Asscher over onderwijs

kristallen bol_450x200_1388426_20003663.jpg

In een toespraak tijdens een congres van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat minister Asscher uitgebreid in op de kansen en bedreigingen die er door de snelle opkomst van robots en andere vormen van ICT ontstaan.

Voor ons van belang is zijn visie op onderwijs: 

De toepassing van nieuwe technologie in het onderwijs biedt nieuwe kansen. Het onderwijs is vaak nog traditioneel ingericht. De leraar of meester staat voor de klas en geeft les, waarbij slechts beperkt ruimte is voor maatwerk. Digitale technologie biedt de ruimte voor meer maatwerk, waardoor elke leerling zijn eigen tempo kan volgen. De docent krijgt dan meer de rol van een begeleider en bewaker van dit individuele leerproces. Flipping te classroom: het leerproces kan zelfs in zijn geheel worden gekanteld, door leerlingen thuis op de computer lessen te laten volgen en ze op school te begeleiden bij het maken van opdrachten.

Minstens zo belangrijk is dat het onderwijs de vaardigheden aanleert waaraan behoefte is in het tweede machinetijdperk. Het basisonderwijs is bijvoorbeeld nog sterk gericht op lezen, schrijven en rekenen. Deze vaardigheden blijven van belang, maar in de digitale economie komt het steeds meer aan op conceptueel denken, brede patroonherkenning en complexe communicatie.

We kunnen niet exact voorspellen welke methoden zullen worden uitgevonden en aan zullen slaan, maar er is veel ruimte voor vooruitgang. Het feit dat steeds meer Nederlandse scholen experimenteren met technische mogelijkheden zoals Tablets, is een positieve ontwikkeling.

Aan de Britse historicus AJP Taylor wordt de bekende opmerking toegeschreven dat voorspellen moeilijk is, vooral als het om de toekomst gaat. Asscher zal er ongetwijfeld mee bekend zijn. Je kunt inderdaad niet in de toekomst kijken, en dat is een reden te meer om de geschiedenis te kennen. Daarom vinden we het ook zo opmerkelijk dat Asscher deze onderwijsuitspraken doet zonder de onderwijsgeschiedenis van de laatste 15 jaar erbij te betrekken. En dat allemaal in de week dat de Onderwijsraad over het beleid na Dijsselbloem rapporteert. We zouden willen dat de overigens als verstandig bekendstaande minister zich niet meer door zijn kristallen bol en de speeltjes die daar door belanghebbenden in worden vertoond zal laten leiden, maar leert van de effecten van eerdere ongefundeerde toekomstvisies. Dat hoeft niet moeilijk te zijn,  de rapporten zijn vast nog wel ergens te vinden, al is het niet in een kristallen bol.

Overigens bevestigt deze uitglijder van de minister dat onderwijsbeleid kennelijk niet door het ministerie van onderwijs wordt bepaald, maar uit strikt eenzijdige economische visies ontspruit.

6 Reacties

  1. Hier horen we weer dat een

    Hier horen we weer dat een computer "maatwerk" geeft. Dit is flauwekul. Ter vergelijking: zo kun je confectiekleding ook "maatwerk" noemen: confectiekleding komt immers in meerdere maten. In deze analogie is de leraar die de leerlingen op school begeleidt bij het maken van opdrachten (nadat de leerlingen thuis van de computer les hebben gehad) de versteller die de confectiekleding inkort om het redelijk passend te maken. Dat geeft geen maatpak: een versteld confectiepak is geen maatpak!

  2. Roze perspectieven lonken,

    Roze perspectieven lonken, vooral voor mensen met veel te veel fantasie.

    Intussen is het toch echt niet zo moeilijk, meneer Ascher, om na te denken over feiten die nauwelijks veranderen!

    Talen veranderen niet erg veel. Aanleren dus.

    Rekenen, algebra en meetkunde,  zijn niet al te veel veranderd: aanleren dus.

    De geschiedenis blijkt nauwelijks veranderd te kunnen worden: aanleren dus.

    Oude teksten veranderen ook al niet: zeer nuttig om aan te leren.

    Veel topografie blijkt ook al nauwelijks aan veranderingen onderhevig: aanleren dus.

    De biologie blijkt het toppunt van standvastigheid: aanleren dus.

    Het Nederlandse idioom herbergt vele rijkdommen die de tand des tijds weten te doorstaan: aanleren dus.

    Ik wil maar zeggen: het onderwijs leert volgens mij per definitie en puur noodzakelijk de vele zaken aan die consertavief  behouden moeten worden wil men verder kunnen bouwen. Zo vreemd is het dus niet als het onderwijs conservatief van aard is, want heel veel kennis (meer dan heer Ascher schijnt te willen) blijkt het conserveren als noodzaak te hebben wil menvooruit kunnengaan.

    De echte progressief koester dus de conservatieve kennis want alleen op dat fundament kan voortgebouwd worden.

