Belangrijke moties aangenomen

Zojuist is de motie versterking medezeggenschap door de Tweede Kamer aangenomen. Zie ook de website van de SP en de letterlijke tekst van de motie.

Update: Zojuist is er ook een d66-motie aangenomen die onderwijsbestuurders van mbo en hoger onder een CAO brengt.

Update: Ook de motie Beertema (PVV) die de regering verzoekt om het onderwijzend personeel instemmingsrecht te verlenen op de vormgeving van het onderwijsproces is aangenomen. Zie hier de spreektekst van Harm Beertema en de tekst van de aangenomen motie.

Voor het onderwijs en ook voor BON is dit een uitstekende dag. Alle moties zijn in lijn met de BONwensen die we nu al bijna 8 jaar geleden formuleerden. Wij complimenteren de indieners en ondersteuners van de genoemde moties en menen dat de politiek hiermee een belangrijke richting inslaat die daadwerkelijk voor verbetering van het onderwijs kan zorgen.

7 Reacties

  1. Dit is een eerste stap op een

    Dit is een eerste stap op een lange weg om leraren en medewerkers op de scholen weer tot hun recht te laten komen.

    Gefeliciteerd Jasper cum suis.

    Een volgende stap is het Aob-voorstel voor medezeggenschap op de rails zetten, met het amendement dat het onderwijs-didactisch beleid in gezamenlijkheid moet worden ontwikkeld en de ook daar instemmingsrecht (bvan bestuurders en leraren) voor geldt.

    Ik lees overigens dat de PvdA-minister zich in allerlei bochten wringt om zelfs onder deze motie uit te komen. Voor die partij lijken leraren wel illegaal, dus strafbaar, te zijn.

  2. En een bewonderenswaardige

    En een bewonderenswaardige bijdrage van Harm Beertema. 

    En zijn motie aangenomen! Dus de Kamer weerspreekt al die 'deskundigen' die beweren dat het wettelijk niet mogelijk zou zijn op grond van artikel 23 van de Grondwet!

  3. Nu blijken alle partijen voor

    Nu blijken alle partijen voor te hebben gestemd, behalve ChristenUnie en SGP. Weten haar stemmers onder ons daar een verklaring voor? Soevereiniteit in eigen kring?

    En dan vergeet ik nog een tegenstemmer, de VVD. Dat is de Partij voor Vrijheid en Democratie. Volledige vrijheid voor bestuurders en geen Democratie voor de mensen die ergens verstand van hebben?

    En mooi dat de PvdA voor stemde. Blijkt de fractie verstandiger dan de minister? 

  4. Harm Beertsema heeft zeker in

    Harm Beertsema heeft zeker in de kamer een goed verhaal gehouden. Maar hij heeft niet duidelijk gemaakt WAAROM “in zijn algemeenheid een beleidsverantwoordelijke overheid niet in staat KAN zijn om de juiste strategische beslissingen te maken voor een plaatselijke specifieke context”. Wat mensen op een MAVO, een HAVO een AtheneumVWO of een zelfstandig Gymnasium moeten leren of hoe ze dat zouden moeten leren is helemaal niet afhankelijk van plaatselijke omstandigheden. Als dat wel zo is komt dat omdat ze regionaal opgenomen zijn in een groter verband., bij voorbeel als er doorlopende leerlijnen zijn van het VMBO-theoretisch en MBO-opleidingen. De kansen voor (blijvende) excellentie zijn bij autonome onderwijsbesturen ook niet groot omdat die zich in werkelijkheid niet echt voor excellentie interesseren maar die wel graag propageren om leerlingen binnen te lokken. Waar autonomie bij de genoemde scholen wel tot excellentie kan voeren is bij kleine ZELFSTANDIGE voorbereidende scholen van één bepaald type onderwijs in een voldoende grote stad die elkaar mogen beconcurreren. Voorwaarde is dat kartelvorming verboden is en elke school onder een eigen bestuurtje opereert. Er mag immers ook geen verwatering optreden doordat verschillende schooltypen of verschillende onderwijsniveaux onder eenzelfde bestuur worden ondergebracht. In de grote steden waar diversiteit gemakkelijk gehandhaafd kan worden kan de overheid de kleine scholen voldoende ruimte bieden en de afsluitende (eind)examens van de overheid blijven dan als belangrijkste borging van het onderwijsniveau over.

    Zo’n wijze van organiseren van het voorbereidend onderwijs biedt ook ouders meer keuze en binnen een school zouden ouders meer invloed moeten hebben zo lang de diversiteit in scholen daar niet door aangetast wordt. Opvallend is dat geen enkele politieke partij in ouderrechten geïnteresseerd is. Bij de wensen van de politici naar groter invloed van de MR’s lijkt het altijd om de leraren te gaan.

