Competentiegericht onderwijs slecht voor jongens (en meisjes?)

Scienceguide bericht over een groot onderzoek naar verschillen in studiesucces tussen jongens en meisjes in mbo, hbo en wo. De conclusie is dat jongens in leeromgevingen terecht komen die een beroep doen op vaardigheden waar ze (nog) helemaal niet over beschikken. Bij meisjes is dat geen probleem.

De gevolgen kan iedereen zien die een hbo of universiteit binnenloopt: onevenredig veel meisjes, die hebben hun achterstand bij het hoger onderwijs dubbel en dwars ingehaald.

Dat lijkt een goede zaak, maar door in het onderwijs meer nadruk te leggen op competenties en vaardigheden (ook de 21st century skills worden in dit kader genoemd) haken jongens af in plaats van dat meisjes beter studeren. Sterker nog, wij vermoeden dat de grote nadruk op leren samenwerken en de vele uren en energie die daaraan besteed worden ook voor meisjes weinig effectief zijn. Zij zijn immers al in staat om te plannen en samen te werken. Dus, wat kort door de bocht wellicht, doen de meisjes minder echt nieuwe kennis en vaardigheden op en haken de jongens af. Meisjes hebben hun achterstand wellicht niet ingehaald, maar zijn minder achteruit gegaan dan jongens in het verwerven van de uiteindelijk noodzakelijke leeropbrengst. Treurig!

6 Reacties

  1. Waarom is hier niet voor

    Waarom is hier niet voor gewaarschuwd door onderwijskundigen?

    Of hebben ze hier geen mening over? Geen verstand van?

  2. “wij vermoeden dat de grote

    "wij vermoeden dat de grote nadruk op leren samenwerken en de vele uren en energie die daaraan besteed worden ook voor meisjes weinig effectief zijn". Als iets weinig effectief is maar zelfs een beetje effect erg belangrijk is en effectiever werken niet mogelijk is zou dat een reden kunnen zijn om door te gaan met het genoemde ineffectieve tijdgdbruik. Maar blijkbaar komt het vermogen om samen te werken vanzelf met het zich verder ontwikkelen van de voorhoofdkwab en zorgt dat ineffectieve werken maar voor een heel klein beetje meer. Als we dat vergelijken met de enorme afname van kennis en inzicht bij de "leervakken" zoals modene en klassieke talen met inbegrip van ons eigen Nederlands en wiskunde en de natuurwetenschappen beseffen we hoeveel van die ineffectief gebruikte tijd vroeger wel effectief gebruikt werd en hoeveel extra's dat wel opleverde

  3. SBL was de voorloper van de
    SBL was de voorloper van de onderwijscooperatie. Een orenkrabbendossier voor alle betrokkenen. FI is het Freudenthal Instituut, dat wat macht kwijt is maar de ideologische schaapjes stevig op het droge heeft. WDA, cTWO, verduntools en meer van die dingen. Van die dingen.

  4. Dat willen vooruitlopen op op

    Dat willen vooruitlopen op op een genetisch bepaald proces toont veel gelijkenis met eerdere pogingen om verschillen in leerpotentie van kinderen op te heffen door kinderen uit achterstandswijken al op zeer jeugdige leeftijd extra te scholen. En elke keer wordt de macht van de ouders daarbij ingeperkt. Juffen die de rekenkunst niet machtig zijn en daar soms ook niet het vermogen toe hebben bepalen het niveau waarop een kind in het secundair onderwijs verder mag gaan. VWO-ers moeten vlak voor het eindexamen een rekentoets afleggen waarvan de opgaven geheim blijven en die bij onvoldoende resultaat het behalen van het eindexamen blokkeren. Met een combinatie van een ziekelijke bemoeizucht en stompzinnige maatregelen (en niet alleen op het gebied van onderwijs) ondermijnen de politici het vertrouwen in de Nederlandse demokratie. 

  5. Zodra we spreken over jongens

    Zodra we spreken over jongens en meisjes, generaliseren en chargeren we. Dat vooropgesteld. Het vroegere onderwijs was zakelijker, competitiever en 'militairistischer' dan het huidige onderwijs. Het was toch meer een mannenwereld met mannen voor de klas. Daarna werd het onderwijs gepedagogiseerd en kwam nadruk op zachtheid en 'iedereen is winnaar' te liggen. Minder competitief, minder gezag, meer speels. Ik weet niet of jongens of meisjes hier nu aparte voordelen genieten of genoten. Ik heb wel gezien dat meisjes zich gemakkelijker schikken naar de heersende wensen. Jongetjes lijken een agressie-gen meer te hebben en zoeken eerder de strijd. Iets wat je bij zoogdieren ook ziet; agressievere mannetjes en vredelievender vrouwtjes. Ik denk dat een leerkracht over 't algemeen meer problemen ondervindt met jongens dan met meisjes, ongeacht welk stelsel. Maar dat is vooral mijn ervaring.

Reacties zijn gesloten.