    En daar is het onderwijs voor bedoeld: voor het aanleren van al die kennis die houdbaar blijkt te zijn, zelfs als technieken veranderen.

     

     

     

  3. Er is een soort van quasi

    Er is een soort van quasi-wetenschappelijke onderbouwing voor wat Asscher schrijft. In Nederland is Koeno Gravemeijer (bekend van het pamflet van de 18 hoogleraren met Diederik Stapel, zie www.few.vu.nl/~jhulshof/17.pdf) richtinggevend. Ik herinner me nog goed zijn voordracht een jaar voor www.beteronderwijsnederland.nl/content/joost-hulshof-plenaire-voordracht-op-de-jaarlijkse-studiedag-ned-vereniging-v Gravemeijer Euclides verhaal staat vast wel ergens on line. Wat we hier zien is het hard vooruithollen met de rug naar en weg van de gevolgen van 40 jaar invloed van de Freudenthal groep. Zie ook De Toekomst die Telt van SLO en de Twentse emeritus Plomp die hier wordt het besproken: benwilbrink.nl/projecten/toekomst_telt.htm Gebaseerd op interviews met onderzoekers als www.dub.uu.nl/de-werkplek/2013/06/18/ontwerpstudio-monica-wijers.html. Nog steeds niet teruggefloten door welke academische instantie dan ook, laat staan de universiteiten in Utrecht, Twente en Eindhoven.

  4. Als Asscher gezegd zou hebben

    Als Asscher gezegd zou hebben “We gaan serieus uitzoeken of we door het inzetten van elektronika voor bepaalde leerlingen het onderwijs passender en daardoor beter kunnen maken” zou men ook zonder in IT-gene “kantelingen” te geloven in Asscher als politicus vertrouwen kunnen hebben. Toen ik op de lagere school zat moest ik nog met een kroontjespen schrijven maar toen na verloop van tijd de kogelpen een verbetering (in gemak) bleek te zijn werd schrijven met een ballpoint toegestaan. Daarbij is toegestaan iets anders dan voorgeschreven dus Asscher maakt hier twee uitglijders. Elektronisch onderwijs zou best onderwijs kunnen zijn dat slechts een meerderheid van de leerlingen goed past.

    Dat leerlingen niet meer naar school hoeven te komen om daar in een zaal aan hun laptop te werken toont aan dat hij niet klakkeloos de belangen van de schoolbesturen volgt. Ik weet echter niet wat Asscher zich voorstelt bij opdrachten waarvoor leerlingen in het schoolgebouw begeleiding zouden moeten krijgen. In de VS hoeven ze op de highschool geen vreemde talen te leren en zijn de eisen die aan de leerlingen op het gebied van de exacte vakken gesteld worden meestal laag. Daarom is daar veel tijd om de leerlingen werkstukken te laten maken. Maar mocht het in Nederland weer mogelijk worden om dezelfde eisen aan de leerlingen te stellen op het gebied van talen en exacte vakken als vóór de Mammouthwet het geval was dan blijft er niet veel tijd meer over om de leerlingen veel werkstukken (papers) te laten maken.

    Op de unversiteiten en VWO-scholen warenconceptueel denken, brede patroonherkenning en complexe communicatie altijd al heen belangrijk. Bij sollicitaties spreekt men van akademisch denkniveau en daar vallen de genoemde vermogens onder. Wil Asscher van de leerlingen met een vmbo-advies dat vóór ze van school af mogen die vermogens ook hebben?

    Asscher laat in het uitgeknipte stukje toespraak een raar mengsel van vertrouwen in IT, vermeende uniformiteit der leerlingen en bijgeloof over de aanleg compenserende mogelijkheden van onderwijs zien. 

  5. Ach ja Asscher. Hij zat

    Ach ja Asscher. Hij zat altijd op de voorste rij als de Hond over zijn O4NT predikte, het Onderwijs Four een Nieuwe Tijd, het Onderwijs met Den Tablet. En als wethouder in Amsterdam stuurde hij een Extern Bureau van "deskundige" Buldogs op de onderwijzers af als hun school niet voldoende scoorde. Diverse bekwame en bevoegde mensen kwamen gefrustreerd thuis te zitten omdat hun schoolleider bang voor de wethouders hen kwam vertellen dat het zo niet verder kon. Het CPB maakte kortgeleden duidelijk dat het aantal onvoldoende scholen overal teruggedrongen is en dat dus die brute aanpak niet nodig was. Asscher maakt dus al jaren duidelijk dat hij niet meer gelooft in goed vakonderwijs door gedegen leraren. 

    Laat deze schoenmaker dus maar bij zijn leest blijven.

     

  6. Hoe zou Asscher verklaren dat

    Hoe zou Asscher verklaren dat juist ook het particuliere onderwijs wereldwijd zo traditioneel ingericht is? Zijn de ondernemers daar collectief te stom om te innoveren en de concurrentie te slim af te zijn? Of zijn ze daar niet geïnteresseerd in meer winst of leerrendement?

Reacties zijn gesloten.