De Algemene Rekenkamer heeft op verantwoordingsdag per departement verslag gedaan van de verantwoording van de uitgaven.
De rekenkamer: "Professionalisering leraren: effect op kwaliteit onderwijs onbekend
Het primair en voortgezet onderwijs hadden in 2014 een bedrag van ongeveer 1,2 miljard euro (op een totaal van circa 15 miljard euro) beschikbaar voor de professionalisering van leraren. Hoe zij dit bedrag aan dit doel uitgeven, is aan de schoolbesturen: zij kunnen er ook meer of minder aan besteden. Het is onbekend hoeveel geld schoolbesturen daadwerkelijk aan dit doel besteden en welk effect dat heeft gehad op de onderwijskwaliteit. De Tweede Kamer heeft de minister gevraagd om een sluitende verantwoordingsaanpak voor de investeringen in de professionalisering van leraren. Maar daarvoor zouden eerst de verantwoordingsrichtlijnen die voor schoolbesturen gelden, moeten veranderen en geharmoniseerd moeten worden. Intussen is wel duidelijk dat een trendbreuk nodig is om de ambitieuze doelstellingen te halen die voor 2020 zijn gesteld als het gaat om verbetering van de vaardigheden van leraren. Al eerder vroegen wij aandacht voor het inzicht in de extra prestaties die samenhangen met intensiveringen."
BON herhaalt zijn pleidooi voor beter opgeleide docenten in plaats van nascholing en "professionalisering". Zorg voor bevoegde en hoog opgeleide docenten, dan zijn al die extra gelden niet nodig. Als bovendien professionaliseringsgelden op dit moment tijdelijk toch nodig zijn, zorg dan dat dat geld gelabeld is. Schoolbesturen vrij laten in de besteding daarvan is een heilloze weg. Als de politiek dan ondanks alles toch meent de besteding vrij te moeten laten, laat men dan in ieder geval een verantwoording van die gelden eisen. Kennelijk is ook dat te veel gevraagd.
Er is 1,2 miljard besteed, maar waaraan weet niemand. Wel is duidelijk wie het geld heeft ontvangen. Laten we er op vertrouwen dat dat allemaal inderdaad naar effectieve lerarenprofessionalisering is gegaan en niet besteed is aan bijvoorbeeld ICT projecten, het aannemen van jonge leraren of aan overdreven salarisverhogingen.