  5. @ Philippens   

    @ Philippens   

    De SGP was nooit voorstander van medezeggenschap en tot 2006 waren scholen niet  verplicht een MR met bevoegdheden te hebben   (vrijstelling op basis van de Wet medezeggenschap onderwijs, Wmo).  SGP en ChristenUnie wilden die keuzevrijheid voor scholen behouden onder de Wet medezeggenschap op scholen (Wms 2007). Er is een compromis uitgekomen dat inhoudt dat als de MR ermee instemt de instemmingsbevoegdheden uit de Wms  vervangen kunnen worden door adviesbevoegdheden. Dat is dan minder dwingend. Het bevoegd gezag moet dit wel steeds laten herbevestigen door de MR. Om de vijf jaar, meen ik. In de Kamerstukken van destijds is de discussie prominent aanwezig. De kleine christelijke partijen maakten  zich  sterk voor soevereiniteit in eigen kring, voor zo weinig mogelijk aantasting van het gezag van het schoolbestuur. Omdat een eenmaal aangenomen wet van hoger orde is dan het gezag van het schoolbestuur houdt men zich nu aan het bereikte compromis.

  6. Problematisch is dat – grote

    Problematisch is dat – grote – schoolbesturen nu, onder verwijzing naar de Memorie van Toelichting bij de Wms over dat SGP onderwerp, het standpunt huldigen dat de Wms hen veel vrijheid biedt om de medezeggenschap af te stemmen op de behoefte van de eigen scholenorganisatie. Ons bestuur gebruikte dat argument in een  beroepszaak bij het Gerechtshof Amsterdam. In zijn Beschikking van maart 2010 schrijft het Hof

     

    Op zichzelf is het juist dat de WMS flexibiliteit beoogt. Maar die flexibiliteit is beperkt. In de woorden van de Memorie van Toelichting onder 3.2: (citaat) het voorstel (biedt) ruimte voor inrichting van de medezeggenschap op een dusdanige manier dat deze het best past bij de lokale situatie, waarna de Memorie  ruimte voor flexibiliteit onderscheidt op verschillende terreinen onder meer ten aanzien van overdracht en omzetting van bevoegdheden. (SGP wens) Het Hof vervolgt:

     

    Echter, er is wel ruimte om in onderling overleg tussen alle partijen bevoegdheden aan het (Wms) pakket toe te voegen maar niet om dit pakket in te krimpen door middel van het afzien van de uitoefening van bevoegdheden. flexibiliteit die de Wms biedt heel beperkt is. Een schoolbestuur mag de medezeggenschap wel meer bevoegdheden geven maar niet minder dan die welke in de wet staan.  (einde citaat)

     

    Ons schoolbestuur heeft het vaak over de lerende organisatie maar schijnt  immuun om iets te leren over de eigen wettelijke verplichtingen als bestuurder.  Zo werd een besluit tot het sluiten van een school, het Tyler College in Haarlem/Schalkwijk, volledig buiten de medezeggenschap om genomen. Afgedaan met een mededeling.

    Noch over het besluit tot sluiting noch over de gevolgen voor personeel en leerlingen is medezeggenschap mogelijk gemaakt door het schoolbestuur/bevoegd gezag.  

  7. Draai de declassering terug!

    Draai de declassering terug!

    Ik geloof dat we ons moeten realiseren dat zonder het ongedaan maken van de declassering  van de leraren en onderwijzers van de door BON gewenste wijzigingen niet veel terecht zal komen. Door de leraren ALS GROEP via de medezeggenschap mede te laten beslissen over de inrichting en het uitvoeren van het onderwijs is die declassering nog lang niet ongedaan gemaakt. Het gaat immers bij de door het parlement aangenomen voorstellen om MEDE Beslissen en de leraar heeft nog steeds niet zijn eigen verantwoordelijkheid en daarmee  zijn recht om naar eigen inzicht onderwijs te gaven en naar eigeninzicht leerlingen te beoordelen terug gekregen. Een leraar had een positie te vergelijken met die van een arts in loondienst. Bij een arts stond er vanaf het moment dat hij volledig gediplomeerd was niemand boven hem die vooraf mocht beoordelen of hij zijn patiënten wel goed behandelde. Alleen als hij overduidelijk een brokkenpiloot was en zijn patiënten een klacht indienden of naar de rechter stapten werd hij beoordeeld door anderen en wel in de eerste plaats door artsen die in dezelfde discipline werkzaam waren. In zo’n eervolle maar ook comfortabele positie bevond zich vroeger ook de leraar. In de huidige rechtspositie is de leraar geen dirigent meer die muziek uit zijn leerlingen haalt maar een coach wiens manier van werken meer weg heeft met die van een automonteur op de werkvloer. BON doet er daarom volgens mij het best aan om zich expressies verbis in te zetten voor de opheffing van de declassering of het bereiken van de retroklassering. Noem leraren artsen die leerlingen genezen van onwetendheid om duidelijk te maken wat BON wil en wat nodig is voor goed onderwijs.

