegelijk luid applaudisseren als zo'n "echt Nederlands bedrijf" een buitenlands bedrijf overneemt. Dan is het opeens geen "ten prooi vallen aan" maar is het hosanna en "wat zijn we toch goed bezig". Zie bijvoorbeeld AKZO, DSM, ASML enzovoorts die allemaal niet-Nederlandse (dochter)ondernemingen bezitten en daar zeer wel bij varen. Vandaar mijn genuanceerde mening hierover.

    Ongetwijfeld is de anglo-amerikaanse insteek (shareholder value) onder meer via het opleidingscircuit langzamerhand gegroeid, maar uw somberheid deel ik niet. Het ritselt in Nederland namelijk ook nog van de familiebedrijven die juist de lange termijn in het hoog hebben. Daarnaast verdwijnen er regelmatig bedrijven van de beurs om door lange-termijn beleggers te worden gefinancierd. Dat geeft rust, ook weer voor de lange termijn, omdat men dan weer buiten de spotlights van kwartaalcijfers en beurssentimenten kan opereren. 

  4. Nederland heeft inderdaad het

    Nederland heeft inderdaad het voordeel dat het wellicht flexibeler kan handelen dan grote naties (mits Nederland soevereiniteit mag houden). Intussen horen we in Nederland steeds vaker kritische geluiden tegen de korte termijnwinsten die aandeelhouders zouden eisen. "Klant centraal", dat horen we steeds vaker (misschien vooral lucht, maar dan nog). Sowieso lijkt het boven de mogelijkheden van de mens gegrepen om een hele natie te beoordelen.

    Flexibel Nederland weet steeds wel weer winstmogelijkheden te vinden, hoewel ik het ook betreur dat we veel grote maakindustrie hebben verloren. Toch lijkt de gemiddelde Nederlander niet armoediger geworden te zijn. Intussen horen we ook verhalen van ondernemers die de vestigingen in Azie weer terug willen brengen naar eigen land, want dat zou net zo rendabel kunnen zijn. Er is veel beweging in de markt.

    Intussen geloof ik dat goed opgeleide jongeren de beste garantie blijven voor al die mobiliteit; een stevige basis maakt dat je daarna kunt 'spelen' a.h.w. Alleen de goed opgeleide musicus kan spelen met het instrument op een manier die ertoe doet.

  5. Aan Marten Hoffmann. Laten we

    Aan Marten Hoffmann. Laten we het pessimistisch geweeklaag er even buiten laten. Men kan pessimistisch zijn over een Afrikaans land of over Syrië, maar Nederland? Ja, als het om ruimtelijke overbevolking gaat en het eventuele onderlopen… Misschien heeft U op punten gelijk en is het zelfs best mogelijk dat de Nederlandse industrie meer bijdraagt tot het BNP dan Frankrijk en dat de drempels voor ondernemerschap laag zijn en de impulsen hoog, maar dat maakt van NL nog geen klein broertje van Duitsland, waar het soms voor door wil gaan. Met de VS als monopoliserend referentiekader voor het economische denken, is NL het land van de minste weerstand geworden, een beetje slaaf. Rekening houdend met  bevolkingsasymmetrie,  moet een klein land veel voorzichtiger zijn met het loslaten van dingen waar het goed in is en niet hele sectoren van de hand doen als zo’n sector een keer in het dal zit. Als er zulke goede ondernemers zijn dan moeten die dààr toch worden ingezet? Daar waar de hemel onbegrensd is? Of denkt U dat Mexicaanse managers beter zijn om een nogal puur Hollands bedrijf te leiden dat au fonds geen productiebedrijf is maar een dienstenverlener? Waarom doen de Zwitsers en de Denen het dat wat dat betreft zoveel beter? Er is in het recente verleden veel te veel mis gegaan en hoogst onterecht naar de belastingbetaler overgeheveld. Als men op internationaal niveau zo verstandig zou zijn om  interest kosten op schuld-bij-overnames niet langer aftrekbaar te maken, m.a.w. dat overnames met eigen vermogen gefinancierd moeten worden, dan zal bij het overnemen veel meer worden nagedacht. Met hoge inflatie bereikt men het zelfde effect.  De economische crisis is ook een crisis van hoe ‘economie’ als universitaire discipline onderwezen en in de maatschappij toegepast wordt. Waar verschuilt zich Keynes van de XXIste  eeuw?

    Economisch onderwijs is ook modegevoelig. Van mijn bedrijfseconomische professor, zo onbeduidend dat ik de naam ben vergeten, herinner ik mij de doelstelling van een bedrijf: Het handhaven van de continuïteit, plechtstatig perenniteit, kortom overleven! Als we nu een periode tegemoet gaan met minimale groei, zoals dat grotendeels normaal was in de XVIIIe en XIXe eeuw, komt het weer helemaal terug. Trouwens, zoals U dat impliciet opmerkt, is het bij familiebedrijven nooit echt weggeweest. Ik denk dat de Heren Bovenberg en Teulings weinig idee hebben hoe de alchemie van een (klein) bedrijf in elkaar zit. Collectief zijn die wel groeipunten van ‘Rijnland’, goed voor 2/3 van de werkgelegenheid. Het is typisch voor een economische faculteit: ze zijn totaal geobsedeerd door het Grote Geld en een internationalisering in de vorm van intellectuele onnozelheid.

    Leve Nederland! Ik ga er niet op in, maar vergeleken bij Frankrijk is het voor de ondernemer een belastingparadijs. 

Reacties zijn gesloten.