54 Studeren in Frankrijk : Claude Lévi-Strauss 1908-2009, een inspirerend voorbeeld

6 november 2009
Op 30 october j.l. overleed Claude Lévi-Strauss (1908-2009), die in zijn jeugd evolueerde van filosoof tot etnoloog. Hij is ook de vader van het ‘structuralisme’ (weet niet hoe dat precies in elkaar zit, een God Ersatz misschien?) en hij heeft aangetoond dat ons mentaal functioneren met het gebruik van symbolische waarden, mythen en rituelen, fundamenteel in alle culturen gelijk is. In het elite-rijtje van boeken die ongelezen in kast staan, bevindt zich ook zijn ‘Tristes Tropiques’ (1955), met ‘Du Contrat Social’/Rousseau (1762) * en ‘Le Maître et Marguerite’/Boulgakov en nog een paar. ‘Tristes Tropiques’ al van voor mijn afstuderen. Prof. Tinbergen (1903-1994) had het aangeraden (al is dat boek niet helemaal zijn genre), althans dat meen ik me te herinneren, zo schep ik ook een heel persoonlijke, valoriserende mythe… Beiden waren afstandelijke grootburgers, iets wat hun hartstocht voor de zaak niet in de weg stond, en bovendien socialisten. Hun beider creatieve ontplooiing en fundamenteel inzicht berustte op dat soort veel-eisende eruditie en belezenheid, dat zoveel meer is dan een ‘domme’ opstapeling van kennis die het Internet moeiteloos en ongerangschikt ter beschikking stelt. (1) Gisteravond (donderdag 5 nov) kwam Arte met een avondvullend programma over Lévi-Strauss. Men kon toen kennis nemen met de grootse eenvoud van zijn wetenschappelijk leven en hoe aanstekelijk de uitwerking was/is op de jongere generatie, ook in de in de VS. Ik denk dat hij veel duurzamer is dan Sartre/Beauvoir. De moderne mens ontkomt niet aan rituelen die nodig zijn om sociaal elkaar te verdragen en met elkaar om te gaan. Zonder gedeelde waarden, geen sociale cohesie. Waarom wordt daar in Nederland zo weinig over nagedacht? De jonge wetenschappers die aan het woord kwamen in Parijs en New York (Vincent Debaene), waren bewonderenswaardig, lyrisch in hun heldere uitleg hoe abstracte waarden aan elkaar gekoppeld zijn. Om het (schriftelijk) over te brengen zijn de ‘beauté de la phrase, l’ambition intellectuelle, le supplément d’âme’ ook nodig om je zelf te overtreffen, het echoot door in ‘a Life to follow’ van de President van de Universiteit van Harvard (blog 51). ‘C’est par le travail sur la langue que l’on donne une forme à la pensée’, zei hij. Wat mis ik dat als ik de Nederlandse teksten lees, de middelmaat is daar de maat. De essentie van het onderwijs (in ruime zin) is toch dat je een sokkel schept van een gemeenschappelijke taal, kennis, cultuur, de gedeelde waarden, en dat je vandaar uit individueel streeft naar de sublieme toppen? Dat je een berg bestijgt geïnspireerd door vakbekwame leraren en motiverende denkmeesters en waar a priori iedereen welkom is, al zijn er weinigen die in de buurt van de top komen? Er zouden in Nederland universiteiten als bergen moeten zijn: hoge en lage, aangevoerd door een veeleisende en trotse Oxbridge der Lage Landen… Bij het voetballen en andere maatschappelijke processen is dat toch zo? Zo’n hiërarchie zou ook moeten bestaan voor handwerkers. ‘Il faut tout pour faire un Monde’, zeggen ze hier, dus geen uitsluitingen. Als je weet dat je nooit een Mozart zult zijn, dan belet het je toch niet om met pleizier piano te spelen? Weliswaar weet iedereen dat in werkelijkheid de speurtocht naar de graal met kommer en kwel gepaard gaat en dat leraren ook maar boodschappers zijn, maar dat is geen reden om het ideaal uit het oog te verliezen.

Helaas mag geen enkele Nederlandse universiteit uitblinken, al zeggen ze dat ze het graag willen, dan lees je over ‘hono(u)rs’, ‘excellent’, ‘klasjes’, ‘verengelsing’, ‘university colleges’, ‘totaal leuk’, ‘exceptional peer environment’, ‘buitenlandse top-studenten’ enz. alsof het geen fopspenen zijn, nog verergerd door een minachting voor algemene kennis, want ‘feitjes stampen zijn Nederlanders niet gewend’ (een karakteristieke bejubeling van de onwetendheid in het NRC 24 sept 2009 over de afgang van Nederlandse kandidaten voor de Brusselse burokratie), de nieuwe generatie is daar te goed voor. Competentie en vaardigheden (wat dat ook moge zijn zonder algemene kennis) daar gaan ze voor, en vooral voor ‘interne accountantsfuncties’, dat begrijpt U wel, kwantitatieve parameters opleggen ten koste van de creativiteit en ‘le bel ouvrage’, het is het eldorado van de MBA’s. Ja, ‘geen feitjes stampen’, staat U daar eens bij stil wat dat allemaal impliceert, nog afgezien van het risico van een wild groei van vooroordelen. Iedere vorm van talenkennis valt daaronder, alle vormen geheugentraining, alle parate kennis. En het vermogen, buiten een enge specialisering om, begrip op te brengen, de goede vragen te stellen en de juiste antwoorden te geven, met andere woorden kennis met informatie uit andere domeinen te combineren en af te wegen met wat men aan het doen is. Het had de dijk moeten zijn tegen dat soort onwetendheid, waar de Nederlandse academische kringen zich zo vermetel in wentelen (blog 50) en dat de kwaliteitspers ondermijnt (2). En let U op de afglijding van betekenissen: Competentie en Vaardigheden, wolliger en vrijblijvender kan nauwelijks, daar gaan geen rigueur, discipline of kwaliteit van uit. Waar is ‘vakmanschap=meesterschap’ gebleven?