    Voor het bereiken van beter onderwijs is het niet nodig dat de leraren die op de nu bestaande scholen les geven geretroklasseerd worden. Het aanbieden van BONscholen als alternatief is voldoende om een proces op gang te brengen waarbij het aantal BON-scholen snel toeneemt. Te meer daar dan veel goede leraren zullen proberen om van een nu bestaande school naar een BON-school over te stappen.

    BON moet zich ook verzetten tegen het verplichte toenemende utilitaire karakter van scholen. Leerlingen die op school wil genieten van en spelen met de schoonheid van taal en zich met literatuur willen bezighouden moet die mogelijkheid aangeboden worden. Let op, zo iets moet niet verplicht gesteld worden want dat ondermijnt enthousiasmerende lessen op dat gebied. Leerlingen die merken dat ze echte wiskunde leuk vinden moeten zich met echte wiskunde bezig kunnen houden. De mensen die het voor het zeggen hebben in het onderwijs hebben besloten dat de Nederlanders maar door middel van Engels met het buitenland moeten communiceren en andere talen voor onze economische toestand niet belangrijk zijn. Daarom zouden ze gerust de overige talen kunnen vrijgeven voor het volgen van eigen voorkeuren van de leerling. Als die de taal niet wil gebruiken voor officiële contacten dus niet voor communicatie heen en weer in zowel woord als geschrifte zou een leerling zich in die vreemde talen van secundair belang moeten kunnen wijden aan activiteiten zoals literatuurstudie en vertalen.

    Bij het zoeken naar voorbeelden van declassering van sociale of ethnische groepen kwam ik bij een stuk tekst over declassering bij de sociale werkers. Dat wil ik u niet onthouden want ik denk dat u bij de bestudering daarvan veel dingen uit de wereld van het onderwijs zult herkennen.

    +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

    Declassification of Professional Social Workers: a Personal Issue facing the Human Services.

    door Ken Millar MSW

     

    DECLASSICIFICATION: WAT IT IS

    While visiting his home community recently this writer saw a job advertisement in the city’s news paper for a child protection worker with the local child welfare agency. The educational requirements were as follows: MSW, BSW, BA or Child Care Diploma. Tat brief statement portrays in a succinct manner oen of the major issues facing the profession of social work today: a failure to establish its domain of expertise. It is this failure to establish domain which have laid to a topic of primary concern to the profession in recent years : the declassification of professional social work positions, particularly within the public social service sector. Declassification refers to the reduction in standards of professional and work related experience for public social service jobs. The trend towards declassification include the following characteristics, as sated by Pieora and Austin:

    Reduction of the educational requirements for entry level jobs;

    Assumptions that all Baccalaureate degrees are interchangeable;

    Combination of replacement of job classes in such a way that functions requiring a greater amount of education are ignored or eliminated;

    Failure to recognize professional skills of professional workers with bachelor’s (BSW) and master’s degrees in social work;

    Substitution of experience on year for year on basis for required education for both job entry and promotion to senior staff and supervisory levels;

    [The author discusses the issue of declassification of professional social work positions within public service agencies. The manner in which declassification is occurring, the reasons for it, and some strategies to block the trend are presented. An underlying theme of the paper is that the core issue in declassificalion of professional social work positions is the profession's inability to define clearly its domain of expertise. From a personnel standpoint this relates to issues of job analysis and evaluation and the inability of professionals to establish the fact that their contribution to a social service agency is unique, and by implication superior, to that offered by individuals possessing different qualifications and/or experience}

    bron: www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/03643108609511107#preview

    ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

    DéCLASSEMENT

    Action de déclasser; résultat de cette action.

    A.−Action de déclasser une personne ou une chose, de la faire sortir de sa catégorie initiale.

    1.[Le déclassement concerne des pers.] Action de faire sortir une personne de sa classe sociale pour une classe inférieure; état en résultant. Déclassement, dernier cercle de l'enfer bourgeois, damnation sans recours (Bernanos, Crime,1935, p. 869):

    De là date ma grande réconciliation avec les pauvres : j'épouse une des leurs. Du reste, mon déclassement commencé par la vente de mes biens, ma démission d'homme du monde était incomplète sans cela. Larbaud, A. O. Barnabooth,1913, p. 150.

    2.[Le déclassement concerne des choses] Déclassement de papiers, de documents. Action de déranger des papiers, des documents de leur ordre initial en les plaçant à un rang moins important.

Reacties zijn gesloten.