Verslag overleg nota beroepsonderwijs

Wij ontvingen het woordelijk verslag van de commissie voor OC&W van het overleg dat 22 september met de minister heeft plaatsgevonden. De vergadering agendeerde zowel de stagenota van Tanja Jadnanansing als de beleidsnota van de minister. Eerder publiceerden we op deze site de nota van de minister en de reactie van BON hierop

Het uitgebreide verslag begint met een discussie over of er wettelijk geregeld zou moeten worden dat de school verplicht is een stage voor de studenten te regelen (inbreng Tanja Jadnanansing van de PvdA). Uiteindelijk lijkt het te gaan om iets dat al bij wet geregeld is, maar is er onduidelijkheid over of het woord 'verantwoordelijkheid' in de wettekst ook een resultaatverplichting impliceert. 

Bij de discussie over de beleidsnotitie opent Harm Beertema (PVV) de aanval op het beleid: det staat van het mbo is helemaal niet goed, er is nog steeds competentiegericht onderwijs, al heet dat anders, goede leerlingen vervelen zich nog steeds door omdat de lat steeds lager is gelegd, het bedrijfsleven klaagt dat det stagaires niets kunnen. Het oude mbo moet terug en de fusie in Rotterdam van het Albeda met de bedoeling dat weer te splitsen in vakopleidingen is NIET de oplossing.

Van Meenen (d66) vindt dat er vertrouwen moet worden uitgesproken in het mbo. Niet ongelimiteerd, maar horizontaal verantwoord. Ook dienen de leraren verder geprofessionaliseerd te worden.

Later meer korte samenvattingen van de inbreng van de leden van de commissie. 

3 Reacties

  1. O jemig, daar komt-ie weer:

    O jemig, daar komt-ie weer: de professionalisering van de leraar. Laten we toch alsjeblieft eens aan de andere kant beginnen. Zorg dat een vakbevoegdheid (met de nadruk op VAK) weer een voorwaarde wordt voor de aanstelling van een docent.

    Waarschijnlijk zou het erg helpen om de salariëring van het onderwijzend personeel uit de lump-sum te halen. Zo worden scholen verplicht om vakbevoegde mensen aan te stellen en is het direct afgelopen met al die commerciële bureautjes die met een of andere halve gare 'bijscholing' mensen 'bevoegd' verklaren zonder vakspecifieke inhoud.

    Met de lerarenopleidingen is niet zoveel mis. Nascholing is lang niet zo nodig als belanghebbenden beweren. Wat mis is, is het aanstellingsbeleid.

    Onlangs zag ik nog bij een vacature dat men liever een LIO aanstelt dan een reeds vakbevoegde sollicitant. De enige reden is het ontzettend krappe personeelsbudget.

  2. De beste oplossing voor een

    De beste oplossing voor een beter middelbaar beroepsonderwijs is dat  het salaris van de echte bevoegde docenten met onmiddelijke ingang met 100% wordt verhoogd en de bestuurderssalarissen met 100%  verlagen en dat laatste met terugwerkende kracht. 

  3. Professionalisering is weinig

    Professionalisering is weinig anders dan een poging tot inkapseling van zo goedkoop mogelijke docenten in de procedurele onderwijsvisie die kostenefficiënt is. De leraar als eenvoudig vervangbare lopende bandmedewerker.

    Sinds BON de nadruk legt op het belang van de leraar (let wel: dat was destijds bij het groot vuil gezet, want de leraar mocht alleen begeleiden en coachen) heeft de minister die leraar keer op keer zogenaamd in het zonnetje gezet. O o o wat ben jij belangrijk leraar! Omdat jij zo belangrijk bent moet je ook goed getraind worden en wel in het door de bestuurders wenselijke gedrag.

    Ik vind het een geniale vondst van deze minister. Op het symposium waar zij sprak hoorde ik nog positieve geluiden ("goh, ze vindt de leraar wel belangrijk"), maar is was er toen al verre van gerust op. 

    Nu doet ze hetzelfde: ze kiest een paar leuke leraren uit waarmee ze het land (en de wereld) doortrekt en zorgt dat uit hun monden de juiste woorden komen. Vandaag wordt de leraar van het jaar gekozen. Poppenkast met slechts één doel, hetzelfde doel als de McDonald heeft met haar medewerker van de maand.

Reacties zijn gesloten.