De bovenstaande vernauwing ziet men ook bij de overheid. ‘Als je een hamer bent, dan zie je alle problemen als een spijker’ (3) is hun devies. Bos de hamer, ING de spijker. En de rust keerde weer terug in het Land. Volledig onterecht. In zo’n complexe noodsituatie zijn er ongetwijfeld andere oplossingen mogelijk die voor het land beter zijn. Met deze ‘deal’ (weer zo’n slordig simplificerend woord, NRC 2 nov 2009) is de kritische massa van ’s lands financiële hub met al zijn valoriserende toeleveringsbedrijven misschien fataal aangetast. Daar had het Koninkrijk zijn klapstoeltje bij de G20 toch aan te danken? ‘ING hanged, drawn, quartered’ is de rauwe werkelijkheid (4). Wat de situatie zo pervers maakt, is dat Mevr Kroes geen ongelijk heeft, maar haar ‘gelijk’ toepast op de zwakste schakel die murw is gebeukt door het apatride ‘Rhineland Exit! gilde, terwijl juist ‘the tendency especially for some of the larger member states [exists] to repatriate [= terug sturen] EU policies’ volgens W. Münchau, FT van 9 nov 2009. Degenen die een bankcarrière zouden willen beginnen hebben even veel redenen om te gruwen, als de Deutsche Banken en BNPPs hebben om over te juichen. Die banken wrijven zich nu over de buik van pret… En degenen die in Nederland iets meer zien dan een filialengrietenij gemanaged door een gesalarieerde ruwaard, zouden er slapeloze nachten van moeten hebben, ik kom er op terug. Het heeft allemaal met de kwaliteit van het onderwijs te maken.

* De sobere kracht van het woord, de glorie van een goede taalbeheersing: Hoeveel generaties socialisten en oprechte communisten werden niet geïnspireerd door de magnifieke eerste regel ‘L’homme est né libre, et partout il est dans les fers’? Ziet, voelt, begrijpt U het verschil met wat men in Nederland voorgeschoteld krijgt? Rousseau was – met Montaigne – één van de denkmeesters van Lévi-Strauss.

(1) of anders gezegd ‘…beckoning individual creative powers out of the mire of dependency, making the work answerable only to the high standards of excellence stringently applied’ uit ‘The Powers of Dr. Johnson’/Andrew O’Hagan in The New York Review of Books, 8-21 october 2009

(2) Zijn onwetendheid (= ignorance) en emoties communicerende vaten in de Nederlandse pers? Het aangehaald artikel is daar een voorbeeld van. De rubriek van een gelijkhebberige Heer Jan Mulder ‘In Goed Nederlands’ (sic) die prominent bij de Volkskrant staat geafficheerd, is ook een mooi voorbeeld, waar een totaal gebrek aan feitenkennis leidt tot een zeer misplaatste emotionele verontwaardiging, waarbij Zwitserland en de VS ook nog een domme bevooroordeelde veeg uit de pan kregen. www.vk.tv/opinie/article1295719.ece/Jan_Mulder_hop_Suisse%21

(3) Deze originele beeldspraak in een andere context, ben ik ergens tegengekomen, maar kan jammer genoeg de naam van de uitvinder niet meer terug vinden.

(4) ‘Pendu, éviscéré, écartelé’ in het Frans en in die volgorde, een heel ingewikkelde techniek om iemand pervers om zeep te helpen, voor het eerst sinds Willem de Zwijger, neem ik aan. Laten we het daar op houden. Nederland als autonoom land kwam er nauwelijks aan te pas en de plaatselijke uitvoerders hebben er positief over ‘gecommuniceerd’. Trouwens ik zou niet weten hoe ik ‘drawn’ (= ingewanden er uit trekken) bondig zou moeten vertalen, ‘gekaakt’ misschien? Heeft iemand van BON een idee?

1 Reactie

  1. Waar is ‘vakmanschap=meesterschap’ gebleven?
    Die is in de jaren zestig afgeschaft, omdat die negentiende eeuwse waarden alleen maar hadden geleid tot twee oorlogen en een holocaust.
    Sindsdien waren we op zoek naar nieuwe waarden, zoals de ’tabula rasa’ van een kind.
    In kunst en wetenschap leidde dat tot een afkeer van oefening en scholing, hetgeen na bijna zestig jaar nog zo is. Persoonlijke expressie en vernieuwing werden de nieuwe criteria.
    De ideologie van het socialisme van ‘iedereen is gelijk’ zorgde vervolgens voor de beruchte nivelering, waarin ieders persoonlijke expressie centraal staat, excelleren ongewenst is en ‘vakmanschap is meesterschap’van ver verleden tijd.
    Vult U zelf maar in wat er toen gebeurde…..

Reacties zijn gesloten.